Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 december 2014, houdende de aanwijzing van de zorgkantoren

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg;

Besluit:

Artikel 1

Voor het jaar 2015 zijn in de hiernavolgende regio’s de daarachter genoemde Wlz-uitvoerders de zorgkantoren:

  • 1. Groningen: Stichting Zorgkantoor Menzis

  • 2. Friesland: Zorgkantoor Friesland B.V.

  • 3. Drenthe: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 4. Zwolle: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 5. Twente: Stichting Zorgkantoor Menzis

  • 6. Apeldoorn, Zutphen, en omstreken: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 7. Arnhem: Stichting Zorgkantoor Menzis

  • 8. Nijmegen: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 9. Utrecht: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 10. Flevoland: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 11. ’t Gooi: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 12. Noord-Holland Noord: Univé Zorgkantoor B.V.

  • 13. Kennemerland: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 14. Zaanstreek/Waterland: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 15. Amsterdam: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 16. Amstelland en de Meerlanden: Stichting Wlz-uitvoerder Zorg en Zekerheid

  • 17. Zuid-Holland Noord: Stichting Wlz-uitvoerder Zorg en Zekerheid

  • 18. Haaglanden: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 19. Delft Westland Oostland: Zorgkantoor DSW B.V.

  • 20 Midden-Holland: Trias Zorgkantoor B.V.

  • 21. Rotterdam: Achmea Zorgkantoor N.V.

  • 22. Nieuwe Waterweg Noord: Zorgkantoor DSW B.V.

  • 23. Zuid-Hollandse Eilanden: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 24. Waardenland: Trias Zorgkantoor B.V.

  • 25. Zeeland: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 26. West-Brabant: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 27. Midden-Brabant: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 28. Noordoost Brabant: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 29. Zuidoost Brabant: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 30. Noord- en Midden-Limburg: VGZ Zorgkantoor B.V.

  • 31. Zuid-Limburg: CZ Zorgkantoor B.V.

  • 32. Midden IJssel: Salland Zorgkantoor B.V.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

Op grond van artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt Nederland in regio’s ingedeeld en wordt voor iedere regio een Wlz-uitvoerder aangewezen die voor die regio als zorgkantoor fungeert. Deze regio’s zijn opgenomen in artikel 4.2.1 van het Besluit langdurige zorg (Blz), en in de Regeling langdurige zorg (Rlz) staat welke gemeenten tot welke regio behoren. Bijgevoegd besluit wijst aan welke Wlz-uitvoerder het zorgkantoor voor welke regio zal zijn.

Een zorgkantoor is op grond van de wet (art. 4.2.4, tweede lid, Wlz) in combinatie met het Blz (art. 4.2.2) verantwoordelijk voor de verstrekking van de persoonsgebonden budgetten (pgb’s) aan en de administratie van de zorg voor alle verzekerden die in zijn regio wonen. In artikel 4.2.2 Blz is nader geregeld wat onder ‘administratie’ wordt verstaan. Daarnaast zullen de Wlz-uitvoerders die ten gevolge van voorliggend besluit niet het zorgkantoor voor een bepaalde regio zijn, naar verwachting hun eigen wettelijke taken ten aanzien van hun verzekerden die in die regio wonen, uitbesteden aan het zorgkantoor van die regio. De zorgkantoren verrichten de werkzaamheden ter uitvoering van laatstbedoelde taken dan namens de Wlz-uitvoerders. De voorwaarden die in het Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 oktober 2013, kenmerk 152108-110428-Z, houdende de aanwijzing van administratie-instellingen bijzondere ziektekosten (Stcrt. 2013, 30391) waren verbonden aan de aanwijzing van verbindingskantoren als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, keren in voorliggende aanwijzing niet terug. De meeste van die voorwaarden betroffen namelijk voorwaarden ten aanzien van de uitvoering van de taken die de wet aan de Wlz-uitvoerders opdraagt. Het is derhalve aan de Wlz-uitvoerders en niet aan de Rijksoverheid om dergelijke voorwaarden bij de uitbesteding van hun taken aan de zorgkantoren mee te geven. Daarnaast bevat de Wlz niet de mogelijkheid om in de aanwijzing van de zorgkantoren voorwaarden te stellen. Om die reden bevat nu het Blz in artikel 4.2.2 de enige voorwaarde die zich direct richt tot de zorgkantoren, namelijk dat zij ter uitvoering van hun wettelijke administratietaak dienen te beschikken over een adequate cliëntvolgende bedrijfsadministratie. Het moeten beschikken over een adequate bedrijfsadministratie geldt overigens zowel voor de verstrekking van het pgb (omdat dit een rechtstreeks in artikel 4.2.4, tweede lid, Wlz opgenomen wettelijke taak van de zorgkantoren is en de zorgkantoren deze taak recht- en doelmatig moeten uitvoeren) als voor de zorg in natura die in opdracht van de (andere) Wlz-uitvoerders zal worden ingekocht en geleverd (omdat dit in artikel 4.2.2, tweede lid, Blz aan de zorgkantoren wordt opgedragen).

Bij het toewijzen van Wlz-uitvoerders aan de regio’s is de voordracht gevolgd die daartoe begin december 2014 door Zorgverzekeraars Nederland is gedaan.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven