Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 4 december 2014, nr. IENM/BSK-2014/260083, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën en na overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 3.31, tweede lid, en 3.42a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 wordt vervangen door de in de bijlage bij deze regeling opgenomen bijlage.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

BIJLAGE BIJ DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU VAN 4 DECEMBER 2014, NR. IENM/BSK-2014/260083, TOT WIJZIGING VAN DE AANWIJZINGSREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING EN INVESTERINGSAFTREK MILIEU-INVESTERINGEN 2009

Bijlage bij de artikelen 1 en 2

Paragraaf 1 Algemeen

  • 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen 2015.

  • 2. Investeringen waarvan de code begint met:

    • een F of G, behorende tot categorie I van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 36% van het investeringsbedrag in aanmerking voor een investeringsaftrek;

    • een A of D, behorende tot categorie II van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 27% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek;

    • een B of E, behorende tot categorie III van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 13,5% van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek;

    • een A, B, C of F komen in aanmerking voor 75% willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

  • 3. Tot de in paragraaf 2 genoemde bedrijfsmiddelen worden tevens gerekend:

    • voorzieningen, zoals leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur, die technisch noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en geen zelfstandige betekenis hebben;

    • de certificaten die in deze bijlage worden vereist.

  • 4. Het geluidniveau van de mobiele machines, bedoeld in bedrijfsmiddel E 3412, is gelijk aan of lager dan het geluidniveau in de hierna volgende tabel. Indien voor een mobiele machine in de tabel geen geluidniveau is opgenomen, wordt niet voldaan aan onderdeel a, onder 1, van bedrijfsmiddel E 3412.

    Dat het geluidniveau gelijk is aan of lager is dan het geluidniveau in de hierna volgende tabel wordt aangetoond met een EG-typegoedkeuringsverklaring en een verklaring van gelijkvormigheid. In de EG-typegoedkeuringsverklaring wordt het gewaarborgde en gemeten geluidniveau aangegeven conform de Regeling geluidemissie buitenmaterieel. Met een verklaring van gelijkvormigheid verklaart de leverancier of importeur dat het geleverde bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met de EG-typegoedkeuringsverklaring is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen voldoet. Voor de technische beoordeling van het bedrijfsmiddel kan de Minister van Infrastructuur en Milieu de EG-typegoedkeuringsverklaring en de verklaring van gelijkvormigheid opvragen. De verklaring van gelijkvormigheid door de leverancier wordt opgesteld met gebruikmaking van een door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

    Een geluidmeting geschiedt door een daartoe bevoegde, door de Minister op grond van artikel 5 van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel aangewezen, keuringsinstantie, een zogeheten “notified body”. Bij een puinbreker geschiedt deze geluidmeting volgens de meetmethoden die zijn opgenomen in de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu uitgegeven VAMIL-publicatiereeks 11 en 13. Het geluiddrukniveau als omschreven voor een landbouw- of bosbouwtrekker wordt gemeten volgens richtlijn 2009/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende bepaalde onderdelen en eigenschappen van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEU 2009 L 214).

    In de onderstaande tabel staat L voor maaibreedte in centimeters (cm), P voor vermogen in kilowatt (kW) en dB(A) voor decibel.

    Mobiele machine

    Geluidniveau in dB(A)

    Gazonmaaier met L ≤ 120 cm

    71+15logL

    Gazonmaaier met L > 120 cm

    73+15logL

    Graafmachine met P ≤ 15 kW

    82+9logP

    Graafmachine met P > 15 kW

    81+9logP

    Houtversnipperaar met een invoerdiameter

    > 50 mm en ≤ 200 mm

    109

    Houtversnipperaar met een invoerdiameter

    > 200 mm

    86+11logP

    Huisvuil- of vuilniswagen

    104

    (Knik)dumper met P ≤ 55 kW

    100

    (Knik)dumper met P > 55 kW

    80+11logP

    Laadschop met P ≤ 66 kW

    98

    Laadschop met P > 66 kW

    79+11logP

    Mobiele kraan (onder andere telescoopkraan) met P ≤ 55 kW

    99

    Mobiele kraan (onder andere telescoopkraan) met P > 55 kW

    79+10logP

    Motorpomp met P ≤ 35 kW

    87

    Motorpomp met P > 35 kW

    70+11logP

    Puinbreker

    84+11logP

    Stroomaggregaat met P<2

    90

    Stroomaggregaat met 2 ≤ P ≤ 10 kW

    93

    Stroomaggregaat met P > 10 kW

    88+ 2logP

    Landbouw- of bosbouwtrekker

    57+11logP*

    Veeg(zuig)machine met P ≤ 10 kW

    100

    Veeg(zuig)machine met P > 10 kW

    90+11logP

    Verreiker of vorkheftruck met P ≤ 55 kW

    99

    Verreiker of vorkheftruck met P > 55kW

    80+11logP

    * geluiddrukniveau

  • 5. De bedrijfsmiddelen, bedoeld in de codes

    B 3411 Emissiearme milieuvriendelijke mobiele machine

    B 3413 Mobiele machine voor heiwerkzaamheden

    voldoen aan de in paragraaf 2, bij het betreffende bedrijfsmiddel, vermelde eisen aan de luchtzijdige emissies door de verbrandingsmotor van het bedrijfsmiddel. Dit wordt aangetoond met een EG-typegoedkeuringsverklaring en een verklaring van gelijkvormigheid. In de EG-typegoedkeuringsverklaring worden de emissiewaarden van het bedrijfsmiddel op basis van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines aangegeven. Met een verklaring van gelijkvormigheid verklaart de leverancier of importeur dat het geleverde bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met een EG-typegoedkeuringsverklaring is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen voldoet. Voor de technische beoordeling van het bedrijfsmiddel kan de Minister van Infrastructuur en Milieu de EG-typegoedkeuringsverklaring en de verklaring van gelijkvormigheid opvragen. De verklaring van gelijkvormigheid wordt opgesteld door de leverancier of importeur met gebruikmaking van een door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

    Onder de grenswaarden van fase IV voor dieselmotoren als omschreven in richtlijn 2004/26 EG1) worden de grenswaarden verstaan zoals bedoeld in het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines.

    Onder de grenswaarden van Tier 4 (final) voor dieselmotoren worden de grenswaarden verstaan conform de US-EPA-emissienorm.

    Voor fase IV voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:

    Netto vermogen (P) in kW

    Koolmonoxide in g/kWh

    Koolwaterstof in g/kWh

    Stikstofoxiden

    in g/kWh

    Deeltjes

    in g/kWh

    130 ≤ P ≤ 560

    3,5

    0,19

    0,4

    0,025

    56 ≤ P < 130

    5,0

    0,19

    0,4

    0,025

    Voor Tier 4 (final) voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:

    Netto vermogen (P) in kW

    Koolmonoxide

    in g/kWh

    Som van koolwaterstof en stikstofoxiden

    in g/kWh

    Deeltjes

    in g/kWh

    19 ≤ P < 37

    5,5

    4,7

    0,03

    8 ≤ P < 19

    6,6

    7,5

    0,4

    P < 8

    8,0

    7,5

    0,4

    De milieuvriendelijke landbouw- of bosbouwtrekker, bedoeld in bedrijfsmiddel B 3411, voldoet aan het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines, daaruit vloeit voort dat een dergelijke trekker eveneens aan de grenswaarden in bovenstaande twee tabellen voldoet.

  • 6. De bedrijfsmiddelen, bedoeld onder de codes

    A 1330 Waterhydraulisch systeem

    A 3222 Automatisch smeersysteem

    F 3310 Duurzaam vaartuig

    B 3320 Duurzame energievoorziening en aandrijving voor een binnenvaartschip

    E 3412 Milieuvriendelijke mobiele machine

    B 3413 Mobiele machine voor heiwerkzaamheden

    voldoen aan de in paragraaf 2, bij het betreffende bedrijfsmiddel, vermelde eisen aan het gebruik van water, bio-olie of biovet in een hydraulisch systeem of een smeersysteem. Dit wordt aangetoond met een verklaring van de producent. Uit die verklaring van de producent blijkt dat het hydraulische systeem of het smeersysteem van het betreffende bedrijfsmiddel is voorzien van water, een bio-olie of een biovet dat eenvoudig biologisch afbreekbaar en niet-toxisch is. Uit die verklaring blijkt verder dat bij het gebruik van een dergelijke olie, een dergelijk vet of water de garantiebepalingen voor het bedrijfsmiddel onverkort van toepassing zijn.

    Niet-toxische olie of vet is eenvoudig biologisch afbreekbaar als daarvoor, door een daartoe geaccrediteerde organisatie, een certificaat is afgegeven op basis van het Europees Ecolabel, dan wel, voor zover het betreft hydrauliekolie voor land- en bosbouwmachines als bedoeld in bedrijfsmiddel E 3412, een Blauer Engel-certificaat.

    Indien het hydraulische systeem of smeersysteem gevuld is met water en er kans op bevriezing bestaat, worden aan het systeem slechts stoffen toegevoegd die nodig zijn om het vriespunt te verlagen. Waterhydrauliek of watersmering wordt in ieder geval vereist bij het bedrijfsmiddel A 1330 (Waterhydraulisch systeem).

  • 7. Ten aanzien van de volgende zogenoemde ‘generieke’ bedrijfsmiddelen, bedoeld onder de codes

    A 0001 Nieuwe milieuvriendelijke techniek

    F 1100 Productieapparatuur voor (half)producten op basis van grondstoffen van biologische oorsprong

    A 1200 Apparatuur voor vermindering van het gebruik van grondstoffen

    F 1205 Water- en grondstofbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)

    A 1240 Waterbesparende installatie

    A 1340 Installatie voor het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling (aanpassen bestaande situatie)

    A 1400 Apparatuur voor recycling (geen downcycling, eventueel upcycling) van grondstoffen

    B 1401 Apparatuur voor recycling (downcycling) van grondstoffen

    B 1405 Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen bestaande situatie)

    F 1406 Terugwinningsinstallatie voor fosfaten uit afval

    F 2600 Apparatuur voor lokale verwerking van landbouwgewassen (voorwaartse integratie)

    F 2610 Apparatuur voor het vervaardigen van vleesvervangers

    F 4410 Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande situatie)

    F 4420 Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering

    A 4480 Ontstoffingsinstallatie met een hoog scheidingsrendement voor fijn stof

    F 4500 VOS-emissiereducerende apparatuur

    F 4600 Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)

    F 5100 Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken

    A 6310 Duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of een product

    F 6320 Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving

    wordt, op een daartoe strekkend verzoek van de Minister van Infrastructuur en Milieu, een meerkostenberekening overgelegd volgens de definities van Verordening (EG) nr. 1147/20082 en wordt aangetoond dat:

    • met het betreffende bedrijfsmiddel milieuvoordelen worden behaald ten opzichte van het gangbare alternatief in de betreffende branche(s) in Nederland,

    • een groter milieurendement wordt gehaald dan wettelijk verplicht is, en

    • eventuele wijzigingen van de productiecapaciteit in de besparings- en meerkostenberekening worden verwerkt.

    Bedrijfsmiddelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder voldoen niet aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1147/2008 en komen daarmee niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

    Voorts wordt voor deze ‘generieke’ bedrijfsmiddelen aangetoond dat het betreffende bedrijfsmiddel:

    • kan worden aangemerkt als de beste oplossing voor een bepaald milieuprobleem,

    • een aanmerkelijk milieuvoordeel behaalt in relatie tot het investeringsbedrag, en

    • niet of nauwelijks negatieve effecten op andere milieuaspecten kent.

  • 8. Indien in deze bijlage bepaalde meetvoorschriften, testmethoden, verklaringen of certificaten worden gesteld of voorgeschreven, worden daarmee gelijkgesteld gelijkwaardige meetvoorschriften, testmethoden of gelijkwaardige verklaringen of certificaten, die worden gebruikt om bedrijfsmiddelen te toetsen of die zijn afgegeven met betrekking tot een bedrijfsmiddel.

  • 9. Investeringen in woonhuizen en woonschepen, met inbegrip van de gedeelten van andere zaken die dienen voor bewoning, komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen, met uitzondering van investeringen in bedrijfsmiddel F 6390 (Vervanging asbesthoudende daken, dakgoten of gevels (aanpassing van bestaande voorziening)) of C 6400 (Fotovoltaïsch zonne-energiesysteem in combinatie met vervanging van asbesthoudende daken, goten of gevels) of bedrijfsmiddel.

Paragraaf 2 Bedrijfsmiddelen

Thema-overstijgende milieu-innovatie

A 0001

Nieuwe milieuvriendelijke techniek

  • a. bestemd voor: het toepassen van een milieuvriendelijke techniek, waarbij

    • het gaat om een voor Nederland nieuw werkingsprincipe,

    • de techniek niet energiebesparing of -opwekking behelst,

    • de belastingplichtige aantoont dat deze specifieke techniek voor het eerst in Nederland wordt toegepast (bijvoorbeeld door contractuele vastlegging of een verklaring van de leverancier), en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het behalen van de milieuvoordelen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Elektrisch aangedreven of hybride auto’s komen niet in aanmerking onder A 0001, maar kunnen worden gemeld onder G 3110, D 3111 en E 3112.

F 0100

Software voor duurzame productontwikkeling

  • a. bestemd voor: het, door een kleine of middelgrote onderneming (KMO) in de zin van de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PbEU 2008, C 82), verduurzamen van producten op basis van ontwerpsoftware, die ten minste 4 van de volgende milieuparameters inzichtelijk maakt:

    • fosfaatemissie,

    • SOx-emissie,

    • NOx-emissie,

    • CO2-emissie,

    • watergebruik,

    • energiegebruik, of

    • hergebruik van materialen of componenten,

  • b. bestaande uit: ontwerpsoftware.

Grondstoffen en afval

Circulaire economie, bio-based economy, hernieuwbare grondstoffen, preventie van water- en grondstoffengebruik, vervanging van niet-duurzame grondstoffen, recycling, afvalverwerking, waterzuivering

Bio-basedeconomy

F 1100

Productieapparatuur voor (half)producten op basis van grondstoffen van biologische oorsprong

  • a. bestemd voor: de verwerking van biomassa, niet zijnde mest, tot een (half)product,

    • voor zover dat (half)product nog niet gangbaar is of als voor dat (half)product een niet hernieuwbare grondstof gangbaar is,

    • waarbij het (half)product geen voedingsmiddel of energiedrager zoals brandstof, warmte of elektriciteit, is,

    • waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, en

    • waarbij het restproduct eventueel een energie- of voedingsmiddeltoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is voor het verwerken van biomassa tot een (half)product, inclusief voorbewerkingsapparatuur.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Bewerking van mest met terugwinning van fosfaat en nitraat kan worden gemeld onder F 2650.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan raffinage van biomassastromen (zoals gras), biochemie, toepassing van natuurlijke vezels, zolang het geen gangbare toepassing is of een niet hernieuwbare toepassing vervangt. Grondstoffen van biologische oorsprong zijn ook bekend onder de naam biobased grondstoffen.

F 1110

Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics

  • a. bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic producten die gemaakt zijn van grondstoffen van biologische oorsprong, waarbij de grondstoffen van het bioplastic biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn volgens NEN-EN 13432:2000,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is voor het produceren van (producten van) bioplastics.

Toelichting: Structuurverbetering van de (producten van) bioplastics met natuurlijke vezels is toegestaan. De biologische afbreekbaarheid of composteerbaarheid van die vezels hoeft niet te worden aangetoond. Als de plastic grondstoffen niet biologisch afbreekbaar of composteerbaar zijn volgens NEN-EN 13432:2000, maar wel van biologische oorsprong, kan de investering worden gemeld onder F 1100.

F 1111

Productiesysteem voor algen of (zee)wieren

  • a. bestemd voor: het produceren van algen of (zee)wieren, waarbij de geproduceerde algen of (zee)wieren worden ingezet als grondstof voor het kweken van vis, schaal- of schelpdieren of het produceren van hoogwaardige grondstoffen voor onder meer bestrijdingsmiddelen, voedingsmiddelen, cosmetica of farmaceutica, waarbij het restproduct eventueel een energietoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: (eventueel) een bioreactor, (eventueel) een open zee-systeem, (eventueel) een doseersysteem, (eventueel) een behandelingseenheid voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, (eventueel) een oogstsysteem en (eventueel) apparatuur voor verwerking tot grondstof.

F 1112

Vergistingsinstallatie met algenreactor

  • a. bestemd voor: het vergisten van organische reststromen en/of mest, waarbij:

    • het digestaat als voeding dient voor de algenreactor,

    • de geproduceerde algen worden ingezet als (groene grondstof voor) veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en

    • het restproduct eventueel een energietoepassing krijgt,

  • b. bestaande uit: een vergister, een productiesysteem voor algen, (eventueel) voorbewerkingsapparatuur, (eventueel) een doseersysteem, (eventueel) een behandelingseenheid voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, (eventueel) een oogstsysteem, (eventueel) apparatuur voor verwerking tot grondstof, (eventueel) een gasmotor, (eventueel) een generator en (eventueel) biogasopwerkingsapparatuur.

A 1113

Algen-, wieren- of eendenkroossysteem

  • a. bestemd voor: het verwerken van afvalwater of dierlijke mest door biologische afbraak door algen, wieren of eendenkroos, waarbij de algen, wieren of het eendenkroos geoogst worden,

  • b. bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of een pomp, een continu meetsysteem en oogstapparatuur.

Preventie van water- en grondstoffengebruik

A 1200

Apparatuur voor vermindering van het gebruik van grondstoffen

  • a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik van grondstoffen, waarbij:

    • de vermindering niet wordt gerealiseerd door recycling of hergebruik,

    • het geen vermindering van water- en/of energiegebruik betreft, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het verminderen van het gebruik van grondstoffen, exclusief apparatuur ter vermindering van water- of energiegebruik.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Investeringen in waterbesparende en water- en grondstoffenbesparende installaties kunnen worden gemeld onder respectievelijk A 1240 en F 1205.

F 1205

Water- en grondstoffenbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water en het verbruik van andere grondstoffen door aanpassing of vervanging van een bestaand proces, waarbij:

    • de waterinname vermindert met ten minste 25 liter per jaar per geïnvesteerde euro,

    • de inkoop van ten minste één grondstof vermindert met ten minste 30% op gewichtsbasis,

    • de grondstofbesparing niet wordt gerealiseerd door vervanging door een andere grondstof,

    • de besparing wordt gerealiseerd ten opzichte van de bestaande situatie, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de water- en grondstoffenbesparing te realiseren, exclusief investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

F 1210

Variabele verpakkingsmachine

  • a. bestemd voor: op basis van variërende hoogte, breedte of lengte verpakken van artikelen in dozen waardoor per doos een hoeveelheid verpakkings- of vulmateriaal wordt gebruikt die noodzakelijk is om het artikel schadevrij te vervoeren,

  • b. bestaande uit: een 3D-meetsyteem, een snij- en vouwinrichting, een doosopzet- en vouwsysteem, (eventueel) een robot, (eventueel) een tapesysteem en (eventueel) een labelprinter.

A 1240

Waterbesparende installatie

  • a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water voor gebruik als koel-, spoel- of proceswater, waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is om de waterbesparing te bereiken.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

G 1245

Cascadesysteem voor water- en grondstoffenbesparing op een bedrijventerrein (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het doorleveren van (warm) proceswater, eventueel met daarin opgeloste grondstoffen, waarbij één of meer ontvangende bedrijven proceswater benutten van één of meer andere bedrijven, en deze bedrijven samen minder water, grondstoffen of energie innemen ten opzichte van de bestaande situatie,

  • b. bestaande uit: leidingwerk, buffer(s), pomp(en) en (eventueel) apparatuur om het water geschikt te maken voor benutting door het ontvangende bedrijf.

Toelichting: Zowel ontvangend als leverend bedrijf kunnen investeringen melden voor zover van toepassing op de levering van water tussen de bedrijven. Kosten voor afvalwaterzuivering komen uitsluitend in aanmerking indien deze aanvullend zijn op waterzuivering die nodig was geweest voor het voldoen aan lozingsnormen.

F 1246

Milieuvriendelijke wasstraat voor textielreiniging

  • a. bestemd voor: het wassen van textiel met water en zeepoplossingen waarbij het watergebruik ten hoogste 2 liter per kilogram wasgoed bedraagt,

  • b. bestaande uit: een milieuvriendelijke wasstraat.

D 1249

Regenwaterinstallatie

  • a. bestemd voor: het gebruik van regenwater voor spoelen, koelen of andere niet-drinkwaterdoeleinden buiten de land- en tuinbouw, ter vermijding van het gebruik van drinkwater,

  • b. bestaande uit: een regenwateropslag, (eventueel) een waterzuiveringsinstallatie, en (eventueel) fotovoltaïsch systeem voor de energie die de regenwaterinstallatie verbruikt, exclusief de volgende onderdelen: dakgoten, regenpijpen, regenwaterafvoerpijpen en eindapparatuur waarmee het regenwater wordt toegepast.

D 1270

Digitaal systeem voor tandheelkundige mond- of afdrukscanning

  • a. bestemd voor: het scannen van (delen van) het gebit, waarbij de scans worden omgezet in driedimensionale digitale beelden of het op basis van deze scans frezen van tandtechnisch kroon- en brugwerk,

  • b. bestaande uit: een scanner, een camerapen en/of een freessysteem en de bijbehorende software, waarbij apparatuur die alleen gebruikt wordt voor diagnostische doeleinden niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek.

F 1280

Printersysteem voor uitwisbare toner

  • a. bestemd voor: het printen op papier met uitsluitend uitwisbare toner en het wissen van het geprinte papier, waardoor het papier opnieuw voor het printen gebruikt wordt,

  • b. bestaande uit: een printerinstallatie voorzien van uitsluitend uitwisbare toner, een tonerwisinstallatie en (eventueel) een papierinzamel- en sorteerinstallatie.

B 1282

Apparatuur voor rugpapiervrije etiketten en stickers

  • a. bestemd voor: het vervaardigen, printen of aanbrengen van uitsluitend rugpapiervrije etiketten en stickers op verpakkingen en onderdelen,

  • b. bestaande uit: (eventueel) een installatie voor vervaardiging van uitsluitend rugpapiervrije etiketten en stickers, (eventueel) een printinstallatie en (eventueel) een etiket- of sticker-aanbrenginstallatie.

F 1290

Verwijderingsinstallatie voor zware metalen uit kunstmest

  • a. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit kunstmest tijdens of na de productie, zodat de geproduceerde kunstmest in totaal minder dan 0,1 milligram per kilogram aan zware metalen bevat, wat wordt aangetoond door een meetrapport van een onafhankelijk meetinstituut of laboratorium,

  • b. bestaande uit: een metaalverwijderingsinstallatie.

Substitutie van water en grondstoffen

F 1320

Houtmodificatie-installatie

  • a. bestemd voor: het chemisch of thermisch modificeren van hout waardoor de duurzaamheid van het hout wordt verhoogd zonder toepassing van houtverduurzamingsmiddelen door een installatie die voldoet aan de eisen van de BRL 0605 van 31 maart 2003 'Gemodificeerd Hout',

  • b. bestaande uit: een houtmodificatie-installatie.

F 1325

Heteluchtbehandelingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het thermisch bestrijden van houtaantastende insecten en schimmels waarbij de kern van hout of muurwerk gedurende ten minste 1 uur wordt opgewarmd tot ten minste 55°C, ter vervanging van behandeling met bestrijdingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een verwarmingssysteem, een uitblaaseenheid, sensoren en een besturingssysteem.

A 1330

Waterhydraulisch systeem

  • a. bestemd voor: het overbrengen van kracht met een hydraulisch systeem, waarbij:

    • water als hydrauliekvloeistof wordt toegepast, en

    • aan het water geen stoffen zijn toegevoegd anders dan vriespuntverlagende middelen,

  • b. bestaande uit: een hydrauliekpomp, besturings- en regelkleppen, een waterhydraulische hydromotor en een cilinder.

A 1340

Installatie voor het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling in koelwatersystemen, afvalwatersystemen of inpandige leidingen, waarbij:

    • een bestaande reinigings- of spoeltechniek op basis van chemische ontsmetting wordt vervangen,

    • in de nieuwe situatie geen chemische middelen meer worden gebruikt voor ontkalking en antifouling,

    • geen gebruik wordt gemaakt van ionenwisseling,

    • chemische middelen die gebruikt worden voor het terugspoelen of reinigen van de antikalk- of antibiofoulinginstallatie, worden opgevangen en gerecycled of afgevoerd,

    • de effectiviteit van de techniek en het milieuvoordeel ten opzichte van de huidige situatie is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: een ontsmettende of ontkalkende installatie en eventueel aanpassing van het leidingwerk.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

A 1345

Ontsmettingsinstallatie op basis van Electrolysed Chemical Oxidation

  • a. bestemd voor: het ter plaatse door elektrolyse bereiden van geoxideerd water voor ontsmetten of reinigen, waarbij het reinigingsmiddel wordt bereid uit water en eventueel keukenzout, zonder dat daarbij chloorbleekloog wordt gevormd,

  • b. bestaande uit: een installatie voor het ter plaatse bereiden en toepassen van het desinfectie- of reinigingsmiddel.

F 1350

Reinigingsinstallatie op basis van koolzuur- of ijskorrels

  • a. bestemd voor: het door het onder hoge druk opbrengen van koolzuur- of ijskorrels reinigen van (gevel)oppervlakken, machineonderdelen, halffabricaten of producten,

  • b. bestaande uit: een straalunit, straalnozzles, (eventueel) een afzuiginstallatie, een (droog)ijsproductie-installatie, (eventueel) een buffer en (eventueel) waterzuiveringsapparatuur voor het ontstane afvalwater, exclusief het transportsysteem.

A 1355

Gesloten beitsinstallatie voor roestvrijstalen producten

  • a. bestemd voor: het beitsen van roestvrijstalen producten voor herstel van de passieve chroomoxidehuid door in een afgesloten ruimte het product te besproeien met een beitsvloeistof zonder oxiderend zuur, waarbij de gebruikte beitsvloeistof en het spoelwater worden opgevangen en gerecirculeerd,

  • b. bestaande uit: een gesloten beitsinstallatie, een laadsysteem en een recirculatiesysteem.

F 1380

Textielverfmachine op basis van CO2

  • a. bestemd voor: het waterloos verven van textiel met superkritisch CO2, waarbij de gebruikte kleurstoffen gerecycled worden,

  • b. bestaande uit: een droogverfinstallatie en een doseringseenheid voor superkritische CO2.

B 1385

Rasterwalsreinigingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het stofvrij reinigen van rasterwalsen van drukmachines door het onder hoge druk opbrengen van bicarbonaatkorrels ter voorkoming van het verbruik van chemische reinigingsmiddelen en spoelwater,

  • b. bestaande uit: een straaleenheid, straalnozzles, een straalkabinet en een afzuiginstallatie.

Recycling van afval(water) en grondstoffen

A 1400

Apparatuur voor recycling (geen downcycling, eventueel upcycling) van grondstoffen

  • a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof, waarbij:

    • de teruggewonnen grondstof wordt teruggebracht tot (nagenoeg) de oorspronkelijke functionele kwaliteit ('virgin-kwaliteit') of tot een hogere kwaliteit (geen downcycling, eventueel upcycling),

    • in geval van de verwerking van gemengde stromen de bewerking niet leidt tot te storten stromen,

    • het geen vermindering van water- en/of energiegebruik betreft, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het terugwinnen van de oorspronkelijke grondstof(fen) en het opwaarderen tot 'virgin-' of een hogere kwaliteit, exclusief apparatuur ter vermindering van water- of energiegebruik en exclusief investeringen in apparatuur ter aanwending van de teruggewonnen grondstof(fen).

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan recyclinginstallaties voor kunststoffen, bouwstoffen en dergelijke, aan scheidingsinstallaties (zoals optische of elektrostatische scheiders, zifters en destillatiesystemen), aan wasinstallaties, aan accucel productie-eenheden, aan recyclinginstallaties voor lithiumhoudende accu's of aan verwerkingsinstallaties voor kunstgras.

Investeringen in waterbesparende en water- en grondstoffenbesparende installaties kunnen worden gemeld onder respectievelijk A 1240 en F 1205.

B 1401

Apparatuur voor recycling (downcycling) van grondstoffen

  • a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof, waarbij:

    • de teruggewonnen grondstof wordt teruggebracht tot de oorspronkelijke functionele kwaliteit ('virgin-kwaliteit') of minder, en

    • in geval van de verwerking van gemengde stromen de bewerking niet leidt tot te storten stromen,

    • het geen vermindering van water- en/of energiegebruik betreft, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het terugwinnen van de oorspronkelijke grondstof(fen) en het opwaarderen tot 'virgin kwaliteit' of minder, exclusief apparatuur ter vermindering van water- of energiegebruik en exclusief investeringen in apparatuur ter aanwending van de teruggewonnen grondstof(fen).

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan recyclinginstallaties voor kunststoffen, bouwstoffen en dergelijke, aan scheidingsinstallaties (zoals optische of elektrostatische scheiders, zifters en destillatiesystemen), aan wasinstallaties, aan accucel productie-eenheden, aan recyclinginstallaties voor lithiumhoudende accu's of aan verwerkingsinstallaties voor kunstgras.

Investeringen in waterbesparende en water- en grondstoffenbesparende installaties kunnen worden gemeld onder respectievelijk A 1240 en F 1205.

B 1405

Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het ten opzichte van de bestaande situatie terugwinnen van één of meer stoffen aanwezig in afvalwater of waterzuiveringsslib, zoals gedefinieerd in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2), waarbij:

    • het terugwinrendement ten minste 25% (op gewichtsbasis) per stof bedraagt,

    • de teruggewonnen stof(fen) worden gerecycled,

    • het terugwinrendement wordt berekend ten opzichte van de bestaande situatie, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit de afvalwaterstroom of het waterzuiveringsslib, exclusief investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamill onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

F 1406

Terugwinningsinstallatie voor fosfaten uit afval

  • a. bestemd voor: het terug- of herwinnen van fosfaten, eventueel in combinatie met andere mineralen, uit afvalstromen, waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van fosfaat en eventueel andere mineralen, exclusief investeringen in apparatuur voor het opwerken en toepassen van teruggewonnen (herwonnen) fosfaat of andere mineralen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamill onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan de terugwinning van fosfaat uit afvalwater, urine, afvalwaterslib en assen van afvalwaterslibverbranding afkomstig van communale of industriële biologische waterzuiveringsinstallaties.

Installaties voor herwonnen fosfaten, zoals struviet, die toegevoegd worden aan de meststoffenwet voor gebruik in de landbouw, kunnen ook onder F 1406 gemeld worden. Mestbewerkingsinstallaties komen niet in aanmerking onder F 1406, maar kunnen worden gemeld onder F 2650.

F 1408

Afvalscheidingsinstallatie op basis van enzymen

  • a. bestemd voor: het door middel van enzymatische hydrolyse scheiden van huishoudelijk restafval of vergelijkbaar afval van bedrijven in een organische- en anorganische fractie, waarbij de organische (vloeibare) fractie kan dienen als grondstof voor duurzame energieopwekking en uit de anorganische (vaste) fractie grondstoffen zoals metalen en plastics kunnen worden teruggewonnen,

  • b. bestaande uit: een thermische reactor, een enzymreactor en een behandelingssysteem voor de vloeibare fractie inclusief ontwateringsapparatuur, exclusief voorzieningen voor het opwekken van energie of het terugwinnen van grondstoffen uit de anorganische fractie.

F 1409

Pyrolyse-installatie voor recycling van afvalstoffen

  • a. bestemd voor: het onder zuurstofarme of zuurstofloze omstandigheden thermisch ontleden van:

    • 1. plastic scheepsafval, waarbij vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als grondstof of brandstof die het gebruik van reguliere bunkerolie verdringt,

    • 2. afvalstoffen die niet voor recycling geschikt zijn (maar conform de minimumstandaard in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) verbrand – al dan niet met terugwinning van energie – of gestort mogen worden), waarbij de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als grondstof voor nieuwe producten niet zijnde brandstoffen of materialen niet zijnde brandstoffen, of

    • 3. afvalstoffen die niet nuttig kunnen worden toegepast (maar conform de minimumstandaard in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) gestort mogen worden), waarbij de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als grondstof voor nieuwe producten of materialen of als alternatief voor fossiele brandstoffen,

  • b. bestaande uit: een pyrolysereactor, (eventueel) een vergasser, (eventueel) een naverbrander, (eventueel) een smeltinstallatie, afgas- of rookgasreinigingssysteem, (eventueel) een toe- en afvoersysteem, (eventueel) een afvalvoorbewerkingsinstallatie en (eventueel) een CO2-afvanginstallatie, exclusief voorzieningen voor het opwekken van energie.

A 1410

Installatie voor het vervaardigen van bouwstoffen uit afvalstromen

  • a. bestemd voor: het vervaardigen van producten die voldoen aan de eisen van het Besluit Bodemkwaliteit uit baggerslib (categorie 4), boorslib, grondreinigingsresiduen, rookgasreinigingsresiduen en/of AVI-vliegas door het aan elkaar hechten van de deeltjes,

  • b. bestaande uit: een menger, doseerapparatuur, droogapparatuur, een verhardingsinstallatie, een korrelvormings- of pelleteer- of vormgevingsinstallatie, een rookgasreinigingsinstallatie, een transportsysteem tussen de installatieonderdelen en (eventueel) een oxidatie-/sinteroven.

A 1411

Opwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas

  • a. bestemd voor: het opwerken van AVI-bodemas tot een bouwstof, niet zijnde een IBC-bouwstof als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, waarbij:

    • ten hoogste 15% van de input van de opwerkingsinstallatie, gemeten als droge stof, wordt gestort, en

    • ten minste 75% van de non-ferro metalen uit de fractie groter dan 6 millimeter wordt teruggewonnen,

  • b. bestaande uit: een opwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas en een ferro- en non-ferro-verwijderingsinstallatie.

B 1415

Mobiele straalmiddelopschooninstallatie

  • a. bestemd voor: het droog reinigen van verontreinigd straalmiddel door een mobiele installatie door middel van scheidingstechnieken die gebruik maken van lucht, waarbij het straalmiddel wordt gerecycled,

  • b. bestaande uit: (eventueel) mechanische schrapers, (eventueel) een jacobsladder, (eventueel) een trilzeef, (eventueel) een windzifter, (eventueel) een transportsysteem, (eventueel) een blaassysteem, (eventueel) een cycloon en (eventueel) een luchtbehandelingseenheid.

A 1420

Smeltinstallatie voor verwerking van (gevaarlijke) afvalstromen

  • a. bestemd voor: het verwerken van (gevaarlijke) afvalstromen bij zodanige temperatuur (1.300 – 1.500°C), dat de minerale delen smelten tot een vloeibare slak en de organische delen volledig vergassen tot synthesegas, waarbij de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als grondstof of als alternatief voor fossiele brandstoffen,

  • b. bestaande uit: een smeltinrichting, een afvalvoorbewerkingsinstallatie, een afgasreinigingsinstallatie, (eventueel) een waterzuiveringsinstallatie, (eventueel) een energieopwekkingsinstallatie, exclusief voorzieningen voor het opwekken van energie voor derden.

A 1430

Versvetafscheider

  • a. bestemd voor: het afscheiden van vers vet door een scheidingscentrifuge, waarbij vet, water en slib direct na het ontstaan van het afvalwater in een continue stroom van elkaar worden gescheiden, en waarna het vet wordt gerecycled of hoogwaardiger wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een centrifugale versvetafscheider.

Toelichting: Het vet dient direct na het ontstaan van het vettige afvalwater door een centrifuge afgescheiden te worden. Gewone vetafscheiders scheiden het vet op basis van de zwaartekracht en komen niet in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

A 1440

Membraanbioreactor met benutting van het effluent

  • a. bestemd voor: het recyclen van spoel- of afvalwaterstromen na zuivering in een biologische zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie, waarbij het effluent en/of de stoffen daarin, worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,

  • b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid, (eventueel) een recirculatieleiding, (eventueel) apparatuur voor het afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit het effluent, exclusief de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

B 1441

Membraanbioreactor

  • a. bestemd voor: het zuiveren of recyclen van spoel- of afvalwaterstromen in een biologische zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,

  • b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid en (eventueel) een recirculatieleiding, exclusief de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

F 1470

Recyclinginstallatie voor bitumineus afval

  • a. bestemd voor: het verwerken van bitumineus afval door verkleining tot maalgoed of korrels die worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,

  • b. bestaande uit: (eventueel) voorscheidingsapparatuur, (eventueel) wasapparatuur, (eventueel) een shredder of maalmolen, (eventueel) een drooginstallatie, (eventueel) een mengschroef of smelthomogenisator, (eventueel) een smeltzuiveringsinstallatie, (eventueel) een extruder of agglomerator, (eventueel) transportbanden, (eventueel) een menginstallatie en (eventueel) een granulator.

B 1471

Thermische scheidingsinstallatie bitumineus afval

  • a. bestemd voor: het thermisch scheiden van bitumenhoudend bouw- en sloopafval en productie-afval uit het fabricageproces van dakrollen, waarbij de bitumen als vloeibare fractie beschikbaar komt voor recycling of een hoogwaardiger toepassing,

  • b. bestaande uit: een thermische scheidingsinstallatie, een toe- en afvoersysteem, een rookgasreinigingsinstallatie en (eventueel) een afvalvoorbewerkingsinstallatie.

B 1475

Schuimbitumenmachine

  • a. bestemd voor: het in één werkgang renoveren van een rijbaan door frezen van het oude wegdek en het gelijktijdig mengen van de vrijgekomen materialen met bitumenschuim (hete bitumen gemengd met circa 2% water),

  • b. bestaande uit: een mobiele frees- en bitumenschuiminstallatie.

Verwerking van afval(water)

B 1520

Plasma-omzetter voor gevaarlijke afvalstoffen

  • a. bestemd voor: het in een plasmaveld thermisch ontleden van gevaarlijke afvalstoffen, waardoor de afvalstoffen uiteenvallen in hun elementaire componenten,

  • b. bestaande uit: een plasma-omzetter met voedingssysteem, een gasbehandelingssysteem, (eventueel) een afvoersysteem en (eventueel) een elektriciteitsopwekkingsinstallatie, exclusief apparatuur ter opwerking en aanwending van de ontstane componenten.

A 1525

Stofemissievrije denatureringsinstallatie voor asbesthoudend afval of asbesthoudende grond

  • a. bestemd voor: het stofemissievrij denatureren van asbesthoudend afval of asbesthoudende grond door de asbestresten bij lage temperatuur (lager dan 250°C) met behulp van natronloog af te breken, waarbij de asbestvezels volledig worden vernietigd en de silicaathoudende filterkoek wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit Bodemkwaliteit,

  • b. bestaande uit: een stofemissievrije afvalverkleiningsinstallatie, (eventueel) een scheidingsinstallatie, een verwarmings- en koelsysteem, een natronloogdoseerinstallatie, een filterinstallatie en een behandelingsinstallatie voor filterkoek.

A 1526

Thermische denatureringsinstallatie voor asbestcementproducten

  • a. bestemd voor: het thermisch denatureren van asbestcementproducten waarbij de asbestvezels via verhitting volledig worden vernietigd en het daarbij gevormde eindproduct wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit,

  • b. bestaande uit: een tunneloven of een verrijdbare stolpoven, een brandersysteem, naverbranders, (eventueel) keramische filters, (eventueel) een onderdrukruimte voor controle en reparatie verpakkingen, (eventueel) een transportinstallatie en (eventueel) een breekinstallatie voor nabehandeling van het product.

B 1532

Natte thermische oxidatie van slib onder hoge druk

  • a. bestemd voor: het nat oxideren van slib, eventueel in combinatie met andere reststromen, onder een druk van ten minste 100 bar en een temperatuur van ten minste 180°C, waarbij alleen kleine onschadelijke moleculaire verbindingen en zuiver water overblijven en waarbij de anorganische bestanddelen nuttig worden toegepast,

  • b. bestaande uit: een oxidatiereactor, een verwarmingseenheid, een warmtewisselaar en compressie-apparatuur, exclusief de volgende onderdelen: ontwateringseenheid en nageschakelde waterzuiveringsinstallatie.

B 1533

Baggerspeciereinigingssysteem voor (an)organische verontreinigingen

  • a. bestemd voor: het stimuleren van de biologische afbraak van organische stoffen in baggerspecie in een installatie of een civieltechnisch werk, waarbij de uitgeloogde anorganische stoffen in groenafval, dat niet geschikt is voor compostering, worden vastgelegd en de gereinigde baggerspecie nuttig wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een depotconstructie met vloeistofdichte onderafsluiting, een groenfilter, een waterdoseersysteem en (eventueel) een waterbuffer.

B 1540

Aërobe korrelslibreactor

  • a. bestemd voor: het aëroob zuiveren van afvalwater door bacteriën die in agglomeraten groeien en stabiele granules vormen, waardoor de scheiding van gezuiverd water en korrels in de reactor zelf plaatsvindt en separate nabezinking wordt vermeden,

  • b. bestaande uit: een reactor met aëroob korrelslib en (eventueel) apparatuur voor het winnen van alginaten uit korrelslib, exclusief de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

Toelichting: Het produceren van grondstoffen of bioplastics uit korrelslib kan worden gemeld onder respectievelijk F 1100 en F 1110.

B 1545

(Katalytische) oxidatiereactor voor waterreiniging

  • a. bestemd voor: het al dan niet katalytisch oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen, zuurstofionen, ozon of UV-bestraling van,

    • 1. hormoonverstorende stoffen of antibiotica in afvalwater uit de medische sector, de chemische sector of de geneesmiddelenindustrie, of

    • 2. Legionella in inpandige waterleidingen,

  • b. bestaande uit: oxidatiereactor(en) met apparatuur voor het genereren van oxidatoren, (eventueel) doseer- of injectieapparatuur, (eventueel) een restozonvernietiger, (eventueel) een recirculatietank, (eventueel) een recirculatiepomp, (eventueel) een biologisch actief koolfilter en exclusief voorzuiveringsapparatuur.

F 1570

Wervelbedverbrandingsinstallatie voor teerhoudende dakbedekking

  • a. bestemd voor: het verbranden van teerhoudende dakbedekking in een wervelbedverbrandingsinstallatie, waarbij de zand- en grindfractie opnieuw ingezet worden in de wegenbouw en waarbij de vrijkomende energie wordt benut,

  • b. bestaande uit: een wervelbedverbrandingsinstallatie en (eventueel) rookgasreinigingsapparatuur.

B 1590

Werf voor het uitsluitend milieuvriendelijk demonteren van zeeschepen, -platforms of binnenvaartschepen

  • a. bestemd voor: het selectief en milieuvriendelijk demonteren van zeeschepen, zeeplatforms en eventueel binnenvaartschepen door een werf die gecertificeerd is volgens ISO 14001:2004 en waarbij alle milieubelastende verontreinigingen conform ISO- en/of NEN-normen worden verwijderd,

  • b. bestaande uit: demontage-apparatuur, straalapparatuur, een hydraulische staalpers, apparatuur voor brandpreventie, stoomheaters voor zware olie, een ballastwaterbehandelingsinstallatie, opslagtanks voor vrijkomende vloeistoffen, een reinigingsinstallatie voor vloeistoftanks, een asbestverwijderingsinstallatie, een asbestdecontaminatie-eenheid met stoffilterinstallatie, een verschrottingsinstallatie, een rookgasbehandelingssysteem en vloeistofdichte vloeren.

Inzameling van afval(water)

A 1610

Glasversnipperaar voor horecabedrijven

  • a. bestemd voor: het op locatie granuleren van glasafval (non-return glas) van een horecabedrijf als bedoel in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waardoor het glasafval compact wordt afgevoerd door of aangeboden aan een afvalverwerkend bedrijf en het versnipperde glas vervolgens wordt gerecycled tot nieuw glas,

  • b. bestaande uit: een glasversnipperaar.

B 1640

Havenontvangstinstallatie bij jachthavens

  • a. bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of blackwater bij een jachthaven, voor zover de installatie niet verplicht is volgens wetgeving:

    • 1. met een inzamelstation met ten minste één lekvrij en geurvrij aansluitpunt per 4 ligplaatsen aan de aanlegsteigers ter plaatse van de ligplaatsen, of

    • 2. met ten minste één inzamelstation bij een jachthaven met niet meer dan 50 ligplaatsen voor niet-open pleziervaartuigen,

  • b. bestaande uit: tanks, pompen, leidingen en (eventueel) een olie/vetafscheider.

Voedselvoorziening en landbouwproductie

Kassen, stallen, landbouwwerktuigen, aquacultuur, visserij, verwerkingsapparatuur

Glastuinbouw

B 2110

Kas voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur

  • a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een kas,

    • waarvan is vastgesteld dat de productie in de kas voldoet aan de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur dat is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie, en

    • waarvoor in geval van een nieuw op te richten opstand van een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen is afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, exclusief de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n) en voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

Toelichting: Informatie over Milieukeur Plantaardige producten kan worden gevonden op www.milieukeur.nl.

De (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten glasopstanden is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft dus niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft niet te worden afgewacht.

B 2111

Kas voor biologische teelt

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas volgens de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, en waarvoor in geval van een nieuw op te richten opstand van een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen is afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen, exclusief de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n), scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan en produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 kan worden gevonden op www.skal.nl.

De (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten glasopstanden is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft dus niet te worden afgewacht.

F 2112

Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke productie met Milieukeur

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen of producten in een kas waarvan is vastgesteld dat deze voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 2113 en het bedrijfsmatig telen van gewassen plaatsvindt volgens:

    • 1. de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, of

    • 2. volgens de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur dat afgegeven is door een daartoe bevoegde instantie,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen, exclusief de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n), scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan en produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 kan worden gevonden op www.skal.nl. Informatie over de genoemde Milieukeur kan worden gevonden op www.milieukeur.nl.

A 2113

Groen Label Kas

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas waarbij wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • er is vastgesteld dat de kas voldoet aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 11 (GLK11), met een minimumniveau van 85 punten voor extensieve teelt en 115 punten voor intensieve teelt. Dat voldaan wordt aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 11 (GLK11) blijkt uit een te overleggen voorlopig certificaat GLK11 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad van Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie,

    • voor alle kassen die onder de criteria voor extensieve teelt worden gecertificeerd bij definitieve oplevering moet worden aangetoond dat het totale energiegebruik op basis van ten minste 1 jaar teelt minder is geweest dan 25 kubieke meter aardgasequivalenten per vierkante meter per jaar. De tuinder toont dit aan door na 1 jaar teelt het werkelijke energiegebruik van het voorgaande jaar te laten controleren op basis van facturen en meetgegevens en de gegevens in het energiecertificaat,

    • voor een nieuw op te richten opstand van een glastuinbouwbedrijf als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer is door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding, en

    • binnen drie jaar na afgifte van het voorlopig certificaat GLK11 wordt een definitief certificaat GLK11 overgelegd, dan wel binnen vier jaar wordt een definitief certificaat overgelegd volgens de dan vigerende maatlat Groen Label Kas en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels) en teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen.

De gehele investering in de Groen Label Kas, inclusief kosten gemeld onder F 2112 of F 2114, komt ten hoogste voor het volgende bedrag per vierkante meter gecertificeerd teeltoppervlak in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

Gewasgroep

€/m2 intensieve teelt

€/m2 extensieve teelt

Groenten

110

120

Bloemen

170

145

Potplanten

190

160

Uitgangsmateriaal

230

160

Toelichting: De (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten glasopstanden is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft dus niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft niet te worden afgewacht.

Het Certificatieschema Groen Label Kas 11 (GLK11) is te vinden via www.groenlabelkas.nl.

F 2114

Groen Label Kas met vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij

  • a. bestemd voor: het gecombineerd bedrijfsmatig telen van gewassen en kweken van vis, schaal- of schelpdieren in dezelfde ruimte, waarbij uitwisseling van water, warmte en CO2 plaatsvindt en waarvan is vastgesteld dat de kas voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel A 2113,

  • b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), een vis, schaal- of schelpdierenkwekerij, teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, exclusief de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, een bedrijfsruimte, de ruimten bedoeld voor personeel, scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte.

F 2120

Afvoersysteem voor vocht uit de kas tijdens lichtscherming in de nanacht

  • a. bestemd voor: het afvoeren van vocht uit de kas tijdens de lichtscherming in de nanacht, zodanig dat de lichtschermen ook in de nanacht geheel gesloten blijven en warmte in de kas wordt opgeslagen,

  • b. bestaande uit: een systeem voor het afvoeren van vocht uit de kas in de nanacht en (eventueel) apparatuur voor het geschikt maken van teruggewonnen condenswater als gietwater, exclusief natte koeltorens.

A 2130

Apparatuur voor het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen

  • a. bestemd voor: het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen door het inzetten van natuurlijke vijanden,

  • b. bestaande uit: apparatuur of voorzieningen die technisch noodzakelijk zijn voor de biologische bestrijding.

D 2131

Luisdicht insectengaas

  • a. bestemd voor: het vrij van insecten en dergelijke telen of opkweken van gewassen, ter beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: luisdicht gaas, (eventueel) ondersteuningsmateriaal en (eventueel) een toegangssluis met dubbele deur.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel heeft ook betrekking op het aanbrengen van insectengaas in bestaande (Groen Label) kassen.

B 2135

Installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid in de glastuinbouw

  • a. bestemd voor: het in een kas op biologische wijze verhogen van de weerbaarheid van planten tegen ziekten, waarbij geen chemische stoffen of metalen worden toegepast en waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt verminderd,

  • b. bestaande uit: een installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid, exclusief wateropslagvoorzieningen en watergiftesysteem.

F 2140

Collectieve regenwateropslagplas voor de glastuinbouw

  • a. bestemd voor: het collectief opslaan van regenwater voor gebruik als gietwater in de glastuinbouw in een in het landschap ingepaste plas voorzien van gebiedseigen beplanting, waarvan:

    • de oevers voorzien zijn van een natuurlijke oeverbescherming en niet verhoogd zijn,

    • de voorzieningen voor de regenwatertoevoer en de wateronttrekking ondergronds zijn aangelegd, en

    • de opslagcapaciteit ten minste 2.000 kubieke meter per hectare glasoppervlak bedraagt,

  • b. bestaande uit: een regenwateropslagplas en hoofdtransportleidingen.

A 2141

Ondergrondse wateropslagvoorziening

  • a. bestemd voor: het individueel of collectief ondergronds opslaan van regenwater of regenwater en recirculatiewater voor gebruik als gietwater in de glastuinbouw met een totale opslagcapaciteit van ten minste 1.000 kubieke meter per hectare glasoppervlak,

  • b. bestaande uit: een ondergrondse wateropslagvoorziening, exclusief de volgende onderdelen: pompen, leidingen, het kasdek en de goten.

F 2142

Apparatuur voor het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor gebruik als gietwater in de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor de productie van gietwater voor gebruik in de glastuinbouw met ten minste 45% ten opzichte van de bestaande situatie, waarbij:

    • eventuele wijzigingen in de teeltcapaciteit en gewasbehoefte van de kas in de berekening van de besparing worden meegenomen,

    • de vermindering wordt gerealiseerd door het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn of de vergroting van regenwatergebruik, waarbij de totale regenwateropslag meer per hectare teeltoppervlak bedraagt dan wettelijk verplicht, en

    • er geen brijn meer in de bodem wordt gebracht,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn of een (uitbreiding van de) regenwateropslagvoorziening of (eventueel) opslagvoorzieningen ten behoeve van het hergebruik van (afval)water.

A 2145

Installatie voor het verminderen van gewasbeschermingsmiddelen in te lozen drainwater uit de glastuinbouw

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen afkomstig uit de glastuinbouw via drainwaterlozing, door:

    • 1. het voorkomen van lozing van gewasbeschermingsmiddelen, of

    • 2. het afbreken van gewasbeschermingsmiddelen tot onschadelijke componenten,

  • b. bestaande uit: een installatie voor het zuiveren van te lozen drainwater of voor het anders toedienen of afvangen van gewasbeschermingsmiddelen in de kas en (eventueel) een geavanceerde debietmeter, exclusief een (eventuele) UV-installatie.

F 2146

Voorziening voor het verwijderen van meststoffen in te lozen drainwater uit de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de lozing van meststoffen afkomstig uit de glastuinbouw, door het verwijderen van meststoffen uit het te lozen drainwater, waarbij er sprake is van een bestaande situatie waarin geen verwijdering van meststoffen voorafgaand aan drainwaterlozing plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: (eventueel) waterzuiveringsapparatuur, (eventueel) een debietmeter, (eventueel) een voorziening voor de opslag van te lozen drainwater, (eventueel) een meetinstrument voor de meting van concentraties van nutriënten, exclusief voorzieningen die zijn opgenomen in het drainwaterrecirculatiesysteem.

Veehouderij

B 2200

Proefstal

  • a. bestemd voor: het houden van dieren in een proefstal met een stalsysteem waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling Ammoniak en Veehouderij, waarbij de opdracht tot meting van het in de proefstal toegepaste stalsysteem dient te worden verstrekt vóór datum van melden en te worden uitgevoerd volgens het voorgeschreven Protocol voor meting van ammoniakemissie uit huisvestingssystemen in de veehouderij 2010 of een gelijkwaardige meetmethode,

  • b. bestaande uit: een proefstal.

Toelichting: Meer informatie over de proefstalregeling kan worden gevonden op www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-ammoniak-en-veehouderij.

A 2201

Stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met vermindering van de ammoniakemissie

  • a. bestemd voor: het houden van melk- of pluimvee in een bedrijf dat dierlijke landbouwproducten produceert volgens de voorschriften van het Besluit dierlijke producten, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, en waarbij in de gehele stal één of meer ammoniakemissiearme staltechnieken worden toegepast als in een huisvestingssysteem,

    • 1. dat is opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij en niet is aangemerkt als een overig huisvestingssysteem, of

    • 2. waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Informatie over het Besluit dierlijke producten kan worden gevonden op www.skal.nl.

In bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij zijn geen huisvestingsystemen opgenomen voor biologische varkens. Daarom kan een stal voor biologische varkens niet voldoen aan de eisen gesteld in A 2201.

Indien er sprake is van een bijzondere emissiefactor als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij voor een biologische varkensstal, kan deze stal mogelijk als proefstal gemeld worden onder B 2200.

A 2205

Omgekeerde osmose-installatie voor het verwerken van spuiwater van een biologische luchtwasser

  • a. bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met ten minste 60%, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat nuttig wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een omgekeerde osmose-eenheid, (eventueel) een opslagvoorziening voor het concentraat, (eventueel) een opslagvoorziening voor het te recirculeren waswater, (eventueel) voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor hergebruik, exclusief de luchtwasser.

B 2209

Beluchtingssysteem voor mixen van drijfmest in de rundvee- en varkenshouderij

  • a. bestemd voor: het mixen van drijfmest door middel van beluchting in een drijfmestkelder of mestsilo van een rundvee- of varkensstal zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 5, 6, 7, 8 of 9, waardoor de vorming van methaan en waterstofsulfide in de drijfmestkelder of mestsilo aanzienlijk gereduceerd wordt,

  • b. bestaande uit: een compressor, een besturingseenheid, een regelklep, luchtslangen en pvc-uitlaten, exclusief mestkelders en mestsilo's.

A 2210

Duurzame melkveestal

  • a. bestemd voor: het houden van melkvee in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDV 9 – melkveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 9 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: besloten ruimten waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

De investering in een duurzame melkveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

0–3 punten extra: € 4.200 per dierplaats

4–10 punten extra: € 4.600 per dierplaats

> 10 punten extra: € 5.000 per dierplaats.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is te vinden via www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

De investeringen in jongveeruimten mogen worden gebruikt ter onderbouwing van het maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.

A 2211

Duurzame vleeskalver- of vleesveestal

  • a. bestemd voor: het houden van vleeskalveren of vleesvee in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDV 9 – vleeskalverstallen of vleesveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 9 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is te vinden via www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 2215

Monitoringssysteem voor diergezondheid in de melkveehouderij

  • a. bestemd voor: het op een melkveebedrijf per koe automatisch meten en monitoren van ten minste de volgende gezondheidsparameters in de melk op basis waarvan de optimale antibiotica- en hormoongift per koe bepaald wordt, waardoor het gebruik van antibiotica en hormonen op het bedrijf gereduceerd wordt:

    • uiergezondheid,

    • vruchtbaarheid,

    • voedingsbalans, en

    • energiebalans,

  • b. bestaande uit: een melkmonsterstation, een analyse-eenheid, exclusief de kosten voor het managementsysteem.

A 2216

UV-behandelingsinstallatie voor rauwe (biest)melk

  • a. bestemd voor: het met UV-licht bestrijden van bacteriën in rauwe (biest-)melk zodat deze melk een veilige voeding wordt voor kalveren van een melkveehouder, waarbij de vitale voedingsstoffen in de melk worden behouden,

  • b. bestaande uit: een module met UV-lampen, een reinigingsautomaat, een besturingsautomaat en een melkvat.

A 2218

Automatisch voortbewegend ruwvoermengsysteem voor herkauwers

  • a. bestemd voor: het automatisch en gemengd voeren van ruwvoeders aan herkauwers door middel van een mengsysteem dat zich zelfstandig door de stal voortbeweegt op basis van elektrische energie en waarbij het meest optimale voermoment bepaald wordt door het nog aanwezige voer bij de betreffende diergroep automatisch te meten, waardoor de rantsoenefficiëntie wordt vergroot en de kans op voedingsstoornissen afneemt,

  • b. bestaande uit: een voerkeuken, een voergrijper, een rail, een mineraal- en brokdoseerinrichting, een besturingssysteem, een zelfstandig voortbewegende voerrobot (eventueel aan een geleiderail), (eventueel) een oplaadstation en sensoren voor de routebepaling, exclusief krachtvoerautomaten.

B 2219

Permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen

  • a. bestemd voor: het afdekken van kuilvoer met een mechanisch op- en afrolbaar permanent dekkleed voorzien van kanalen die met water gevuld worden om het kuilvoer aan te drukken,

  • b. bestaande uit: een dekkleed met waterslurven en een afdekmachine.

A 2220

Duurzame varkensstal

  • a. bestemd voor: het houden van varkens in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDV 9 – varkensstallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 9 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: besloten ruimten waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

De investering in een duurzame varkensstal komt ten hoogste voor het volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

Vleesvarkens

0–5 punten extra: € 300 per dierplaats

6–10 punten extra: € 350 per dierplaats

>10 punten extra: € 400 per dierplaats

Gespeende biggen

0–1 punten extra: € 200 per dierplaats

2–5 punten extra: € 215 per dierplaats

> 5 punten extra: € 225 per dierplaats

Guste en dragende zeugen

0–1 punten extra: € 1.000 per dierplaats

2–3 punten extra: € 1.200 per dierplaats

> 3 punten extra: € 1.400 per dierplaats

Kraamzeugen

0–3 punten extra: € 2.500 per dierplaats

4–6 punten extra: € 3.000 per dierplaats

> 6 punten extra: € 3.500 per dierplaats

Dekberen

≥ 0 punten extra: € 3.400 per dierplaats.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is te vinden via www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 2230

Duurzame pluimveestal

  • a. bestemd voor: het houden van pluimvee, niet zijnde eenden of kalkoenen, in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDV 9 – pluimveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 9 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: besloten ruimten waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

De investering in een duurzame pluimveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen:

Opfok legouderdieren en leghennen

0–4 punten extra: € 14,50 per dierplaats

5–10 punten extra: € 17,50 per dierplaats

>10 punten extra: € 18,50 per dierplaats

Productie legouderdieren en leghennen

0–8 punten extra: € 17,00 per dierplaats

9-12 punten extra: € 20,00 per dierplaats

> 12 punten extra: € 23,50 per dierplaats

Opfok vleeskuikenouderdieren

0–4 punten extra: € 23,25 per dierplaats

5–10 punten extra: € 27,00 per dierplaats

> 10 punten extra: € 29,00 per dierplaats

Productie vleeskuikenouderdieren

0–4 punten extra: € 45,50 per dierplaats

5–10 punten extra: € 51,50 per dierplaats

> 10 punten extra: € 54,00 per dierplaats

Vleeskuikens

0–3 punten extra: € 11,00 per dierplaats

4–6 punten extra: € 12,50 per dierplaats

> 6 punten extra: € 14,50 per dierplaats.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is te vinden via www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

G 2235

Stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van stof van een pluimveestal zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 5, 6, 7, 8 of 9, door toepassing van één of meer technieken die zijn vermeld in de op grond van artikel 66, aanhef en onder c, van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 gepubliceerde lijst van emissiefactoren fijn stof voor veehouderij, voor zover deze voorziening niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: stofemissiereducerende technieken.

Toelichting: De lijst van emissiefactoren staat in de publicatie 'emissiefactoren fijn stof voor veehouderij 2013'. Deze publicatie is te vinden op www.rijksoverheid.nl of via internet met zoekterm 'emissiefactoren fijn stof'.

A 2290

Duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal

  • a. bestemd voor: het houden van konijnen, eenden of kalkoenen in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDV 9 – konijnenstallen of pluimveestallen, onderdeel eenden- of kalkoenenstal, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 9 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is te vinden via www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

A 2291

Duurzame melkgeitenstal

  • a. bestemd voor: het houden van melkgeiten in een stal waarvan is vastgesteld dat de stal voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDV 9 – melkgeitenstallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 9 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting, klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen, mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, exclusief ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte als bedoeld in hoofdstuk 2 van NEN 2580:2007.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is te vinden via www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze site zijn tevens de vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

B 2299

Ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel

  • a. bestemd voor: het ondergronds koelen van kadavers waarbij de kadaverkoelplaats:

    • door middel van een natuurlijk koudemiddel wordt gekoeld, en

    • vloeistofdicht is uitgevoerd, wat wordt aangetoond door middel van een certificaat,

  • b. bestaande uit: een ondergrondse vloeistofdichte kadaverkoelplaats met natuurlijk koudemiddel.

Landbouwapparatuur

A 2310

Teeltsysteem voor vollegrondgewassen in de open lucht

  • a. bestemd voor: het in de open lucht in teeltgoten telen van gewassen, die normaliter geteeld worden in de volle grond, waarbij nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen niet uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater, en waarbij het drainwater wordt opgevangen en hergebruikt,

  • b. bestaande uit: een teeltsysteem en een water- en mestgiftsysteem, exclusief regen-/drainwateropvang en waterrecirculatiesysteem.

Toelichting: Onder A 2310 komen alleen teeltsystemen in de open lucht in aanmerking. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking.

B 2311

Productieapparatuur voor zilte teelt

  • a. bestemd voor: het telen van zilte gewassen zonder dat gebruik gemaakt wordt van bestrijdingsmiddelen en andere chemische toevoegingen, en waarbij de zilte teelt is toegestaan volgens de vigerende milieuvergunning of omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is voor de teelt van zilte gewassen.

B 2315

Teeltsysteem voor bladgewassen op water

  • a. bestemd voor: het telen van bladgewassen, niet zijnde witlof, in een teeltsysteem waarbij:

    • de gewassen op water worden geteeld,

    • voor de teelt uitsluitend gebruik wordt gemaakt van zonlicht of LED-verlichting,

    • geen (pot)grond wordt gebruikt, en

    • het gebruikte water wordt gerecirculeerd,

  • b. bestaande uit: een teeltsysteem met bijbehorende teelttechnische voorzieningen, exclusief de volgende onderdelen: LED-verlichting, waterrecirculatiesysteem, klimaattechnische voorzieningen, kas en gebouwen.

A 2316

Milieuvriendelijke productie van gewassen of producten in een gebouw volgens Milieukeur

  • a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een gebouw niet zijnde een kas,

    • waarvan is vastgesteld dat de productie in het gebouw voldoet aan de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur dat is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie, en

    • waarvoor in geval van een nieuw op te richten gebouw door het bevoegde gezag voor de opstand een (ontwerp) omgevingsvergunning voor bouwen is afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de melding,

  • b. bestaande uit: teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, exclusief de volgende onderdelen: het gebouw, assimilatiebelichting (LED), cyclische belichting, voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte, kosten voor grond en kosten voor sloop.

Toelichting: Informatie over Milieukeur Plantaardige producten kan worden gevonden op www.milieukeur.nl.

De (ontwerp)omgevingsvergunning voor bouwen die voor nieuw op te richten gebouwen is vereist, moet door het bevoegd gezag zijn afgegeven voordat de melding wordt gedaan. De afgegeven vergunning hoeft dus niet onherroepelijk te zijn. Een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure hoeft niet te worden afgewacht.

D 2320

GPS-nauwkeurig systeem voor lokale meting van klimaatgegevens

  • a. bestemd voor: het doen van lokale plantenziektenkundig relevante waarnemingen van klimatologische aard op een land- of tuinbouwbedrijf,

  • b. bestaande uit: een GPS-nauwkeurig meetsysteem, temperatuursensoren, (eventueel) lichtsensoren, (eventueel) een elektronische verwerkings- en registratie-installatie, (eventueel) een sturingsinstallatie en (eventueel) plantsensoren.

A 2321

Spuitmachine voor plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen met driftbeperkend of middelbesparend systeem

  • a. bestemd voor: het zodanig toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen aan landbouwgewassen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden door meting van de in het gewas aanwezige onkruiddruk en/of ziektedruk, waarbij:

    • de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,

    • vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid door een regeleenheid wordt bepaald,

    • de spuitinstallatie door een regeleenheid (taakkaarten) per sectie of per dop onafhankelijk het middel aan het gewas toedient, en

    • ten minste één van de onderstaande driftbeperkende of middelbesparende technieken is toegepast:

      • 1. een luchtondersteuningssysteem in combinatie met verlaagde spuitboom, waarbij de dopafstand tussen het gewas en de spuitdoppen niet meer dan 30 centimeter bedraagt en waarbij de afstand tussen de spuitdoppen niet meer dan 25 centimeter is,

      • 2. een luchtondersteuningssysteem waarbij een luchtuitstroomsnelheid wordt bereikt van meer dan 30 meter per seconde,

      • 3. een sleepdoeksysteem,

      • 4. een pulserende verneveling waarbij de druk aan de spuitmond tot ten minste 200 bar kan oplopen, of

      • 5. een automatische vul- en spoelfunctie waarbij bij het reinigen of vullen van de spuitinstallatie de secties automatisch worden gesloten zodat er geen spuitvloeistof wordt verspoten maar het spoelwater wordt opgevangen in de middelentank,

  • b. bestaande uit: een spuitmachine, (eventueel) meetapparatuur met GPS/GIS-koppeling, een GPS/GIS-systeem, een regeleenheid voor optimale dosering, (eventueel) een ISObus 11783-systeem, (eventueel) een automatisch sectie-afsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling, een autopilot systeem, een aansluiting op GPS/GIS, een aanpassingssysteem en/of stuursysteem voor de spuitinstallatie, (eventueel) een plantherkenningssysteem, (eventueel) onkruidsensoren, een driftbeperkend systeem en een middelbesparend systeem, waarbij granulaatstrooiers niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving.

Toelichting: Investeringen in alleen een middelbesparend of driftbeperkend systeem of alleen een GPS/GIS-systeem komen niet in aanmerking. Een afzonderlijk GPS/GIS-systeem kan worden gemeld onder E 2325.

B 2322

Apparatuur voor plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen

  • a. bestemd voor: het schoffelen, wieden of zodanig toedienen van meststoffen, gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen, dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden door meting van de in de grond aanwezige voorraad meststoffen, of de in het gewas aanwezige onkruid- of ziektedruk, waarbij:

    • de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,

    • vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid door een regeleenheid wordt bepaald,

    • ingeval van een spuitinstallatie door een regeleenheid (taakkaarten) per sectie of per dop onafhankelijk het middel of de mest aan het gewas wordt toegediend, en

    • ingeval van bemestingseenheden van kunstmeststrooiers:

      • 1. door een regeleenheid (taakkaarten gebaseerd op grondmonsters) plaatsspecifiek meer of minder mest wordt toegediend aan het gewas, of

      • 2. overlap grotendeels voorkomen wordt doordat de strooier voorzien is van een automatische variabele werkbreedte (taakkaarten gebaseerd op grondmonsters zijn in dit geval niet nodig),

  • b. bestaande uit: een schoffel- of spuitmachine of bemestingsapparatuur, meetapparatuur met GPS/GIS-koppeling, een GPS/GIS-systeem, een regeleenheid voor optimale dosering, (eventueel) sensoren, (eventueel) een plantherkenningssysteem, (eventueel) een ISObus 11783-systeem, (eventueel) een automatisch sectieafsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling, een autopilot systeem, (eventueel) schoffelapparatuur, (eventueel) spuitmachine, (eventueel) bemestingsapparatuur en (eventueel) een sneltester voor stikstof, waarbij granulaatstrooiers niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving.

Toelichting: Investeringen in alleen een middelbesparend of driftbeperkend systeem of alleen een GPS/GIS-systeem komen niet in aanmerking. Een afzonderlijk GPS/GIS-systeem kan worden gemeld onder E 2325.

D 2323

Monitoringssysteem voor plantactiviteit

  • a. bestemd voor: het systematisch waarnemen van plantactiviteit bij een land- of tuinbouwbedrijf, waarop direct gestuurd wordt door de procescomputer bij het toedienen van water, meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een plantactiviteitssensor, een elektronisch verwerkings- en registratiesysteem, (eventueel) andere plantsensoren, (eventueel) een infraroodcamera voor meting van de gewastemperatuur en (eventueel) een fotosynthesemeter, exclusief de volgende onderdelen: procescomputer en apparatuur voor het toedienen van water, meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen.

B 2324

Plaatsspecifieke spuitmachine voor de vollegrondteelt

  • a. bestemd voor: het, ter voorkoming van ziekten in teelten in de volle grond, plaatsspecifiek bestrijden en voorkomen van onkruidgroei of het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddel aan de plant, waarbij sensoren detecteren waar de plant of het onkruid staat, waarop de spuitdoppen worden aangestuurd en waardoor alleen middel wordt toegediend waar het onkruid of de plant staat,

  • b. bestaande uit: een spuitmachine, sensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid en een sensorbesturing van de spuitboom.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

E 2325

GPS/GIS-systeem voor precisielandbouw

  • a. bestemd voor: het recht rijden in land- of akkerbouwgewassen ter voorkoming van overlap, waarbij het GPS/GIS-systeem een afwijking heeft van ten hoogste 10 centimeter,

  • b. bestaande uit: een GPS/GIS-systeem en een bedieningsterminal.

Toelichting: Plaatsspecifieke landbouwapparatuur met of zonder een driftbeperkend of middelbesparend systeem op basis van een GPS/GIS-systeem kan worden gemeld onder A 2321 of B 2322.

B 2326

Sensor voor het meten van biomassa van landbouwgewassen

  • a. bestemd voor: het meten van de grootte van landbouwgewassen op basis van gewasreflectie met een (na-)infrarood sensor op basis waarvan de hoeveelheid toe te dienen meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen direct wordt bepaald en toegediend met een regeleenheid,

  • b. bestaande uit: een gewassensor, een montageset, een bedieningspaneel, een regeleenheid, softwaremodules, aansluitkabels, een GPS/GIS-systeem en (eventueel) een sneltester voor stikstof, exclusief apparatuur voor het toedienen van meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen.

B 2330

Boomgaardspuitmachine met variabele luchtondersteuning

  • a. bestemd voor: het in horizontale richting bespuiten van boomgaarden met een spuitmachine die het gewasbeschermingsmiddel in de vorm van grote druppels het gewas inblaast en die,

    • 1. ten minste drie rijen in één werkgang behandelt en is uitgerust met een variabel luchtondersteuningssysteem dat de juiste uitblaasrichting en -snelheid bepaalt op basis van door sensoren gemeten windrichting en windsnelheid,

    • 2. ten minste 2 rijen in één werkgang behandelt en is uitgerust met een luchtondersteuningssysteem, reflectieschermen en een recirculatiesysteem voor het gewasbeschermingsmiddel dat opgevangen wordt door de reflectieschermen, of

    • 3. ten minste 95% driftreductie realiseert,

  • b. bestaande uit: een watertank, een blower, een chassis, een drukpomp, venturidoppen of sensoren voor het bepalen van windrichting en -snelheid of reflectieschermen, een recirculatiesysteem voor het gewasbeschermingsmiddel, (eventueel) een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter en (eventueel) een bedieningsterminal.

B 2331

Mastspuit voor (laan)bomenteelt

  • a. bestemd voor: het ter plaatse van de bladeren toedienen van gewasbeschermingsmiddel aan bomen door een spuitmachine voorzien van een ventilator, driftarme spuitdoppen, groensensoren en een mast die ten minste 5 meter hoog is,

  • b. bestaande uit: een spuitmachine, een ventilator, driftarme spuitdoppen, groensensoren, een spuitmast, (eventueel) een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter en (eventueel) een bedieningsterminal.

B 2335

Insectenzuiger voor teelt in de buitenlucht

  • a. bestemd voor: het opzuigen en vernietigen van insecten in teeltgewassen, niet zijnde asperges, door grote zuigmonden, nadat de insecten gedwongen zijn op te vliegen door een luchtstroom in het gewas te blazen, ter voorkoming van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tegen plagen en insecten in open teelten,

  • b. bestaande uit: een getrokken machine die insecten in gewassen opzuigt.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel komt alleen in aanmerking indien het wordt toegepast bij open teelt van gewassen ofwel teelt in de buitenlucht.

A 2336

UV-gewasbeschermingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het doden van plantpathogenen in grasvelden of land- en tuinbouwgewassen door behandeling met UV-licht, ter beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een zelfrijdende, hangende of getrokken gewasbeschermingsinstallatie, UV-lampen, voeding en meet- en regelapparatuur, exclusief het trekkend voertuig of de rail.

E 2339

Hagelnetten voor de fruitteelt

  • a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik en de verspreiding van chemische middelen in de fruitteelt en het voorkomen van hagelschade aan fruit door toepassing van hagelnetten,

  • b. bestaande uit: hagelnetten en een ondersteuningsconstructie voor de hagelnetten.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

F 2340

Grondwaterpeilgestuurde drainage

  • a. bestemd voor: het reguleren van de afvoer van water in drainagesystemen in de landbouw door opvang in een verzamelput met verstelbare overstort, waardoor verdroging, te natte landbouwgrond en afspoeling van meststoffen wordt voorkomen,

  • b. bestaande uit: een verzameldrain en verzamelput met verstelbare overstort waarmee de grondwaterstand in hoogte geregeld kan worden.

A 2341

Voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij

  • a. bestemd voor: het tegengaan van verontreinigingen door erfafspoelwater bij een veehouderij zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 5, 6, 7, 8 of 9 door ten minste één van de volgende investeringen:

    • 1. een opvangput zonder overstort voor perssappen bij kuilvoerplaatsen waarbij geen ongezuiverde lozing op het oppervlaktewater plaatsvindt,

    • 2. een overkapping voor voeropslagen,

    • 3. compartimentering van het erf, waardoor een volledige scheiding tussen afvalwater en schoon hemelwater wordt bereikt, of

    • 4. een veegmachine met opvangbak en een veegbreedte van ten minste 120 centimeter, voor het bezemschoon maken van het erf,

  • b. bestaande uit: een opvangput of een overkapping voor een voeropslag of (her)inrichting van het erf of een veegmachine met opvangbak, exclusief betonvloeren van mest- en voedersilo's.

A 2345

Biologische waterzuiveringsinstallatie voor verontreinigd afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van verontreinigingen via lozingen naar de omgeving door het biologisch zuiveren van dit afvalwater,

  • b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een buffervat en (eventueel) een helofytenfilter.

A 2346

Apparatuur ter voorkoming van verontreiniging via afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

  • a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van verontreinigingen via lozingen naar de omgeving,

  • b. bestaande uit: apparatuur ter voorkoming van emissie van verontreinigingen of een waterzuiveringsinstallatie.

A 2350

Mechanische onkruidbestrijdingsmachine met plantherkenningssysteem of onkruidsensoren

  • a. bestemd voor: het mechanisch bestrijden van onkruid tussen de rijen van het gewas met behulp van een plantherkenningssysteem of onkruidsensoren,

  • b. bestaande uit: een mechanische onkruidbestrijdingmachine met onkruidsensoren of een plantherkenningssysteem, (eventueel) een autopilotsysteem en (eventueel) een klaverdoorzaaimodule.

A 2351

Intrarijwieder

  • a. bestemd voor: het mechanisch en/of pneumatisch bestrijden van onkruid zowel tussen als in de rijen van het gewas,

  • b. bestaande uit: een intrarijwieder met een mechanisch en/of pneumatisch onkruidbestrijdingssysteem, (eventueel) onkruidsensoren en (eventueel) een plantherkenningssysteem.

E 2353

Aardappelloofbrander

  • a. bestemd voor: het thermisch verwijderen van aardappelloof,

  • b. bestaande uit: een aardappelloofbrander en (eventueel) een aardappelhaarwortelsnijmachine.

E 2354

Brander voor loof- en onkruidverwijdering

  • a. bestemd voor: het bestrijden van loof, onkruid en ziektekiemen door vuur of warmtestraling,

  • b. bestaande uit: een gasfles, een gasbrander, edelstaalreflectoren, een draagbok en een gascontainer.

E 2359

Potafdekinstallatie

  • a. bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat,

  • b. bestaande uit: een elevator, een doseersysteem, transportbanden en een trilsysteem.

D 2360

Doseereenheid voor de vloeibare fractie van mest

  • a. bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten, planten, frezen, schoffelen of aanaarden gedoseerd toedienen van de vloeibare fractie die rest na de verwerking van dierlijke meststoffen, in de grond vlakbij het zaad, de knol of het plantje,

  • b. bestaande uit: een geheel van een volume-regeleenheid, een tank, een zuigslang, een verdeelstuk, doseerslangen, een aangepaste injectiekouter of -tand en een slangenpompset of een membraan-, een centrifugaal- of een tandwielpomp, waarbij sleepslangdoseersystemen, sleepslang- en zodenbemesters niet in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek.

D 2361

Fertigatiesysteem

  • a. bestemd voor: het gereguleerd doseren van water, meststoffen en eventueel gewasbeschermingsmiddelen aan gewassen in de vollegrondteelt, niet zijnde glastuinbouw, ter voorkoming van uitspoeling,

  • b. bestaande uit: vochtmeetapparatuur, (eventueel) een lichtmeter, (eventueel) apparatuur voor het bepalen van het mineralengehalte, een regeleenheid en een waterafgiftesysteem.

E 2362

Rijenbemestingseenheid

  • a. bestemd voor:

    • 1. de rijenbemesting in de teelt van fruit of boomkwekerijgewassen in de volle grond, of

    • 2. nauwkeurige rijenbemesting van teelt in de volle grond, waarbij geen meststoffen op de paden worden afgegeven,

  • b. bestaande uit:

    • 1. met betrekking tot onderdeel a, onder 1, een voorraadbak, een mechanische of hydraulische aandrijving, een strooi-inrichting en een verdeelmechanisme,

    • 2. met betrekking tot onderdeel a, onder 2, een voorraadbak, een mechanische, pneumatische of hydraulische aandrijving en een strooi-inrichting met zijwaarts begrensde uitstroomopeningen of een kunstmestgiftsysteem direct in de rij onder de planten, waarbij granulaatstrooiers, sleepslang- en zodenbemesters niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek.

Aquacultuur

F 2410

Duurzame viskwekerij

  • a. bestemd voor: het kweken van vis in een viskwekerij, die voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDA 6 – viskwekerijen, wat blijkt uit een (ontwerp)certificaat MDA 6 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het voorlopige certificaat een definitief certificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een definitief certificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,

  • b. bestaande uit: een viskwekerij, exclusief de ruimten bedoeld voor het personeel.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is te vinden via www.maatlatduurzameaquacultuur.nl. Op deze site zijn tevens vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

F 2411

Duurzame pootviskwekerij

  • a. bestemd voor: het opkweken van pootvis in een viskwekerij, die voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 6, onderdeel MDA 6 – viskwekerijen en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten, en waarbij pootvis verkregen wordt van gekweekte ouderdieren,

  • b. bestaande uit: een viskwekerij, exclusief de ruimten bedoeld voor het personeel.

Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is te vinden via www.maatlatduurzameaquacultuur.nl. Op deze site zijn tevens vigerende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.

F 2420

Schaal- en schelpdierbroedinstallatie

  • a. bestemd voor: het broeden en opkweken van gebiedseigen schaal- en schelpdieren als kokkel, oester of mosselzaad uit ouderdieren in een nagenoeg gesloten waterrecirculatiesysteem met een maximum verversingsgraad van 0,5% van het dagelijks debiet, waarbij het verstrekte voer gekweekt wordt,

  • b. bestaande uit: een broedinstallatie en een voerkweeksysteem.

F 2421

Schaal- of schelpdierkwekerij

  • a. bestemd voor: het kweken van schelp- of schaaldieren in een nagenoeg gesloten waterrecirculatiesysteem met een verversing van ten hoogste 0,5% van het dagelijks debiet, waarbij de juveniele schelp- of schaaldieren worden verkregen van gekweekte ouderdieren en waarbij het verstrekte voer gekweekt wordt of afkomstig is van een MSC-gecertificeerde bron,

  • b. bestaande uit: kweekbassins, filtratie- en zuiveringsunit(s), recirculatievoorzieningen en een voerkweeksysteem.

Toelichting: MSC staat voor Marine Stewardship Council. MSC is een internationaal keurmerk voor duurzame visserij. Meer informatie is te vinden op www.msc.org.

Visserij

F 2510

Akoestische afschrikkingsapparatuur aan visnetten

  • a. bestemd voor: het ter vermijding van bijvangst verdrijven van walvisachtigen door aan visnetten bevestigde apparatuur die ultrasoon geluid produceert met een variabele pulssnelheid, voor zover die visnetten niet genoemd zijn in bijlage I van Verordening (EG) nr. 812/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de bijvangsten van walvisachtigen bij de visserij en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 88/98 (PbEU 2004, L150/13),

  • b. bestaande uit: akoestische afschrikkingsapparatuur.

B 2511

Zegenvisinstallatie op een bestaand visserijschip

  • a. bestemd voor: het verminderen van bijvangst en schade aan de bodem door het gebruik van Deense of Schotse zegennetten of soortgelijk vistuig op een bestaand visserijschip, waarbij de bestaande boomkorinstallatie wordt verwijderd. Dat met het betreffende schip met Deense of Schotse zegennetten of soortgelijk vistuig wordt gevist en niet meer met boomkor, blijkt uit het vigerend speciaal visdocument dat de Minister van Economische Zaken voor het schip heeft afgegeven,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van de) sleepinstallatie voor zegennetten of soortgelijk vistuig, zegennetten of soortgelijk vistuig, scheerborden en het verwijderen van de boomkorinstallatie, waarbij pulskorvisinstallaties en hydrorig-vleugelinstallaties niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Investeringen in een pulskorvisinstallatie en een hydrorig-vleugelinstallatie kunnen worden gemeld voor energie-investeringsaftrek.

F 2515

Overlevingsbak voor bijvangst in de aal- of garnalenvisserij met verbeterde terugvoer

  • a. bestemd voor: het ter verhoging van de overlevingskans van bijvangst in de aal- of garnalenvisserij, opvangen en automatisch sorteren van de bijvangst in een overlevingsbak, waarna terugvoer van de bijvangst plaatsvindt door een diep in het water stekende buis, en waarbij de werking van het systeem is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,

  • b. bestaande uit: een opvangbak met sorteervoorziening en een terugvoersysteem.

A 2520

Roestvrijstalen dipkoeltank voor schaaldieren op een vissersschip

  • a. bestemd voor: het aan boord van een vissersschip conserveren van schaaldieren door een vast opgesteld, luchtdicht afsluitbaar roestvrijstalen vat, waarin SC-20 als conserveringsmiddel wordt gebruikt, ter vervanging van dipkoeling met natriumbisulfiet of een derivaat daarvan,

  • b. bestaande uit: luchtdicht afsluitbaar roestvrijstalen vat.

Verwerkingsapparatuur voor agrarische producten

F 2600

Apparatuur voor lokale verwerking van landbouwgewassen (voorwaartse integratie)

  • a. bestemd voor: het, op of in de nabijheid van het land waar de landbouwgewassen voor het proces zijn geteeld, uitvoeren van processtappen in de verwerking van het gewas waarvan het gangbaar is dat die processtappen centraal en fabrieksmatig plaatsvinden met als doel kringlopen te verkleinen, en waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor lokale verwerking.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

U kunt bij dit bedrijfsmiddel denken aan kleinschalige en lokale fermentatie-apparatuur, als het gangbaar is om dat fabrieksmatig en centraal te doen.

F 2610

Apparatuur voor het vervaardigen van vleesvervangers

  • a. bestemd voor: het vervaardigen van vleesvervangers op basis van plantaardige grondstoffen of (grondstoffen uit) schimmels, waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: productieapparatuur voor vleesvervangers.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

F 2611

Verwerkingsapparatuur voor lokale verwerking van biologische landbouwproducten, fruit, gekweekte vis, schaal- of schelpdieren

  • a. bestemd voor: het verwerken van zelf gekweekte primaire biologische landbouwproducten, fruit, vis, schaal- of schelpdieren, of reststromen daarvan, tot een (half)product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 of het Besluit dierlijke producten, wat blijkt uit een certificaat Biologische Productie Nederland van Skal, waarbij:

    • de verwerking plaatsvindt op de locatie van het eigen bedrijf waar de primaire landbouwproducten worden geproduceerd, en

    • de verwerkingsapparatuur voor ten minste 80% wordt gebruikt voor de productie van een (half)product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 of het Besluit dierlijke producten,

  • b. bestaande uit: verwerkingsapparatuur en -voorzieningen, exclusief apparatuur en voorzieningen voor het sorteren, verpakken, schoonmaken en opslaan van primaire landbouwproducten, fruit, vis schaal-of schelpdieren, gebouwen en mobiele machines.

Toelichting: Met landbouwproducten worden alle dierlijke en plantaardige producten bedoeld, dus ook het kweken van bomen, struiken en niet-eetbare gewassen. Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en het Besluit dierlijke producten is te vinden op www.skal.nl.

B 2615

Volautomatische optische aardappelsorteerinstallatie

  • a. bestemd voor: het met een camerasysteem automatisch sorteren van aardappelen, zodat er qua vorm, maat en kwaliteit, uniforme partijen aardappelen worden verkregen, waardoor uitval van partijen nagenoeg voorkomen wordt en waarbij sortering op ten minste diameter, vierkantsmaat, knolvorm, beschadigingen, groeiafwijkingen en ziekten plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: in-, door- en uitvoerbanden, een verenkelings- en rotatiesysteem met trillende axiaalrollen, een kleuren- en infraroodcamera, een LED-belichtingssysteem, een besturingscomputer met classificatie- en sorteersoftware en een persluchtsysteem waarmee aardappelen bij de juiste sorteeruitgang worden geblazen en sorteeruitgangen.

F 2620

Hoge druk pasteurisatie-installatie voor conservering van verse levensmiddelen

  • a. bestemd voor: het gedurende enkele minuten onder hoge druk (400 – 600 MPa) pasteuriseren van verse levensmiddelen bij kamertemperatuur waardoor de houdbaarheid verlengd wordt,

  • b. bestaande uit: een hogedrukvat, een juk, een systeem om het vat op druk te brengen, een systeem voor het laden en lossen en een regeleenheid.

Toelichting: Deze conserveringstechniek wordt ook High Pressure Processing (HPP) genoemd.

A 2621

Heetwaterinstallatie voor fruitbehandeling

  • a. bestemd voor: het uitsluitend met water bestrijden van vruchtrot bij hardfruit, zonder gebruik te maken van chemische toevoegingen, door het fruit voor bewaring enkele minuten in aanraking te brengen met water met een temperatuur van circa 50°C,

  • b. bestaande uit: een watertank, een verwarmingselement en regelapparatuur.

F 2650

Mestbewerkingsinstallatie met terugwinning van fosfaat en stikstof

  • a. bestemd voor: het bewerken van mest, waarbij:

    • fosfaat- en stikstofhoudende concentraten uit de mest worden gescheiden en nuttig toegepast,

    • de waterige fractie wordt hergebruikt of geloosd op het oppervlaktewater of het riool,

    • geen covergistingsproducten worden toegevoegd als er een mestvergistingsinstallatie wordt toegepast,

    • de vergunning voor de mestbewerkingsinstallatie afgegeven door het bevoegd gezag, dient te worden overlegd, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur voor het bewerken van mest.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.agentschapnl.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Alleen scheiding van mest door bijvoorbeeld een schroefpers of een decanter is niet voldoende om in aanmerking te komen. Ook na vergisting is een nageschakelde techniek voor verdere bewerking van de mest of het digestaat nodig om in aanmerking te komen.

Onder de dunne fractie wordt het stikstofhoudend concentraat verstaan. De waterige fractie behoort niet tot de dunne fractie. De waterige fractie is na bewerking getest en moet loosbaar zijn op het oppervlaktewater of op het riool. De dikke fractie is het fosfaathoudend concentraat.

A 2630

Apparatuur voor het actief verpakken van groenten of fruit

  • a. bestemd voor: het verpakken van groenten of fruit, waarbij per productsoort de gasbarrière-eigenschappen van de gebruikte plastic folie online tijdens het verpakken kan worden ingesteld door gaatjes in de folie te schieten met een laser, waarbij het aantal en de grootte van de gaatjes wordt bepaald na meting van de actuele respiratie van het te verpakken product,

  • b. bestaande uit: een laserperforatiesysteem en een respiratiemeter, exclusief de overige onderdelen van de verpakkingslijn.

A 2690

Ozonoxidatie-installatie voor ontsmetting van (opslag)ruimten, lucht of producten in de land- en tuinbouw

  • a. bestemd voor: het desinfecteren van lucht, een gesloten (opslag)ruimte of een product door oxidatie met ozon, waardoor het gebruik van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd of vermeden,

  • b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, een ozongenerator, (eventueel) doseer- of injectieapparatuur, (eventueel) een restozonabsorber of -vernietiger, (eventueel) een besturingssysteem en (eventueel) meet- en regelapparatuur.

Toelichting: Een oxidatiereactor voor waterreiniging of legionellabestrijding kan gemeld worden onder B 1545. Een oxidatiereactor voor luchtreiniging kan gemeld worden onder E 4681.

Mobiliteit

Stille, schone en zuinige transportmiddelen, mobiele werktuigen, distributie van alternatieve brandstoffen, transportpreventie

Wegvervoer

G 3110

Uitsluitend elektrisch aangedreven voertuig

  • a. bestemd voor: vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht en dat is voorzien van een lithiumhoudende accu voor de opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een fiets, bromfiets, snorfiets, gehandicaptenvoertuig, vorkheftruck of een andere mobiele machine, tram of een metro, en dat voldoet aan de volgende eis:

    • 1. voor een voertuig met kenteken een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer, of

    • 2. voor een voertuig zonder kenteken een actieradius van ten minste 50 kilometer op een volle accu,

  • b. bestaande uit: een uitsluitend elektrisch aangedreven voertuig, (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel en (eventueel) een oplaadstation.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 50.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

Toelichting: Onder G 3110 kunnen worden gemeld alle volledig elektrische personen- en bedrijfsauto's met een CO2-uitstoot van 0 gram CO2 per kilometer. Plugin-hybride personenauto's met een CO2-uitstoot van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram CO2 per kilometer kunnen worden gemeld onder D 3111. Plugin-hybride personenauto's met een CO2-uitstoot van meer dan 30 en ten hoogste 50 gram CO2 per kilometer kunnen worden gemeld onder E 3112. Elektrische of hybride mobiele machines kunnen worden gemeld onder F 3410. Oplaadpalen kunnen worden gemeld onder F 3720.

D 3111

Plugin-hybride personenauto zonder compressieontsteking (> 0 – 30 gram CO2 per kilometer)

  • a. bestemd voor: personenvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht en die is voorzien van een kenteken, een elektrische aandrijving, een verbrandingsmotor zonder compressieontsteking en een lithiumhoudende accu voor de opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een dieselauto, en die een CO2-uitstoot heeft van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram CO2 per kilometer,

  • b. bestaande uit: een personenauto en (eventueel) een oplaadstation.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 35.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

Toelichting: Elektrische auto's waarvan de CO2-uitstoot 0 gram CO2 per kilometer is, kunnen worden gemeld onder G 3110. Plugin-hybride auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 30 en ten hoogste 50 gram CO2 per kilometer kunnen worden gemeld onder E 3112. Dieselauto's komen niet in aanmerking.

E 3112

Plugin-hybride personenauto zonder compressieontsteking (> 30 – 50 gram CO2 per kilometer)

  • a. bestemd voor: personenvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht en die is voorzien van een kenteken, een elektrische aandrijving, een verbrandingsmotor zonder compressieontsteking en een lithiumhoudende accu voor de opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een dieselauto, en die een CO2-uitstoot heeft van meer dan 30 en ten hoogste 50 gram CO2 per kilometer,

  • b. bestaande uit: een personenauto en (eventueel) een oplaadstation.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 12.500 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

Toelichting: Elektrische auto's waarvan de CO2-uitstoot 0 gram CO2 per kilometer is, kunnen worden gemeld onder G 3110. Plugin-hybride auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram CO2 per kilometer kunnen worden gemeld onder D 3111. Dieselauto's komen niet in aanmerking.

E 3113

Aardgasvoertuig voor zakelijk vervoer

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare weg met een voertuig met een aardgasmotor als hoofdmotor, waarvoor in het kentekenregister de vermelding van de Europese voertuigcategorie N1 (bestelauto) dan wel de vermelding ‘taxi’ is opgenomen, en waarbij onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,

  • b. bestaande uit: een door een aardgasmotor aangedreven voertuig.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

Toelichting: Bussen, personenauto’s en vrachtauto’s met een aardgasmotor komen niet in aanmerking onder E 3113. Aardgasaflever- of aardgasvulpunten kunnen worden gemeld onder G 3740.

B 3118

Elektrisch aangedreven brom- of snorfiets met lithiumhoudende accu

  • a. bestemd voor: het vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht, met een brom- of snorfiets, voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, waarbij de elektrische energie waarmee de elektromotor wordt aangedreven is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu’s,

  • b. bestaande uit: een elektrisch aangedreven bromfiets of snorfiets met één of meer lithiumhoudende accu’s, (eventueel) een oplaadstation, en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 3119

Fiets met overkapping en trapondersteuning

  • a. bestemd voor: het vervoer van personen of goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht met een fiets,

    • die is voorzien van elektrische trapondersteuning,

    • die is voorzien van een carrosserie of overkapping van niet-flexibel materiaal, die ten minste de berijder overdekt, en

    • waarbij de elektrische energie is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu's,

  • b. bestaande uit: fiets met overkapping en trapondersteuning, (eventueel) oplaadstation, één of meer lithiumhoudende accu's en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

A 3120

Lithiumhoudende accu voor elektrische vervoermiddelen of mobiele werktuigen

  • a. bestemd voor: het met een lithiumhoudende accu voorzien in de energiebehoefte van:

    • 1. een gebruikte elektrische auto als bedoeld in bedrijfsmiddel G 3110,

    • 2. een gebruikt vaartuig als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3321, of

    • 3. een mobiel werktuig als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3410,

  • b. bestaande uit: een lithiumhoudende accu en (eventueel) een snellaadsysteem.

A 3130

Systeem voor adaptieve cruise control voor vrachtverkeer

  • a. bestemd voor: het bij vervoer van goederen met een vrachtwagen automatisch constant houden van de snelheid, dan wel automatisch aanpassen van de snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gelijk blijft, waardoor het brandstofverbruik en de luchtzijdige emissies worden verminderd,

  • b. bestaande uit: een systeem voor adaptieve cruise control.

F 3135

Vast opgestelde bandenpomp

  • a. bestemd voor: het oppompen van banden van motorvoertuigen bij tankstations of parkeerplaatsen met een vast opgestelde bandenpomp, waarbij de band via sensorgestuurde elektronica altijd op de juiste spanning wordt gebracht, en waarbij rekening wordt gehouden met de temperatuur van de banden, het soort banden (zomer- of winterbanden) en de buitentemperatuur, en bovendien de gebruiker inzicht krijgt in de vermoedelijke brandstofbesparing, waardoor het brandstofverbruik en de luchtzijdige emissies worden verminderd,

  • b. bestaande uit: een vast opgestelde bandenpomp en (eventueel) een zonnepaneel, waarbij mobiele bandenpompen die op een voertuig worden gemonteerd niet in aanmerking komen.

A 3160

Brandstofreinigingssysteem

  • a. bestemd voor: het reinigen van in een tank opslagen brandstof, waarbij water en bezinksel wordt verwijderd, bij:

    • 1. een tankstation voor de verkoop van brandstoffen, of

    • 2. een thuistankinstallatie, waar per jaar vanuit de tank minder dan 100.000 liter wordt afgeleverd,

  • b. bestaande uit: een ontwateringseenheid, een pomp, een grof- en een fijnfilter.

A 3170

Bakwagen of trekker met gereduceerd aandrijfgeluid (Quiet Truck)

  • a. zijnde: een bakwagen of een trekker, die behoort tot voertuigcategorie N2 of N3 als bedoeld in Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, met:

    • een aandrijfgeluid van ten hoogste 72 dB(A),

    • een motor die voldoet aan de Euro VI-eisen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, L 188) en Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Europese Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en tot wijziging van de bijlagen I en III bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 167), en

    • waarvoor een QuietTRUCK-certificaat van Piek-Keur is afgegeven,

  • b. bestaande uit: een bakwagen of trekker.

Toelichting: Elektrisch aangedreven bakwagens of trekkers kunnen worden gemeld onder G 3110. LNG of CNG aangedreven trekkers kunnen in aanmerking komen, mits zij voldoen aan de gestelde eisen.

A 3171

Geluidarme opbouw voor een gekoelde aanhanger, bakwagen, bestelwagen of oplegger

  • a. bestemd voor: het verminderen van piekniveaus tijdens het laden en lossen in de bebouwde omgeving door een aanhanger, bakwagen, bestelwagen of oplegger, waarbij het geluidsdrukniveau LpA (7,5m) van de opbouw inclusief koelinstallatie ten hoogste 60 db(A) bedraagt, gemeten volgens de 'Meetmethode voor piekgeluiden bij laden en lossen' wat wordt aangetoond met een Piekcertificaat afgegeven door Stichting Piek-Keur, en waarbij:

    • 1. gekoeld wordt met een cryogene koelinstallatie, of

    • 2. de koelinstallatie werkt op basis van een koudemiddel, niet zijnde droogijs, met een aardopwarmingsvermogen GWP (Global Warming Potential) van ten hoogste 1.000, waarbij de koelinstallatie géén zelfstandige dieselmotoraandrijving heeft en hermetisch gesloten is,

  • b. bestaande uit: een oplegger, een bestelwagen, een aanhanger of een opbouw voor een bakwagen.

Toelichting: Een koelinstallatie die wordt aangedreven door de vrachtwagenmotor of die gebruik maakt van remenergie of zonne-energie of cryogene koeling komt in aanmerking onder A 3171. Uit de Meetmethode voor piekgeluiden bij laden en lossen blijkt dat geluidsmetingen dienen te worden uitgevoerd volgens rapport TNO rapport MON-RPT-2010-00466 van 18 februari 2010 opgesteld door TNO of een opvolger van dit meetprotocol.

De opbouw inclusief koelinstallatie voldoet aan de eisen als alle afzonderlijke componenten zoals vloer en wanden, laadklep, topklep, roldeur of zijdeur Piek-gecertificeerd zijn. Voor meer informatie zie www.piek-international.com.

Onder een hermetisch gesloten koelinstallatie wordt verstaan een koelinstallatie waarin alle delen die koelvloeistoffen bevatten zijn afgedicht door lassen, solderen of soortgelijke permanente verbindingen en waarbij geen externe mechanische aandrijving van de koelcompressor plaatsvindt.

A 3185

Deluge-sprinklersysteem voor losplaatsen van LPG-tankwagens bij tankstations

  • a. bestemd voor: het bestrijden van beginnende branden en het voorkomen van explosies bij het lossen van LPG-tankwagens bij een tankstation door vroegtijdig en automatisch blussen van de brand en koelen van de tankwagen, voor zover het sprinklersysteem niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: een sprinklernetwerk, een delugeklep, een waterreservoir en een branddetectiesysteem dat de delugeklep bedient.

F 3190

CO2- of N2-vulstation voor transportkoeling

  • a. bestemd voor: het afleveren van vloeibare CO2 of stikstof als koelmiddel van cryogene koelinstallaties van vrachtwagens of vaartuigen voor transport van goederen, ter beperking van luchtzijdige emissies en geluidhinder,

  • b. bestaande uit: een afleverkast of -zuil, een pomp, een bufferopslag en een card reader.

Toelichting: Installaties voor het vullen van stationaire installaties met CO2 of stikstof komen niet in aanmerking.

F 3191

Voertuig met koeling op zonnecellen of remenergie

  • a. bestemd voor: het geconditioneerd vervoeren van goederen in een bestelauto, vrachtauto, aanhanger of oplegger, die is voorzien van een koeling die werkt op basis van natuurlijke, halogeenvrije koudemiddelen en waarbij de energie voor de koeling wordt geleverd door zonnecellen of remenergie, waardoor het brandstofverbruik en de luchtzijdige emissies worden verminderd,

  • b. bestaande uit: een bestelauto, vrachtauto, aanhanger of oplegger, een koelinstallatie, zonnecellen of een remenergiesysteem.

Installaties voor vervoermiddelen en werktuigen

F 3210

Brandstofcelsysteem voor mobiele werktuigen en transportmiddelen

  • a. bestemd voor: het in een mobiel werktuig of een transportmiddel opwekken van elektrische energie met een vermogen van ten hoogste 1.000 kilowatt waarbij de brandstof rechtstreeks wordt omgezet in elektrische energie, die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor de aandrijving van transportmiddelen of in verkeersinformatiewagens,

  • b. bestaande uit: een systeem bestaande uit één of meer brandstofcellen en (eventueel) een elektrisch aandrijfsysteem.

A 3220

Standtijdverlengingssysteem voor olie

  • a. bestemd voor: het zuiveren van hydraulische-, smeer- of systeemolie in een oliereinigingseenheid, die gekoppeld is aan het systeem waarin de olie wordt gebruikt en waarbij de olie vervolgens wordt hergebruikt in datzelfde systeem,

  • b. bestaande uit: een oliereinigingseenheid, een recirculatieleiding, (eventueel) een buffervat en (eventueel) een koeleenheid.

A 3221

Smeeroliesysteem voor benzine- of dieselmotoren

  • a. bestemd voor: continue verversing en suppletie van smeerolie van benzine- of dieselmotoren zodanig dat de periodieke algehele olieverversing achterwege kan blijven,

  • b. bestaande uit: een smeeroliesuppletietank, (eventueel) een continue oliepeilmeting, meet- en regeleenheid en een doseringseenheid inclusief bijbehorende leidingen en appendages.

A 3222

Automatisch smeersysteem

  • a. bestemd voor: het automatisch smeren van transportmiddelen en (mobiele) werktuigen, waarmee wordt gewerkt boven een niet-vloeistofdichte ondergrond, met smeerolie of smeervet dat biologisch afbreekbaar en niet-toxisch is,

  • b. bestaande uit: een pomp met vet- of oliereservoir, een elektronische regeleenheid en een doseereenheid.

Toelichting: Voor informatie over bio-olie en biovet zie onder punt 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie en biovet is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

B 3240

Waterzuiveringsinstallatie voor vaar-, vlieg- en voertuigen

  • a. bestemd voor: het zuiveren en eventueel hergebruiken van aan boord van een vaar-, vlieg- of voertuig ontstaan afvalwater van huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar, door een vast opgestelde niet-chemische of biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie, een opslagtank en (eventueel) een hergebruiksysteem.

D 3260

Gesloten roetfilter voor een koelmotor of een werktuig (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes uit de uitlaatgassen van een bestaande koelmotor voor gekoeld wegtransport, vast opgestelde dieselmotor of mobiel werktuig voor grondverzet, landbouw of wegenbouw, door deze te voorzien van een roetfilter:

    • met een verwijderingsrendement van ten minste 90%,

    • dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt für Umwelt) of op de typegoedkeuringslijst van de RDW (de Dienst Wegverkeer),

    • waarvoor geen verplichting geldt volgens of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, en

    • waarbij het filter niet is voorzien van een bypass-voorziening voor als het filter vol is,

  • b. bestaande uit: een gesloten roetfilter.

Toelichting: De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch. Alleen de aanpassing van een reeds in gebruik genomen, niet nieuw(e), werktuig of koelmotor komt in aanmerking.

A 3280

Hittewerende coating van transporttank voor brandbaar gas

  • a. bestemd voor: het verminderen van de kans op het bezwijken van de tankwand van een transporttank voor brandbaar gas op een schip, een treinwagon, een tankcontainer of een tankwagen, niet zijnde een LPG-tankwagen, door warmtestraling bij brand door de wand van de transporttank van een hittewerende coating te voorzien,

  • b. bestaande uit: een hittewerende coating.

Scheepvaart

F 3310

Duurzaam vaartuig

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over binnenwateren of voor het bestrijden van calamiteiten op binnenwateren met een vaartuig, dat voldoet aan de volgende criteria:

    • 1. de romp voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel B 3330,

    • 2. als het vaartuig een eigen energieopwekking of aandrijving heeft, is dit een duurzame energieopwekking respectievelijk aandrijving als bedoeld in bedrijfsmiddel B 3320, en

    • 3. als op het vaartuig huishoudelijk afvalwater vrijkomt wordt dit opgevangen volgens de eisen van bedrijfsmiddel B 3341 of behandeld in een installatie die voldoet aan de eisen van bedrijfsmiddel B 3240,

  • b. bestaande uit: een vaartuig.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 900.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Zowel binnenvaartschepen, duwbakken, schepen zonder eigen voortstuwing als rondvaartboten kunnen onder deze omschrijving vallen.

B 3320

Duurzame energievoorziening en aandrijving voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: de energievoorziening of aandrijving van een binnenvaartschip voor het vervoer van personen of goederen over binnenwateren of voor het bestrijden van calamiteiten op binnenwateren met een installatie, die voldoet aan de volgende criteria:

    • 1. uitsluitend één of meer van de volgende motoren of systemen worden toegepast:

      • a. een elektromotor of vloeibaar aardgasmotor (LNG) of samengeperst aardgasmotor (CNG), waarbij de methaanslip ten hoogste 0,5 gram per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant meetrapport opgesteld door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,

      • b. een dual fuel motor: een motor die werkt op basis van een mengsel van diesel en aardgas als brandstof, waarbij de methaanslip ten hoogste 0,5 gram per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant meetrapport opgesteld door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,

      • c. een motor die voldoet aan de eisen van CCR fase 2 en voorzien is van een nageschakeld systeem voor deeltjesverwijdering (gecertificeerd roetfilter) als bedoeld in bedrijfsmiddel A 3361 en een NOx-reductiesysteem als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3360,

      • d. een motor die voldoet aan de eisen gesteld aan de motoren van fase IIIb of schoner, of Euro VI of schoner, waarbij de emissiegrenswaarde waaraan wordt voldaan is opgenomen in Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225), of voldoet aan de eisen zoals opgenomen in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI), of

      • e. een hybride systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte, waarbij een of meer verbrandingsmotoren en een of meer elektromotoren samen worden ingezet en de verbrandingsmotor ten minste voldoet aan de eisen hierboven gesteld onder a, b, c of d,

    • 2. in afwijking van het onder 1 bepaalde energie ook kan worden verkregen via een aansluitvoorziening voor walstroom, als bedoeld in bedrijfsmiddel G 3390,

    • 3. de aandrijving/voortstuwing wordt gerealiseerd door één of meer van de volgende technieken, eventueel in combinatie met een flexibel tunnelsysteem:

      • a. vleugelvoortstuwing;

      • b. een (roer)propeller: een constructie, waarbij de schroef is bevestigd aan een verticale as, die 360 graden gedraaid kan worden,

      • c. een contraroterende propeller,

      • d. een straalbuis: een schroef die aangebracht is in een koker,

      • e. een vector oppervlakteschroef, of

      • f. een aangepaste keerkoppeling bij dubbele scheepsschroef die het mogelijk maakt dat bij het varen met één aangedreven schroef de niet aangedreven schroef vrij kan meedraaien,

    • 4. de afdichtingen van de hennegatkoker en de schroefaskoker, indien aanwezig, zo zijn uitgevoerd, dat geen olie of vet in het water terechtkomt, bijvoorbeeld met een retourvetsysteem of een systeem gesmeerd met water, bio-olie of biovet, en

    • 5. er is een energiebesparend roersysteem bestaande uit één of meer van de volgende systemen:

      • a. een roersysteem voor vleugelvoortstuwing,

      • b. een spoilersysteem (per schroef tweeroerensysteem met vaste spoiler),

      • c. een drieroerensysteem, waarbij de spoiler of het kleine middenroer is geplaatst op de hartlijn van de schroefas, of

      • d. een dolfijnroer-, of roerpropeller- of contraroterend roerpropellersysteem,

  • b. bestaande uit: een motor, een aandrijving, een stuurinstallatie, (eventueel) aanpassing van de romp, (eventueel) een generator en (eventueel) walstroomaansluiting.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Elektrische, hybride of gasmotoren voor een binnenvaartschip kunnen worden gemeld onder F 3321. Onder aardgas wordt ook verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt.

De investeringen moeten voldoen aan de eisen genoemd in de onderdelen 1 tot en met 5. Investeringen die alleen voldoen aan één eis onder één van de genoemde onderdelen komen niet in aanmerking.

Voor informatie over bio-olie en biovet zie onder punt 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie en biovet is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl. Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

F 3321

Elektro-, hybride- of gasmotor voor een vaartuig

  • a. bestemd voor: de energievoorziening of voortstuwing van een vaartuig, waarbij de hoofdmotor bestaat uit:

    • 1. uitsluitend een LPG- of aardgasmotor, of

    • 2. een elektromotor eventueel in combinatie met een verbrandingsmotor (hybride), die is voorzien van lithiumhoudende accu's voor de opslag van energie voor de aandrijving,

    waarbij zowel voor punt 1 en 2 geldt dat onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt en waarbij de methaanslip van een toegepaste gasmotor ten hoogste 0,5 gram per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant meetrapport opgesteld door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,

  • b. bestaande uit: motor(en), (eventueel) een gastank, (eventueel) lithiumhoudende (wissel)accu's en (eventueel) een oplaadstation, exclusief niet-lithiumhoudende accu's.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

A 3325

Automatisch smeerolie-deelverversingseenheid voor een scheepsmotor

  • a. bestemd voor: het automatisch op basis van het zwavelgehalte in de brandstof en de specifieke samenstelling van de smeerolie, uitvoeren van smeerolie-deelverversingen in een scheepsmotor op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart,

  • b. bestaande uit: een smeerolie-deelverversingseenheid.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 25.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

B 3330

Duurzame romp van een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over binnenwateren, of voor het bestrijden van calamiteiten op binnenwateren, met een schip waarvan de romp voldoet aan onderstaande criteria, waarbij de eigenaar van het schip met meetrapporten of certificaten aantoont dat aan de vereiste specificaties wordt voldaan. De romp van het schip:

    • 1. bestaat uit kunststof of is voorzien van een milieuvriendelijke antifouling, als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3331,

    • 2. heeft glad afgewerkte ankers en kluizen als het schip is voorzien van kluisankers,

    • 3. heeft een beschermingssysteem tegen corrosie dat geen offeranodes bevat, zoals opgedrukte stroom, als een beschermingssysteem tegen corrosie wordt gebruikt, en

    • 4. heeft een kunststof of stalen buikdenning, als een buikdenning wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een metalen of kunststof romp van het binnenvaartschip, (eventueel) een milieuvriendelijke antifouling, (eventueel) een beschermingssysteem tegen corrosie en (eventueel) een buikdenning.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 3331

Milieuvriendelijk beschermingssysteem voor scheepshuiden

  • a. bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid tegen corrosie en aangroei door een initiële antifouling-bedekking, die biocidevrij, kopervrij en niet-toxisch voor waterorganismen is, waarbij de PEC/PNEC-ratio voor ten minste 2 voor het ecosysteem maatgevende waterorganismen bepaald volgens de Regeling gewasbescherming en biociden, niet meer dan 1 bedraagt,

  • b. bestaande uit: een borstelbare harde coating of een 'non-stick' zachte coating, waarbij moet worden aangetoond met een certificaat of een meetrapport dat het beschermingssysteem geen biociden, koper of andere voor waterorganismen toxische stoffen bevat.

Toelichting: PEC en PNEC uit richtlijn nr. 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PbEG L 123) staan voor Predicted Environmental Concentration en Predicted No Effect Concentration.

A 3340

Gesloten grijswatersysteem voor een schip

  • a. bestemd voor: het opvangen en hergebruiken van grijswater op een schip in een gesloten systeem ter voorkoming van ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater,

  • b. bestaande uit: een vuilwater buffertank, een zuiveringsinstallatie, een slibopvangvoorziening, een drukvat, een secundair waterleidingnet en een pomp.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

B 3341

Opslagtank voor huishoudelijk afvalwater van schepen

  • a. bestemd voor: de opslag van huishoudelijk afvalwater aan boord van een binnenvaart-, een passagiers- of een hotelschip, met minder dan 50 passagiers of hotelgasten,

  • b. bestaande uit: een opslagtank en een koppeling voor walafgifte, waarbij een opslagtank aan boord van een recreatievaartuig, als bedoeld in de Wet op de pleziervaartuigen, niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 3360

NOx-reductiesysteem voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het verwijderen van NOx uit de afgassen van binnenvaartschepen door het uitrusten van de dieselmotoren met een NOx-reductiesysteem (retrofit) zoals een SCR-katalysator en waarbij,

    • de NOx-uitstoot niet meer bedraagt dan 2 gram per kilowattuur voor nieuwe motoren en 3 gram per kilowattuur voor bestaande motoren, en

    • de NOx-uitstoot kan worden aangetoond met een NOx-meetrapport waarbij de NOx-metingen uitgevoerd zijn conform het VERS-protocol of ISO 8178:1994,

  • b. bestaande uit: een NOx-reductiesysteem en (eventueel) een NOx-meetrapport.

Toelichting: Dieselmotoren op een binnenvaartschip die in aanmerking kunnen komen zijn voortstuwingsmotoren, boegschroeven, aggregaten en (beladings)pompen. SCR-installaties voor motoren van een zeeschip kunnen worden gemeld onder A 4315.

Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties) zoals genoemd in F 3360. Roetfilters voor een binnenvaartschip kunnen worden gemeld onder A 3361. Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

A 3361

Gesloten roetfilter voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes, eventueel in combinatie met andere schadelijke luchtverontreinigingen, uit de rookgassen van binnenvaartschepen, met een gesloten roetfilter dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt für Umwelt), en dat voorzien is van een:

    • 1. actief regeneratiesysteem, of

    • 2. passief regeneratiesysteem in combinatie met een SCR-katalysator,

  • b. bestaande uit: een gesloten roetfilter en een actief of passief regeneratiesysteem.

Toelichting: Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties) zoals genoemd in F 3360. De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch. Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

F 3365

Ontgassingsinstallatie voor transportcontainers

  • a. bestemd voor: het ontgassen van transportcontainers door afzuiging van lucht gevolgd door behandeling van de afgezogen lucht, ter voorkoming van emissie van ontsmettingsgassen of andere luchtverontreinigende stoffen naar de buitenlucht,

  • b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een filterinstallatie, gasdetectieapparatuur en (eventueel) gasnabehandelingsapparatuur.

F 3366

Ontgassingsinstallatie voor scheepstanks

  • a. bestemd voor: het ontgassen van scheepstanks die gebruikt zijn voor het vervoer van vluchtige koolwaterstoffen of brandstoffen, waarbij de afgevangen gassen worden gereinigd en de afgescheiden koolwaterstoffen nuttig worden toegepast of worden vernietigd,

  • b. bestaande uit: een ontgassingsinstallatie en een luchtreinigingsinstallatie.

Toelichting: Onder dit bedrijfsmiddel valt ook een ontgassingsinstallatie aan boord van een schip of op een ponton.

B 3370

Geluidarme scheepsschroef

  • a. bestemd voor: het verminderen van trillings- en cavitatiegeluid bij schepen door het gebruik van een vervormbare kunststof scheepsschroef,

  • b. bestaande uit: een kunststof schroef.

A 3380

Automatisch noodbesturingssysteem voor een binnenvaartschip

  • a. bestemd voor: het voorkomen van aanvaringen van binnenvaartschepen, doordat bij uitval van het primaire besturingssysteem binnen 5 seconden automatisch, zonder handmatige handelingen, een noodbesturingssysteem wordt ingeschakeld,

  • b. bestaande uit: een automatisch noodbesturingssysteem.

A 3381

Aanvaringsbestendige binnenvaarttanker

  • a. bestemd voor: het vervoeren over binnenwateren in een binnenvaartschip, dat voorzien is van een dubbelwandige romp en een waarschuwingssysteem bij het manoeuvreren van het schip, voor zover deze voorzieningen niet verplicht zijn volgens ADN, en waarbij:

    • 1. uitsluitend gevaarlijke stoffen (zoals gedefinieerd in het ADN) worden getransporteerd, of

    • 2. voor de voortstuwing LNG als brandstof of een combinatie van brandstoffen zoals dual fuel wordt gebruikt,

  • b. bestaande uit: dubbele (roestvrij) stalen wanden en tanks en een waarschuwingssysteem bij het manoeuvreren.

Toelichting: ADN staat voor Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation.

A 3386

Warmtebestendige tankondersteuning voor lading met hoge temperatuur (ombouw)

  • a. bestemd voor: het, ter voorkoming van calamiteiten, ondersteunen van tanks met een vloeibare lading met een temperatuur van ten hoogste 250 ºC op een bestaand binnenvaartschip waarbij de niet-warmtebestendige ondersteuning van de tanks wordt vervangen door een gelaagde en drukvaste tankondersteuning waarmee temperatuurverschillen tussen de lading en het water wordt opgevangen conform de eisen van de ADN en die is gecertificeerd door een erkend classificatiebureau,

  • b. bestaande uit: een gelaagde en drukvaste ondersteuningsconstructie.

Toelichting: ADN staat voor Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation.

G 3390

Walstroomaansluiting aan boord van het schip

  • a. bestemd voor: het gebruik maken van aangeboden walstroom aan boord van een schip, niet zijnde een pleziervaartuig, dat is voorzien van een eigen aandrijving en bestemd is voor het vervoer van personen of goederen,

  • b. bestaande uit: aansluitpunt(en), aanpassing van het elektrische systeem aan boord en een verlengkabel om een verbinding tussen het schip en de walstroomkast te kunnen maken, exclusief eventuele zonnepanelen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 7.500 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek. Deze aftopping geldt niet voor walstroomaansluitingen aan boord van zeegaande schepen.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat. Zie www.greenaward.org voor de voorwaarden.

G 3391

Walstroominstallatie op de kade

  • a. bestemd voor: het leveren van walstroom aan schepen, niet zijnde pleziervaartuigen, zodat de eigen generatoren niet gebruikt worden als de schepen aan de kade liggen,

  • b. bestaande uit: een walstroomkast met één of meerdere aansluitpunten, (eventueel) een aan de walstroomkast gekoppeld betalingssysteem, (eventueel) een omvormer naar 60 Hertz en transformatorstation(s).

Mobiele werktuigen

F 3410

Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met:

    • 1. een niet vast of op een schip opgesteld hybride stroomaggregaat, dat voorzien is van één of meer lithiumhoudende accu's, of

    • 2. een niet vast opgestelde puinbreker of pomp, of een niet gekentekende mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats, die ten minste voor de aandrijving is voorzien van een elektromotor of een voorziening waarmee bewegingsenergie tijdelijk kan worden opgeslagen (hybride), en waarbij, als elektrische accu's worden toegepast, dit lithiumhoudende accu's zijn,

  • b. bestaande uit: een mobiele machine, (eventueel) aan de machine te monteren werktuigen of gereedschappen die technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen werken, (eventueel) een oplaadstation, (eventueel) een lithiumhoudende (wissel)accu en (eventueel) een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.

Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld een dozer, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, trekker of vorkheftruck. Op schepen opgestelde hybride stroomaggregaten kunnen worden gemeld voor de energie-investeringsaftrek.

B 3411

Emissiearme milieuvriendelijke mobiele machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een niet vast opgestelde houtversnipperaar, puinbreker, stroomaggregaat, compressor, motorpomp of mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats die voor de aandrijving is voorzien van een:

    • 1. dieselmotor, waarbij de emissies de grenswaarden van fase IV, dan wel bij vermogens tot en met 36 kilowatt US-EPA-emissienorm Tier 4 final niet overschrijden, of

    • 2. aardgasmotor, waarbij onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit (groen gas) of beter is opgewerkt en die voldoet aan één van de eisen zoals opgenomen in onderdeel a van bedrijfsmiddel E 3412,

  • b. bestaande uit: een mobiele machine en (eventueel) aan de machine te monteren werktuigen of gereedschappen die technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen werken.

Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, kolkenzuiger, kraan, trekker, vorkheftruck of vuilniswagen.

Machines met een fase III-B-motor of een Tier IV interim- motor voldoen niet aan de onder 1 gestelde eis.

E 3412

Milieuvriendelijke mobiele machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een niet vast opgestelde houtversnipperaar, stroomaggregaat, motorpomp, puinbreker of een zelfrijdende of getrokken mobiele machine, die voldoet aan ten minste één van de volgende eisen:

    • 1. het geluidniveau van de door een verbrandingsmotor aangedreven mobiele machine is gelijk aan of lager dan het geluidniveau zoals opgenomen onder punt 4 van paragraaf 1 van deze bijlage,

    • 2. het hydraulisch systeem is af-fabriek gevuld met bio-olie, waarbij voor bio-olie voor land- en bosbouwmachines naast Europees Ecolabel ook een Blauer Engel-certificaat voldoet, of

    • 3. het hydraulisch systeem is voorzien van een tweezijdig elektronisch slangbreukbeveiligingssysteem,

  • b. bestaande uit: een mobiele machine en (eventueel) aan de machine te monteren werktuigen of gereedschappen die technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen werken.

Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Een mobiele machine is bijvoorbeeld een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, kolkenzuiger, kraan, trekker of vorkheftruck.

Met een tweezijdig elektronisch slangbreukbeveiligingssysteem wordt een systeem bedoeld dat de olie-uitstroom stopt naar beide zijden van de breuk: de cilinderzijde en bedieningsklepzijde. Machines met een fase IV-motor of een Tier 4-motor, niet zijnde een Tier 4A- of Tier 4-interim-motor kunnen worden gemeld onder B 3411.

Indien in de tabel onder 4 van paragraaf 1 van deze bijlage geen geluideis is opgenomen, dan wordt niet aan die eis in de omschrijving van het bedrijfsmiddel voldaan.

B 3413

Mobiele machine voor heiwerkzaamheden

  • a. bestemd voor: het plaatsen van funderingspalen door,

    • 1. een emissiearm heiblok, waarbij:

      • brandstof onder hoge druk gereguleerd wordt ingespoten op basis van de bodemgesteldheid, en waarbij verse lucht onder druk in de verbrandingskamer wordt gebracht voor het koelen en spoelen,

      • het powerpack is voorzien van een dieselmotor die ten minste voldoet aan de eisen van fase IIIa als bedoeld in Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225), en

      • olieresten uit de afgassen van het heiblok worden verwijderd met een scheidingstechniek, of

    • 2. een hydraulische boorstelling voor het boren van gaten voor funderingspalen, waarvan het hydraulische systeem af-fabriek is gevuld met biologisch afbreekbare, niet-toxisch olie conform Europees Ecolabel,

  • b. bestaande uit: een emissiearm heiblok inclusief bijbehorend powerpack of een hydraulische boorstelling, inclusief boorkast en avegaarboor.

Toelichting: Voor informatie over emissies van de dieselverbrandingsmotor en bio-olie voor duurzaam gebruik zie onder 5 en 6 van paragraaf 1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie is ook te vinden op www.biosmeermiddelen.nl.

A 3460

Stofarme veeg(zuig)machine

  • a. bestemd voor: het verrichten van onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte of bedrijfsterreinen door een zelfrijdende veeg(zuig)machine, die is voorzien van een ontstoffingsinstallatie waardoor de uitgeblazen lucht van fijn stof wordt ontdaan waardoor de continue stofemissie niet meer bedraagt dan 5 milligram per nominaal kubieke meter gemeten conform UNI EN 13284-1:2003 en het verwijderingsrendement ten minste 90% voor PM2,5 en ten minste 97% voor PM10 bedraagt gemeten conform US-EPA Testmethode 201A,

  • b. bestaande uit: een veeg(zuig)machine en (eventueel) een oplaadstation.

C 3465

Vacuümtruck met dampverwerkingssysteem

  • a. bestemd voor: het met een vacuümtruck opzuigen en vervoeren van brandstoffen uit de gevarenklasse ADR-3, waarbij de afgezogen dampen nuttig worden toegepast of vernietigd,

  • b. bestaande uit: een vacuümtruck met een op de truck gemonteerd dampverwerkings- of toepassingssysteem.

Toelichting: ADR staat voor Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par Route.

B 3470

Geluidarme hei- of trilapparatuur

  • a. bestemd voor: geluidarm heien of trillen van funderingspalen of damwandplanken waarbij de geluidsemissie, gemeten conform EN 16228-1: 2014, voldoet aan de volgende norm in dB(A):

    • 1. 100 + 11 log(E) voor hamerende heiapparatuur, waarbij E staat voor de impactenergie in kilojoule, of

    • 2. 115 voor tril- of statische hei-apparatuur,

  • b. bestaande uit: hei- of trilapparatuur, exclusief hydrauliekaggregaat.

Spoorvervoer

F 3510

Locomotief met elektrische of hybride aandrijving

  • a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoeren van goederen met een locomotief, die is voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, die in staat is alleen op het lithiumhoudende batterijpakket te rijden, eventueel in combinatie met een dieselaggregaat, en die eventueel is voorzien van een ingebouwd elektronisch systeem voor rijden op beveiligde baanvakken,

  • b. bestaande uit: een locomotief.

Distributie van alternatieve brandstoffen

F 3710

Waterstofafleverstation

  • a. bestemd voor: het afleveren van waterstof als motorbrandstof voor voertuigen, waarbij de waterstof in gasvorm of vloeibaar wordt geleverd aan het afleverstation,

  • b. bestaande uit: een afleverzuil, (eventueel) compressoren, (eventueel) een bufferopslag en (eventueel) een lokale waterstofzuiveringseenheid.

F 3720

Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen

  • a. bestemd voor: het aan een elektriciteitsnet laden van accu’s van voer- of vaartuigen, die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving,

  • b. bestaande uit: een oplaadsysteem, (eventueel) een meet- en regelsysteem, (eventueel) een betaalsysteem, (eventueel) een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker, (eventueel) een stekkerherkenningssysteem, exclusief zonnepanelen.

Toelichting: Onder voertuig wordt hier ook verstaan fiets of bromfiets.

F 3721

Accuwisselstation

  • a. bestemd voor: het volautomatisch verwisselen van lithiumhoudende accu’s van elektrische auto’s,

  • b. bestaande uit: een accuwisselstation en (eventueel) lithiumhoudende accu's.

B 3730

Afleverstation voor hoge blend biobrandstoffen

  • a. bestemd voor: het afleveren van de biobrandstoffen B30, B100, E85, E95, biomethanol of PPO als motorbrandstof voor voertuigen,

  • b. bestaande uit: een afleverzuil en een bufferopslag voor biobrandstof.

G 3740

Aardgasaflever- of aardgasvulpunt

  • a. bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor voer- of vaartuigen, door een installatie die, voor zover van toepassing, voldoet aan de eisen gesteld in de PGS 25: 2009, de PGS 33-1: 2013 of de PGS 33-2, en waarbij:

    • ten minste de helft van de afleverpunten van de afleverkast of -zuil wordt gebruikt voor het afleveren van aardgas, en

    • onder aardgas ook wordt verstaan CNG, LNG en biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,

  • b. bestaande uit: een afleverkast of -zuil, een compressor, een bufferopslag, (eventueel) een droger en (eventueel) een betaalsysteem, waarbij de compressor, (eventueel) een bufferopslag, droger en betaalsysteem alleen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek voor zover deze worden gebruikt voor het opslaan, afleveren en betalen van aardgas.

Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.

Klimaat en lucht

CO2-uitstoot, overige broeikasgassen, zure depositie, fijn stof, smog, vluchtige organische stoffen (VOS), geur

CO2-uitstoot

F 4110

Kleinschalige stoomreformer voor waterstofproductie

  • a. bestemd voor: de lokale productie van industrieel waterstof of waterstof voor vervoerstoepassingen, waarbij:

    • 1. de waterstof gemaakt wordt uit biogas of biobrandstof, of

    • 2. de vrijkomende CO2 nuttig wordt toegepast of wordt opgeslagen,

  • b. bestaande uit: een reformer-reactor en een waterstofzuiveringseenheid.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 4111

Noodstroomvoorziening met brandstofcelsysteem

  • a. bestemd voor: het, bij uitval van de primaire stroomvoorziening, garanderen van de stroomvoorziening met een brandstofcelsysteem, waarbij de ingezette brandstof direct wordt omgezet in elektrische energie,

  • b. bestaande uit: een (systeem van) brandstofcel(len) en (eventueel) een elektriciteitsomzetter.

F 4120

Oxyfuel-verbrandingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het verbranden van brandstoffen met zuivere zuurstof, met uitzondering van toepassingen in de be- en verwerking van metalen, metaalverbindingen en glas,

  • b. bestaande uit: (aanpassingen aan) een verbrandingsinstallatie en (eventueel) een gasscheidingsinstallatie voor het maken van zuivere zuurstof.

A 4121

Luchtemissiebeperkende voorziening voor een bestaande stookinstallatie

  • a. bestemd voor: het verminderen van luchtzijdige emissies van een bestaande stookinstallatie, waarbij voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • de stookinstallatie heeft een thermisch vermogen kleiner dan 50 megawatt,

    • onder stookinstallatie wordt niet verstaan een ketel met een nominaal vermogen kleiner dan 1 megawatt,

    • de stookinstallatie is vóór 1 april 2010 in gebruik genomen, en

    • de emissie van NOx, SO2, totaal stof en CxHy in de afgassen voldoet aan de emissiegrenswaarden gesteld in paragraaf 3.2.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, gemeten volgens een meetmethode die voldoet aan de eisen van het Activiteitenbesluit milieubeheer,

  • b. bestaande uit: emissiebeperkende techniek en (eventueel) aanpassing van een bestaande stookinstallatie.

Toelichting: Informatie over het Activiteitenbesluit milieubeheer is te vinden op www.infomil.nl. Onder het thermisch vermogen wordt het ingangsvermogen van de installatie verstaan. Technieken die emissies verder verminderen dan vereist is volgens het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn te vinden in hoofdstuk 2, 3 en 4 van de Milieulijst, waarbij veelal een hoger financieel voordeel verkregen kan worden.

A 4140

Bioreactor met verminderde slibretentie voor stikstofverwijdering (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van CO2 van een bestaande waterzuiveringsinstallatie door het vervangen van een conventionele nitrificatie-/denitrificatie-installatie door een bioreactor voor verwijdering van stikstof waarin nitrificatie en denitrificatie plaatsvindt zonder nitraatvorming,

  • b. bestaande uit: een bioreactor, een (lamellen)afscheider, een chemicaliëndosering, een compressor, een beluchtingsinstallatie, een menger, een koolstofbrondosering en (eventueel) een warmtewisselaar, exclusief de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.

Overige broeikasgassen

F 4210

SF6-vrij hoog- of middenspanningsschakelsysteem (vervanging)

  • a. bestemd voor: het doorschakelen van hoog- en middenspanning in een transformatorstation, waarbij bestaande SF6-bevattende schakelsystemen worden vervangen door gevacumeerde of gekoelde schakelsystemen die geen SF6 bevatten,

  • b. bestaande uit: een vacuüm last- of vermogensschakelaar of een gekoelde last- of vermogensschakelaar.

B 4211

Transformator met plantaardige olie

  • a. bestemd voor: het omzetten van hoogspanning naar laagspanning door een transformator die is geïsoleerd met uitsluitend plantaardige olie,

  • b. bestaande uit: een transformator.

D 4215

Koudemiddelen met zeer lage GWP in een bestaande koelinstallatie of warmtepomp (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het koelen met een bestaande, mobiele of stationaire koelinstallatie of het verwarmen met een bestaande warmtepomp, waarbij het bestaande milieuonvriendelijke koudemiddel met een aardopwarmingsvermogen GWP (Global Warming Potential) van meer dan 150 wordt vervangen door een koudemiddel met een GWP van niet meer dan 25, en waarbij:

    • het koelvermogen van de bestaande koelinstallatie of het thermisch vermogen van de bestaande warmtepomp ten minste 10 kilowatt bedraagt,

    • het elektriciteitsverbruik van de koelinstallatie of de warmtepomp niet toeneemt, en

    • met een afleverbewijs, -certificaat of -bon wordt aangetoond dat het oude milieuonvriendelijke koudemiddel is afgeleverd bij de leverancier of een daarvoor bevoegd afnamepunt,

  • b. bestaande uit: een koudemiddel met een GWP van niet meer dan 25 en (eventueel) aanpassing van de bestaande koelinstallatie of warmtepomp die technisch noodzakelijk is voor het vervangen van het koudemiddel.

De eventuele aanpassing van de bestaande koelinstallatie of warmtepomp komt voor ten hoogste € 200 per kilowatt koelvermogen van de bestaande koelinstallatie of thermisch vermogen van de bestaande warmtepomp in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.

Toelichting: Zie voor nieuwe energiezuinige koelinstallaties of warmtepompen de energie-investeringsaftrek.

F 4220

Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 75% vermindering)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste 75% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bedraagt,

  • b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande motor en (eventueel) een roetfilter.

A 4221

Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 50% vermindering)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste 50% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bedraagt,

  • b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande motor en (eventueel) een roetfilter.

F 4230

Gesloten plasmareinigingssysteem op basis van NF3 (vervanging)

  • a. bestemd voor: het intern reinigen van procesapparatuur voor het produceren van halfgeleiders of zonnecellen met NF3 in een gesloten systeem, ter vervanging van een bestaand reinigingsproces op basis van C2F6,

  • b. bestaande uit: een gesloten plasmareinigingssysteem.

Zure depositie

A 4300

Emissiearme houtgestookte ketel of kachel

  • a. bestemd voor:

    • 1. het verwarmen van water met een houtgestookte ketel met een vermogen van minder dan 1 megawatt, waarbij de emissie van onderscheidenlijk NOx en stof ten hoogste gelijk is aan de volgende emissiegrenswaarden (bij 6% O2):

      • 230 milligram NOx per normaal kubieke meter, en

      • 30 milligram stof per normaal kubieke meter, of

    • 2. het verwarmen van ruimtes met een houtgestookte kachel met een vermogen tot 50 kilowatt in combinatie met een nageschakelde techniek om vaste en gasvormige verontreinigingen in de rookgassen te verwijderen, waarbij de emissie van stof ten hoogste 40 milligram per normaal kubieke meter (bij 13% O2) bedraagt,

  • b. bestaande uit: een houtgestookte ketel, (eventueel) een automatisch brandstofinvoersysteem en (eventueel) een nageschakelde luchtemissiebeperkende techniek.

A 4310

Verwarmingsketel met geïntegreerde low-NOx-brander < 30 milligram per normaal kubieke meter

  • a. bestemd voor: het verwarmen van water met een ketel met een geïntegreerde brander, waarbij de rookgassen niet meer dan 30 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober 2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een ketel met een geïntegreerde brander.

A 4311

Verwarmingsketel met low-NOx-voorzetbrander < 40 milligram per normaal kubieke meter

  • a. bestemd voor: het verwarmen van water of het produceren van lagedrukstoom (ten hoogste 5 bar en ten hoogste 110 °C) met een combinatie van een ketel en een voorzetbrander, waarbij de rookgassen niet meer dan 40 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober 2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een voorzetbrander en een ketel.

B 4312

Verwarmingsketel met low-NOx-brander voor stoom of thermische olie < 60 milligram per normaal kubieke meter

  • a. bestemd voor: het produceren van hogedrukstoom (ten minste 5 bar) of het verwarmen van thermische olie met een combinatie van een ketel en een brander, waarbij de rookgassen niet meer dan 60 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober 2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,

  • b. bestaande uit: een brander en een ketel.

A 4315

Selectieve katalytische reductie-installatie (SCR)

  • a. bestemd voor: het door chemische reductie omzetten van stikstofoxiden in afgassen van de onderstaande installaties:

    • 1. een industriële proces- of verbrandingsinstallatie, waardoor de NOx-emissie lager is dan 50 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2), gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A,

    • 2. motoren van een zeeschip waarbij een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85% wordt bereikt, of

    • 3. een industriële proces- of verbrandingsinstallatie op de BES-eilanden, Curaçao, Sint Maarten of Aruba, waarbij een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85% wordt bereikt,

  • b. bestaande uit: een katalysator en een ammoniak- of ureuminjectiesysteem.

Toelichting: Een Stoom- en Gasturbine (STEG) wordt gezien als een verbrandingsinstallatie en kan onder dit bedrijfsmiddel worden gemeld. Een SCR-installatie op een binnenvaartschip kan worden gemeld onder F 3360.

A 4316

Selectieve non-katalytische reductie-installatie (SNCR)

  • a. bestemd voor: het omzetten van NOx in afgassen van installaties met injectie van ureum of ammoniak door een reductie-installatie met een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85%, waardoor de NOx-emissie lager is dan 50 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2), gemeten volgens de Regeling meetmethoden emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A,

  • b. bestaande uit: een ammoniak- of ureuminjectiesysteem.

F 4320

Gaswasser voor een aluminiumsmelterij

  • a. bestemd voor: het ontzwavelen van afgassen van een aluminiumsmelterij door het oplossen van de verontreinigende stoffen in een vloeistof,

  • b. bestaande uit: een gaswasser.

F 4325

(Biologische) ontzwavelingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het reinigen van met zwavel verontreinigde gasvormige gassen, die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties, raffinaderijen of petrochemische installaties, door een al dan niet biologische ontzwavelingsinstallatie met een zwavelverwijderingsrendement van ten minste 95%, waarbij elementair zwavel of zwavelverbindingen worden afgescheiden en nuttig worden toegepast,

  • b. bestaande uit: ontzwavelingsinstallatie en (eventueel) een wasvloeistofbehandelingssysteem, waarbij apparatuur voor de productie of nuttige toepassing van zwavel of zwavelverbindingen niet in aanmerking komt voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Fijn stof

F 4410

Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het met ten minste 80% verminderen van het ontstaan van stof, al dan niet in combinatie met het verwijderen van andere milieuschadelijke componenten, door aanpassing of vervanging van een productieproces in de industrie, waarbij:

    • sprake is van de aanpak van de stofbron(nen), waarbij het ontstaan van vaste deeltjes in de lucht wordt voorkomen,

    • de reststofemissie naar de buitenlucht niet meer bedraagt dan 5 milligram stof per normaal kubieke meter,

    • de vermindering van stofemissie niet wordt gerealiseerd door het isoleren, afzuigen of afvangen van reeds gevormd stof,

    • de vermindering van de stofontwikkeling gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om het ontstaan van stof te beperken of te voorkomen, exclusief end-of-pipe-technieken en exclusief investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

A 4415

Lasergraveersysteem voor natuursteen

  • a. bestemd voor: het stofvrij aanbrengen van afbeeldingen en tekst op natuursteen met een CO2-laserstraal,

  • b. bestaande uit: een lasergraveerinstallatie, een besturingssysteem en een afzuiginstallatie.

B 4416

Platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar voor indirect halogeenvrij koelen, drogen of verwarmen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie

  • a. bestemd voor: het indirect koelen, drogen of verwarmen van vrijstromende vaste stoffen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie, waardoor het ontstaan van stof, al dan niet in combinatie met andere gasvormige verontreinigingen, wordt voorkomen of geminimaliseerd, en waarbij het energiegebruik niet groter is dan bij toepassing van een directe koel-, droog- of verwarmingstechniek en in geval van koeling uitsluitend halogeenvrije koelmiddelen worden gebruikt,

  • b. bestaande uit: een platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar.

Toelichting: Bij een indirect systeem komen het medium en het te koelen, te drogen of te verwarmen product niet met elkaar in contact. Het indirect koelen, drogen of verwarmen van vloeistoffen komt niet in aanmerking.

F 4420

Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering

  • a. bestemd voor: het afscheiden van stof uit afgas of luchtstroom tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering door een vast opgestelde ontstoffingsinstallatie, waarbij de stofemissie naar de buitenlucht niet meer dan 20 milligram stof per normaal kubieke meter bevat en waarbij wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de emissie van stof te verminderen tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Met niet-reguliere bedrijfsvoering wordt bedoeld: storingen, onderhoud aan de (reinigings-)technieken en opstarten en stoppen van installaties of processen. Bedrijfsmiddelen die de stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering kunnen beperken zijn bijvoorbeeld twee parallel geschakelde stoffilters waarbij in geval van uitval van één van de twee filters toch sprake is van ontstoffing.

F 4421

Snuffelpalen voor stofdetectie en -registratie

  • a. bestemd voor: het continu optisch online detecteren, registreren en terugrekenen van stofemissies tot bedrijfsemissies rondom op- en overslagen met een verwachte emissie van fijn stof van ten minste 25 ton per jaar, om de stofemissie te beheren en te minimaliseren,

  • b. bestaande uit: stofdetectieapparatuur op basis van een optische techniek en registratieapparatuur.

D 4422

Gesloten beladingssysteem

  • a. bestemd voor: het met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok verminderen van stofemissies bij het laden of lossen van vrachtwagens of schepen, waarbij de verbinding op onderdruk wordt gehouden en de uittredende lucht wordt gefilterd,

  • b. bestaande uit: een beladingsbalg met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok, een filteraansluiting of een geïntegreerd stoffilter en (eventueel) een ventilator.

F 4424

Gesloten op- of overslag van kolen of andere droge niet voor consumptie bestemde bulkgoederen

  • a. bestemd voor: het ter beperking van de verspreiding van stofdeeltjes naar de buitenlucht op- of overslaan van kolen, erts, stofvormend afval of mineralen of biomassa die niet bestemd zijn voor consumptie, in een gesloten opslagruimte voorzien van ontstoffingsinstallatie, waarbij:

    • de capaciteit bulkgoederenopslag ten minste 10 ton bedraagt,

    • de bulkgoederen vallen onder de stuifklasse S4 en S5 zoals genoemd in de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR), bijlage 4.6 of bijlage 3 van het Activiteitenbesluit,

    • in geval van een opslagruimte of loods sprake is van bronafzuigpunten,

    • de luchtstroom die eventueel naar buiten wordt afgevoerd van stof wordt ontdaan waardoor de luchtstroom minder dan 5 milligram stof per normaal kubieke meter bevat, en

    • het laden, lossen of transport van de bulkgoederen volledig gesloten plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: een gesloten opslag, loods of silo, een ontstoffingsinstallatie, (eventueel) een mechanisch en afgesloten systeem voor het vullen en legen van de gesloten opslag, en (eventueel) een brandveiligheidssysteem ter beperking van het broeirisico.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

A 4480

Ontstoffingsinstallatie met een hoog scheidingsrendement voor fijn stof

  • a. bestemd voor: het met een stofafscheider verwijderen van stofdeeltjes uit een industriële afgas- of luchtstroom, al dan niet in combinatie met verwijdering van andere milieuschadelijke of hinderlijke componenten, waarbij:

    • de reststofemissie naar de buitenlucht niet meer bedraagt dan 4 milligram stof per normaal kubieke meter,

    • aangetoond wordt dat een scheidingsrendementen worden behaald van ten minste 99% voor PM10 en ten minste 70% voor PM2,5,

    • het energiegebruik niet hoger is dan bij een gangbare ontstoffingstechniek, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: een stofafscheider, (eventueel) een ventilator en (eventueel) een systeem voor het terugvoeren van de grondstof.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

D 4485

Filtrerende stofafscheider voorafgegaan door puntgerichte afzuiging

  • a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas of luchtstroom, niet afkomstig uit een stal of gebouw in de landbouw, waarbij:

    • puntgericht afgezogen lucht van stof wordt ontdaan met een vast opgestelde filtrerende stofafscheider, waardoor de lucht die naar buiten wordt geblazen niet meer dan 1 milligram stof per normaal kubieke meter bevat, voor zover deze restemissie niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet, en

    • de aanschaf van de ontstoffingsinstallatie ten minste € 10.000 bedraagt,

  • b. bestaande uit: een filtrerende stofafscheider, een ventilator en (eventueel) apparatuur benodigd om de condities van de te reinigen gassen aan te passen voor stofafscheiding op basis van filtratie.

Toelichting: Arbo-verplichtingen zoals genoemd in dit bedrijfsmiddel kunnen bijvoorbeeld gelden als gefilterde lucht gedeeltelijk of geheel wordt gerecirculeerd in de bedrijfsruimte waar personeel werkt.

D 4487

Meertraps-ontstoffingsinstallatie voor sinterfabriek

  • a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes en schadelijke gassen uit de afgassen van een sinterfabriek, waarbij gebruik wordt gemaakt van ten minste twee afzonderlijke scheidingssystemen, waaronder een filtrerende afscheider, waardoor de stofemissie naar de buitenlucht ten hoogste 5 milligram stof per normaal kubieke meter bedraagt,

  • b. bestaande uit: een meertrapsontstoffingsinstallatie, (eventueel) een doseerinstallatie, (eventueel) een reactor en (eventueel) een wastoren.

Vluchtige organische stoffen (VOS)

F 4500

VOS-emissiereducerende apparatuur

  • a. bestemd voor: het voorkomen, terugwinnen of beperken van de emissie van vluchtige organische stoffen (VOS) bij het reinigen, lijmen of coaten door toepassing van één of meer milieuvriendelijke technieken in een bedrijf (type B of C) dat voldoet aan de VOS-eisen van het Activiteitenbesluit en dat met betrekking tot de totale emissie van het bedrijf ten minste 40% vermindering behaalt van:

    • 1. het VOS-verbruik (in kilogram per jaar) behaald ten opzichte van de bestaande situatie berekend op basis van de in- en verkoopgegevens (of oplosmiddelboekhouding), voor zover afdeling 2.11 niet van toepassing is en waarbij het oorspronkelijke oplosmiddelenverbruik ten minste 1.000 kilogram per jaar bedraagt,

    • 2. de beoogde emissie, bepaald volgens het reductieprogramma conform artikel 2.29, lid 2 van het Activiteitenbesluit milieubeheer,

    • 3. de emissiegrenswaarde van de concentratie VOS in het afgas (in milligram C of VOS per normaal kubieke meter) conform afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, of

    • 4. de eis voor diffuse emissie conform afdeling 2.11 en bepaald in artikel 2.29, lid 1a van het Activiteitenbesluit milieubeheer, en

    waarbij onder punt 1 tot en met 4 wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: VOS-emissiereducerende apparatuur.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Voor nadere informatie over de VOS-eisen van het Activiteitenbesluit, zie www.infomil.nl/oplosmiddelen en de luchtvoorschriften onder de pagina’s over reinigen, lijmen en coaten op www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/activiteiten/materiaalbewerking.

Zie voor nadere informatie over het bepalen van het verbruik genoemd bij het eerste aandachtsstreepje: www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/stoffen-lucht/vos/activiteitenbesluit/vragen_en_antwoorden/@95391/definitie-vos.

Voor nadere informatie over de beoogde emissie, de emissiegrenswaarde en de diffuse emissie genoemd bij respectievelijk het tweede, derde en vierde aandachtsstreepje, zie Activiteiten en grenswaarden en Beschrijving regime onder respectievelijk 5.1 regime 1 en 5.2 regime 2 op www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/lucht-in-het/sitemap/5-voldoen.

F 4520

Dubbele mechanische asafdichting of hermetisch gesloten magnetische koppeling

  • a. bestemd voor: het verminderen of voorkomen van lek- en verdampingsverliezen van vluchtige organische stoffen of andere milieuschadelijk gassen langs roterende assen van machines, door:

    • 1. een dubbele mechanische afdichting die voldoet aan ISO 21049:2004, categorie 3, arrangement 3, of

    • 2. een hermetisch gesloten magnetische koppeling, en

    waarvoor geen verplichting bestaat vanuit het bevoegd gezag of het Activiteitenbesluit milieubeheer,

  • b. bestaande uit: een dubbele mechanische asafdichting of magnetische koppeling.

A 4530

Gesloten reinigingsinstallatie zonder vluchtige organische stoffen

  • a. bestemd voor: het onder vacuüm reinigen van machineonderdelen met uitsluitend reinigingsmiddelen zonder vluchtige organische stoffen, waarbij het gebruikte reinigingsmiddel wordt gerecycled,

  • b. bestaande uit: een gesloten reinigingsinstallatie.

D 4531

Reinigings- of ontvettingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het ontvetten en reinigen van metalen (half-)producten door een installatie waarin uitsluitend reinigingsmiddelen zonder vluchtige organische oplosmiddelen worden gebruikt, en waarbij het gebruikte reinigingsmiddel wordt gerecycled,

  • b. bestaande uit: een ontvettings- en reinigingsinstallatie, pompen, (eventueel) een verwarmingssysteem, (eventueel) een drooginstallatie en (eventueel) een water- of badreinigingsinstallatie, exclusief eventuele beitsinstallaties.

Toelichting: Ook poederontvetting of reiniging met superkritisch CO2 komen in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek.

A 4550

Druktorens voor waterloze offset

  • a. bestemd voor: het bedrukken van materiaal zoals papier, karton, textiel of kunststof door een offsetdrukmachine die waterloze inkten verbruikt,

  • b. bestaande uit: druktorens en (eventueel) een droogeenheid.

A 4551

Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen

  • a. bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van inkt en het strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem zonder gebruik te maken van vluchtige organische reinigingsmiddelen,

  • b. bestaande uit: een inktverwijderingseenheid, een stripeenheid en een rondpompsysteem, waarbij apparatuur voor het reinigen van persrollen niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

F 4570

Textielreinigingssysteem met CO2

  • a. bestemd voor: het reinigen van textiel met CO2,

  • b. bestaande uit: een reinigingsinstallatie, een toevoereenheid, een mengsysteem, een pomp en een opslagsysteem voor CO2.

G 4571

Natreinigingssysteem

  • a. bestemd voor: het reinigen van bovenkleding door een nat proces op basis van water in plaats van perchloorethyleen, waarbij de gereinigde bovenkleding met een gasgestookte roterende droger wordt gedroogd,

  • b. bestaande uit: een reinigingsmachine, een droger en (eventueel) een vormdroger.

E 4572

Gesloten textielreinigingsmachine met halogeenvrije oplosmiddelen

  • a. bestemd voor: het reinigen van niet-natwasbaar textiel in een gesloten textielreinigingsmachine ter vervanging van een bestaande PER-reinigingsmachine,

    • die in één cyclus textiel reinigt en droogt,

    • die reinigt met niet-toxische, halogeenvrije oplosmiddelen van klasse A III met een vlampunt boven 55°C en die lichter zijn dan water,

    • die voorzien is van een droogsysteem op basis van een warmtepomp,

    • waarin het oplosmiddel wordt teruggewonnen in een emissievrij destillatiesysteem, en

    • waarbij de bestaande PER-reinigingsmachine wordt verwijderd,

  • b. bestaande uit: een computergestuurde textielreinigingsmachine, een warmtepomp, elektronische droogcontrole, een koelcompressor, een waterafscheider, een overvulbeveiliging van het destillatie- en residuvat en een emissievrij vul- en uitruimsysteem.

A 4580

Vlamloze thermische naverbrander voor afgassen

  • a. bestemd voor: het naverbranden van vluchtige organische stoffen of aromatische koolwaterstoffen in afgassen met behulp van een keramisch bed dat wordt verhit, waarbij:

    • het afgas niet direct in contact staat met de open vlam van de brander(s),

    • de NOx-emissie niet meer bedraagt dan 10 milligram per nominaal kubieke meter (bij 11% O2), en

    • het netto energiegebruik niet meer bedraagt dan 75 kilojoule per nominaal kubieke meter afgas,

  • b. bestaande uit: een vlamloze thermische naverbrander.

B 4581

Biologisch luchtfilter voor vluchtige organische stoffen

  • a. bestemd voor: de microbiologische afbraak van vluchtige organische stoffen uit afgassen,

  • b. bestaande uit: een bak of vat met biomassa op dragermateriaal, een ventilator, (eventueel) een filterbevochtigingsinstallatie, (eventueel) een afgasbevochtigingsinstallatie, (eventueel) een demister en (eventueel) een afgassenkoelinstallatie.

F 4582

Gas- en dampadsorber met regeneratie

  • a. bestemd voor: het verwijderen van:

    • 1. vluchtige organische stoffen, geurstoffen en dampen uit afgassen door adsorptie, gevolgd door regeneratie van het adsorptiemiddel en terugwinning of vernietiging van de vluchtige organische stoffen, of

    • 2. zware metalen uit afgassen door adsorptie, gevolgd door regeneratie van het adsorptiemiddel en terugwinning van de metalen,

  • b. bestaande uit: een adsorber en een regeneratie-eenheid.

F 4583

Vlamloze thermische oxidator voor afgassen met energieterugwinning

  • a. bestemd voor: het thermisch oxideren van verbrandingsgassen, rookgassen, stortgassen of vluchtige organische stoffen (VOS) met behulp een reactor voorzien van een warmtebufferend medium waarbij:

    • de NOx-emissie niet meer bedraagt dan 5 milligram per nominaal kubieke meter (bij 11% O2), en

    • sprake is van netto energiewinst,

  • b. bestaande uit: een vlamloze thermische oxidator, (eventueel) een compressor en (eventueel) een warmtewisselaar, exclusief turbine en generator.

Overige luchtverontreiniging

F 4600

Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)

  • a. bestemd voor: het verminderen van de styreenemissie van een industrieel productieproces met ten minste 80%, door aanpassing of vervanging van het productieproces, waarbij:

    • de styreenemissie met meer dan 1.000 kilogram per jaar wordt verminderd,

    • de styreenemissie wordt voorkomen of afgevangen en teruggewonnen,

    • de vermindering van de styreenemissie gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande situatie, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de emissie van styreen te verminderen, waarbij adsorptietechnieken met actief kool niet in aanmerking komen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Reductie van styreenemissie kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het voorkomen van de verdamping van styreen in een gesloten systeem, harsen waarin styreen deels is vervangen of voorzien zijn van additieven die verdamping van styreen beperken, alternatieve spuittechnieken en regeneratieve adsorptietechnieken.

B 4615

Gesloten malsysteem voor kunstharsverwerking

  • a. bestemd voor: het verwerken van kunstharsen in een gesloten mal voorzien van een vacuüminjectie- of overdruksysteem ter vermijding van styreenemissies, waarvoor geen verplichting bestaat vanuit het bevoegd gezag of het Activiteitenbesluit milieubeheer,

  • b. bestaande uit: een vacuüm- of persinstallatie, een gesloten malsysteem, injectieapparatuur en (eventueel) een oven.

A 4680

Plasma-omzetter voor gasvormige verontreinigingen

  • a. bestemd voor: het in een niet-thermisch plasmaveld ontleden van gasvormige verontreinigingen in ruimtelucht, niet bestemd voor productie, of afgassen of andere naar buiten af te voeren lucht, waarbij de verontreinigingen worden omgezet in onschadelijke stoffen of uiteenvallen in hun elementaire componenten,

  • b. bestaande uit: een hoogspanningsbron, een reactiekamer, een besturingssysteem en (eventueel) een katalysator.

Toelichting: Apparatuur voor de reiniging van lucht door oxidatie kan gemeld worden onder E 4681.

E 4681

(Katalytische) oxidatie-installatie voor luchtreiniging

  • a. bestemd voor: het (al dan niet katalytisch) oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen, zuurstofionen, ozon of UV-bestraling,

    • 1. van pathogenen, geur- of koolwaterstoffen in naar buiten te blazen luchtstromen, of

    • 2. voor desinfectie van ruimtelucht bij toepassing in de industrie, waardoor het gebruik van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd,

  • b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, (eventueel) doseer- of injectieapparatuur, (eventueel) een waterstofperoxidewasser, (eventueel) een wastoren, (eventueel) een katalysator, (eventueel) een ozongenerator, (eventueel) een restozonabsorber of -vernietiger en (eventueel) een zuurstofradicaalgenerator.

Toelichting: Apparatuur voor de reiniging van lucht met niet-thermische plasma kan gemeld worden onder A 4680.

B 4685

Biogaswasser

  • a. bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties of stallen, door een biologische gaswasinstallatie, waarbij er geen sprake is van het opwaarderen van gas, zoals biogas of stortgas, tot een hoogwaardiger brandstof,

  • b. bestaande uit: biomassa op dragermateriaal, een tank, (eventueel) een ventilator, (eventueel) een druppelvanger, (eventueel) een chemicaliëndoseerinstallatie en (eventueel) een wasvloeistofbehandelingssysteem.

B 4686

Oxidatiebed voor zuivering van lucht

  • a. bestemd voor: het biologisch reinigen van lucht of het gelijktijdig in één reactor biologisch reinigen van lucht en afvalwater, niet afkomstig van afval- of slibverwerkingsinstallaties, waarbij het verwijderingsrendement voor geurstoffen in de lucht ten minste 90% bedraagt,

  • b. bestaande uit: een oxidatiebed.

Ruimtegebruik

Ecologische systemen, biodiversiteit, oppervlaktewater, grondwater, bodem, gevaarlijke stoffen, externe veiligheid

Ecosystemen en biodiversiteit

F 5100

Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken

  • a. bestemd voor: het op land door apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren en eventueel voor het verminderen van stedelijke warmte-eiland effecten, eventueel voorzien van natuurlijke speelelementen en begroeiing voor kinderen om buitenspelen te stimuleren, waarbij:

    • het toegepaste hout voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit en (eventueel) natuurlijke speelelementen, exclusief geprefabriceerde speelelementen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamill onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking onder F 5100. Bedrijfsmiddelen die uitgesloten zijn op grond van artikel 3.45 van de Wet inkomstenbelasting 2001 komen niet in aanmerking.

Landschapselementen kunnen bijvoorbeeld veedrinkpoelen, houtwallen, hagen en bomen zijn, die als element homogeen in het gebiedseigen landschap opgenomen zijn. Informatie over gebiedseigen elementen zijn onder andere te vinden op de volgende websites: www.spade.nl, www.landschapsbeheer.nl en www.nederlandscultuurlandschap.nl.

Voor landschapsinrichting kan mogelijk ook gebruik gemaakt worden van de maatlat BREEAM-NL Gebied, http://www.breeam.nl/gebied/breeam_gebied/. Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Levende Duurzame Buitenruimtes’ kunnen mogelijk voor deze code gemeld worden.

C 5110

Visvriendelijk en geluidarm waterkrachtsysteem

  • a. bestemd voor: het opwekken van energie door een niet-axiale rotor met watergesmeerde magnetische of kunststof lagers,

  • b. bestaande uit: een waterkrachtsysteem.

F 5120

Visgeleidingssysteem

  • a. bestemd voor:

    • 1. het voorkomen van beschadiging of sterfte van vissen bij de inname van koel- of proceswater, of

    • 2. het opheffen van bestaande kunstmatige barrières zoals veroorzaakt door stuwen en waterkrachtcentrales bij de migratie van vis,

  • b. bestaande uit: een vistrap en/of visgeleidingssysteem en/of een visbypass-systeem.

F 5125

Onderwatergeluidsschadebeperkende apparatuur

  • a. bestemd voor: het in real time voorkomen van gedragsverstoring of gehoorschade bij zeezoogdieren door het monitoren van de aanwezigheid van zeezoogdieren, het meten van door de mens veroorzaakt onderwatergeluid en het op basis hiervan nemen van geluidbeperkende maatregelen,

  • b. bestaande uit: een onderwatergeluidmonitoringssysteem, een zeezoogdiermonitoringssysteem en geluidbeperkende voorzieningen.

F 5129

Verjagingsapparatuur voor vogels of vleermuizen

  • a. bestemd voor: het voorkomen en verminderen van letsel door:

    • 1. het verjagen en eventueel monitoren van vogels en vleermuizen bij windmolens, waarbij plaatsing en uitvoering van de verjagings- en eventueel monitoringsapparatuur plaatsvindt in samenwerking met een relevante en erkende onderzoeksorganisatie, of

    • 2. het verjagen van vogels door middel van laserlicht,

  • b. bestaande uit: verjagingsapparatuur en (eventueel) monitoringsapparatuur, (eventueel) aanpassingen aan de windmolen.

A 5140

Moerasbed- of helofytenfilter

  • a. bestemd voor: het stimuleren van de lokale biodiversiteit en het zuiveren van oppervlaktewater met een drijvend of vast filtersysteem samengesteld uit bodemmateriaal en waterzuiverende beplanting, al dan niet opgenomen in een natuurvriendelijke oever zijnde een glooiende oever met, bij voorkeur gebiedseigen, begroeiing,

  • b. bestaande uit: een filtersysteem, (eventueel) apparatuur voor het opwekken van elektriciteit uit zonne-energie, (eventueel) een pomp en exclusief de volgende onderdelen: terrassen, beschoeiingen, kunstobjecten en reclame-uitingen.

Toelichting: Moerasbed- of helofytenfilters die gebruikt worden voor het zuiveren van afvalwaterstromen uit de agrarische sector kunnen gemeld worden onder A 2145, A 2345, of A 2346.

Filters voor de zuivering van industrieel afvalwater of effluent komen niet in aanmerking.

A 5190

Mobiele verbrandingsoven voor verdelging van eikenprocessierupsen

  • a. bestemd voor: het met een mobiel werktuig verwijderen en verwerken van (resten van) eikenprocessierupsen door opzuiging van de rupsen direct gevolgd door vernietiging ter plaatse in een oven,

  • b. bestaande uit: een zuigeenheid, een toevoersysteem, een oven, een brander en een rookgasbehandeling.

Oppervlaktewater

A 5210

Windgekoelde condensor

  • a. bestemd voor: het condenseren van koudemiddel in een koelinstallatie door buitenlucht zonder gebruik te maken van ventilatoren of spuiwater, ter voorkoming van geluidhinder en waterverbruik,

  • b. bestaande uit: een windgekoelde condensor.

A 5220

Uitklapbare waterkering

  • a. bestemd voor: het voorkomen van overstromingen of de verspreiding van verontreinigd blus-, afval- of regenwater bij calamiteiten, door een uitklapbare waterkerende constructie, die buiten gebruik ter plaatse ondergronds is opgeslagen,

  • b. bestaande uit: een stalen uitklapbare damwand, een betonnen goot en afdekplaten.

A 5250

Plaatsspecifieke onkruidbestrijdingsapparatuur voor (half-) verhardingen

  • a. bestemd voor: het plaatsspecifiek bestrijden en voorkomen van onkruidgroei op (half-)verhardingen door water of een biologisch afbreekbaar bestrijdingsmiddel onder een druk van ten hoogste 3 bar of met een temperatuur van ten minste 95°C toe te dienen waarbij,

    • met behulp van optische sensoren onkruid wordt gedetecteerd en daarop de spuitdoppen worden aangestuurd,

    • de afstand tussen de spuitdoppen en het onkruid niet meer dan 25 centimeter bedraagt, en

    • de afstand tussen de spuitdoppen niet meer dan 10 centimeter bedraagt,

  • b. bestaande uit: een onkruidbestrijdingmachine met onkruidsensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid, een sensorbesturing van de spuitboom en buffervaten.

A 5251

Onkruidbestrijdingsapparatuur met heet water voor (half-)verhardingen of spoorbanen

  • a. bestemd voor: het bestrijden van onkruid op (half-)verhardingen of spoorbanen met water met een temperatuur van ten minste 95°C door een machine die uitgerust is met een warmtewisselaar,

  • b. bestaande uit: een onkruidbestrijdingmachine met heet water systeem, warmtewisselaar voor het koken van het water, roetfilter, brander, ketels, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid, besturing van de spuitboom en buffervaten.

Bodem en grondwater

F 5320

Grondwatersaneringssysteem met nuttig gebruik van saneringswater voor een andere toepassing in de ondergrond

  • a. bestemd voor: het saneren van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het verontreinigd grondwater nuttig gebruikt wordt voor een andere toepassing in de ondergrond en waarbij tevens sprake is van zuivering van het te infiltreren grondwater met een zuiveringswerk,

  • b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, (eventueel) een warmtewisselaar, (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid en (eventueel) een zuiveringswerk voor het te infiltreren grondwater.

Toelichting: Andere voorbeelden van nuttige toepassingen in de ondergrond zijn het tegengaan van verdroging (natuurbeheer of -herstel) of van grondwateroverlast door het stopzetten van industriële bronnen of elke andere combinatie van meerdere gebruiksfuncties waarvan het verbeteren van de grondwaterkwaliteit er één is.

B 5321

Grondwaterbeheerssysteem met nuttig gebruik van saneringswater voor een andere toepassing in de ondergrond

  • a. bestemd voor: het nuttig gebruik van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming voor een andere toepassing in de ondergrond en waarbij de verontreinigingsvlek aantoonbaar geohydrologisch beheerst wordt,

  • b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, (eventueel) een warmtewisselaar en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

Toelichting: Andere voorbeelden van nuttige toepassingen in de ondergrond zijn het tegengaan van verdroging (natuurbeheer of -herstel) of van grondwateroverlast door het stopzetten van industriële bronnen of elke andere combinatie van meerdere gebruiksfuncties waarvan het verbeteren van de grondwaterkwaliteit er één is.

A 5322

Grondwaterbeheerssysteem met duurzame energievoorziening

  • a. bestemd voor: het beheersen van grondwater met verontreinigingen in de zin van de Wet bodembescherming, die op de betreffende locatie aantoonbaar niet gesaneerd kunnen worden en waarbij de energievoorziening van de beheersing ten behoeve van de exploitatiefase voor ten minste 75% ter plaatse wordt opgewekt uit duurzame energiebronnen,

  • b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, (eventueel) overige apparatuur ten behoeve van beheersing van de verontreiniging en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid, exclusief de duurzame energievoorziening.

Toelichting: Duurzame energievoorzieningen komen mogelijk in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek of de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie.

B 5323

Systeem voor nuttig gebruik van saneringswater in processen

  • a. bestemd voor: het winnen en als koel- of proceswater aanwenden van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het water geloosd wordt op het riool of het oppervlaktewater,

  • b. bestaande uit: onttrekkingsfilters, leidingwerk, een pomp, (eventueel) een warmtewisselaar, (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid en (eventueel) een zuiveringswerk voor de aanwending van het saneringswater, waarbij het zuiveringswerk om te lozen niet in aanmerking komt voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Het zuiveringswerk dat nodig is om aanwending van het saneringswater mogelijk te maken, komt wel in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

A 5330

Onderzuigapparatuur voor sanering of verlaging van bodems

  • a. bestemd voor: het saneren of verlagen van droge of natte bodems door onderzuigen, waarbij minimale roering van de toplaag plaatsvindt,

  • b. bestaande uit: een pomp, een zuiglans (inclusief ladder) of een zuigmes, een procescontrolesysteem, leidingwerk en (eventueel) een wateropslagtank, waarbij het draag- en vervoermiddel (ponton of hydraulische kraan) niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

B 5335

Stoomstripsysteem voor bodemsanering

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging, waarbij de vervuiling door het in de bodem brengen van stoom wordt gemobiliseerd of afgebroken,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

E 5336

Directe chemische oxidatie-installatie voor bodemsanering

  • a. bestemd voor: het in situ oxideren van bodemverontreiniging door het gericht inbrengen van oxidanten in de bodem, waardoor de bodemverontreiniging chemisch wordt gereduceerd tot onschadelijke componenten,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

A 5340

Saneringssysteem voor verdergaande gestimuleerde afbraak in de bodem

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging door het activeren van aërobe en anaërobe microbiologische processen in de bodem door injectie van micro-organismen in combinatie met (verrijkt) dragergas, voedingsstoffen of elektronendonoren,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters, (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid, (eventueel) zuurstofverrijkingsapparatuur.

A 5341

Saneringssysteem voor gestimuleerde vastlegging in de bodem

  • a. bestemd voor: het in situ saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging door het door injectie van voedingsstoffen of sulfaat, eventueel gecombineerd met micro-organismen, doen neerslaan van metaalsulfiden in de bodem en daarmee immobiliseren van de verontreiniging,

  • b. bestaande uit: injectie- of doseerapparatuur, injectie- en onttrekkingsfilters en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

B 5342

Reactief scherm voor bodemsanering

  • a. bestemd voor: het ondergronds beheersen van verontreiniging van bodem of grondwater, waarbij de verontreiniging door een in de bodem aangelegd reactief scherm wordt geleid en hierin wordt afgebroken of vastgelegd,

  • b. bestaande uit: reactief materiaal of infiltratiefilters, een poort, (eventueel) een impermeabele wand en (eventueel) een elektronische monitorings- en regeleenheid.

Gevaarlijke stoffen

F 5410

Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van toxische gassen

  • a. bestemd voor: het met ten minste twee sensoren vroegtijdig detecteren van lekken bij opslagen van toxische gassen, zoals ammoniak of chloor, groter dan 5 normaal kubieke meter, met activering van een systeem dat het ontsnappen van de gassen tegengaat of met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: early warning gasdetectieapparatuur, (eventueel) apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale en (eventueel) een noodopslagtank die geen deel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering.

F 5411

Branddetectiesysteem in chemicaliënopslagen tot 10 ton

  • a. bestemd voor: het vroegtijdig detecteren van brand in chemicaliënopslagruimten met een opslagcapaciteit van minder dan 10 ton, met activering van een blussysteem of met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover het systeem niet wettelijk verplicht is of vanuit een brandconcept noodzakelijk is,

  • b. bestaande uit: detectieapparatuur, (eventueel) een automatisch brandblussysteem en (eventueel) apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale.

Toelichting: Branddetectiesystemen bij vuurwerkopslagen komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Vuurwerkopslagen worden niet aangemerkt als chemicaliënopslagen.

F 5412

Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen

  • a. bestemd voor: het bij brand vol schuimen van de opslagruimte bij installaties waarbij op grond van PGS 15:2005 voldoen aan beschermingsniveau 1 niet verplicht is,

  • b. bestaande uit: lichtschuimgeneratoren.

Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen.

A 5413

Halogeenvrij gekoelde bulkopslag van LPG of toxische gassen (ombouw of vervanging)

  • a. bestemd voor: het bij calamiteiten verminderen van de uitstroom van LPG of toxische gassen uit bulkopslagtanks door omschakeling van drukopslag naar gekoelde opslag met een passend halogeenvrij koelsysteem, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,

  • b. bestaande uit: een (verdampings-) koelsysteem.

A 5415

Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen

  • a. bestemd voor: het verminderen van het risico van een zwaar ongeval door het omschakelen van bestaand transport van gevaarlijke stoffen over weg of spoor naar transport per binnenvaartschip,

  • b. bestaande uit: laad- en losvoorzieningen en (eventueel) kadefaciliteiten die technisch noodzakelijk zijn om vervoer via een binnenvaartschip mogelijk te maken.

A 5416

Tweede omhulling voor een proces- of verladingsinstallatie

  • a. bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van incidentele emissies van toxische gassen uit een chemische procesinstallatie of een verladingsinstallatie, voor zover de tweede omhulling niet wettelijk verplicht is. De uitsluitend daartoe bestemde constructie is in overeenstemming met de eisen betreffende arbeidsveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding, wat blijkt uit een verklaring opgesteld door een onafhankelijke deskundige dan wel het bevoegde gezag,

  • b. bestaande uit: een constructie die als een tweede omhulling de proces- of verladingsinstallatie omsluit zodanig dat er geen toxisch gas naar buiten kan treden, exclusief de gasopvang- en neutralisatie-installatie.

Bebouwde omgeving

DuBo, gebouwen, bedrijfsterreinen, bouwmaterialen, installaties, civiele voorzieningen

DuBo

E 6110

Zeer duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens de maatlat van Groen Financiering

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een nieuw gebouw dat gerealiseerd is volgens de eisen van de vigerende maatlat Groen Financiering wat blijkt uit de Groen Verklaring voor het betreffende gebouw,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

E 6111

Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw volgens de maatlat van Groen Financiering

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een gebouw dat gerenoveerd is volgens de eisen van de vigerende maatlat Groen Financiering wat blijkt uit de Groen Verklaring voor het betreffende gebouw,

  • b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

G 6115

Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) moet het niveau ‘Excellent’ (4 sterren) op het aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’, of

    • 3b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw moet het niveau ‘Outstanding’ (5 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’ en aanvullend voor onderdeel ENE1 ten minste 12 punten,

    • 4a. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3a moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use certificaat als uitgangspunt en bijbehorende self-assessment waaruit het niveau zoals genoemd in 3a blijkt, en waarbij binnen drie jaar na afgifte van het hierboven genoemde certificaat een oplevercertificaat (BREEAM-NL In Use) wordt overgelegd, of

    • 4b. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3b moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL ontwerpcertificaat, en waarbij binnen drie jaar na afgifte hiervan een oplevercertificaat wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige Renovatie, en

    • 5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor G 6115.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over BREEAM-NL kan worden gevonden op www.BREEAM.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

D 6116

Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) moet het niveau ‘Very Good’ (3 sterren) op het aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use,) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’, of

    • 3b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw moet het niveau ‘Excellent’ (4 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’ en aanvullend voor onderdeel ENE1 ten minste 9 punten,

    • 4a. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3a moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use certificaat als uitgangspunt en bijbehorende self-assessment waaruit het niveau zoals genoemd in 3a blijkt, en waarbij binnen drie jaar na afgifte van het hierboven genoemde certificaat een oplevercertificaat (BREEAM-NL In Use) wordt overgelegd, of

    • 4b. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3b moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL ontwerpcertificaat, en waarbij binnen drie jaar na afgifte hiervan een oplevercertificaat wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige Renovatie, en

    • 5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor D 6116.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over BREEAM-NL kan worden gevonden op www.BREEAM.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

E 6117

Duurzaam nieuw of grootschalig gerenoveerd gebouw volgens BREEAM-NL

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw moet het niveau ‘Very Good’ (3 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’ en aanvullend voor onderdeel ENE1 ten minste 6 punten, en

    • 4. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL ontwerpcertificaat, en waarbij binnen drie jaar na opstelling hiervan een oplevercertificaat wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat wordt overgelegd volgens de dan vigerende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige Renovatie,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor E 6117.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over BREEAM-NL kan worden gevonden op www.BREEAM.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

G 6120

Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3a. het gerenoveerde gebouw(deel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of

    • 3b. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 8,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde,

    • 4. dat voldaan wordt aan de eisen onder 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is opgesteld of gevalideerd door een GPR Gebouw Expert voor de vergunningsaanvraag volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening, en waarbij na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage een opleverrapportage overgelegd dient te worden die gevalideerd is door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening, dan wel binnen vier jaar volgens de dan vigerende maatlat van GPR Gebouw,

    • 5. het gerenoveerde of nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) heeft een totaal Bruto Vloer Oppervlak (BVO) van minder dan 5.000 vierkante meter, en

    • 6. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor G 6120.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.2 kan worden gevonden op www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

D 6121

Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3a. het gerenoveerde gebouw(deel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 7,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of

    • 3b. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 8,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde,

    • 4. dat voldaan wordt aan de eisen onder 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is opgesteld of gevalideerd door een GPR Gebouw Expert voor de vergunningsaanvraag volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening, en waarbij na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage een opleverrapportage overgelegd dient te worden die gevalideerd is door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening, dan wel binnen vier jaar volgens de dan vigerende maatlat van GPR Gebouw,

    • 5. het gerenoveerde of nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) heeft een totaal Bruto Vloer Oppervlak (BVO) van minder dan 5.000 vierkante meter, en

    • 6. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor D 6121.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.2 kan worden gevonden op www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

E 6122

Duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde,

    • 4. dat voldaan wordt aan de eisen onder 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is opgesteld of gevalideerd door een GPR Gebouw Expert voor de vergunningsaanvraag volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening, en waarbij na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage een opleverrapportage overgelegd dient te worden die gevalideerd is door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening, dan wel binnen vier jaar volgens de dan vigerende maatlat van GPR Gebouw, en

    • 5. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) heeft een totaal Bruto Vloer Oppervlak (BVO) van minder dan 5.000 vierkante meter,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw.

Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor E 6122.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.2 kan worden gevonden op www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

D 6125

Zeer duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3. voor het gebouw(deel) moet het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald worden, hetgeen moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional, opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) en 2 (SD-PoRH) samen ten minste 2 punten, EA credit 2 (OEP) ten minste 10 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen ten minste 4 punten,

    • 4. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt overgelegd op het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED) van de U.S. Green Building Council, en

    • 5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor D 6125.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over LEED kan worden gevonden op www.usgbc.org en www.bouwcertificering.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

E 6126

Duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3. voor het gebouw(deel) moet het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald worden, hetgeen moet blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional, opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) maximale score, EA credit 2 (OEP) ten minste 7 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen ten minste 3 punten,

    • 4. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt overgelegd op het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED) van de U.S. Green Building Council, en

    • 5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor E 6126.

Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over LEED kan worden gevonden op www.usgbc.org en www.bouwcertificering.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

E 6129

Gerenoveerd of nieuw gebouw met Slimbouwen Keurmerk

  • a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:

    • 1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,

    • 2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,

    • 3. uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum dient een Slimconcept Keurmerk voor het betreffende gebouw te zijn afgegeven door de expertcommissie aangesteld door de stichting Slimbouwen,

    • 4. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het Slimconcept Keurmerk een Slimproject Keurmerk wordt overgelegd welke is afgegeven door de expertcommissie aangesteld door de stichting Slimbouwen, en

    • 5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,

  • b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde eisen.

    Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking voor E 6129.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek. Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van de codes genoemd onder E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.

Toelichting: Informatie over Slimbouwen kan worden gevonden op www.slimbouwen.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.

Materiaalgebruik

A 6310

Duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of een product

  • a. bestemd voor: het gebruik van duurzaam hout in een werk, een product of onderdelen hiervan, waarbij het gebruikte hout:

    • 1. gecertificeerd is door middel van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd en waarvoor de betrokken fabrikant, aannemer(s) en opdrachtnemer in het bezit is (zijn) van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd, of

    • 2. niet-geïmpregneerd sloophout is waarvan bekend is van welke bron deze afkomstig is en waarbij dit geverifieerd kan worden met onder andere afvoerbonnen,

    waarbij zowel onder 1 als 2 wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: (onderdelen van) een werk of (onderdelen van) een product van duurzaam hout conform de in onderdeel a genoemde eisen, exclusief hout verwerkt in gebouwen, niet zijnde interieur.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is te vinden op www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is te vinden op www.keurhout.nl. Onder sloophout van gecontroleerde bron wordt verstaan: sloophout waarvan bekend is van welke bron deze afkomstig is en waarbij dit geverifieerd kan worden met bijvoorbeeld afvoerbonnen.

Investeringen in duurzame gebouwen kunnen worden gemeld onder E 6110 tot en met E 6129.

F 6320

Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving

  • a. bestemd voor: het versterken van biodiversiteit en verbeteren van leefomgeving voor dieren door toepassing van ten minste twee maatregelen aan een gebouw en in de directe omgeving daarvan, op basis van de checklist 'Natuurvriendelijke maatregelen in de bebouwde omgeving' van de Vogelbescherming, waarbij:

    • ten minste één van de maatregelen tevens ten goede komt aan het milieucompartiment lucht, water of bodem,

    • het toegepaste hout voldoet aan de eisen genoemd onder a. punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310, en

    • wordt voldaan aan de voorwaarden, genoemd onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,

  • b. bestaande uit: voorzieningen die technisch noodzakelijk zijn om de gekozen maatregelen uit de checklist 'Natuurvriendelijke maatregelen in de bebouwde omgeving' te realiseren, exclusief investeringen in woningen.

Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil onder ‘Onderwerpen toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Het advies luidt voorafgaand aan een melding de MIA\Vamil-helpdesk te bellen voor overleg. De voorwaarden waaronder een investering kan voldoen, worden desgewenst schriftelijk bevestigd.

De checklist 'Natuurvriendelijke maatregelen in de bebouwde omgeving' is te vinden op www.vogelbescherming.nl/checklist.

A 6325

Vogelvriendelijke UV-reflecterende beglazing

  • a. bestemd voor: het voorkomen van botsingen van vogels tegen glas door een UV-reflectieve coating die in een patroonvorm is aangebracht op HR++ (of beter) glas of op glazen gevelbekleding, waarvan de werking is onderbouwd met onderzoeksresultaten,

  • b. bestaande uit: HR++ (of beter) glas of glazen gevelbekleding met UV-reflecterende coating.

B 6330

Geluidarm bedrijfsterrein

  • a. bestemd voor: het verlagen van het geluid(druk)niveau van een bedrijfsterrein met ten minste 3 dB(A) ten opzichte van de wettelijke verplichting, door een bedrijf dat reeds voldoet aan de vigerende geluideisen,

  • b. bestaande uit: geluidarme technieken en isolatiemateriaal, exclusief (aanpassingen aan) mobiele machines en transportmiddelen.

Toelichting: Voorbeelden van geluidarme technieken zijn het aanpassen van rijroutes op het bedrijfsterrein, het treffen van voorzieningen aan bedrijfsgebouwen die de weerkaatsing van het geluid verminderen, dempen van puntbronnen en toepassing van geluidarme, vast opgestelde ventilatoren en aggregaten.

F 6390

Vervanging van asbesthoudende daken, dakgoten of gevels (aanpassing van bestaande voorziening)

  • a. bestemd voor: het voorkomen van emissie van asbest door erosie van bestaand asbest aan gebouwen door vervanging van asbesthoudende daken, dakgoten of gevels waarbij aantoonbaar sprake is van gecertificeerde verwijdering en gescheiden afvoer van het asbesthoudende materiaal,

  • b. bestaande uit: demontage van asbesthoudende dakplaten, dakgoten of gevelplaten, aanschaf en montage van nieuwe asbestvrije dakplaten, dakgoten of gevelplaten, exclusief de afvoer- en stortkosten van het asbestafval.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 30 per vierkante meter vervangen dakplaat, € 30 per strekkende meter vervangen dakgoot en € 15 per vierkante meter vervangen gevelplaat in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.

Toelichting: Er kan ook een provinciale subsidie voor een investering in asbestsanering mogelijk zijn als dit in combinatie met het plaatsen van zonnepanelen (zie C 6400) plaatsvindt. Voor meer informatie over de provinciale subsidieregeling zie www.asbestvanhetdak.nl.

Installaties en civiele voorzieningen

C 6400

Fotovoltaïsch zonne-energiesysteem in combinatie met vervanging van asbesthoudende daken, goten of gevels

  • a. bestemd voor: het opwekken van elektrische energie uit zonlicht met behulp van zonnecellen met een gezamenlijk piekvermogen van ten minste 90 watt, die worden geplaatst op een locatie waar volgens de eisen van code F 6390 een asbesthoudend dak, asbesthoudende dakgoten of asbesthoudende gevels zijn vervangen, en waarbij zowel de investeringsverplichtingen voor het vervangen van het asbest als die voor de zonnecellen binnen een periode van drie maanden zijn aangegaan,

  • b. bestaande uit: panelen, (eventueel) een actief zonvolgsysteem, (eventueel) een stroom/spanningsomvormer, (eventueel) een accumulator, (eventueel) aansluiting op het elektriciteitsnet en (eventueel) een informatiepaneel waarop elektronisch informatie over de stroomopbrengst van de zonnepanelen wordt weergegeven.

Toelichting: Er kan ook een provinciale subsidie voor een investering mogelijk zijn. Voor meer informatie over de provinciale subsidieregeling zie www.asbestvanhetdak.nl.

Fotovoltaïsche zonne-energiesystemen dienen bij voorkeur aangebracht te worden door gekwalificeerde installateurs. In het kwaliteitregister voor bouw- en installatiesector QbisNl (zie http://www.qbisnl.nl/) opgenomen installateurs voldoen aan dit criterium.

F 6405

Draaibare multifunctionele oppervlaktebedekking

  • a. bestemd voor: multifunctionele voorzieningen door middel van volautomatische draaibare kokers, waarbij voor ten minste twee zijden van driekantige kokers en ten minste drie zijden van vierkantige kokers geldt dat de gekozen voorzieningen luchtzuivering, waterberging, energieopwekking, productie van groene grondstoffen, vermindering van het warmte-eiland effect of vergelijkbaar milieuvoordeel betreffen,

  • b. bestaande uit: (vol)automatische draaibare kokers met bovengenoemde voorzieningen, een bevestigingsframe, (eventueel) bodem- of gevelbevestiging en (eventueel) constructieve aanpassingen ten behoeve van plaatsing, exclusief kosten voor energieopwekking.

F 6420

Vegetatiedak

  • a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van een dakconstructie van een bedrijfsgebouw door een pakket van waterbufferende lagen met vegetatie ter voorkoming van overlast of overbelasting van het riool door regenwater, ter zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en foerageergelegenheid voor dieren,

  • b. bestaande uit: een waterkerende folie, een teeltlaag, (eventueel) een drainagelaag, (eventueel) een kunstmatige bevloeiing en verankering, (eventueel) constructieve aanpassingen bij bestaande daken en (eventueel) nestelvoorzieningen.

F 6421

Gevelbegroeiingssysteem

  • a. bestemd voor: het bedekken van de verticale buitenzijden van een bedrijfsgebouw door een vegetatielaag voor verkoeling en zuivering van de buitenlucht en/of ter bevordering van broed- en foerageermogelijkheden van dieren,

  • b. bestaande uit: een frame met substraat en (eventueel) gevelbeschermende laag, (eventueel) constructieve aanpassingen bij bestaande muren, (eventueel) irrigatieleidingwerk en (eventueel) nestelvoorzieningen.

G 6422

Muurbegroeiingssysteem

  • a. bestemd voor: het beperken van geluidsoverlast en het bevorderen van broed-, schuil- en/of foerageermogelijkheden voor dieren door middel van een muurbegroeiingsysteem met dubbelzijdige begroeiing, waarbij het metalen frame zodanig beschermd is dat er geen stoffen uitlogen naar de bodem,

  • b. bestaande uit: een metalen frame met beschermende laag, substraat en dubbelzijdige begroeiing, (eventueel) irrigatieleidingwerk en (eventueel) nestelvoorzieningen.

Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 150 per vierkante meter in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.

B 6425

Natuurzwemvijver

  • a. bestemd voor: het stimuleren van natuurrecreatie en lokale biodiversiteit door een openbare of commerciële zwemvijver met een helofytenfilter, waarbij het zwemwater wordt gerecirculeerd en géén gebruik wordt gemaakt van chemische desinfectie, waarbij de vijver eventueel gebruikt wordt als blusvijver,

  • b. bestaande uit: een zwemvijver, een helofytenfilter en (eventueel) aansluiting op een warmte-/koudebron.

F 6429

Lichtvervuilingbeperkende buitenverlichting

  • a. bestemd voor:

    • 1. het ’s avonds en ’s nachts verminderen van lichtvervuiling door aanpassing of vervanging van bestaande verstorende lichtbronnen in de open lucht door energiezuinige lichtbronnen (bij voorkeur LED-lampen) met dezelfde of lagere lichtintensiteit als de vervangen lichtbronnen met een installatielabel van ten minste niveau B conform de aanbeveling 'handleiding energielabeling openbare verlichting 2010' van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV), in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen, waarbij indien mogelijk gebruik gemaakt wordt van windenergie, zonne-energie of aanwezigheidssensoren, of

    • 2. het 's avonds verlichten van sport- of recreatieterreinen door LED-verlichting in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen met een specifieke lichtstroom van ten minste 84 lumen per watt gemeten conform LM-79-08,

  • b. bestaande uit:

    • 1. met betrekking tot onderdeel a, onder 1, buitenverlichting in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen, (eventueel) LED-markeringen, (eventueel) een windturbine of zonnepaneel, (eventueel) een regelunit en (eventueel) aanwezigheidssensoren,

    • 2. met betrekking tot onderdeel a, onder 2, LED-lampen in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen.

Toelichting: Voor meer informatie over milieuvriendelijke verlichting, waaronder de Richtlijn Openbare Verlichting 2011 en het Handboek Licht-Donker, zie www.nsvv.nl en www.rvo.nl/subsidies-regelingen/energiearme-buitenverlichting-categorie-g2.

G 6440

Infiltratiesysteem

  • a. bestemd voor:

    • 1. het bufferen en infiltreren van regenwater in geperforeerde containers, waarbij het regenwater na verblijf in deze containers infiltreert in de bodem;

    • 2. het transporteren van regenwater naar een infiltratiesysteem en/of infiltreren van regenwater met geperforeerde leidingen, of

    • 3. het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi,

  • b. bestaande uit:

    • 1. met betrekking tot onderdeel a, onder 1, een geperforeerde container, (eventueel) geotextiel en (eventueel) verplaatsbaar sportveld,

    • 2. met betrekking tot onderdeel a, onder 2, geperforeerde leidingen en (eventueel) geotextiel,

    • 3. met betrekking tot onderdeel a, onder 3, een wadi.

Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan worden toegepast in combinatie met een verplaatsbaar sportveld.

F 6441

Voorziening voor het bufferen en vertraagd afvoeren van regenwater

  • a. bestemd voor: het tijdens hevige regenval opvangen en bufferen van regenwater afkomstig van bedrijfsterreinen en bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, waarbij ten minste 50 liter regenwater per vierkante meter opvangoppervlak kan worden gebufferd, en waarbij het regenwater nuttig wordt toegepast of vertraagd wordt afgevoerd met een afvoersnelheid van ten hoogste 0,36 liter per uur per vierkante meter opvangoppervlak,

  • b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening, (eventueel) een verzwaarde dakconstructie, (eventueel) geotextiel en (eventueel) leidingwerk voor nuttige toepassing.

Toelichting: Bufferen en infiltreren van regenwater kan worden gemeld onder G 6440.

F 6442

Voorziening voor gecontroleerde regenwateropslag op platte daken

  • a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van horizontale dakconstructies van gebouwen met een absorberende mat voorzien van overstortvoorziening, ter verlenging van de levensduur van de dakbedekking en ter vermindering van wateroverlast of overbelasting van het riool door regenval,

  • b. bestaande uit: waterabsorberende dakmaterialen, een sensorgecontroleerde afsluitklep, (eventueel) een overstortvoorziening, (eventueel) een retourpomp en (eventueel) een zonnecollector in de waterlaag.

Toelichting: Voorzieningen voor het bufferen en vertraagd afvoeren van regenwater kunnen worden gemeld onder F 6441.

A 6445

Grijswaterrecyclinginstallatie

  • a. bestemd voor: het hergebruiken van eigen zwembad- of douche- of gezuiverd afvalwater voor toiletspoeling of klimaatbeheersing,

  • b. bestaande uit: een grijswatertank, een secundair waterleidingnet, een drukvat, een automatische omschakelaar en een filtratie-eenheid.

F 6446

Decentrale sanitatie-installatie

  • a. bestemd voor: het bij kantoren, zorginstellingen of woningen zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar, waarbij:

    • 1. scheiding van afvalwaterstromen aan de bron plaatsvindt en na bewerking of zuivering van het afvalwater grondstoffen worden teruggewonnen die vervolgens worden gerecycled of anderszins nuttig toegepast, of

    • 2. geneesmiddelresten in het afvalwater onschadelijk worden gemaakt,

  • b. bestaande uit: een samenstel van geschakelde technieken, waaronder (eventueel) een afvalcompressor en (eventueel) een zuiveringsinstallatie.

F 6449

Toilet met urinescheiding

  • a. bestemd voor: het gescheiden opvangen van urine en fecaliën in een toilet, waarbij de opgevangen urine separaat wordt opgeslagen en verwerkt, en waarbij niet meer dan 4 liter water per spoeling wordt verbruikt,

  • b. bestaande uit: een toilet met urinescheiding, een inpandig urineafvoersysteem en een urine-opslagtank, (eventueel) apparatuur ter voorkoming van verstopping en (eventueel) aanpassingen aan het bestaande leidingwerk.

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling strekt tot vervanging van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009. In die bijlage zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) categorieën bedrijfsmiddelen aangewezen die voor willekeurige afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (hierna: Vamil) of milieu-investeringsaftrek (hierna: MIA) in aanmerking komen. Met het instrument Vamil worden investeringen in bedrijfsmiddelen, die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu, fiscaal gestimuleerd. Het gaat hierbij om niet-gangbare bedrijfsmiddelen, waarvan de marktintroductie door deze regeling ondersteund wordt. Ook het instrument MIA is een fiscale stimulering voor investeringen in bedrijfsmiddelen die in het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu. Met de bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in paragraaf 2 van de bijlage bij de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (hierna: de Milieulijst 2015) wordt zoveel mogelijk aangesloten op de beleidsnota Groene Groei van het kabinet3, de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu inzake Modernisering Milieubeleid4 en de topsectoren uit het bedrijfslevenbeleid.

Een deel van de in 2014 in de bijlage opgenomen bedrijfsmiddelen wordt niet meer opgenomen in de Milieulijst 2015. Zo wordt voor bepaalde bedrijfsmiddelen verdere stimulering van de marktintroductie via de Vamil niet meer noodzakelijk geacht. Daarnaast is een deel van de in de Milieulijst 2015 opgenomen bedrijfsmiddelen gewijzigd ten opzichte van 2014. Ook zijn er ten opzichte van 2014 nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen in de Milieulijst 2015 die in aanmerking komen voor MIA of Vamil. In de volgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan. Het budget voor de Vamil bedraagt voor 2015 € 38 miljoen. Het voor de MIA beschikbare budget voor 2015 bedraagt € 93 miljoen.

Per melding dient de investering ten minste € 2 500 te bedragen om in aanmerking te komen voor MIA of Vamil.5

2. Milieulijst 2015

De Milieulijst 2015, de bijlage bij deze regeling, bevat de bedrijfsmiddelen die in 2015 voor Vamil of MIA in aanmerking komen. De Milieulijst 2015 is ingedeeld in milieuthema’s. Het eerste cijfer van de code waaronder een bedrijfsmiddel op de lijst is vermeld, verwijst naar het betreffende milieuthema:

  • 0 Thema-overstijgende milieu-innovatie;

  • 1 Grondstoffen en afval;

  • 2 Voedselvoorziening en landbouwproductie;

  • 3 Mobiliteit;

  • 4 Klimaat en lucht;

  • 5 Ruimtegebruik;

  • 6 Bebouwde omgeving.

Ten opzichte van 2014 zijn de volgende nieuwe bedrijfsmiddelen in de Milieulijst 2015 opgenomen:

Nummer Milieulijst 2015

Bedrijfsmiddel

F 1210

Variabele verpakkingsmachine

A 1610

Glasversnipperaar voor horecabedrijven

B 2135

Installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid in de glastuinbouw

B 2209

Beluchtingssysteem voor mixen van drijfmest in de rundvee- en varkenshouderij

A 2218

Automatisch voortbewegend ruwvoermengsysteem voor herkauwers

B 2315

Teeltsysteem voor bladgewassen op water

A 2316

Milieuvriendelijke productie van gewassen of producten in een gebouw volgens Milieukeur

F 2600

Apparatuur voor lokale verwerking van landbouwgewassen (voorwaartse integratie)

D 4215

Koudemiddelen met zeer lage GWP in een bestaande koelinstallatie of warmtepomp (aanpassen bestaande situatie)

F 4583

Vlamloze thermische oxidator voor afgassen met energieterugwinning

F 4600

Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)

F 6405

Draaibare multifunctionele oppervlaktebedekking

In onderstaande tabel is per bedrijfsmiddel bij ‘Status’ vermeld welke bedrijfsmiddelen ten opzichte van 2014 niet meer in de Milieulijst 2015 staan (‘Vervallen’) en welke bedrijfsmiddelen ten opzichte van 2014 zijn gewijzigd in de Milieulijst 2015 (‘Gewijzigd’).

Nummer Milieulijst 2015

Bedrijfsmiddel

Status

A 0001

Nieuwe milieuvriendelijke techniek

Gewijzigd

F 1100

Productieapparatuur voor (half)producten op basis van grondstoffen van biologische oorsprong

Gewijzigd

F 1110

Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics

Gewijzigd

F 1111

Productiesysteem voor algen of (zee)wieren

Gewijzigd

F 1114

Kroosverwijderinstallatie

Vervallen

A 1200

Apparatuur voor vermindering van het gebruik van grondstoffen

Gewijzigd

F 1205

Water- en grondstoffenbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)

Gewijzigd

A 1240

Waterbesparende installatie

Gewijzigd

D 1249

Regenwaterinstallatie

Gewijzigd

D 1270

Digitaal systeem voor tandheelkundige mond- of afdrukscanning

Gewijzigd

B 1281

Elektronische papierloze printer

Vervallen

B 1282

Apparatuur voor rugpapiervrije etiketten en stickers

Gewijzigd

F 1290

Verwijderingsinstallatie voor zware metalen uit kunstmest

Gewijzigd

A 1340

Installatie voor het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling (aanpassen bestaande situatie)

Gewijzigd

F 1349

Membraanfiltratie-installatie voor scheiding van processtromen ter vervanging van kieselguhrfiltratie

Vervallen

A 1400

Apparatuur voor recycling (geen downcycling, eventueel upcycling) van grondstoffen

Gewijzigd

B 1401

Apparatuur voor recycling (downcycling) van grondstoffen

Gewijzigd

B 1405

Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen bestaande situatie)

Gewijzigd

F 1409

Pyrolyse-installatie voor recycling van afvalstoffen

Gewijzigd

B 1415

Mobiele straalmiddelopschooninstallatie

Gewijzigd

F 1425

Apparatuur voor recycling van regeneratiechemicaliën

Vervallen

A 1445

Sedimentatie-installatie

Vervallen

F 1480

Terugwininstallatie voor waterverdunbare verf, lak, inkt of lijm

Vervallen

A 1481

Aftapinstallatie

Vervallen

B 1530

Verwerkingsinstallatie voor zuiveringsslib bij afvalverwerkende bedrijven (aanpassen bestaande situatie)

Vervallen

A 1531

Verwerkingsinstallatie voor industrieel zuiveringsslib op de eigen inrichting (aanpassen bestaande situatie)

Vervallen

A 1620

Asbestcontainer

Vervallen

A 1810

Milieuvriendelijk product met certificaat

Vervallen

B 2110

Kas voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur

Gewijzigd

F 2112

Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke productie met Milieukeur

Gewijzigd

A 2113

Groen Label Kas

Gewijzigd

A 2130

Apparatuur voor het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen

Gewijzigd

B 2200

Proefstal

Gewijzigd

A 2201

Stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met vermindering van de ammoniakemissie

Gewijzigd

B 2202

Stal voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur

Vervallen

A 2210

Duurzame melkveestal

Gewijzigd

A 2211

Duurzame vleeskalver- of vleesveestal

Gewijzigd

A 2220

Duurzame varkensstal

Gewijzigd

A 2230

Duurzame pluimveestal

Gewijzigd

G 2235

Stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen

Gewijzigd

A 2290

Duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal

Gewijzigd

A 2291

Duurzame melkgeitenstal

Gewijzigd

B 2299

Ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel

Gewijzigd

A 2310

Teeltsysteem voor vollegrondgewassen in de open lucht

Gewijzigd

B 2311

Productieapparatuur voor zilte teelt

Gewijzigd

D 2320

GPS-nauwkeurig systeem voor lokale meting van klimaatgegevens

Gewijzigd

A 2321

Spuitmachine voor plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen met driftbeperkend of middelbesparend systeem

Gewijzigd

B 2322

Apparatuur voor plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen

Gewijzigd

A 2327

Toedieningssysteem voor gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen tijdens het zaaien

Vervallen

B 2330

Boomgaardspuitmachine met variabele luchtondersteuning

Gewijzigd

B 2331

Mastspuit voor (laan)bomenteelt

Gewijzigd

A 2341

Voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij

Gewijzigd

A 2345

Biologische waterzuiveringsinstallatie voor verontreinigd afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

Gewijzigd

A 2346

Apparatuur ter voorkoming van verontreiniging via afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

Gewijzigd

D 2352

Aardappellooftrekker

Vervallen

E 2354

Brander voor loof- en onkruidverwijdering

Gewijzigd

E 2359

Potafdekinstallatie

Gewijzigd

E 2362

Rijenbemestingseenheid

Gewijzigd

F 2410

Duurzame viskwekerij

Gewijzigd

F 2411

Duurzame pootviskwekerij

Gewijzigd

F 2611

Verwerkingsapparatuur voor lokale verwerking van biologische landbouwproducten, fruit, gekweekte vis, schaal- of schelpdieren

Gewijzigd

F 2650

Mestverwerkingsinstallatie met terugwinning van fosfaat en stikstof

Gewijzigd

A 2651

Scheidings- en composteerinstallatie voor de dikke fractie van (drijf)mest

Vervallen

A 2652

Scheidings- en verdampingsinstallatie voor varkensmest

Vervallen

F 3050

Modulair bouwsysteem ter vermindering van woon-werkverkeer

Vervallen

D 3111

Plugin-hybride personenauto zonder compressieontsteking (> 0 – 30 gram CO2 per kilometer)

Gewijzigd

E 3112

Plugin-hybride personenauto zonder compressieontsteking (> 30 – 50 gram CO2 per kilometer)

Gewijzigd

E 3113

Aardgasvoertuig voor zakelijk vervoer

Gewijzigd

F 3135

Vast opgestelde bandenpomp

Gewijzigd

D 3150

Rijsimulator

Vervallen

A 3171

Geluidarme opbouw voor een gekoelde aanhanger, bakwagen, bestelwagen of oplegger

Gewijzigd

A 3180

Halogeenvrij gekoeld bulktransport van LPG of toxische gassen per tankcontainer of tankwagen

Vervallen

F 3191

Voertuig met koeling op zonnecellen of remenergie

Gewijzigd

F 3195

Onbemand, geautomatiseerd systeem voor het stallen en verhuren van fietsen

Vervallen

B 3245

Watergenerator voor offshore, vaar- of voertuigen

Vervallen

D 3260

Gesloten roetfilter voor een koelmotor of een werktuig (aanpassen bestaande situatie)

Gewijzigd

A 3285

Halogeenvrije gekoelde verlading van LPG of toxische gassen

Vervallen

B 3320

Duurzame energievoorziening en aandrijving voor een binnenvaartschip

Gewijzigd

F 3321

Elektro-, hybride- of gasmotor voor een vaartuig

Gewijzigd

C 3322

Luchtmatras of zeil voor voorstuwing van een zeeschip

Vervallen

F 3345

Ballastwatermanagementsysteem

Vervallen

A 3385

Halogeenvrij gekoeld bulktransport van LPG en toxische gassen per binnenvaartschip

Vervallen

F 3410

Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine

Gewijzigd

B 3411

Emissiearme milieuvriendelijke mobiele machine

Gewijzigd

E 3412

Milieuvriendelijke mobiele machine

Gewijzigd

B 3470

Geluidarme hei- of trilapparatuur

Gewijzigd

A 3590

Spoorwisselsegment zonder smering

Vervallen

C 3670

Geluidreducerende voorzieningen voor lichte propellervliegtuigen

Vervallen

F 3710

Waterstofafleverstation

Gewijzigd

A 4121

Luchtemissiebeperkende voorziening voor een bestaande stookinstallatie

Gewijzigd

A 4300

Emissiearme houtgestookte ketel of kachel

Gewijzigd

F 4325

(Biologische) ontzwavelingsinstallatie

Gewijzigd

F 4410

Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande situatie)

Gewijzigd

B 4416

Platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar voor indirect halogeenvrij koelen, drogen of verwarmen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie

Gewijzigd

F 4420

Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering

Gewijzigd

D 4423

Mobiele lostrechter

Vervallen

F 4424

Gesloten op- of overslag van kolen of andere droge niet voor consumptie bestemde bulkgoederen

Gewijzigd

F 4429

Gesloten overkapping van een puinbreker

Vervallen

A 4480

Ontstoffingsinstallatie met een hoog scheidingsrendement voor fijn stof

Gewijzigd

D 4485

Filtrerende stofafscheider voorafgegaan door puntgerichte afzuiging

Gewijzigd

F 4500

VOS-emissiereducerende apparatuur

Gewijzigd

F 4520

Dubbele mechanische asafdichting of hermetisch gesloten magnetische koppeling

Gewijzigd

A 4580

Vlamloze thermische naverbrander voor afgassen

Gewijzigd

F 4610

Alkalizoutvrije vulcanisatie-installatie (ombouw of vervanging)

Vervallen

B 4615

Gesloten malsysteem voor kunstharsverwerking

Gewijzigd

F 5100

Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken

Gewijzigd

F 5129

Verjagingsapparatuur voor vogels of vleermuizen

Gewijzigd

B 5221

Noodopslagvoorziening voor rioolwater

Vervallen

F 5310

Ingeterpte of ondergrondse dubbelwandige tanks en leidingen voor bodembedreigende vloeistoffen in de industrie

Vervallen

B 5315

Verplaatsbaar tijdelijk opslagreservoir

Vervallen

B 5319

Olieverwerkend geotextiel

Vervallen

A 5415

Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen

Gewijzigd

E 6110

Zeer duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens de maatlat van Groen Financiering

Gewijzigd

E 6111

Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw volgens de maatlat van Groen Financiering

Gewijzigd

G 6115

Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL

Gewijzigd

D 6116

Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL

Gewijzigd

E 6117

Duurzaam nieuw of grootschalig gerenoveerd gebouw volgens BREEAM-NL

Gewijzigd

G 6120

Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2

Gewijzigd

D 6121

Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2

Gewijzigd

E 6122

Duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2

Gewijzigd

D 6125

Zeer duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C

Gewijzigd

E 6126

Duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C

Gewijzigd

E 6129

Gerenoveerd of nieuw gebouw met Slimbouwen Keurmerk

Gewijzigd

F 6320

Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving

Gewijzigd

B 6321

Natuurspeelplek in en bij de bebouwde omgeving

Vervallen

A 6325

Vogelvriendelijke UV-reflecterende beglazing

Gewijzigd

B 6330

Geluidarm bedrijfsterrein

Gewijzigd

C 6400

Fotovoltaïsch zonne-energiesysteem in combinatie met vervanging van asbesthoudende daken, goten of gevels

Gewijzigd

F 6421

Gevelbegroeiingssysteem

Gewijzigd

G 6440

Infiltratiesysteem

Gewijzigd

F 6449

Toilet met urinescheiding

Gewijzigd

A 6490

Verplaatsbaar sportveld met regenwaterbuffering

Vervallen

3. Generieke bedrijfsmiddelen

De meeste bedrijfsmiddelen op de Milieulijst 2015 zijn specifiek omschreven: het middel waarmee een bepaald milieudoel moet worden behaald wordt daarmee aangewezen (middelvoorschrift). De Milieulijst bevat steeds meer generiek omschreven bedrijfsmiddelen, waarbij alleen een bepaalde milieuprestatie wordt geëist (doelvoorschrift). Het bedrijfsleven wordt zo geprikkeld om zelf met innovatieve oplossingen te komen. De mogelijkheden van deze omschrijvingen zijn veelomvattend. De generieke bedrijfsmiddelen zijn opgesomd in punt 7 van paragraaf 1 van de Milieulijst 2015.

Op de Milieulijst 2015 is ten opzichte van 2014 het laatste deel van de zogenoemde certificaatcodes vervallen. In 2014 is reeds de apparatuur om te voldoen aan eisen van de meest duurzame keurmerken van de Milieulijst geschrapt, omdat deze keurmerken hun weg in de markt grotendeels gevonden hebben. Op de Milieulijst 2015 is daarom ook de omschrijving voor een milieuvriendelijk product met certificaat vervallen (A 1810 op de Milieulijst 2014).

Op de Milieulijst 2015 is een nieuwe generieke omschrijving opgenomen voor zogenoemde voorwaartse integratie (F 2600). Deze code stimuleert het verkorten van kringlopen in de landbouw door processtappen dichter bij het land te brengen. Verder is er een nieuwe generieke omschrijving opgenomen onder F 4600 ter vermindering van industriële styreenemissies.

4. Grondstoffen en afval

Het thema circulaire economie speelt een belangrijke rol in Groene Groei, de beleidsnotitie waarin het kabinet haar ambitie uiteenzet om duurzame economische groei te realiseren. Dit thema wordt steeds belangrijker. De Milieulijst weerspiegelt deze ontwikkeling. In 2014 zijn de generieke codes voor preventie en hergebruik uitgebreid, zowel naar stimuleringspercentage als naar reikwijdte. Dat heeft zich vertaald in sterk gestegen meldingsbedragen voor deze generieke codes.

Op de Milieulijst 2015 zijn enkele nieuwe specifieke omschrijvingen toegevoegd voor veelbelovende bedrijfsmiddelen die grondstofverbruik verminderen of recycling verbeteren. Het betreft de variabele verpakkingsmachine (F 1210) en de glasversnipperaar voor horecabedrijven (A 1610).

5. Mobiliteit

In de Milieulijst 2015 kunnen hybride personenauto’s gemeld worden onder de codes D 3111 en E 3112. Hybride modellen met een dieselverbrandingsmotor zijn echter uitgesloten. Deze maatregel is genomen omdat uit onderzoek6 is gebleken dat de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) door Euro-5 en Euro-6 dieselauto’s in de praktijk hoger ligt dan onder de geconditioneerde testcondities van de typekeuringswaarde.

De technologie om de NOx-uitstoot van dieselauto’s onder praktijkomstandigheden aanzienlijk terug te brengen is inmiddels beschikbaar. Bij zware vrachtauto’s wordt deze technologie zeer succesvol toegepast. Bij dieselpersonenauto’s is er evenwel geen sprake van dat deze technologie zodanig wordt toegepast, dat onder praktijkomstandigheden lage NOx-emissies optreden. Plugin-hybride auto’s met een dieselmotor leveren hierdoor, als er niet-elektrisch mee wordt gereden, een sterke bijdrage aan de luchtvervuiling. Omdat fabrikanten ervan af zien om bij dieselpersonenauto’s de laatste stand der technologie toe te passen om dieselmotoren onder praktijkomstandigheden zeer schoon te maken, is het redelijkerwijs niet billijk dat Plugin-hybride personenauto’s met dieselmotor voor MIA in aanmerking komen.

Voor E 3113 komen in 2015 taxi’s en bestelwagens met een aardgasmotor als hoofdmotor in aanmerking voor MIA. Bij taxi’s en bestelauto’s komen voertuigen met een aardgasmotor veelal ter vervanging van dieselauto’s. Euro-5 en Euro-6 dieselauto’s kennen in de praktijk een hoge uitstoot van NOx en dragen daardoor sterk bij aan de luchtvervuiling. Personenauto’s op aardgas komen niet meer in aanmerking voor MIA, omdat aardgaspersonenauto’s veeleer ter vervanging van benzineauto’s komen.

6. Bebouwde omgeving

De omschrijvingen voor duurzame gebouwen zijn op de Milieulijst 2015 aangepast. Het meldingsbedrag voor de bedrijfsmiddelen G 6015 tot en met E 6126 is niet langer beperkt tot 50% van het investeringsbedrag. Deze aftopping van het investeringsbedrag leidde namelijk tot te veel onduidelijkheden.

Vanwege het schrappen van die aftoppingen moest het fiscaal voordeel op een ander vlak worden aangepast om binnen de Europese staatssteunregels te blijven.

In de afgelopen jaren is met MIA en Vamil de marktintroductie en marktverbreding van duurzame gebouwen ondersteund. De ondersteuning voor marktintroductie via de Vamil eindigt op 1 januari 2015. De stimulering van duurzame gebouwen volgens Slimbouwen (E 6129) is omgezet naar stimulering via de MIA.

Voorts is de termijn verruimd waarbinnen de vereiste ontwerprapporten c.q. certificaten opgesteld of afgegeven moeten zijn. Het tijdig aanleveren van deze rapporten en certificaten werd door de markt als zeer moeilijk ervaren.

Tot slot zijn bij duurzame gebouwen volgens LEED (D 6125 en E 6126) de afkortingen van de credittitels toegevoegd om de verwijzing naar de gewenste scores te verduidelijken.

7. Voedselvoorziening en landbouwproductie

De MIA en Vamil stimuleren investeringen in duurzame (glas)tuinbouw en veehouderij. De Milieulijst 2015 sluit voor integraal duurzame kassen en stallen aan bij de eisen zoals voorgeschreven volgens het Certificatieschema Groen Label Kas versie 11 en de Maatlat Duurzame Veehouderij versie 9.

Nieuw op de Milieulijst 2015 zijn B 2315 (Teeltsysteem voor bladgewassen op water) en A 2316 (Milieuvriendelijke productie van gewassen of producten in een gebouw volgens Milieukeur). Deze bedrijfsmiddelen bieden een milieuvriendelijk alternatief voor de traditionele teelt van gewassen in de vollegrond.

Vanaf 2014 gelden er strengere regels om het mestoverschot te beperken. Veehouders moeten een deel van hun mestoverschot verplicht verwerken. Op deze manier wil de overheid de druk op de gebruiksnormen voor mest verminderen en werken aan een duurzaam evenwicht tussen mestproductie en mestafzet. Vanwege deze wijziging in het mestbeleid is het via MIA en Vamil stimuleren van de mestverwerkingsinstallaties en mestbewerkingsinstallaties die onder de codes A 2651 en A 2652 van de Bijlage bij de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/294307, tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investering 2009 (Milieulijst 2014) stonden, niet meer mogelijk.

8. Administratieve lasten en nalevingskosten

De administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten die samenhangen met de toepassing van de instrumenten MIA en Vamil vloeien niet voort uit de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009, maar uit de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 en de Meldingsregeling milieu-investeringsaftrek 2001. De wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 heeft dan ook geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten.

9. Notificatie

In de regeling is sprake van technische specificaties die vergezeld gaan van fiscale maatregelen die van invloed zijn op het gebruik van producten doordat zij naleving van technische specificaties aanmoedigen. De regeling valt dan ook onder de omschrijving, bedoeld in artikel 1, punt 11, tweede alinea, derde streepje, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG 1998, L 204). Om te voldoen aan artikel 8, eerste lid, van de genoemde richtlijn, is de ontwerpregeling op 3 december 2014 (notificatienummer 2014/0585/NL) gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Uit artikel 10, vierde lid, van deze richtlijn vloeit voort dat de regeling na notificatie zonder uitstel in werking kan treden.

10. Inwerkingtreding

Bij het bepalen van het tijdstip van inwerkingtreding van 1 januari 2015 is aangesloten bij het systeem van de fiscale wetgeving waarbij wordt uitgegaan van kalenderjaren. Er wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn omdat de doelgroepen gebaat zijn bij een spoedige inwerkingtreding. Het systeem van de vaste verandermomenten staat deze uitzondering toe.7

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot wijziging van richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225).

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 1147/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 31 oktober 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-verdrag, wat betreft deel III.10 van bijlage I (PbEU 2008, L 313).

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 043, nr. 14.

X Noot
4

Kamerstukken II 2013/14, 28 663, nr. 55.

X Noot
5

Zie artikel 3, tweede lid, van de Meldingsregeling milieu-investeringsaftrek 2001 en artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001.

X Noot
6

o.a. Luchtvervuilende en klimaatemissies van brandstoffen: een vergelijking per brandstofsoort (Van Essen, Van Grinsven, ’t Hoen, CE Delft, oktober 2013) en TNO-report 2013 R11891, Investigations and real world emissions performance of Euro-6 light duty vehicles (Norbert Ligterink, 5 December 2013).

X Noot
7

Zie Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309.

Naar boven