Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 12 december 2014, nr. IENM/BSK-2014/260724, tot wijziging van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai en de Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2014

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In artikel 2 van de Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2014 wordt ‘€ 15.764.000’ vervangen door: € 19.508.000,–.

ARTIKEL II

In artikel 44a, tweede lid, van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai wordt ‘€ 13.500.000,–’ vervangen door: € 15.850.000,–.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

Inleiding

Met deze wijzigingsregeling zijn twee subsidieplafonds aangepast.

In artikel I is het plafond aangepast dat in de Regeling vaststelling subsidieplafond sanering verkeerslawaai 2014 voor het tijdvak van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 was opgenomen voor de subsidieregeling ten behoeve van de sanering van verkeerslawaai, bedoeld in de paragrafen 1 tot en met 7 van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (artikel I). Dit plafond is met € 3.744.000,– verhoogd. Als gevolg van wijzigingen in de programmering van spoorsaneringsprojecten is in 2014 behoefte aan extra subsidiemiddelen. De extra middelen zijn beschikbaar omdat in voorgaande jaren de sanering goedkoper is uitgevoerd dan was geraamd. De verhoging van het plafond heeft tot gevolg dat voor meer positief beoordeelde aanvragen subsidie kan worden verleend.

In artikel II is het plafond aangepast dat in de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai voor het tijdvak van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 was opgenomen voor de tijdelijke overgangssubsidieregeling Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Geluid, bedoeld in paragraaf 8 van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai. Dit subsidieplafond is recent al gewijzigd van tien miljoen euro naar 13,5 miljoen euro.1 Met deze wijzigingsregeling wordt het plafond wederom verhoogd, namelijk tot € 15.850.000,–. Met dit nieuwe subsidieplafond kan voor alle positief beoordeelde subsidieaanvragen subsidie worden verleend. De ruim 13 miljoen euro bleek hiervoor toch onvoldoende te zijn.

Financiële gevolgen

De regeling heeft naar haar aard geen gevolgen voor de administratieve- en bestuurlijke lasten, de inhoudelijke nalevingskosten of de handhaafbaarheid. De verplichting tot het saneren van verkeerslawaai en A-lijst woningen volgt immers uit de Wet geluidhinder en de daaronder hangende regelgeving. Voor gemeenten worden dan ook geen extra verplichtingen in het leven geroepen.

In de voortgangsnotitie regeldruk bedrijven 2011-2015 van 19 september 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 515, nr. 333) is aangekondigd dat het kabinet internetconsultatie vaker wil inzetten bij de voorbereiding van wetgeving, als aanvulling op de bestaande consultatiepraktijk. Openbare internetconsultatie is echter niet nodig, indien het betreft een ministeriële regeling die geen ingrijpende verandering teweeg brengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Aangezien burgers en bedrijven geen subsidie als bedoeld in de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai kunnen aanvragen, is hier in het voorliggende geval sprake van. De wijzigingsregeling heeft ook geen gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.

In afwijking van het stelsel van vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), is deze wijzigingsregeling met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst in werking getreden en is niet de minimale invoeringstermijn van twee maanden gevolgd. Van het stelsel van vaste verandermomenten mag worden afgeweken indien er private of publieke voor- of nadelen zijn van vertragingen of vervroeging van invoering. Daar is in het voorliggende geval sprake van. Het niet verhogen van de subsidieplafonds kan namelijk leiden tot vertraging in de uitvoering van de saneringsprojecten, wat een hoog publiek nadeel heeft.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 12 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/235889, tot wijziging van de Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (Stcrt. 2014, 31998)

Naar boven