Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 27 november 2014, nr. WJZ / 14147714, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij in verband met aanpassing van de wateren waar het verboden is te vissen op aal en wolhandkrab

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 5.10 van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

In bijlage 16 van de Uitvoeringsregeling visserij worden op alfabetische volgorde de volgende wateren ingevoegd:

  • het Amsterdam-Rijnkanaal vanaf het IJ tot en met de spoorbrug bij Weesp;

  • het gebied in het IJsselmeer dat wordt begrensd door de Zuidermeerdijk, de IJsselmeerdijk, de Ketelbrug en de lijn lopend over de punten met de coördinaten:

    • 52°37.448΄NB en 005°38.650΄ OL

    • 52°36.800΄NB en 005°37.466΄ OL

    • 52°36.339΄NB en 005°37.783΄ OL

  • het kanaal Gent-Terneuzen;

  • het kanaal Wessem-Nederweert;

  • het Vossemeer;

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 november 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

1. Doel en strekking

Met deze regeling wordt een aantal wateren toegevoegd aan de lijst van wateren waar het verboden is te vissen op aal en wolhandkrab in verband met hoge concentraties van voor de mens schadelijke dioxines en PCB’s. Het doel van de maatregel is te voorkomen dat aal en wolhandkrab in deze wateren wordt gevangen, zodat deze vis niet in de handel kan worden gebracht en niet door mensen wordt geconsumeerd.

2. Achtergrond

De rechtsbasis voor het treffen van deze maatregelen is gelegen in artikel 5.10 van de Wet dieren. De aanleiding voor de onderhavige regeling is de periodieke herijking van de gebieden waarin het verboden is te vissen op aal en wolhandkrab. De Tweede Kamer heeft om deze periodieke herijking verzocht middels de motie van de leden Van Veldhoven en Jacobi (Kamerstukken II 2010/11, 32 658, nr. 16). Voor de herijking is gebruik gemaakt van de onderzoeksgegevens die jaarlijks worden verzameld in het kader van het Wettelijke Onderzoekstakenprogramma van het Ministerie van Economische Zaken (Dioxines en PCB’s in rode aal uit Nederlandse binnenwateren; Resultaten tussen 2006 en 2012. RIKILT-rapport 2013-010). Op basis van dit onderzoek is gebleken dat paling in de onder artikel 1 genoemde gebieden meerdere jaren achtereen een te hoog gehalte aan dioxines en/of PCB’s bevat. Vis waarvan het dioxine- of PCB-gehalte uitstijgt boven de ingevolge het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen gestelde norm, mag niet als levensmiddel worden verhandeld. Het ingevolge de Warenwet gestelde verhandelingsverbod wordt met de in deze regeling getroffen maatregelen in belangrijke mate ondersteund.

Naast de visserij op aal zal door toevoeging van bovenstaande gebieden tevens de visserij op wolhandkrab verboden worden in deze gebieden. Uit onderzoek naar de vervuiling van Chinese wolhandkrab (Dioxines en PCB’s in Chinese wolhandkrab, RIKILT-rapport 2013.005) is gebleken dat wolhandkrab afkomstig uit met dioxine vervuilde wateren hoge concentraties dioxines en PCB’s bevat en daarmee een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid (Kamerstukken II, 2013/14, 26 991, nr. 417). Het is dan ook noodzakelijk dat wordt voorkomen dat ook wolhandkrab uit bovengenoemde wateren in de handel wordt gebracht.

3. Regeldruk

De wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten. Deze wijziging heeft alleen betrekking op de aanpassing van de wateren waar het verboden is te vissen op aal en wolhandkrab en treft de beroepsvissers die in deze wateren op aal en wolhandkrab vissen. Controle op en handhaving van de toegevoegde wateren zal plaatsvinden binnen de bestaande reguliere controle op het visverbod.

4. Inwerkingtreding

Om de consument van aal en wolhandkrab te beschermen en te voorkomen dat met dioxines en PCB’s vervuilde aal en wolhandkrab uit de genoemde wateren in de handel wordt gebracht wordt afgeweken van het beleid inzake Vaste Verandermomenten en treedt de regeling op korte termijn per 1 januari 2015 in werking.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven