Per 1 januari 2015 geïndexeerde bedragen voor politieke ambtsdragers van provincies en een bevestiging van de correctie m.b.t de tegemoetkoming ziektekostenverzekering voor staten- en commissieleden

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Relatie met vorige circulaires: Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, Rechtspositiebesluit gedeputeerden en Rechtspositiebesluit staten en commissieleden 2 december 2013, nr. 2013-0000699265, 27 juni 2014, nr. 2014-0000324667 en 13 oktober 2014, nr. 2014-0000539205

Ingangsdatum: 1 januari 2015

Inleiding

Door middel van deze circulaire wordt u, zoals elk jaar gebruikelijk, geïnformeerd over de wijzigingen van de bedragen van de (onkosten)vergoedingen voor de commissarissen van de Koning, de leden van provinciale staten, leden gedeputeerde staten en commissieleden.

In deze circulaire wordt onder punt 11 ook bevestigd dat de correctie met betrekking tot de tegemoetkoming van de ziektekostenverzekering voor staten- en commissieledenleden onlangs tot stand is gebracht.

1. Inwerkingtreding werkkostenregeling per 1 januari 2015

Per 1 januari 2011 is de zogenaamde werkkostenregeling, die voortvloeit uit de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 (Stb. 2010, 611), ingevoerd. Deze werkkostenregeling heeft met ingang van 1 januari 2011 het systeem van vergoedingen en verstrekkingen vervangen. Tot 1 januari 2015 hadden provincies de mogelijkheid de werkkostenregeling niet toe te passen, maar het regime te blijven uitvoeren dat gold tot en met 2010.

Met ingang van 1 januari 2015 geldt de werkkostenregeling van rechtswege en is zij verplicht voor alle werkgevers.

2. Bezoldiging commissaris van de Koning

Op grond van artikel 3, zesde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning wijzigt de bezoldiging van de commissaris van de Koning overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De op dit moment geldende arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010. Deze arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel geldt nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de commissaris van de Koning.

Voor uw informatie meld ik u dat de bezoldiging voor commissarissen van de Koning sinds 1 april 2009 is vastgesteld op € 10.325,86 per maand.

3. Ambtstoelage en overige ambtskosten commissaris van de Koning

De in artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning genoemde ambtstoelage bedraagt € 635,29 en de vergoeding van overige ambtskosten € 485,73.

Dit zijn vaste bedragen waarop geen indexering wordt toegepast.

4. Eindejaarsuitkering commissaris van de Koning

Op grond van artikel 4a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning heeft de commissaris recht op een eindejaarsuitkering overeenkomstig de regels, die te dien aanzien voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 2 is aangegeven, is er nog geen nieuwe arbeidsvoorwaarden-overeenkomst voor het rijkspersoneel afgesloten. U bent over de eindejaarsuitkering van de commissarissen geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de eindejaarsuitkering voor commissarissen van de Koning sinds 1 december 2009 is vastgesteld op 8,3%.

5. Bezoldiging gedeputeerden

Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden bedraagt de bezoldiging van een gedeputeerde € 7.899,67 per maand. Het bedrag wijzigt als de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ook wijzigt.

De arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel zoals die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 geldt nog steeds. Als een volgende overeenkomst wordt vastgesteld, informeer ik u over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging voor gedeputeerden.

6. Eindejaarsuitkering gedeputeerden

Op grond van artikel 4, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden ontvangt de gedeputeerde een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Zoals onder 5 is aangegeven, is er nog geen nieuwe arbeidsvoorwaarden-overeenkomst voor het rijkspersoneel afgesloten. U bent over de eindejaarsuitkering van gedeputeerden geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de eindejaarsuitkering voor gedeputeerden sinds 1 december 2009 is vastgesteld op 8,3%.

7. Onkostenvergoeding gedeputeerden

In artikel 21, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten (genoemd in artikel 21, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden) voor een gedeputeerde per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2014 is bepaald op 116,48. Voor 2013 was dit indexcijfer 115,46. Procentueel is dat een verhoging van 0,9. Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoeding gedeputeerden per 1 januari 2015 worden verhoogd met 0,9%.

Met ingang van 1 januari 2015 wordt het bedrag genoemd in artikel 21, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden gewijzigd in € 348,11.

8. Vergoeding werkzaamheden statenleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden van statenleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Ten aanzien van 2014 heb ik u in de circulaire van 2 december 2013, nr. 2013-0000699265, gemeld dat dit indexcijfer op dat moment nog niet bekend was. De vergoeding voor de werkzaamheden voor statenleden is daarom met ingang van 1 januari 2014 niet aangepast.

In de loop van 2014 werd dit indexcijfer wel bekend. Dat indexcijfer was 0,6% lager ten opzichte van het indexcijfer dat voor 2013 gehanteerd werd. Er is toen voor gekozen deze verlaging op dat moment niet door te berekenen in de bedragen over 2014. De bedragen over 2014 bleven dus hetzelfde als de bedragen over 2013.

Met dat percentage (-/- 0,6%) moet echter wel rekening worden gehouden bij de berekening van de bedragen over 2015.

Het indexcijfer CAO lonen overheid voor 2013 is bepaald op 131,1. Voor 2014 was dit indexcijfer (weer, net als in 2012) 131,9. Procentueel is dat een verhoging van 0,6.

Hoewel een zuivere berekeningswijze van het bovenstaande leidt tot een zeer geringe verlaging van het bedrag, is er om administratieve redenen voor gekozen dit bedrag niet te verlagen.

Om die reden is besloten om voor 2015 de bedragen te handhaven op het niveau van 2013 en 2014.

Ter nadere toelichting schets ik u de exacte wijze van berekening voor 2015.

In dit geval moeten we daarvoor terug naar 2012. Het indexcijfer dat over de bedragen van 2012 is toegepast is 131,9. Het indexcijfer voor de bedragen over 2013 is 131,1. Dat betekent dat de bedragen van de vergoeding voor de werkzaamheden van de statenleden per 1 januari 2014 verlaagd hadden moeten worden met 0,6%. Deze verlaging is nu bij de berekening van de bedragen over 2015 meegenomen, in die zin dat de bedragen van 2013 eerst zijn verlaagd met 0,6% en dat voor de bedragen voor 2015 op die verlaagde bedragen de verhoging van 0,6% is toegepast.

Het bedrag genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de vergoeding van de werkzaamheden van statenleden bedraagt per 1 januari 2015 € 1.093,03 per maand.

9. Onkostenvergoeding statenleden

In artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten genoemd in het derde lid van artikel 2, per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2014 is bepaald op 116,48. Voor 2013 was dit indexcijfer 115,46. Procentueel is dat een verhoging van 0,9. Dit betekent dat het bedrag van de onkostenvergoeding statenleden per 1 januari 2015 wordt verhoogd met 0,9%.

Met ingang van 1 januari 2015 bedraagt de onkostenvergoeding genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten € 166,49 per maand.

10. Tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de statenleden

In artikel 10, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat een statenlid ten laste van de provincie een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ontvangt.

In artikel 10, tweede lid, van dat rechtspositiebesluit is bepaald dat het bedrag van deze tegemoetkoming wijzigt overeenkomstig de wijzigingen die de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ondergaat.

Zoals onder 2 is aangegeven geldt de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel zoals die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 nog steeds. U bent over de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat voor de statenleden sinds 1 april 2009 een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering geldt van € 97,54 per jaar.

11. Correctie tegemoetkoming in de kosten van een ziektekosten-verzekering staten- en commissieleden voor 2014

Bij circulaire van 13 oktober 2014, kenmerk 2014-0000539205, heb ik u gewezen op het voornemen om met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2014 twee bepalingen te wijzigen. Het ging om het volgende:

  • a. De hoogte van de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden wordt het bedrag dat het vóór 1 juli 2014 was, te weten €97,54 per jaar netto of €203,21 bruto.

  • b. De commissieleden hebben géén recht op deze tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering.

Ik heb daarbij aangegeven dat deze terugwerkende kracht kan betekenen dat er een terugvordering dient plaats te vinden indien de (te hoge) tegemoetkoming al betaald is, maar dat deze terugvordering pas kan plaatsvinden na publicatie van het beoogde besluit in het Staatsblad. Ik kan u nu meedelen dat dit voornemen is bekrachtigd in het besluit dat op 18 november 2014 is gepubliceerd in het Staatsblad: 2014, nr. 431.

Voor de nadere toelichting op deze wijziging en de motieven voor de terugwerkende kracht verwijs ik kortheidshalve naar genoemde circulaire van 13 oktober 2014. Zoals aangekondigd, is er voor bijzondere situaties een hardheidsclausule in het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden opgenomen.

12. Commissieleden

In artikel 13 juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is het bedrag bepaald van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie dat per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Ten aanzien van 2014 heb ik u in de circulaire van 2 december 2013, nr. 2013-0000699265, gemeld dat dit indexcijfer op dat moment nog niet bekend was. De vergoeding voor de werkzaamheden voor commissieleden is daarom met ingang van 1 januari 2014 niet aangepast.

In de loop van 2014 werd dit indexcijfer wel bekend. Dat indexcijfer was 0,6% lager ten opzichte van het indexcijfer dat voor 2013 gehanteerd werd. Er is toen voor gekozen deze verlaging op dat moment niet door te berekenen in de bedragen over 2014. De bedragen over 2014 bleven dus hetzelfde als de bedragen over 2013.

Met dat percentage (-/- 0,6%) moet echter wel rekening worden gehouden bij de berekening van de bedragen over 2015.

Het indexcijfer CAO lonen overheid voor 2013 is bepaald op 131,1. Voor 2014 was dit indexcijfer (weer, net als in 2012) 131,9. Procentueel is dat een verhoging van 0,6.

Deze berekeningswijze leidt voor 2015 overigens niet tot een wijziging van het bedrag genoemd in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden.

Ter nadere toelichting schets ik u de exacte wijze van berekening voor 2015.

In dit geval moeten we daarvoor terug naar 2012. Het indexcijfer dat over de bedragen van 2012 is toegepast is 131,9. Het indexcijfer voor de bedragen over 2013 is 131,1. Dat betekent dat de bedragen van de vergoeding voor de werkzaamheden van de commissieleden per 1 januari 2014 verlaagd hadden moeten worden met 0,6%. Deze verlaging is nu bij de berekening van de bedragen over 2015 meegenomen, in die zin dat de bedragen van 2013 eerst zijn verlaagd met 0,6% en dat voor de bedragen voor 2015 op die verlaagde bedragen de verhoging van 0,6% is toegepast.

Het bedrag genoemd in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden bedraagt met ingang van 1 januari 2015 in € 105,43.

13. Vragen en informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers kunt u vinden op de volgende internetsite: www.politiekeambtsdragers.nl. Op deze site vindt u alle actuele wet- en regelgeving, circulaires en brochures over politieke ambtsdragers voor het Rijk, de provincie, de gemeente, de waterschappen en ook voor het Koninkrijk en de BES-eilanden voor zover deze afkomstig is van het ministerie van BZK. U vindt hier dus niet de modelverordeningen van de VNG of de gemeentelijke of provinciale verordeningen.

Voor eventuele nadere vragen kunt u ook contact opnemen met het ministerie van BZK via postbus.helpdeskpa@minbzk.nl.

Naar boven