Advies Raad van State inzake het voorstel van wet rechtspositie ZSM

Nader Rapport

25 november 2014

Nr. 587706

Directie Wetgeving en Juridische Zaken

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet rechtspositie ZSM

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 mei 2014, nr. 2014001010, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 18 juni 2014, nr. W03.14.0157/II, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel. De Afdeling advisering merkt op dat de voorgestelde wijziging is bedoeld als verruiming van de mogelijkheden om rechterlijke ambtenaren werkzaamheden op te dragen op zaterdagen, zondagen en feestdagen en adviseert in de toelichting in te gaan op de consequenties van het wetsvoorstel voor degene die op bepaalde dagen, zoals zondagen en/ of religieuze feestdagen, niet willen werken in verband met het belijden van hun godsdienst.

Zoals in de memorie van toelichting al is opgenomen wordt in elk arrondissementsparket waar met de ZSM-werkwijze wordt gewerkt, gestreefd naar de inzet van een beperkt aantal daarvoor geselecteerde functionarissen die structureel kunnen worden ingeroosterd. Deze selectie vindt zoveel mogelijk plaats op basis van vrijwilligheid.

Het kan voorkomen dat het (verwachte) werkaanbod in relatie tot de inzetbaarheid van de groep functionarissen die structureel kunnen worden ingeroosterd te hoog is, waardoor incidenteel ook anderen kunnen worden ingeroosterd, dan wel in geval van onvoorziene omstandigheden ad hoc kunnen worden ingezet. Indien de betreffende functionaris in deze gevallen aangeeft niet te willen werken op bepaalde dagen in verband met het belijden van zijn godsdienst, zal de werkgever hier zoveel mogelijk rekening mee houden door functionarissen in te zetten die niet aangeven daar bezwaar tegen te hebben.

Conform het advies van de Afdeling is de memorie van toelichting op dit punt aangevuld. Tevens is de redactionele opmerking van de Afdeling in het wetsvoorstel verwerkt.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in artikel 1 te anticiperen op de inwerkingtreding op 1 januari 2015 van artikel I, onderdeel A, van de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de wettelijke regeling van de centrale verwerking openbaar ministerie (Stb. 2014, 225).

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Advies Raad van State

No. W03.14.0157/II

’s-Gravenhage, 18 juni 2014

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 23 mei 2014, no.2014001010, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen (Wet rechtspositie ZSM), met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel regelt dat werkzaamheden op zondagen en feestdagen aan officieren van justitie kunnen worden opgedragen, indien de aard en/of organisatie van de arbeid dit mogelijk maakt.1 De voorgestelde wijziging houdt verband met de ‘ZSM-werkwijze’2 van het Openbaar Ministerie (OM), waarbij op de arrondissementsparketten 7x14 uursdiensten worden toegepast, teneinde in een zo vroeg mogelijk stadium na aanhouding van de verdachte een afdoeningsbeslissing te kunnen nemen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een kanttekening over de consequenties van het voorstel voor degenen die op zondagen en religieuze feestdagen niet willen werken in verband met het belijden van hun godsdienst.

  • 1. Naar bestaand recht worden aan de rechterlijke ambtenaren geen werkzaamheden op zon- of feestdagen opgedragen, tenzij het dienstbelang dit onvermijdelijk maakt.3 Het wetsvoorstel behelst ten opzichte daarvan een verruiming, aangezien werkzaamheden op zon- en feestdagen voortaan kunnen worden opgedragen, indien de aard en/of organisatie van de arbeid dit onvermijdelijk maakt. Volgens de toelichting behoort het werken op zaterdagen, zondagen en feestdagen binnen de ZSM-dienst tot het normale werkproces bij alle arrondissementsparketten. In deze context is voor het opdragen van werkzaamheden in de weekenden en op feestdagen feitelijk dan ook geen sprake meer van een bijzondere omstandigheid waarvoor een beroep op het dienstbelang aangewezen is, aldus de toelichting.4

    De Afdeling merkt op de voorgestelde wijziging is bedoeld als verruiming van de mogelijkheden om rechterlijke ambtenaren werkzaamheden op te dragen op zaterdagen, zondagen en feestdagen. Het voorstel kan daarmee raken aan het aan de vrijheid van godsdienst5, waarin het recht besloten ligt om in beginsel niet verplicht te worden te werken op de voor de betrokkene belangrijke religieuze feestdagen. Tegen die achtergrond adviseert de Afdeling in de toelichting in te gaan op de consequenties van het wetsvoorstel voor degenen die op zondagen en/of religieuze feestdagen niet willen werken in verband met het belijden van hun godsdienst.

  • 2. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State, J.P.H. Donner.

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W03.14.0157/II

  • Artikel III, die de citeertitel regelt en de citeertitel aan het slot van het opschrift van de regeling schrappen gelet op aanwijzing 184 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Wet van ...., houdende wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen (Wet rechtspositie ZSM)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te wijzigen in verband met de wens om rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding, werkzaam bij een arrondissementsparket, in het kader van de ZSM-werkwijze op zondagen en feestdagen in te zetten:

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 40 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, kunnen aan rechterlijke ambtenaren als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 7, van de Wet op de rechterlijke organisatie, en aan rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover werkzaam bij een arrondissementsparket, werkzaamheden worden opgedragen op zondagen en dagen die bij of krachtens de Algemene termijnenwet zijn aangemerkt als algemeen erkende feestdagen, indien de aard en of organisatie van de arbeid dit onvermijdelijk maakt.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet rechtspositie ZSM.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1 Inleiding

Een van de onderdelen van het actieprogramma van de Minister van Veiligheid en Justitie ‘Minder regels, meer op straat’1 richt zich op de versnelling van de afhandeling van veel voorkomende delicten door samenwerking tussen politie en openbaar ministerie (hierna: OM). Door de politie en/of het OM wordt in een zo vroeg mogelijk stadium vastgesteld of zaken kunnen worden afgedaan en waar mogelijk wordt direct een afdoeningsbeslissing genomen. Deze werkwijze staat centraal in het programma ZSM. ZSM staat hier voor zo snel, slim, selectief, simpel, samen en samenlevingsgericht mogelijk.

In 2011 is ervaring opgedaan met de ZSM-werkwijze in 5 pilotregio's en bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Mede op basis van deze uitkomsten is een landelijke aanpak ZSM ontwikkeld en uitgerold. Tegelijk met de invoering van de ZSM-werkwijze in elk arrondissementsparket zijn de werktijden verruimd naar zeven dagen per week en 14 uur per dag.

1.2 Doel van de wet

De aard en organisatie van de ZSM-werkwijze maken een dagelijkse openstelling van het OM gedurende het gehele kalenderjaar, van 8.00 uur in de ochtend tot 22.00 uur in de avond, ook op zaterdagen, zondagen en feestdagen (7 x 14-uursdiensten) onvermijdelijk.

De huidige rechtspositieregelingen van de rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding bepalen dat het opdragen van werkzaamheden op zaterdagen, zondagen en de bij of krachtens de Algemene termijnenwet aangemerkte algemeen erkende feestdagen2 niet mogelijk is, tenzij het dienstbelang dit naar het oordeel van de functionele autoriteit onvermijdelijk maakt. Voor het werken op zondagen en feestdagen is dit neergelegd in artikel 40 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, voor het werken op zaterdagen in artikel 8c, vijfde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Zoals hiervoor al is aangegeven behoort binnen de ZSM-dienst het werken op zaterdagen, zondagen en feestdagen tot het normale werkproces bij alle arrondissementsparketten. In deze context is voor het opdragen van werkzaamheden in de weekeinden en op feestdagen feitelijk dan ook geen sprake meer van een bijzondere omstandigheid waarvoor een beroep op het dienstbelang aangewezen is. De voor het OM werkzame rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding die in het werkproces van ZSM inzetbaar zijn, draaien mee in de 7 x 14-uursdiensten, ook op zaterdagen, zondagen en feestdagen.

In de vergadering van het Sectoroverleg Rechterlijke Macht (hierna: SORM) van 27 juni 2013 is daarom overeengekomen dat de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in die zin worden gewijzigd dat het mogelijk wordt om de in de ZSM-diensten in te zetten rechterlijke ambtenaren werkzaamheden op te dragen op zaterdagen, zondagen en feestdagen zonder dat een expliciet beroep op het dienstbelang hoeft te worden gedaan. In ieder arrondissementsparket waar met de ZSM-werkwijze wordt gewerkt, wordt gestreefd naar een beperkt aantal daarvoor geselecteerde functionarissen dat structureel kan worden ingeroosterd in de ZSM-dienst. Het (verwachte) werkaanbod in relatie tot de inzetbaarheid van de groep die structureel kan worden ingeroosterd, kan vereisen dat ook anderen dan de aldus geselecteerde functionarissen incidenteel kunnen worden ingeroosterd, dan wel in geval van onvoorziene omstandigheden ad hoc kunnen worden ingezet.

Daarnaast is in het SORM van 27 juni 2013 afgesproken een toeslag toe te kennen voor de inzet buiten de reguliere werktijden. Deze afspraak geldt dus niet alleen voor de zaterdagen, zondagen en feestdagen, maar ook voor de avonduren op weekdagen. Voorts is afgesproken dat deze afspraken gelden voor alle in artikel 1, onderdeel b, onder 7, van de Wet op de rechterlijke organisatie genoemde rechterlijke ambtenaren, voor zover werkzaam bij een arrondissementsparket, en de eventueel bij deze parketten werkzame rechterlijke ambtenaren in opleiding.

Met de onderhavige wet wordt invulling gegeven aan deze afspraken voor zover deze zien op de aanpassing van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt gewijzigd met het Besluit rechtspositie ZSM.

1.3 Wijziging Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren

Het Besluit rechtspositie rechterlijk ambtenaren wordt in die zin aangepast, dat het mogelijk wordt hoofdofficieren van justitie, plaatsvervangende hoofdofficieren van justitie, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie, plaatsvervangend officieren van justitie, officieren enkelvoudige zittingen, plaatsvervangend officieren enkelvoudige zittingen, en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket ook op zaterdag in te zetten voor ZSM-diensten, zonder dat hiervoor een beroep op het dienstbelang aangewezen is. Daarnaast zal in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren geregeld worden dat er een toeslag wordt toegekend over de uren van de ZSM-dienst die liggen tussen:

  • 18.00 uur en 22.00 uur op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag;

  • 08.00 uur en 22.00 uur op zaterdag en zondag en;

  • 08.00 uur en 22.00 uur op algemeen erkende feestdagen als bedoeld in de Algemene termijnenwet.

Over de hoogte van de toeslag worden bij ministeriële regeling regels gesteld.

2. Financiële gevolgen

De kosten van de invoering van de maatregel, opgenomen in deze wet worden opgevangen binnen de voor de sector rechterlijke macht beschikbare middelen.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Deze wet brengt geen administratieve lasten voor burgers, bedrijven of publieke professionals met zich. De in artikel 1, onderdeel b, onder 7, van de Wet op de rechterlijke organisatie genoemde rechterlijke ambtenaren en de rechterlijke ambtenaren in opleiding, voor zover werkzaam bij een arrondissementsparket, krijgen een toeslag wanneer zij buiten de reguliere werktijden worden ingezet. Het regelen van deze toeslagen vergt alleen enige aanvullende administratieve handelingen voor het OM als organisatie.

3. Consultatie PM

Over de inhoud van deze wet is in de Sectorcommissie rechterlijke macht de ingevolge artikel 51 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren vereiste overeenstemming bereikt. Het College van procureurs-generaal, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de Raad voor de rechtspraak hebben positief geadviseerd over een ontwerp van deze wet.

4. Artikelsgewijs

Artikel I (artikel 40)

Zoals onder 1.2 Doel van de wet is aangegeven, is het thans alleen mogelijk om de rechterlijke ambtenaren en de rechterlijk ambtenaren in opleiding werkzaamheden op te dragen op zaterdagen, zondagen en de bij of krachtens de Algemene termijnenwet aangemerkte erkende feestdagen als de functionele autoriteit dit vanuit het dienstbelang onvermijdelijk acht. Voor het werken op zondagen en feestdagen is dit neergelegd in artikel 40 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Binnen de ZSM-dienst vormen de uren van 08.00 uur tot en met 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag de reguliere werktijden (het zogenoemde dagvenster). De uren buiten het dagvenster worden aangemerkt als onregelmatige uren. Dit zijn de uren:

  • gelegen tussen 18.00 uur en 22.00 uur op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag;

  • de uren gelegen tussen 08.00 uur en 22.00 uur op zaterdag, zondag en op algemeen erkende feestdagen als bedoeld in de Algemene termijnenwet.

Dit wijzigingsonderdeel voorziet erin dat hoofdofficieren van justitie, plaatsvervangende hoofdofficieren van justitie, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie, plaatsvervangend officieren van justitie, officieren enkelvoudige zittingen, plaatsvervangend officieren enkelvoudige zittingen, en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket, ook op zondagen en feestdagen kunnen worden ingezet voor ZSM-diensten.

Op grond van artikel 19b Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding nadere arbeidsvoorwaarden worden vastgesteld ten aanzien van het bepaalde in hoofdstuk 3 van de wet (Salaris en andere financiële arbeidsvoorwaarden). Op grond van dit artikel worden in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, regels gesteld over de toeslag die wordt toegekend voor gewerkte uren buiten het dagvenster ofwel de onregelmatige uren bij inzet voor ZSM-diensten. Dit zal gebeuren met het Besluit rechtspositie ZSM.

Voor wat betreft de mogelijkheid om hoofdofficieren van justitie, plaatsvervangende hoofdofficieren van justitie, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie, plaatsvervangend officieren van justitie, officieren enkelvoudige zittingen, plaatsvervangend officieren enkelvoudige zittingen, en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die werkzaam zijn bij een arrondissementsparket op zaterdag in te zetten op ZSM-diensten wordt verwezen naar het Besluit rechtspositie ZSM, dat tegelijkertijd met onderhavige wet in werking treedt.

De Minister van Veiligheid en Justitie,


X Noot
1

Daartoe wordt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren gewijzigd.

X Noot
2

ZSM staat voor zo snel, slim, selectief, simpel, samen en samenlevingsgericht mogelijk.

X Noot
3

Artikel 40 Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Hetzelfde criterium is in artikel 125b Ambtenarenwet en artikel 12b Militaire ambtenarenwet opgenomen. In artikel 21, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement is ter uitwerking van artikel 125b Ambtenarenwet bepaald dat de ambtenaar zoveel mogelijk de gelegenheid wordt geboden op zondag en op de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk te bezoekeng en dat geen dienst wordt geëist op ten minste dertien zondagen per periode van zes maanden.

X Noot
4

Memorie van toelichting, paragraaf 1.2 Doel van de wet.

X Noot
5

Zoals verankerd in artikel 6 van de Grondwet en artikel 9 van het EVRM.

X Noot
1

Kamerstukken II, 29 628, nr. 238.

X Noot
2

Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei.

Naar boven