De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 91 van de Spoorwegwet, de artikelen 12, tweede lid, 17, tweede lid,
28, vierde lid, 29, tweede lid, 76, derde lid, 83, eerste lid, van het Besluit personenvervoer
2000, artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 2.4:12
van het Arbeidstijdenbesluit vervoer en artikel 26, tweede lid, van de Wet kabelbaaninstallaties;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling tarieven Spoorwegwet 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 110,–’ vervangen door: € 112,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.541,–’ vervangen door: € 5.666,–.
3. In het derde lid wordt ‘€ 110,–’ vervangen door: € 112,–.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 110,–’ vervangen door: € 112,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.541,–’ vervangen door: € 5.666,–.
3. In het derde lid wordt ‘€ 5.541,–’ vervangen door: € 5.666,–.
C
In artikel 4, eerste lid, wordt ‘€ 110,–’ vervangen door: € 112,–.
D
De in artikel 5 opgenomen tabel wordt vervangen door:
Vergunning
|
bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet
|
€ 9.301,–
|
beperkte bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel
8, eerste lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest
|
€ 1.328,–
|
beperkte bedrijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de wet en artikel
8, tweede lid, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest
|
€ 4.329,–
|
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in het eerste lid wordt vervangen door:
Veiligheidsattest
|
Deel A
|
Deel B
|
veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden
een veiligheidsfunctie laat uitoefenen
|
€ 12.757,–
|
€ 8.504,–
|
veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of meer een
veiligheidsfunctie laat uitoefenen
|
€ 27.110,–
|
€ 18.073,–
|
veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de hoofdspoorweg
op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend gereedschap
of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg
uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst is gesteld
|
€ 4.870,–
|
–
|
2. De tabel in het tweede lid wordt vervangen door:
Hernieuwd veiligheidsattest
|
Deel A
|
Deel B
|
hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300 personeelsleden
een veiligheidsfunctie laat uitoefenen
|
€ 9.999,–
|
€ 6.379,–
|
hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden of
meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen
|
€ 13.681,–
|
€ 7.548,–
|
hernieuwd veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt van de
hoofdspoorweg op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of met zelfrijdend
gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden aan of nabij de
hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat daartoe buiten dienst
is gesteld
|
€ 4.870,–
|
–
|
F
De in artikel 7 opgenomen tabel wordt vervangen door:
Wijziging veiligheidsattest
|
Deel A
|
Deel B
|
wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die minder dan 300
personeelsleden een veiligheidsattest laat uitoefenen
|
€ 6.379,–
|
€ 4.252,–
|
wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die 300 personeelsleden
of meer een veiligheidsfunctie laat uitoefenen
|
€ 9.568,–
|
€ 6.379,–
|
wijziging van een veiligheidsattest voor een spoorwegonderneming die gebruik maakt
van de hoofdspoorweg op één locatie ten behoeve van overgave van spoorvoertuigen of
met zelfrijdend gereedschap of een daarmee vergelijkbaar voertuig om werkzaamheden
aan of nabij de hoofdspoorweg uit te voeren op een deel van een hoofdspoorweg dat
daartoe buiten dienst is gesteld
|
€ 1.623,–
|
–
|
G
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 5.428,–’ vervangen door: € 5.550,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.541,–’ vervangen door: € 5.666,–.
3. In het derde lid wordt ‘€ 2.463,–’ vervangen door: € 2.519,–.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 2.463,–’ vervangen door: € 2.519,–.
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 62,–’ vervangen door: € 63,–.
2. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Voor het wijzigen van gegevens, bedoeld in artikel 37, vijfde lid, van de wet, is
per wijzigingsverzoek, dat kan bestaan uit één of meerdere wijzigingsopdrachten, een
tarief verschuldigd van € 25,– per voertuig.
3. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
-
3. Voor het schrappen van inschrijvingen, bedoeld in artikel 37, zevende lid, van de
wet, is per schrapping een tarief verschuldigd van € 25,– per voertuig.
4. Er wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
I
In artikel 10 wordt ‘€ 5.428,–’ vervangen door: € 5.550,–.
J
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.046,–’ vervangen door: € 1.069,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 5.541,–’ vervangen door: € 5.666,–.
K
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 12.474,–’ vervangen door: € 12.755,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 7.560,–’ vervangen door: € 7.730,–.
3. In het derde lid wordt ‘€ 4.320,–’ vervangen door: € 4.417,–.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 4.320,–’ vervangen door: € 4.417,–.
5. In het vijfde lid wordt ‘€ 5.400,–’ vervangen door: € 5.522,–.
L
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 7.019,–’ vervangen door: € 7.177,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 2.034,–’ vervangen door: € 2.080,–.
M
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.818,–’ vervangen door ‘€ 1.859,–’ en aan het eind ‘€ 1.129,–’
vervangen door: € 1.155,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.129,–’ telkens vervangen door: € 1.155,–.
N
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. De tabel in het eerste lid wordt vervangen door:
Profiel machinist
|
module 1: Vergunning
|
€ 200,–
|
module 2: Basiskennis Nederland
|
€ 200,–
|
module 3: Machinist Reizigers beperkt bevoegd (BB) en volledig bevoegd (VB)
|
€ 200,–
|
module 4: Machinist Goederen BB en VB
|
€ 200,–
|
module 5: Veiligheidscommunicatie
|
€ 400,–
|
Profiel machinist (ERTMS)
|
module 1a: Basis theorie
|
€ 200,–
|
module 1b: Basis simulatie
|
€ 400,–
|
module 2a: Dual Signalling theorie
|
€ 200,–
|
module 2b: Dual Signalling simulatie
|
€ 400,–
|
module 3a: HSL-Zuid, theorie
|
€ 200,–
|
module 3b: HSL-Zuid simulatie
|
€ 400,–
|
module 4a: Betuweroute A15/Havenspoorlijn theorie
|
€ 200,–
|
module 4b: Betuweroute A15/Havenspoorlijn simulatie
|
€ 400,–
|
2. In de tabellen in het tweede, vierde en vijfde lid vervalt telkens de puntkomma of
de punt na de aanduiding van het onderwerp in de linkerkolom.
3. De tabel in het derde lid wordt vervangen door:
Profiel rangeerder (BB, VB)
|
module 1: Algemene vakkennis
|
€ 200,–
|
module 2: Samenstellen en begeleiden van treinen
|
€ 200,–
|
module 3: Veiligheidscommunicatie
|
€ 400,–
|
module 4: Praktijksimulatie
|
€ 679,–
|
Profiel wagencontroleur
|
module 1: Basisbekwaamheden
|
€ 200,–
|
module 2: Veiligheidscommunicatie
|
€ 400,–
|
module 3: Vervoer gevaarlijke stoffen
|
€ 200,–
|
module 4: praktijk simulatie
|
€ 679,–
|
Profiel treindienstleider
|
module 1a: Theorie-examen treindienstleider met volledige bevoegdheid
|
€ 500,–
|
module 1b: Veiligheidscommunicatie treindienstleider met volledige bevoegdheid
|
€ 400,–
|
module 1c: Praktijksimulatie treindienstleider met volledige bevoegdheid
|
€ 400,–
|
module 2: Treindienstleider met minimale bevoegdheid
|
€ 1.300,–
|
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
O
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 104,–’ vervangen door: € 106,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 51,–’ vervangen door: € 52,–.
P
In artikel 17 wordt ‘€ 4.601,–’ vervangen door: € 4.705,–.
Q
Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 4.077,–’ vervangen door: € 4.168,–.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 1.582,–’ vervangen door: € 1.617,–.
R
In artikel 19 wordt ‘€ 4.068,–’ vervangen door: € 4.159,–.
S
Na artikel 19 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 19a
Voor de behandeling van een aanvraag om aangewezen te worden als arts-deskundige,
bedoeld in artikel 1 van de Regeling spoorwegpersoneel, is een tarief van € 7.704,–
verschuldigd.
Artikel 19b
Voor de behandeling van een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van het Besluit spoorweginfrastructuur
is een tarief van € 4.280,– verschuldigd.
T
In artikel 20 wordt ‘€ 990,–’ vervangen door: € 1.012,–.
U
In artikel 21 wordt ‘€ 140,–’ vervangen door: € 143,–.
V
In artikel 22 wordt ‘€ 224,–’ vervangen door: € 230,–.
ARTIKEL II
De Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
De tabel in artikel 1 wordt vervangen door:
Vergunning
|
Communautaire vergunning
|
€ 1.329,–
|
Taxivervoer
|
€ 1.211,–
|
B
De tabel in artikel 2 wordt vervangen door:
Wijzigen vergunning
|
Communautaire vergunning
|
€ 440,–
|
Taxivervoer
|
€ 771,–
|
Taxivervoer en communautaire vergunning, beperkt tot de gegevens, bedoeld in artikel
14, eerste of tweede lid, of artikel 15, eerste lid, onder b, van het Besluit personenvervoer
2000
|
€ 111,–
|
C
De tabel in artikel 3 wordt vervangen door:
Document
|
Erkenning van EG-beroepskwalificaties taxivervoer
|
€ 320,–
|
Ontheffing vakbekwaamheid
|
€ 320,–
|
D
De tabel in artikel 4 wordt vervangen door:
Document
|
Verlening van een communautaire vergunning
|
€ 1.329,–
|
Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning
|
€ 82,–
|
Verlening van een vergunning geregeld vervoer
|
€ 1.761,–
|
Wijziging van een vergunning geregeld vervoer
|
€ 880,–
|
Wijziging van de naam van de onderaannemer, bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG)
nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad, van 21 oktober 2009 of van de
gegevens, bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 684/92 of in
artikel 15, eerste lid, onder b, van het Besluit personenvervoer 2000 in de vergunning
geregeld vervoer
|
€ 220,–
|
Vergunningbewijs geregeld vervoer
|
€ 66,–
|
Vergunning pendelvervoer
|
€ 880,–
|
Reisbladen
|
€ 55,–
|
Transitovergunning
|
€ 1.100,–
|
Attest eigen vervoer binnen de EU
|
€ 111,–
|
Vergunning ongeregeld vervoer met bussen
|
€ 111,–
|
E
De tabel in artikel 5 wordt vervangen door:
Vergunningbewijs
|
Gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning
|
€ 82,–
|
Taxivervoer
|
€ 45,–
|
F
In artikel 7 wordt ‘€ 109,–’ vervangen door: € 107,–.
ARTIKEL III
In artikel 3, tweede lid, van de Regeling aanvraag autorisatie classificatiecode vuurwerk
wordt ‘€ 255,–’ vervangen door: € 261,–.
ARTIKEL IV
In artikel 4, tweede lid, van de Regeling tachograafkaarten wordt ‘€ 100,–’ vervangen
door: € 99,–.
ARTIKEL V
In artikel 1 van de Regeling tarief Wet kabelbaaninstallaties wordt ‘€ 109,–’ vervangen
door: € 111,–.
ARTIKEL VI
In artikel 2 van de Tariefregeling vervoer gevaarlijke stoffen wordt ‘€ 345,–’ vervangen
door: € 353,–.
ARTIKEL VII
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
TOELICHTING
Algemene toelichting
Middels deze regeling worden de tarieven in een aantal regelingen gewijzigd. De wijzigingen
zijn voornamelijk het gevolg van de jaarlijkse indexering van verschillende tarieven.
In het algemene deel van de toelichting worden deze wijzigingen behandeld.
Daarnaast zijn met deze wijziging een tweetal artikelen en één artikellid toegevoegd
aan de Regeling tarieven Spoorwegwet 2012. Deze toegevoegde bepalingen worden in de
artikelsgewijze toelichting behandeld.
Indexering
Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de Rijksoverheid, voor het verlenen van
diensten aan derden, zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening brengt. De
tarieven die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) tot nu toe hanteert zijn
nog niet kostendekkend: in de sector land – waar de ILT-tarieven in deze wijzigingsregeling
worden toegepast – is de kostendekkendheid 39%. Het herstel van de Nederlandse economie
zet voorzichtig door, maar er zijn nog veel onzekerheden. Tegen deze achtergrond is
gekozen voor een geringe tariefstijging, gelijk aan de stijging van de afgelopen twee
jaren. Een stijging van 2,25% voor de door de ILT gehanteerde tarieven. Naast de 1%
inflatiecorrectie is er sprake van 1,25% reële tariefstijging om te komen tot een
hogere kostendekkingsgraad van de tarieven. Hierbij kan de tariefwijziging per individueel
product iets afwijken vanwege afronding.
Op 1 juni 2010 is de afgifte van een aantal vergunningen door de Minister van Infrastructuur
en Milieu in mandaat overgedragen aan Kiwa N.V. (Kiwa). De overeenkomst met Kiwa voorziet
vanaf 1 januari 2014 in een jaarlijkse stijging van de door Kiwa gehanteerde tarieven
met een inflatiecorrectie en tevens in een daling van de tarieven met een efficiencyfactor.
Deze factor bedraagt per 1 januari 2015 voor zowel de Regeling vergoedingen documenten
Wet personenvervoer 2000, als voor de Regeling tachograafkaarten, –2,5%. Per saldo
leidt dit bij een inflatiecorrectie van 1% tot een tariefmutatie van -1,5%. Hierbij
kan de tariefwijziging per individueel product iets afwijken vanwege afronding.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel H
Met de aanpassing van artikel 9 wordt een verzoek tot wijziging van de gegevens in
het Nationaal Voertuig Register (NVR) op een andere manier in rekening gebracht. Waar
tot de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling voor elke wijziging € 20,– diende
te worden betaald, is nu gekozen voor een systeem waar per wijzigingsverzoek, dat
kan bestaan uit één of meerdere wijzigingen, een tarief verschuldigd is van € 25 per
voertuig. Het nieuwe vierde lid betreft een codificatie van een reeds bestaande praktijk.
Artikel I, onderdeel N
In artikel 15 worden door de Minister van Infrastructuur en Milieu de tarieven vastgesteld
voor de examinering van personen die op het spoor een veiligheidsfunctie uitoefenen
(machinisten, treindienstleiders, rangeerders en wagencontroleurs). Aan het bestuur
van de stichting Veiligheid & Vakmanschap Rail Vervoer (VVRV) is deze examinering
door de minister gemandateerd (Besluit mandaat Stichting Veiligheid en Vakmanschap
Rail Vervoer, Stcrt. (2012), (14 338)). De opbrengst van de door de minister vastgestelde tarieven is daarbij bestemd voor
de VVRV. In het bestuur van de stichting VVRV zijn enkele belangrijke partijen uit
de spoorsector vertegenwoordigd: ProRail, Koninklijk Nederlands Vervoer Spoorgoederenvervoer,
Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland en NS. Conform voorstel van het bestuur van
de stichting VVRV worden enkele wijzigingen aangebracht in de tarieven van het examenprogramma
voor machinisten op trajecten met het European Rail Traffic Management System (ERTMS-trajecten)
en voor rangeerders. Voorts wordt er een lid toegevoegd om een aanvullend tarief vast
te stellen voor ‘spoedaanvragen’ van examens.
Machinisten op ERTMS-trajecten
Voor het examenprogramma van machinisten op ERTMS-trajecten bevat deze wijzigingsregeling
een aantal nieuwe tarieven en een tariefverhoging. De nieuwe tarieven worden geïntroduceerd
omdat op dit moment alleen tarieven zijn vastgesteld met het oog op machinisten op
Dual Signalling-trajecten. Na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling worden
ook tarieven gesteld voor trajecten met alleen ERTMS. Dit zijn de trajecten HSL-Zuid
en de Betuweroute A15/Havenspoorlijn.
Voor inwerkingtreding van deze regeling waren er tarieven vastgesteld voor het examenprogramma
met een algemene module bestaande uit theorie en een simulatie (6a en 6b), plus een
specifiek examenprogramma (6c) voor de verschillende trajecten, omdat ERTMS op elk
van die trajecten op een andere wijze is geïmplementeerd. In de nieuwe indeling komen
er basis- en specifieke examenprogramma’s, die ieder steeds bestaan uit twee modules:
theorie en simulatie. De specifieke examenprogramma’s hebben betrekking op de kennis
en vaardigheden die nodig zijn voor het rijden op deze verschillende trajecten:
-
1. de trajecten waar zowel ERTMS als Automatische Trein Beïnvloeding (ATB) operationeel
is (Dual Signalling), zoals Amsterdam-Utrecht en de Hanzelijn;
-
2. de trajecten waar alleen ERTMS operationeel is: de HSL-Zuid, de Betuweroute A15 en
de Havenspoorlijn.
Omdat er verschillen bestaan in de werking van het beveiligingssysteem op de trajecten
waar alleen ERTMS operationeel is, dient een machinist per traject een specifiek examenprogramma
bovenop het basisexamenprogramma te volgen, en dient per module het verschuldigde
tarief te worden voldaan.
Het tarief voor de simulatie wordt verhoogd naar € 400. De reden voor deze wijziging
is dat de simulaties duurder bleken dan in eerste instantie gedacht. Via het bestuur
van de stichting VVRV, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de bedrijven die de
examens betalen, is de spoorsector in deze tariefverhoging gekend.
Rangeerders
In artikel 15, derde lid, wordt een vierde module geïntroduceerd in het examenprogramma
voor rangeerders: de praktijksimulatie. Deze simulatie lijkt sterk op de praktijksimulatie
voor de wagencontroleur. De kosten van € 679 bestaan uit de huur van een machinist,
een trein en een rangeerterrein waar de simulatie plaatsvindt. De hoogte van het tarief
komt overeen met het tarief voor de praktijksimulatie van de wagencontroleur.
Spoedaanvragen
Met de toevoeging van een zesde lid bij artikel 15 van de Regeling tarieven spoorwegwet
2012 wordt een aanvullend tarief vastgesteld voor ‘spoedaanvragen’ van examens die
worden afgenomen door de VVRV. De VVRV krijgt in een groeiend aantal gevallen te maken
met aanvragen voor examinering op korte termijn. Deze aanvragen leiden tot hogere
kosten voor de VVRV. De voornaamste reden hiervoor is dat het bij deze spoedaanvragen
vaak gaat om een beperkt aantal kandidaten. Dit in tegenstelling tot de normale procedure
waarbij een groep kandidaten tegelijkertijd een examen aflegt. Bij spoedaanvragen
zal voor één kandidaat of een beperkt aantal kandidaten een apart examen moeten worden
georganiseerd. Daarbij worden aanvullende kosten gemaakt, zoals kosten van de examenlocatie,
inzet van een examinator, inzet van een toezichthouder en eventueel de kosten van
een simulator of de huur van een trein. Door het beperkte aantal kandidaten bij een
spoedaanvraag zal een hoger tarief per kandidaat noodzakelijk zijn om de examinering
kostendekkend te kunnen laten plaatsvinden.
Teneinde de leesbaarheid, eenvoud en overzichtelijkheid van de regeling te waarborgen
is gekozen voor het opnemen van een aanvullend percentage aan kosten ingeval een aanvraag,
op verzoek, gedaan wordt voor examinering binnen twee maanden na de aanvraag. Dit
percentage is gebaseerd op de gemiddeld hogere kosten als gevolg van een spoedaanvraag.
Hierbij zullen de geraamde baten de werkelijk gemaakte kosten niet overstijgen. Daarnaast
heeft de aanvrager van de examinering zelf in de hand op welke termijn hij een aanvraag
van examinering doet.
Artikel I, onderdeel S
In onderdeel S wordt een tweetal artikelen ingevoegd in de Regeling tarieven Spoorwegwet
2012.
Het nieuwe artikel 19a maakt het mogelijk dat voor de aanwijzing van een arts-deskundige
als bedoeld in artikel 1 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011 een tarief gerekend
kan worden. In het verleden was de Polikliniek voor Mens en Arbeid (PMA) de enige
instantie waarbij aangewezen arts-deskundigen werkzaam waren. In 2013 heeft het IKA een aanvraag ingediend voor aanwijzing
van bij hun werkzame arts-deskundigen. De gevraagde aanwijzing is inmiddels verleend,
maar er kon geen tarief voor worden geheven.
Met het nieuwe artikel 19b wordt het mogelijk om voor een ontheffing als bedoeld in
artikel 3 van het Besluit spoorweginfrastructuur een tarief te heffen. Hoewel een
dergelijke ontheffing niet veelvuldig zal worden aangevraagd is met de toevoeging
van dit artikel verzekerd dat er een tarief voor gerekend zou kunnen worden. Het tarief
is bepaalt op basis van een normtijd en beoogt de activiteit kostendekkend uit te
laten voeren.
Artikel VII
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking
geschiedt uiterlijk 2 maanden voor inwerkingtreding. In deze wijzigingsregeling wordt
afgeweken van deze termijn van 2 maanden.
Dit vanwege het feit dat het doorschuiven van de inwerkingtreding van 1 januari naar
het volgende vaste verandermoment (1 april 2015) zou leiden tot grote nadelige (financiële)
gevolgen voor de ILT.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld