De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op de artikelen 13, 64 en 120, achtste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen en artikel 2.2, achtste lid, van het Besluit Wfsv;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.2 wordt ‘artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en degene, die
gelet op artikel 1.2, vierde lid, onderdeel b, van de laatstgenoemde wet geen keuze
voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige heeft gedaan of heeft kunnen
doen’ vervangen door: artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarbij het
vierde lid, onderdeel b, van het laatstgenoemde artikel buiten toepassing blijft.
B
In artikel 4.1 wordt ‘één van de verzekeringen, geregeld in de AOW, de ANW, de AWBZ,
de ZW, de WAO, de Wet WIA en de WW’ vervangen door ‘één van de volksverzekeringen,
bedoeld in artikel 2 van de Wfsv, of alle werknemersverzekeringen als bedoeld in artikel
2 van de Wfsv’ en wordt ‘of één van de andere in dit artikel genoemde wetten’ vervangen
door: of bij één van deze volksverzekeringen of werknemersverzekeringen.
C
In artikel 4.9 vervalt het zevende lid onder vernummering van het achtste lid tot
zevende lid.
E
Artikel 5.12 komt te luiden:
Artikel 5.12 Begripsbepalingen
In artikel 5.14 wordt verstaan onder:
- a. de verzekerde loonsom:
-
het totaalbedrag van het loon, bedoeld in artikel 26 van de Wfsv, waarover het UWV
in een kalenderjaar de premies ten gunste van een sectorfonds ontvangt, met uitzondering
van het loon, waarop artikel 28, tweede lid, van de Wfsv van toepassing is;
- b. werkloosheidslasten:
-
hetgeen op grond van artikel 104, eerste lid, van de Wfsv ten laste van een sectorfonds
komt en hetgeen op grond van artikel 104, vierde lid, van de Wfsv ten laste van het
Algemeen Werkloosheidsfonds komt;
- c. de drempelwaarde:
-
0,4 procentpunt.
- d. het lastenpercentage:
-
het percentage van de verzekerde loonsom in een kalenderjaar waarin de werkloosheidslasten
van dat kalenderjaar tot uitdrukking komen;
- e. de wijziging van het lastenpercentage in een kalenderjaar:
-
het verschil tussen het lastenpercentage in een kalenderjaar en het lastenpercentage
in het daaraan voorafgaande kalenderjaar.
G
Artikel 5.14 komt als volgt te luiden:
Artikel 5.14 De reserves voor de sectorfondsen
-
1. Het UWV wijst, met inachtneming van het tweede lid, de sectorfondsen aan waarvoor
een reserve voor de werkloosheidslasten wordt gevormd en in standgehouden.
-
2. De reserve wordt niet gevormd of in stand gehouden, indien in het tweede kalenderjaar
voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de reserve zou worden gevormd of in stand
gehouden, of in de 14 aan dat tweede kalenderjaar voorafgaande kalenderjaren, het
lastenpercentage van de werkloosheidslasten niet ten minste éénmaal een wijziging
van minimaal de drempelwaarde heeft gekend.
-
3. De reserve heeft aan het einde van elk kalenderjaar een omvang van ten hoogste 2,5
maal de verzekerde loonsom in dat kalenderjaar maal het verschil tussen de grootste
wijziging van het lastenpercentage van de werkloosheidslasten en de drempelwaarde
in het jaar van de grootste wijziging.
ARTIKEL II
De Regeling ontheffing garantieplicht WAO overheidswerkgevers wordt ingetrokken.
ARTIKEL III
De Regeling ontheffing garantieplicht ZW wordt ingetrokken.
ARTIKEL IV
-
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 met uitzondering van
artikel I, onderdelen E, F en G.
-
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 juli 2014 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(Verzamelwet SZW 2015) (Kamerstukken 33 988), tot wet is of wordt verheven, en artikel XVII, onderdelen 00A en 0A, van die wet
in werking is getreden of treedt, treedt artikel I, onderdelen E, F en G, van deze
regeling op hetzelfde tijdstip in werking.
Den Haag, 1 december 2014
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
TOELICHTING
Algemeen
Deze wijzigingsregeling bevat technische wijzigingen van onderdelen van de Regeling
Wfsv die voortvloeien uit wijziging van verschillende wetten.
Een wijziging van wetstechnische aard is doorgevoerd naar aanleiding van de inwerkingtreding
van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen en de daarmee
samenhangende wijziging van artikel 1.2, vierde lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting
2001 per 1 januari 2015.
Bepalingen over de gemoedsbezwaarden worden technisch aangepast in verband met de
Wfsv en wijziging van de Ziektewet.
De regeling met betrekking tot het aanhouden van een liquiditeitsreserve in de sectorfondsen
wordt ingetrokken in verband met geïntegreerd middelenbeheer geregeld in de Wfsv.
De regelingen over de garantie voor overheidswerkgevers worden ingetrokken omdat deze
niet meer relevant zijn.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel A (artikel 2.2)
Deze wijziging betreft een wijziging van wetstechnische aard naar aanleiding van de
inwerkingtreding van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen
en de daarmee samenhangende wijziging van artikel 1.2, vierde lid, onderdeel b, van
de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2015, zoals opgenomen in het Belastingplan
2014.
Artikel I, onderdelen B, C en D (artikelen 4.1, 4.9 en 4.10)
Artikel 4.1 is technisch in overeenstemming gebracht met artikel 64 van de Wfsv. Artikel
4.9, zevend lid, is vervallen. Dit lid is overbodig omdat de mededelingsplicht met
betrekking tot een ingetrokken ontheffing reeds is bepaald in het vijfde en zesde
lid. Artikel 4.10 is vervallen omdat het geen betekenis meer heeft in verband met
het vervallen van artikel 44 van de Ziektewet, waarnaar in artikel 4.10 werd verwezen.
Artikel I, onderdelen E, F en G (artikelen 5.12, 5.13 en 5.14)
Dit betreft een technische aanpassing die voortvloeit uit aanpassing van artikel 23
van de Wfsv bij de Verzamelwet SZW 2015 met betrekking tot het niet meer aanhouden
van een liquiditeitsreserve. De reserves voor de sectorfondsen, bedoeld in artikel
5.14, betreffen geen liquiditeitsreserves maar reserves in verband met de premiestelling.
De grondslag voor deze laatste reserves betreft artikel 120, achtste lid, van de Wfsv.
Artikelen II en III
Bij deze regelingen wordt een definitie gegeven van overheidswerkgever in verband
met de ontheffing van de plicht te beschikken over een garantie van een bank of verzekeraar
over de nakoming van de verplichtingen in het kader van het eigenrisicodragerschap.
Deze regelingen zijn niet meer relevant omdat ten aanzien van de WAO en de Ziektewet,
gelet op artikel 40, tweede lid, van de Wfsv, geen sprake (meer) is van een verplichting
een schriftelijke garantie over te leggen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher