Vergunning vriendenloterij 2015/2016

Besluit van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit van 25 november 2014, kenmerk 8789, inzake de verlening van een vergunning tot het organiseren van de vriendenloterij.

Op grond van de artikelen 3 en 5 van de Wet op de kansspelen (hierna: de wet) en het Kansspelenbesluit verleent de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) aan de VriendenLoterij N.V., gevestigd te Amsterdam met KvK-nummer 41126395 (hierna: de vergunninghouder), een vergunning voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de naleving ervan, zowel door hemzelf als door degenen die hij bij het organiseren van de kansspelen inschakelt, hetzij direct, hetzij indirect.

A. Bestuursstructuur

  • A.1 De vergunninghouder is verplicht de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als niet langer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • de vergunninghouder ontplooit zijn activiteiten met inachtneming van de statuten d.d. 1 januari 2011;

    • de Holding Nationale Goede Doelen Loterijen N.V. (hierna: de Holding), gevestigd te Amsterdam met KvK-nummer 34208105, is enig aandeelhouder van de vergunninghouder;

    • de Stichting Aandelen Nationale Goede Doelen Loterijen (hierna: de Stichting), gevestigd te Amsterdam met KvK-nummer 34208098, is enig aandeelhouder van de Holding;

    • de Holding en de Stichting staan in voor de nakoming van alle uit deze vergunning voortvloeiende verplichtingen.

  • A.2 De vergunninghouder is verplicht het onder deze vergunning vergunde kansspel aan te bieden met inachtneming van:

    • het deelnemersreglement versie geldend per 1 januari 2015;

    • het financieel reglement versie geldend per 1 januari 2015;

    • de trekkingsprocedure versie geldend per 1 januari 2015.

    Gebruik van andere reglementen of een andere trekkingsprocedure is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kansspelautoriteit.

  • A.3 De Kansspelautoriteit kan in uitzonderlijke gevallen en na voorafgaand overleg met de vergunninghouder, de vergunninghouder aanwijzingen geven met betrekking tot de reglementen en de trekkingsprocedure. De vergunninghouder is verplicht deze aanwijzingen op te volgen.

B. Aangeboden kansspel

  • B.1 De vergunninghouder mag uitsluitend loterijen aanbieden waarbij het lotnummer bestaat uit:

    • een tiencijferig nummer waarvan de eerste twee cijfers ‘06’ zijn (zoals bij een mobiel telefoonnummer), aangevuld met twee letters; of

    • een vijftiental door de vergunninghouder toegewezen getallen van 1 tot en met 45 (zoals op een bingokaart).

  • B.2 De vergunninghouder mag onder deze vergunning ten hoogste aanbieden:

    • twaalf maandelijkse loterijen per jaar, waarbij ten hoogste per maand één hoofdtrekking en vier of vijf wekelijkse trekkingen gedurende de betrokken maand mogen plaatsvinden; en

    • vier buitengewone loterijen per jaar, waarbij per loterij ten hoogste één trekking mag plaatsvinden.

  • B.3 De vergunninghouder mag ten hoogste 8 miljoen loten per loterij verkopen.

  • B.4 De vergunninghouder mag de loten verkopen uitsluitend tegen de in het deelnemersreglement vermelde nominale waarde die niet hoger mag zijn dan 30 euro per lot.

  • B.5 De vergunninghouder mag de loten verkopen zowel via losse verkoop als via abonnementen, en zowel via fysieke verkooppunten als langs direct elektronische weg.

  • B.6 De vergunninghouder mag op basis van deze vergunning geen prijzen uitloven of uitkeren buiten de in deze vergunning genoemde trekkingen.

C. Afdracht ten behoeve van het algemeen belang

  • C.1 De vergunninghouder is verplicht om, gerekend over een kalenderjaar, ten minste 50% van de nominale waarde van de verkochte loten af te dragen ten behoeve van het algemeen belang.

  • C.2 De vergunninghouder mag uitsluitend afdragen in de vorm van structurele of incidentele uitkeringen aan instellingen werkzaam op één of meer van de volgende doeleinden van algemeen belang, overeenkomstig het bepaalde in het financieel reglement van de vergunninghouder:

    • gezondheid;

    • internationale hulp;

    • kunst / cultuur;

    • maatschappelijk / sociaal;

    • milieu, natuur en dieren;

    • sport en recreatie.

  • C.3 De vergunninghouder is verplicht de afdracht uiterlijk drie maanden na afloop van elk kalenderjaar te doen plaatsvinden.

  • C.4 De vergunninghouder mag uitsluitend de kosten maken die rechtstreeks verband houden met het organiseren van het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend en die gerekend kunnen worden tot de normale bedrijfskosten. Teneinde deze kosten te beperken is de vergunninghouder verplicht de onder de vergunning georganiseerde loterijen op doelmatige en doeltreffende wijze te exploiteren.

  • C.5 De vergunninghouder dient eventuele provisie aan verkopers van deelnemingsbewijzen te beperken tot ten hoogste 10% van de nominale waarde van de door hun bemiddeling geplaatste deelnemingsbewijzen.

D. Bescherming van consumenten

  • D.1 De vergunninghouder mag geen personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (hierna: minderjarigen) als deelnemer toelaten. Als een minderjarige een prijs wint, mag de vergunninghouder deze prijs niet uitkeren.

  • D.2 De vergunninghouder is verplicht deze vergunning en zijn statuten en reglementen via zijn website openbaar te maken en desgevraagd ter beschikking van de deelnemers te stellen.

  • D.3 De vergunninghouder is verplicht de speler duidelijk, volledig, en op niet tot misvatting aanleiding gevende wijze te informeren over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan de kansspelen waarvoor deze vergunning is verleend. Verder dient de vergunninghouder op alle loten en publicaties, voor zover praktisch mogelijk, duidelijk te vermelden:

    • zijn naam en het (e-mail)adres, website en/of telefoonnummer waarop inlichtingen verkrijgbaar zijn;

    • de in de vergunning aangegeven doeleinden van algemeen belang waarvoor het kansspel wordt georganiseerd;

    • het aantal loten in de loterij en de nominale waarde van een lot;

    • de plaats en het tijdstip van de trekking(en).

  • D.4 De vergunninghouder is verplicht aan de uitslag van de trekking(en) een zodanige bekendheid te geven dat de deelnemers op eenvoudige wijze kennis kunnen nemen van de uitslag.

  • D.5 De vergunninghouder is verplicht prijzen (eventueel na inhouding van kansspelbelasting) zo spoedig mogelijk aan de winnaars uit te keren, en hiervoor voldoende financiële middelen ter beschikking te houden. De termijn waarbinnen de winnaars hun prijs kunnen claimen moet ten minste een jaar na de trekking bedragen.

  • D.6 De vergunninghouder is verplicht om alleen te trekken uit verkochte, gewonnen, en gratis verstrekte loten.

E. Toezicht en controle

  • E.1 De vergunninghouder is verplicht de kwaliteit van de vergunde kansspelen te handhaven en te waarborgen, zowel qua product als qua proces als qua organisatie, met name met het oog op het voorkomen van alle situaties die het vertrouwen van de consument in de vergunde kansspelen kunnen schaden (hierna: incidenten). De vergunninghouder is in ieder geval verplicht:

    • te beschikken over procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met, en de vaststelling van, incidenten;

    • de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als zich een incident voordoet;

    • naar aanleiding van een incident maatregelen te nemen die zijn gericht op het beheersen van de opgetreden risico’s en het voorkomen van herhaling.

  • E.2 De vergunninghouder is verplicht een afzonderlijke, overzichtelijke en doelmatige administratie te voeren van de afzonderlijke onder deze vergunning georganiseerde loterijen. De Kansspelautoriteit kan aanwijzingen geven met betrekking tot de inrichting van deze administratie.

  • E.3 De vergunninghouder is verplicht alle trekkingen in het openbaar te laten plaatsvinden in tegenwoordigheid van een notaris die het verloop van de trekkingen bij proces-verbaal constateert. Hiervan kan alleen worden afgeweken in geval van een trekking in het buitenland en uitsluitend na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kansspelautoriteit. Als de notaris enige onregelmatigheid constateert en een trekking ongeldig verklaart, is de vergunninghouder verplicht onverwijld een vervangende trekking te laten plaatsvinden.

  • E.4 De vergunninghouder is verplicht de niet-verkochte fysieke loten vóór de trekking ter vernietiging in te leveren bij de notaris die het verloop van de trekking bij proces-verbaal constateert. Het aantal niet-verkochte loten wordt in het proces-verbaal genoteerd.

  • E.5 De vergunninghouder is verplicht om de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars te onderwerpen aan:

    • voorafgaande goedkeuring door een keuringsinstelling, en

    • periodieke controle door een keuringsinstelling en een EDP-auditor.

    De keuze voor een bepaalde keuringsinstelling of EDP-auditor behoeft voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Kansspelautoriteit.

  • E.6 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar de rapportages met betrekking tot de bovengenoemde goedkeuring en periodieke controle aan de Kansspelautoriteit te zenden.

F. Rapportage en verslaglegging

  • F.1 De vergunninghouder is verplicht binnen een maand na afloop van elk kwartaal een verslag aan de Kansspelautoriteit te zenden betreffende het financiële verloop en andere door de Kansspelautoriteit noodzakelijk geachte gegevens.

  • F.2 De vergunninghouder is verplicht een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen die voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek.

  • F.3 De kwartaalrapportages, de jaarrekening en het jaarverslag moeten voldoen aan het ‘Rapportagevoorschrift inzake kwartaalrapportages, jaarverslag en jaarrekening versie 1’. De vergunninghouder kan de jaarrekening en het jaarverslag laten opstellen door de Holding.

  • F.4 De vergunninghouder is verplicht de jaarrekening en het jaarverslag vergezeld te doen gaan van een onderzoeksverslag omtrent de naleving van de vergunningsvoorschriften en een verklaring zoals bedoeld in artikel 393, vierde en vijfde lid, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, omtrent de getrouwheid van de jaarrekening en het jaarverslag, opgesteld door een accountant die op basis van artikel 36 van de Wet op het accountantsberoep is ingeschreven in het accountantsregister.

  • F.5 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar het jaarverslag, de jaarrekening, de door een accountant opgestelde verklaring alsmede het accountantsverslag waarin wordt gerapporteerd over de naleving van de vergunningsvoorschriften aan de Kansspelautoriteit te zenden.

G. Overig

  • G.1 De vergunninghouder is verplicht de vergoeding bedoeld in artikel 3a van het Kansspelenbesluit binnen vier weken na aanvang van een kalenderjaar te betalen aan de Kansspelautoriteit.

  • G.2 De vergunninghouder mag aan zijn afdrachten niet de voorwaarde verbinden dat de begunstigde instellingen wervings- of reclameactiviteiten ontplooien voor de vergunninghouder.

  • G.3 De vergunninghouder mag, gerekend over een kalenderjaar, ten hoogste 20% van de afdracht ten goede laten komen aan instellingen als bedoeld in punt C.2, waarbij deze als tegenprestatie goederen of diensten ter beschikking stellen die door de vergunninghouder als prijzen kunnen worden gebruikt.

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit, J.J.H. Suyver Voorzitter

U kunt tegen deze beslissing bezwaar maken door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na de bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Kansspelautoriteit

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 298

2501 CG Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde laten indienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, moet u een machtiging bijvoegen bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • Uw naam en adres;

  • De datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • Een kopie van de beslissing;

  • De gronden van uw bezwaar;

  • Uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Voor meer informatie kunt u op rijksoverheid.nl de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’ downloaden.

TOELICHTING

1. Achtergrond

Bij brief van 11 juli 2014 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2013/14, 24 557, nr. 134) heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het voornemen geuit de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) te verzoeken om de bestaande meerjarige kansspelvergunningen voor de periode 2015 tot 2017 opnieuw te verlenen aan de huidige vergunninghouders. Vervolgens is op 14 oktober 2014 de ‘Beleidsregel aanvragen kansspelvergunningen’ (kenmerk 567345, hierna: de beleidsregel) in werking getreden. De beleidsregel heeft, blijkens de opsomming in artikel 2, betrekking op een aantal grote landelijke vergunningen, waaronder aanvragen tot verlening van een vergunning op van artikel 3 van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok), voor zover de vergunning wordt verleend door de raad van bestuur en deze vergunning geen betrekking heeft op een incidenteel kansspel.

In artikel 3 van de beleidsregel stelt de Staatssecretaris dat de Kansspelautoriteit in zijn belangenafweging bij de besluitvorming omtrent een vergunningaanvraag de volgende belangen zwaar mee dient te wegen:

  • a. het belang om het bestaande loterijstelsel in Nederland intact te houden tot de introductie van nieuwe wet- en regelgeving hieromtrent;

  • b. het belang om een vergunning als bedoeld in artikel 2, die thans verleend is en die voor 1 januari 2017 afloopt, tot voornoemde datum aan dezelfde vergunninghouder te verlenen;

  • c. het belang om het huidige aantal verleende vergunningen als bedoeld in artikel 2 tot 1 januari 2017 ongewijzigd te laten.

Het doel van de beleidsregel is blijkens de toelichting dat aan de huidige vergunninghouders (bij aanvraag) in ieder geval tot 1 januari 2017 opnieuw vergunningen worden verleend en dat het huidige aantal vergunningen ongewijzigd blijft.

De ‘Beschikking van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 december 2010

(nr. 5664428/10/DSP) houdende verlening van een vergunning tot het organiseren van de VriendenLoterij’ loopt af op 31 december 2014. Bij brief van 21 maart 2014 heeft de VriendenLoterij N.V. (hierna: VriendenLoterij) een aanvraag ingediend voor een nieuwe vergunning in de zin van artikel 3 van de Wok. Gelet op het bepaalde in de artikelen 3 en 5 van de Wok en het Kansspelenbesluit en gelet op voornoemde beleidsregel verleent de Kansspelautoriteit opnieuw een vergunning aan de VriendenLoterij.

2. Toelichting vergunning

Algemeen

Deze vergunning is één van de zeven meerjarige kansspelvergunningen die op grond van voornoemde beleidsregel worden verleend. Bij het opstellen van deze vergunningen zijn de uitgangspunten gehanteerd deze zoveel mogelijk te moderniseren, te systematiseren en te vereenvoudigen. Verder zijn alle vergunningen qua inhoud geharmoniseerd (level playing field), hetgeen betekent dat de teksten zoveel mogelijk gelijk zijn en alleen afwijken waar dat nodig is vanwege de specifieke kenmerken van het spel en de vigerende wet- en regelgeving.

De onder de zeven vergunningen toegestane kansspelen (sectie B van de vergunningsvoorschriften) zijn, afgezien van deze harmonisatie, nauwelijks gewijzigd. Dit is in lijn met het kansspelbeleid zoals dat naar voren komt in de bovengenoemde brief van 11 juli 2014 en de beleidsregel van 14 oktober 2014. De brief bespreekt een aantal beleidsmatige voornemens (verlaging van afdrachtpercentage, samenwerking tussen Staatsloterij en De Lotto, wijziging van de vergunningverlening), en benadrukt dat ‘in afwachting van de uitwerking van de hiervoor beschreven voornemens, gedurende de voorbereidingsperiode het bestaande beleid zal worden voortgezet’. De toelichting bij de beleidsregel bevestigt ‘dat tot 1 januari 2017 geen ruimte wordt geboden aan initiatieven voor nieuwe loterijvergunningen’ en dat ruimte voor innovatie binnen de bestaande vergunningen ‘in relatie tot de invoering van een vergunningsstelsel voor kansspelen op afstand’ gezien moet worden. De afbakening (bij of krachtens algemene maatregel van bestuur) tussen kansspelen op afstand enerzijds en de bestaande vergunningsstelsels anderzijds heeft nog niet plaatsgevonden. Tegen deze achtergrond betekent dit concreet voor de zeven meerjarige kansspelvergunningen dat alle innovatieverzoeken waarbij de grens met kansspelen op afstand niet duidelijk aanwezig is, niet gehonoreerd zijn. Verder zijn alle innovatieverzoeken die neerkomen op extra, nieuw spelaanbod evenmin gehonoreerd.

Eerdergenoemde uitgangspunten hebben er onder andere toe geleid dat in alle vergunningen (in de aanhef) is opgenomen dat de vergunninghouder niet alleen voor zichzelf verantwoordelijk is voor de naleving van de voorschriften die in de vergunning zijn opgenomen, maar ook voor degenen die hij bij het organiseren van het kansspel inschakelt (ketenbeding). Verder bevatten alle vergunningen een zorgplicht en een rapportageplicht met betrekking tot incidenten. Verder worden keuringsinstelling en EDP-auditors niet langer bij naam in de vergunningen aangewezen, maar is bepaald dat aanwijzing van deze instellingen voorafgaande goedkeuring van de Kansspelautoriteit moet verkrijgen. Voorts zijn de bepalingen in secties E en F over toezicht en rapportage specifieker gemaakt.

Statuten

In sectie A behoeft wijziging van de statuten niet langer voorafgaande goedkeuring van de Kansspelautoriteit. Wel dient de vergunninghouder de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren indien de vergunninghouder zijn activiteiten niet langer ontplooit met in achtneming van de in de vergunning opgenomen statuten.

Deelnemers- en financieel reglement

In sectie A is de verwijzing naar het deelnemers- en financieel reglement in zoverre veranderd, dat in de vergunning niet meer wordt verwezen naar de goedgekeurde reglementen, maar naar de reglementen die geldend zijn. Juist dit laatste is immers relevant voor de consument.

Maximum aantal loten

In sectie B is een maximum aantal loten opgenomen. Dit maximum is vanwege harmonisatie gesynchroniseerd met het al bestaande maximum bij de andere meerjarige loterijvergunningen.

Maximum lotprijs

In sectie B is de maximum lotprijs afgerond en geharmoniseerd op EUR 30,00. Dit is gedaan om schijnnauwkeurigheid te vermijden en vanwege harmonisatie met de maximum lotprijs die de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij mag hanteren.

Afdracht ten behoeve van het algemeen belang

In sectie C is de tekst met betrekking tot de afdracht ten behoeve van het algemeen belang in zoverre gewijzigd, dat deze beter aansluit bij artikel 2 van het Kansspelenbesluit en meer het ‘algemeen belang’ benadrukt.

Omvang reservering

Uit sectie C is de gehele bepaling geschrapt die toezag op het maken van een reservering ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie van het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend. Dit laat onverlet dat de vergunninghouder een dergelijke reservering mag maken, het wordt alleen niet langer opportuun geacht om hier in de vergunning op toe te zien.

Bescherming van consumenten

In sectie D is de tekst over het informeren over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan de kansspelen waarvoor deze vergunning is verleend meer in lijn gebracht met artikel 2 van het Kansspelenbesluit.

Incidentenregeling

Een gedegen administratieve vastlegging van incidenten dient ervoor dat vergunninghouders aan de Kansspelautoriteit kunnen aantonen dat ze aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan en adequate maatregelen hebben genomen om herhaling te voorkomen.

Incidenten moeten gemeld worden zodra deze bekend zijn geworden bij de vergunninghouder. Daarbij dient niet eerst eigen onderzoek of strafrechtelijk onderzoek te worden afgewacht. Leidraad voor de meldingsplicht van incidenten aan de Kansspelautoriteit zijn de eigen interne escalatieprocedures van de vergunninghouder: zodra een voorval meldenswaardig is voor de eigen raad van bestuur of raad van commissarissen, is het ook relevant voor de Kansspelautoriteit.

Niet-limitatieve voorbeelden van meldenswaardige incidenten zijn:

  • (vermeende) fraude;

  • de vergunninghouder is betrokken bij onderzoek van het Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld in verband met witwassen van geld, verduistering of oplichting;

  • ontslag van directeur of senior manager wegens misbruik van positie of vanwege ongewenste vermenging van zakelijke en privé belangen;

  • (verwachte) berichtgeving in de media over betrokkenheid van de vergunninghouder of medewerkers bij vermoedelijke strafbare feiten of andere wetsovertredingen;

  • incidenten met betrekking tot beveiliging van netwerken en apparatuur, die leiden tot een aanmerkelijke kans op nadelige gevolgen voor de bescherming van (persoons)gegevens die door (of namens) de vergunninghouder worden verwerkt. Dit komt in de praktijk neer op het informeren van de Kansspelautoriteit over incidenten waarvoor in de toekomst bij incidenten m.b.t. persoonsgegevens ook (gelijktijdig) melding moet worden gedaan bij het College bescherming persoonsgegevens (zie Kamerstukken II 2012/13–2014/15, 33662);

  • incidenten met betrekking tot aansprakelijkstelling door derden (waaronder uitdrukkelijk begrepen: consumenten) waarvan de uitkomsten van deze aansprakelijkstelling gevolgen kunnen hebben voor de reputatie van de vergunninghouder of voor diens bedrijfsresultaat.

Naar boven