Vergunning instantloterij 2015/2016

Besluit van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit van 25 november 2014, kenmerk 8786, inzake verlening van een vergunning tot het organiseren van een instantloterij.

Op grond van de artikelen 14a en 14b van de Wet op de kansspelen (hierna: de wet) verleent de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) aan de Stichting de Nationale Sporttotalisator, gevestigd te Rijswijk met KvK-nummer 41151075 (hierna: de vergunninghouder), een vergunning voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de naleving ervan, zowel door hemzelf als door degenen die hij bij het organiseren van de kansspelen inschakelt, hetzij direct, hetzij indirect.

A. Bestuursstructuur

  • A.1 De vergunninghouder is verplicht de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als niet langer wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:

    • de vergunninghouder ontplooit zijn activiteiten met inachtneming van de statuten d.d. 12 maart 2013.

  • A.2 De vergunninghouder is verplicht het onder deze vergunning vergunde kansspel aan te bieden met inachtneming van het Deelnemersreglement Instantloterij, d.d. 15 oktober 2014. Gebruik van andere reglementen is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kansspelautoriteit.

  • A.3 De Kansspelautoriteit kan in uitzonderlijke gevallen en na voorafgaand overleg met de vergunninghouder, de vergunninghouder aanwijzingen geven met betrekking tot de reglementen. De vergunninghouder is verplicht deze aanwijzingen op te volgen.

B. Aangeboden kansspelen

  • B.1 De vergunninghouder mag onder deze vergunning uitsluitend instantloterijen aanbieden in de zin van artikel 14a, tweede lid, van de wet, in de vorm van gedrukte fysieke instantloten.

  • B.2 De vergunninghouder mag ten hoogste 120 miljoen instantloten per kalenderjaar verkopen.

  • B.3 De vergunninghouder mag de gedrukte fysieke instantloten verkopen uitsluitend tegen de op het gedrukte fysieke instantlot vermelde nominale waarde die niet hoger mag zijn dan 30 euro per gedrukt fysiek instantlot.

  • B.4 De vergunninghouder mag de gedrukte fysieke instantloten uitsluitend verkopen:

    • via fysieke verkooppunten; hiervoor mogen geen inrichtingen worden gebruikt waar activiteiten worden ontplooid die in belangrijke mate zijn gericht op personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (hierna: minderjarigen);

    • via schriftelijke of elektronische bestellingen;

    • via verkoop van een gehele serie gedrukte fysieke instantloten aan één enkele derde die de gedrukte fysieke instantloten daarna gratis uitgeeft.

C. Afdracht

  • C.1 De vergunninghouder is verplicht om, gerekend over een kalenderjaar, ten minste de nominale waarde van alle verkochte gedrukte fysieke instantloten, verminderd met de uitbetaalde prijzen en de gemaakte kosten, af te dragen.

  • C.2 De vergunninghouder mag uitsluitend afdragen volgens de volgende verdeelsleutel aan de volgende begunstigden:

    • 72,46% van de afdracht aan de Vereniging Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie, gevestigd te Arnhem met KvK-nummer 09059703; en

    • 27,54% van de afdracht aan Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland, gevestigd te Den Haag met KvK-nummer 41150537.

  • C.3 De vergunninghouder is verplicht de afdracht uiterlijk drie maanden na afloop van elk kalenderjaar te doen plaatsvinden.

  • C.4 De vergunninghouder mag uitsluitend de kosten maken die rechtstreeks verband houden met het organiseren van de kansspelen waarvoor deze vergunning is verleend en die gerekend kunnen worden tot de normale bedrijfskosten. Om deze kosten te beperken is de vergunninghouder verplicht de onder de vergunning georganiseerde kansspelen op doelmatige en doeltreffende wijze te exploiteren.

D. Bescherming van consumenten

  • D.1 De vergunninghouder mag geen personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (hierna: minderjarigen) als deelnemer toelaten. Als een minderjarige een prijs wint, mag de vergunninghouder deze prijs niet uitkeren.

  • D.2 De vergunninghouder is verplicht deze vergunning en zijn statuten en reglementen via zijn website openbaar te maken en desgevraagd ter beschikking van de deelnemers te stellen.

  • D.3 De vergunninghouder is verplicht de speler duidelijk, volledig, en op niet tot misvatting aanleiding gevende wijze te informeren over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan de instantloterij. Verder dient op gedrukte fysieke instantloten de uiterste datum waarop een eventuele prijs nog opgeëist kan worden duidelijk vermeld te worden.

  • D.4 De vergunninghouder is verplicht gedrukte fysieke instantloten te gebruiken van een zodanige kwaliteit dat fraude en misbruik redelijkerwijs worden uitgesloten.

  • D.5 De vergunninghouder is verplicht prijzen (eventueel na inhouding van kansspelbelasting) zo spoedig mogelijk aan de winnaars uit te keren, en hiervoor voldoende financiële middelen ter beschikking te houden. Voor de toepassing van artikel 38 van de wet ontstaan aanspraken, voortvloeiende uit de deelneming aan een instantloterij, op de dag waarop aanvang wordt gemaakt met de uitgifte van de deelnemingsbewijzen van de betreffende instantloterij.

  • D.6 De vergunninghouder is verplicht om, gerekend over een kalenderjaar, minimaal 47,5% van de totale inzetten van de instantloterijen als prijzen aan de spelers uit te keren.

E. Toezicht en controle

  • E.1 De vergunninghouder is verplicht de kwaliteit van de vergunde kansspelen te handhaven en te waarborgen, zowel qua product als qua proces als qua organisatie, met name met het oog op het voorkomen van alle situaties die het vertrouwen van de consument in de vergunde kansspelen kunnen schaden (hierna: incidenten). De vergunninghouder is in ieder geval verplicht:

    • te beschikken over procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met, en de vaststelling van, incidenten;

    • de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als zich een incident voordoet;

    • naar aanleiding van een incident maatregelen te nemen die zijn gericht op het beheersen van de opgetreden risico’s en het voorkomen van herhaling.

  • E.2 De vergunninghouder is verplicht een afzonderlijke, overzichtelijke en doelmatige administratie te voeren van de instantloterijen waarvoor deze vergunning is verleend. Deze dient onderscheid te maken tussen de afzonderlijke series. De Kansspelautoriteit kan aanwijzingen geven met betrekking tot de inrichting van deze administratie.

  • E.3 De vergunninghouder is verplicht erop toe te zien dat zijn verkooppunten niet handelen in strijd met artikel 14d, eerste lid (aanbieden instantloterij aan minderjarigen), van de wet. De vergunninghouder is verplicht om hiertoe een onafhankelijke instelling een plan tot controle van de verkooppunten te laten opstellen en uitvoeren. Het plan en de onafhankelijke instelling behoeven voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Kansspelautoriteit.

  • E.4 De vergunninghouder is verplicht om de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars te onderwerpen aan:

    • voorafgaande goedkeuring door een keuringsinstelling; deze goedkeuring heeft in elk geval betrekking op de productspecificaties van elke serie;

    • periodieke controle door een keuringsinstelling en EDP-auditor; deze controle heeft in elk geval betrekking op de conformiteit van elke serie met de productspecificaties.

    De keuze voor een bepaalde keuringsinstelling of EDP-auditor behoeft voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Kansspelautoriteit.

  • E.5 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar de beiden rapportages met betrekking tot de bovengenoemde controle van de verkooppunten en de bovengenoemde goedkeuring en periodieke controle integraal aan de Kansspelautoriteit te zenden.

F. Rapportage en verslaglegging

  • F.1 De vergunninghouder is verplicht binnen een maand na afloop van elk kwartaal een verslag aan de Kansspelautoriteit te zenden betreffende het financiële verloop en andere door de Kansspelautoriteit noodzakelijk geachte gegevens.

  • F.2 De vergunninghouder is verplicht een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen die voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek.

  • F.3 De kwartaalrapportages, de jaarrekening en het jaarverslag moeten voldoen aan het ‘Rapportagevoorschrift inzake kwartaalrapportages, jaarverslag en jaarrekening versie 1’.

  • F.4 De vergunninghouder is verplicht de jaarrekening en het jaarverslag vergezeld te doen gaan van een onderzoeksverslag omtrent de naleving van de vergunningsvoorschriften en een verklaring zoals bedoeld in artikel 393, vierde en vijfde lid, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, omtrent de getrouwheid van de jaarrekening en het jaarverslag, opgesteld door een accountant die op basis van artikel 36 van de Wet op het accountantsberoep is ingeschreven in het accountantsregister.

  • F.5 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar het jaarverslag, de jaarrekening, de door een accountant opgestelde verklaring alsmede het accountantsverslag waarin wordt gerapporteerd over de naleving van de vergunningsvoorschriften aan de Kansspelautoriteit te zenden.

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit, J.J.H. Suyver Voorzitter

U kunt tegen deze beslissing bezwaar maken door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na de bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Kansspelautoriteit

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 298

2501 CG Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde laten indienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, moet u een machtiging bijvoegen bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • Uw naam en adres;

  • De datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • Een kopie van de beslissing;

  • De gronden van uw bezwaar;

  • Uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Voor meer informatie kunt u op rijksoverheid.nl de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’ downloaden.

TOELICHTING

1. Achtergrond

Bij brief van 11 juli 2014 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2013/14, 24 557, nr. 134) heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het voornemen geuit de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) te verzoeken om de bestaande meerjarige kansspelvergunningen voor de periode 2015 tot 2017 opnieuw te verlenen aan de huidige vergunninghouders. Vervolgens is op 14 oktober 2014 de ‘Beleidsregel aanvragen kansspelvergunningen’ (kenmerk 567345, hierna: de beleidsregel) in werking getreden. De beleidsregel heeft, blijkens de opsomming in artikel 2, betrekking op een aantal grote landelijke vergunningen, waaronder aanvragen tot verlening van een vergunning op grond van artikel 14a en 14b van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok).

In artikel 3 van de beleidsregel stelt de Staatssecretaris dat de Kansspelautoriteit in zijn belangenafweging bij de besluitvorming omtrent een vergunningaanvraag de volgende belangen zwaar mee dient te wegen:

  • a. het belang om het bestaande loterijstelsel in Nederland intact te houden tot de introductie van nieuwe wet- en regelgeving hieromtrent;

  • b. het belang om een vergunning als bedoeld in artikel 2, die thans verleend is en die voor 1 januari 2017 afloopt, tot voornoemde datum aan dezelfde vergunninghouder te verlenen;

  • c. het belang om het huidige aantal verleende vergunningen als bedoeld in artikel 2 tot 1 januari 2017 ongewijzigd te laten.

Het doel van de beleidsregel is blijkens de toelichting dat aan de huidige vergunninghouders (bij aanvraag) in ieder geval tot 1 januari 2017 opnieuw vergunningen worden verleend en dat het huidige aantal vergunningen ongewijzigd blijft.

De ‘Beschikking Instantloterij 2011-2015’ loopt af op 31 december 2014. Bij brief van 25 september 2014 heeft De Lotto een aanvraag ingediend voor een nieuwe vergunning voor het organiseren van een instantloterij. Gelet op het bepaalde in de artikelen 14a en 14b van de Wok en gelet op voornoemde beleidsregel verleent de Kansspelautoriteit opnieuw een vergunning aan De Lotto voor het organiseren van een instantloterij.

2. Toelichting vergunning

Algemeen

Deze vergunning is één van de zeven meerjarige kansspelvergunningen die op grond van voornoemde beleidsregel worden verleend. Bij het opstellen van deze vergunningen zijn de uitgangspunten gehanteerd deze zoveel mogelijk te moderniseren, te systematiseren en te vereenvoudigen. Verder zijn alle vergunningen qua inhoud geharmoniseerd (level playing field), hetgeen betekent dat de teksten zoveel mogelijk gelijk zijn en alleen afwijken waar dat nodig is vanwege de specifieke kenmerken van het spel en de vigerende wet- en regelgeving.

De onder de zeven vergunningen toegestane kansspelen (sectie B van de vergunningsvoorschriften) zijn, afgezien van deze harmonisatie, nauwelijks gewijzigd. Dit is in lijn met het kansspelbeleid zoals dat naar voren komt in de bovengenoemde brief van 11 juni 2014 en de beleidsregel van 14 oktober 2014. De brief bespreekt een aantal beleidsmatige voornemens (verlaging van afdrachtpercentage, samenwerking tussen Staatsloterij en De Lotto, wijziging van de vergunningverlening), en benadrukt dat ‘in afwachting van de uitwerking van de hiervoor beschreven uitwerking, gedurende de voorbereidingsperiode het bestaande beleid zal worden voortgezet’. De toelichting bij de beleidsregel bevestigt ‘dat tot 1 januari 2017 geen ruimte wordt geboden aan initiatieven voor nieuwe loterijvergunningen’ en dat ruimte voor innovatie binnen de bestaande vergunningen ‘in relatie tot de invoering van een vergunningsstelsel voor kansspelen op afstand’ gezien moet worden. De afbakening (bij of krachtens algemene maatregel van bestuur) tussen kansspelen op afstand enerzijds en de bestaande vergunningsstelsels anderzijds heeft nog niet plaatsgevonden. Tegen deze achtergrond betekent dit concreet voor de zeven meerjarige kansspelvergunningen dat alle innovatieverzoeken waarbij de grens met kansspelen op afstand niet duidelijk aanwezig is, niet gehonoreerd zijn. Verder zijn alle innovatieverzoeken die neerkomen op extra, nieuw spelaanbod evenmin gehonoreerd.

Eerdergenoemde uitgangspunten hebben er onder andere toe geleid dat in alle vergunningen (in de aanhef) is opgenomen dat de vergunninghouder niet alleen voor zichzelf verantwoordelijk is voor de naleving van de voorschriften die in de vergunning zijn opgenomen, maar ook voor degenen die hij bij het organiseren van het kansspel inschakelt (ketenbeding). Verder bevatten alle vergunningen een zorgplicht en een rapportageplicht met betrekking tot incidenten. Verder worden keuringsinstelling en EDP-auditors niet langer bij naam in de vergunningen aangewezen, maar is bepaald dat aanwijzing van deze instellingen voorafgaande goedkeuring van de Kansspelautoriteit moet verkrijgen. Voorts zijn de bepalingen in secties E en F over toezicht en rapportage specifieker gemaakt.

Statuten

In sectie A behoeft wijziging van de statuten niet langer voorafgaande goedkeuring van de Kansspelautoriteit. Wel dient de vergunninghouder de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren indien de vergunninghouder zijn activiteiten niet langer ontplooit met in achtneming van de in de vergunning opgenomen statuten.

Deelnemersreglement en trekkingsprocedure

In sectie A is de verwijzing naar het deelnemersreglement in zoverre veranderd, dat in de vergunning wordt verwezen naar het geldende deelnemersreglement. Juist dit laatste is immers voor de consument relevant. Niet langer wordt in de vergunning voorgeschreven wat in ieder geval in de reglementen moet worden opgenomen.

Deelloten

In sectie B is de bepaling over deelloten geschrapt. Bij een instantloterij is het niet noodzakelijk om deelloten aan te bieden, immers bestaat de mogelijkheid om een serie aan te bieden met een lagere nominale waarde.

Maximum aantal verkooppunten

In sectie C is de bepaling over het maximum aantal verkooppunten geschrapt. Voorheen was dit gemaximaliseerd op 7000 verkooppunten.

Omvang provisie verkooppunten

In sectie C is de omvang van de provisie aan verkooppunten niet langer voorgeschreven. Dit was voorheen ten hoogste 10%.

Omvang reservering

Uit sectie C is de gehele bepaling geschrapt die toezag op het maken van een reservering ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie van het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend. Dit laat onverlet dat de vergunninghouder een dergelijke reservering mag maken, het wordt alleen niet langer opportuun geacht om hier in de vergunning op toe te zien.

Bescherming van consumenten

In sectie D is de bepaling over het informeren van de consument over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend meer op hoofdlijnen (en minder specifiek) gesteld.

Uitkering aan spelers

In sectie D is de uitkering aan de spelers niet langer gemaximeerd. Voorheen was dit, ten nadele van de spelers, gemaximaliseerd op 65%.

Controle op verkooppunten

In sectie F is de frequentie van de controle op de verkooppunten en de bijbehorende rapportage teruggebracht tot een jaarlijkse controle en is de termijn gesynchroniseerd met de jaarrekening.

Incidentenregeling

Een gedegen administratieve vastlegging van incidenten dient ervoor dat vergunninghouders aan de Kansspelautoriteit kunnen aantonen dat ze aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan en adequate maatregelen hebben genomen om herhaling te voorkomen.

Incidenten moeten gemeld worden zodra deze bekend zijn geworden bij de vergunninghouder. Daarbij dient niet eerst eigen onderzoek of strafrechtelijk onderzoek te worden afgewacht. Leidraad voor de meldingsplicht van incidenten aan de Kansspelautoriteit zijn de eigen interne escalatieprocedures van de vergunninghouder: zodra een voorval meldenswaardig is voor de eigen raad van bestuur of raad van commissarissen, is het ook relevant voor de Kansspelautoriteit.

Niet-limitatieve voorbeelden van meldenswaardige incidenten zijn:

  • (vermeende) fraude;

  • de vergunninghouder is betrokken bij onderzoek van het Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld in verband met witwassen van geld, verduistering of oplichting;

  • ontslag van directeur of senior manager wegens misbruik van positie of vanwege ongewenste vermenging van zakelijke en privé belangen;

  • (verwachte) berichtgeving in de media over betrokkenheid van de vergunninghouder of medewerkers bij vermoedelijke strafbare feiten of andere wetsovertredingen;

  • incidenten met betrekking tot beveiliging van netwerken en apparatuur, die leiden tot een aanmerkelijke kans op nadelige gevolgen voor de bescherming van (persoons)gegevens die door (of namens) de vergunninghouder worden verwerkt. Dit komt in de praktijk neer op het informeren van de Kansspelautoriteit over incidenten waarvoor in de toekomst bij incidenten m.b.t. persoonsgegevens ook (gelijktijdig) melding moet worden gedaan bij het College bescherming persoonsgegevens (zie Kamerstukken II 2012/13–2014/15, 33662);

  • incidenten met betrekking tot aansprakelijkstelling door derden (waaronder uitdrukkelijk begrepen: consumenten) waarvan de uitkomsten van deze aansprakelijkstelling gevolgen kunnen hebben voor de reputatie van de vergunninghouder of voor diens bedrijfsresultaat.

Naar boven