Vergunning totalisator 2015/2016

Besluit van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit van 25 november 2014, kenmerk 8790, inzake verlening van de vergunning tot het organiseren van een totalisator.

Op grond van artikel 24 van de Wet op de kansspelen (hierna: de wet) verleent de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) aan Sportech Racing B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht gevestigd in ’s Gravenhage met KvK-nummer 27144447 (hierna: de vergunninghouder), de vergunning tot het organiseren van een totalisator voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de naleving ervan, zowel door hemzelf als door degenen die hij bij het organiseren van het kansspel inschakelt, hetzij direct, hetzij indirect.

A. Bestuursstructuur

  • A.1 De vergunninghouder is verplicht de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als niet langer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • de vergunninghouder ontplooit zijn activiteiten met inachtneming van de statuten d.d.

      7 juni 2013;

    • dat Sportech Plc, een public listed company (London Stock Exchange) naar Brits recht gevestigd in Londen, of een 100%-dochtervennootschap van Sportech Plc, de enige aandeelhouder van de vergunninghouder is.

  • A.2 De vergunninghouder is verplicht de totalisator aan te bieden met inachtneming van het ‘Totalisatorreglement 2014’, d.d. 4 juni 2014. Gebruik van een ander reglement is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kansspelautoriteit.

  • A.3 De Kansspelautoriteit kan, in uitzonderlijke gevallen en na voorafgaand overleg met de vergunninghouder, de vergunninghouder aanwijzingen geven met betrekking tot het totalisatorreglement. De vergunninghouder is verplicht deze aanwijzingen op te volgen.

B. Aangeboden kansspel

  • B.1 De vergunninghouder mag uitsluitend een totalisator volgens het parimutuele stelsel (‘pool betting’) organiseren in de zin van artikel 23 van de wet, waarbij uitsluitend gewed kan worden op de uitslag van ten hoogste 1.000 evenementen per maand ter zake van harddraverijen en paardenrennen.

    • die in Nederland worden gehouden onder auspiciën van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, gevestigd te Wassenaar met KvK-nummer 27298027, en/of

    • die in het buitenland worden gehouden onder auspiciën van een lokale vergelijkbare organisatie.

  • B.2 De vergunninghouder mag bij weddenschappen de inzetten ten behoeve van het voor prijzen bestemde bedrag samenvoegen:

    • tot een ‘local pool’, gevormd door inzetten gedaan bij de vergunninghouder;

    • tot een ‘common pool’ gevormd door de inzetten gedaan bij de vergunninghouder en bij andere (buitenlandse) aanbieders van weddenschappen.

  • B.3. De vergunninghouder mag de weddenschappen aanbieden via fysieke verkooplocaties (waaronder renbanen, wedkantoren, wedcafés, speelcasino’s, speelautomatenhallen, en andere verkooppunten) en langs direct elektronische weg.

  • B.4. De vergunninghouder mag geen inzet per persoon accepteren die hoger is dan:

    • 1.000 euro voor de meervoudige weddenschappen, zoals bijvoorbeeld: ‘Trio’, ‘Kwartet’, ‘V75’, ‘V65’, ‘V5’, en ‘V3’;

    • 250 euro voor enkelvoudige weddenschappen: Winnend en Plaats.

C. Afdrachten

  • C.1 De vergunninghouder is verplicht om, gerekend over een kalenderjaar, 2,5% van de totale inzetten van de afgesloten weddenschappen af te dragen.

  • C.2 De vergunninghouder is verplicht het bedrag gevormd door het ingehouden percentage af te dragen aan de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport, gevestigd te Wassenaar met KvK-nummer 27298027 (hierna: de begunstigde).

  • C.3 De vergunninghouder is verplicht na het verschijnen van de jaarrekening een definitieve afrekening te doen plaatsvinden. Als het verschil tussen het aan de begunstigde toekomende bedrag volgens de vastgestelde jaarrekening en de op het desbetreffende kalenderjaar betrekking hebbende maandafdrachten:

    • positief is, draagt de vergunninghouder het aan de begunstigde toekomende bedrag binnen vier weken na de vaststelling van de jaarrekening aan de begunstigde af;

    • negatief is, houdt de vergunninghouder het van de begunstigde te vorderen bedrag in op de afdracht.

  • C.4 De vergunninghouder mag uitsluitend de kosten maken die rechtstreeks verband houden met het organiseren van de kansspelen waarvoor deze vergunning is verleend en die gerekend kunnen worden tot de normale bedrijfskosten. Om deze kosten te beperken is de vergunninghouder verplicht de onder de vergunning georganiseerde kansspelen op doelmatige en doeltreffende wijze te exploiteren.

D. Bescherming van consumenten

  • D.1 De vergunninghouder mag geen personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (hierna: minderjarigen) als deelnemer toelaten. Als een minderjarige een prijs wint, mag de vergunninghouder deze prijs niet uitkeren.

  • D.2 De vergunninghouder is verplicht deze vergunning en zijn statuten en reglementen via zijn website openbaar te maken en desgevraagd ter beschikking van de deelnemers te stellen.

  • D.3 De vergunninghouder is verplicht de speler duidelijk, volledig, en op niet tot misvatting aanleiding gevende wijze te informeren over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend.

  • D.4 De vergunninghouder is verplicht aan de uitslag van de totalisator de nodige bekendheid te geven, zodat de deelnemers op eenvoudige wijze kennis kunnen nemen van de uitslag.

  • D.5 De vergunninghouder is verplicht prijzen (eventueel na inhouding van kansspelbelasting) na de wedstrijd zo spoedig mogelijk aan de winnaars uit te keren, en hiervoor voldoende financiële middelen ter beschikking te houden. De termijn waarbinnen de winnaars hun prijs kunnen claimen moet ten minste een jaar na de wedstrijd bedragen.

  • D.6 De vergunninghouder mag geen krediet verlenen aan spelers, noch als bemiddelaar bij kredietverlening aan spelers optreden.

E. Toezicht en controle

  • E.1. De vergunninghouder is verplicht de kwaliteit van het vergunde kansspel te handhaven en te waarborgen, zowel qua product als qua proces als qua organisatie, met name met het oog op het voorkomen van alle situaties die het vertrouwen van de consument in het vergunde kansspel kunnen schaden (hierna: incidenten). De vergunninghouder is in ieder geval verplicht:

    • te beschikken over procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met, en de vaststelling van, incidenten;

    • de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als zich een incident voordoet;

    • naar aanleiding van een incident maatregelen te nemen die zijn gericht op het beheersen van de opgetreden risico’s en het voorkomen van herhaling.

  • E.2 De vergunninghouder is verplicht een afzonderlijke, overzichtelijke en doelmatige administratie te voeren van de weddenschappen waarvoor deze vergunning is verleend. Deze dient onderscheid te maken tussen de afzonderlijke weddenschappen. De Kansspelautoriteit kan aanwijzingen geven met betrekking tot de inrichting van deze administratie.

  • E.3 De vergunninghouder is verplicht om de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars te onderwerpen aan periodieke controle door een EDP-auditor. De keuze voor een bepaalde EDP-auditor behoeft voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Kansspelautoriteit.

  • E.4 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar de rapportage met betrekking tot de bovengenoemde goedkeuring en periodieke controle integraal aan de Kansspelautoriteit te zenden.

F. Rapportage en verslaglegging

  • F.1 De vergunninghouder is verplicht binnen een maand na afloop van elk kwartaal een verslag aan de Kansspelautoriteit te zenden betreffende het financiële verloop en andere door de Kansspelautoriteit noodzakelijk geachte gegevens.

  • F.2 De vergunninghouder is verplicht een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen die voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek.

  • F.3 De kwartaalrapportages, de jaarrekening en het jaarverslag moeten voldoen aan het ‘Rapportagevoorschrift inzake kwartaalrapportages, jaarverslag en jaarrekening versie, 1’.

  • F.4 De vergunninghouder is verplicht de jaarrekening en het jaarverslag vergezeld te doen gaan van een onderzoeksverslag omtrent de naleving van de vergunningsvoorschriften en een verklaring zoals bedoeld in artikel 393, vierde en vijfde lid, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, omtrent de getrouwheid van de jaarrekening en het jaarverslag, opgesteld door een accountant die op basis van artikel 36 van de Wet op het accountantsberoep is ingeschreven in het accountantsregister.

  • F.5 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar het jaarverslag, de jaarrekening, de door een accountant opgestelde verklaring alsmede het accountantsverslag waarin wordt gerapporteerd over de naleving van de vergunningsvoorschriften aan de Kansspelautoriteit te zenden.

G. Overig

  • G.1 De vergunninghouder is verplicht om ongeoorloofd wedden of het verlenen van bemiddeling tot wedden op de terreinen waar harddraverijen of paardenrennen worden gehouden zoveel mogelijk tegen te gaan en te doen tegengaan.

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit, J.J.H. Suyver Voorzitter

U kunt tegen deze beslissing bezwaar maken door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na de bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Kansspelautoriteit

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 298

2501 CG Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde laten indienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, moet u een machtiging bijvoegen bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • Uw naam en adres;

  • De datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • Een kopie van de beslissing;

  • De gronden van uw bezwaar;

  • Uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Voor meer informatie kunt u op rijksoverheid.nl de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid’ downloaden.

TOELICHTING

1. achtergrond

Bij brief van 11 juli 2014 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2013/14, 24 557, nr. 134) heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het voornemen geuit de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) te verzoeken om de bestaande meerjarige kansspelvergunningen voor de periode 2015 tot 2017 opnieuw te verlenen aan de huidige vergunninghouders. Vervolgens is op 14 oktober 2014 de ‘Beleidsregel aanvragen kansspelvergunningen’ (kenmerk 567345, hierna: de beleidsregel) in werking getreden. De beleidsregel heeft, blijkens de opsomming in artikel 2, betrekking op een aantal grote landelijke vergunningen, waaronder aanvragen tot verlening van een vergunning op grond van artikel 24 van de Wet op de kansspelen (hierna: Wok).

In artikel 3 van de beleidsregel stelt de Staatssecretaris dat de Kansspelautoriteit in zijn belangenafweging bij de besluitvorming omtrent een vergunningaanvraag de volgende belangen zwaar mee dient te wegen:

  • a. het belang om het bestaande loterijstelsel in Nederland intact te houden tot de introductie van nieuwe wet- en regelgeving hieromtrent;

  • b. het belang om een vergunning als bedoeld in artikel 2, die thans verleend is en die voor 1 januari 2017 afloopt, tot voornoemde datum aan dezelfde vergunninghouder te verlenen;

  • c. het belang om het huidige aantal verleende vergunningen als bedoeld in artikel 2 tot 1 januari 2017 ongewijzigd te laten.

Het doel van de beleidsregel is blijkens de toelichting dat aan de huidige vergunninghouders (bij aanvraag) in ieder geval tot 1 januari 2017 opnieuw vergunningen worden verleend en dat het huidige aantal vergunningen ongewijzigd blijft.

De ‘Vergunning Totalisator 2013/2014’ loopt af op 31 december 2014. Bij brief van 19 juni 2014 heeft Sportech Racing BV een aanvraag ingediend voor een nieuwe vergunning in de zin van artikel 23 van de Wok. Gelet op het bepaalde in artikel 24 van de Wok en het Kansspelenbesluit en gelet op voornoemde beleidsregel verleent de Kansspelautoriteit opnieuw een vergunning aan Sportech Runnerz.

2. Toelichting vergunning

Algemeen

Deze vergunning is één van de zeven meerjarige kansspelvergunningen die op grond van voornoemde beleidsregel worden verleend. Bij het opstellen van deze vergunningen zijn de uitgangspunten gehanteerd deze zoveel mogelijk te moderniseren, te systematiseren en te vereenvoudigen. Verder zijn alle vergunningen qua inhoud geharmoniseerd (level playing field), hetgeen betekent dat de teksten zoveel mogelijk gelijk zijn en alleen afwijken waar dat nodig is vanwege de specifieke kenmerken van het spel en de vigerende wet- en regelgeving.

De onder de zeven vergunningen toegestane kansspelen (sectie B van de vergunningsvoorschriften) zijn, afgezien van deze harmonisatie, nauwelijks gewijzigd. Dit is in lijn met het kansspelbeleid zoals dat naar voren komt in de bovengenoemde brief van 11 juli 2014 en de beleidsregel van 14 oktober 2014. De brief bespreekt een aantal beleidsmatige voornemens (verlaging van afdrachtpercentage, samenwerking tussen Staatsloterij en De Lotto, wijziging van de vergunningverlening), en benadrukt dat ‘in afwachting van de uitwerking van de hiervoor beschreven voornemens, gedurende de voorbereidingsperiode het bestaande beleid zal worden voortgezet’. De toelichting bij de beleidsregel bevestigt ‘dat tot 1 januari 2017 geen ruimte wordt geboden aan initiatieven voor nieuwe loterijvergunningen’ en dat ruimte voor innovatie binnen de bestaande vergunningen ‘in relatie tot de invoering van een vergunningsstelsel voor kansspelen op afstand’ gezien moet worden. De afbakening (bij of krachtens algemene maatregel van bestuur) tussen kansspelen op afstand enerzijds en de bestaande vergunningsstelsels anderzijds heeft nog niet plaatsgevonden. Tegen deze achtergrond betekent dit concreet voor de zeven meerjarige kansspelvergunningen dat alle innovatieverzoeken waarbij de grens met kansspelen op afstand niet duidelijk aanwezig is, niet gehonoreerd zijn. Verder zijn alle innovatieverzoeken die neerkomen op extra, nieuw spelaanbod evenmin gehonoreerd.

Bovengenoemde uitgangspunten hebben er onder andere toe geleid dat in alle vergunningen (in de aanhef) is opgenomen dat de vergunninghouder niet alleen voor zichzelf verantwoordelijk is voor de naleving van de voorschriften die in de vergunning zijn opgenomen, maar ook voor degenen die hij bij het organiseren van het kansspel inschakelt (ketenbeding). Verder bevatten alle vergunningen een zorgplicht en een rapportageplicht met betrekking tot incidenten. Verder worden keuringsinstelling en EDP-auditors niet langer bij naam in de vergunningen aangewezen, maar is bepaald dat aanwijzing van deze instellingen voorafgaande goedkeuring van de Kansspelautoriteit moet verkrijgen. Voorts zijn de bepalingen in secties E en F over toezicht en rapportage specifieker gemaakt.

Statuten

In sectie A behoeft wijziging van de statuten niet langer voorafgaande goedkeuring van de Kansspelautoriteit. Wel dient de vergunninghouder de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren indien de vergunninghouder zijn activiteiten niet langer ontplooit met in achtneming van de in de vergunning opgenomen statuten.

Deelnemersreglement

In sectie A is de verwijzing naar het deelnemersreglement in zoverre veranderd, dat in de vergunning niet meer wordt verwezen naar het goedgekeurde reglement, maar naar het reglement dat geldend is. Juist dit laatste is immers relevant voor de consument.

Aangeboden kansspel

In sectie B is verduidelijkt dat een totalisator volgens het parimutuele stelsel (pool betting) mag worden aangeboden. Bovendien is een maximum verbonden aan het aantal harddraverijen en paardenrennen nu dit op basis van artikel 25 lid 2 van de Wok is voorgeschreven. Dit maximum is gesteld op 1.000 evenementen per maand, waarbij onder een evenement een koersdag wordt verstaan, die uit verschillende races kan bestaan.

Nederlandse Vereniging voor Draf- en Rensport (NDR)

De bepalingen in de ‘Vergunning Totalisator 2013/2014’ in onderdelen B en C over het stellen van regels door de Kansspelautoriteit over jurering en dopingcontrole op de banen en over de financiële verantwoording van de NDR, zijn geschrapt. Ook is de bepaling in voornoemde vergunning dat de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit een andere rechtspersoon dan de NDR kan aanwijzen voor de toepassing van het artikel over het aangeboden kansspel, niet overgenomen in de nieuwe vergunning. Indien harddraverijen en paardenrennen in Nederland niet langer (uitsluitend) onder auspiciën van de NDR worden gehouden, zal de ‘Vergunning Totalisator 2015/2016’ voor wat betreft artikelen B.1 en C.2 worden aangepast.

Omvang reservering

Uit sectie C is de gehele bepaling geschrapt die toezag op het maken van een reservering ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie van het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend. Dit laat onverlet dat de vergunninghouder een dergelijke reservering mag maken, het wordt alleen niet langer opportuun geacht om hier in de vergunning op toe te zien.

Bescherming van consumenten

In sectie D is de bepaling over het informeren van de consument over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan het kansspel waarvoor deze vergunning is verleend meer op hoofdlijnen (en minder specifiek) gesteld.

Incidentenregeling

Een gedegen administratieve vastlegging van incidenten dient ervoor dat vergunninghouders aan de Kansspelautoriteit kunnen aantonen dat ze aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan en adequate maatregelen hebben genomen om herhaling te voorkomen.

Incidenten moeten gemeld worden zodra deze bekend zijn geworden bij de vergunninghouder. Daarbij dient niet eerst eigen onderzoek of strafrechtelijk onderzoek te worden afgewacht. Leidraad voor de meldingsplicht van incidenten aan de Kansspelautoriteit zijn de eigen interne escalatieprocedures van de vergunninghouder: zodra een voorval meldenswaardig is voor de eigen raad van bestuur of raad van commissarissen, is het ook relevant voor de Kansspelautoriteit.

Niet-limitatieve voorbeelden van meldenswaardige incidenten zijn:

  • (vermeende) fraude;

  • de vergunninghouder is betrokken bij onderzoek van het Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld in verband met witwassen van geld, verduistering of oplichting;

  • ontslag van directeur of senior manager wegens misbruik van positie of vanwege ongewenste vermenging van zakelijke en privé belangen;

  • (verwachte) berichtgeving in de media over betrokkenheid van de vergunninghouder of medewerkers bij vermoedelijke strafbare feiten of andere wetsovertredingen;

  • incidenten met betrekking tot beveiliging van netwerken en apparatuur, die leiden tot een aanmerkelijke kans op nadelige gevolgen voor de bescherming van (persoons)gegevens die door (of namens) de vergunninghouder worden verwerkt. Dit komt in de praktijk neer op het informeren van de Kansspelautoriteit over incidenten waarvoor in de toekomst bij incidenten m.b.t. persoonsgegevens ook (gelijktijdig) melding moet worden gedaan bij het College bescherming persoonsgegevens (zie Kamerstukken II 2012/13–2014/15, 33662);

  • incidenten met betrekking tot aansprakelijkstelling door derden (waaronder uitdrukkelijk begrepen: consumenten) waarvan de uitkomsten van deze aansprakelijkstelling gevolgen kunnen hebben voor de reputatie van de vergunninghouder of voor diens bedrijfsresultaat.

Naar boven