Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 25 november 2014, nr. 2014-602374, houdende wijziging van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 in verband met de vaststelling van de bezoldigingsmaxima voor het jaar 2015

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op artikel 2.7 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3 van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 wordt na ‘bedraagt’ ingevoegd: voor 2015.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015, tenzij het bij koninklijke boodschap van 30 juni 2014 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector in verband met de verlaging van het wettelijke bezoldigingsmaximum van 130% naar 100% van de bezoldiging van een Minister (Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT) (Kamerstukken 33 978) in 2014 tot wet is of wordt verheven en met ingang van 1 januari 2015 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2014 is de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 in werking getreden. Deze regeling is gebaseerd op artikel 2.7 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Op grond van het tweede lid van dat artikel dienen de bij ministeriële regeling vastgestelde bezoldigingsmaxima jaarlijks opnieuw te worden vastgesteld in de maand november voorafgaande aan het jaar waarop de bedragen betrekking hebben.

Deze regeling strekt er toe voor het jaar 2015 binnen het huidige wettelijke kader van de WNT (130%-norm) de bezoldigingsmaxima vast te stellen voor de topfunctionarissen van woningcorporaties. Deze bezoldigingsmaxima blijven op grond van deze regeling ongewijzigd ten opzichte van de bedragen die in 2014 gelden. De achtergrond hierbij is dat het wettelijke bezoldigingsmaximum met ingang van 1 januari 2015 zal worden verlaagd van € 230.474 naar € 228.719 als gevolg van de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 oktober 2014, nr. 2014- 58158, houdende wijziging van de bedragen met betrekking tot het wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector voor 2015. Gelet hierop is er voor gekozen de indexering van de staffelbedragen op nul te stellen. Een uitzondering geldt voor de bovenkant van de schaalindeling, die gevormd wordt door het wettelijke bezoldigingsmaximum en daarmee op € 228.719 komt. Niettegenstaande deze verlaging van de bovenste schaal, is op grond van deze regeling nog steeds sprake van een evenwichtige schaalindeling.

Deze regeling treedt uitsluitend in werking als de WNT-2 niet in december 2014 tot wet is of wordt verheven en niet met ingang van 1 januari 2015 in werking treedt.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven