Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 21 oktober 2014, nr. MinBuZa-2014.619824, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Verlenging Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1 en artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062,

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening in het kader van de verlenging van het Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 3 november 2011, nr. DJZ/BR-1107/2011, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014)3 gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van de verlenging van Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014 geldt voor de periode vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015 een subsidieplafond van € 350.000.

  • 2. Van het in het eerste lid genoemde bedrag zijn voor de hierna genoemde vormen van begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland de volgende bedragen beschikbaar:

    • a. activiteiten op het gebied van resocialisatie: € 150.000;

    • b. activiteiten op het gebied van juridische advisering: € 50.000;

    • c. activiteiten op het gebied van geestelijke bijstand: € 150.000.

  • 3. Subsidieverlening geschiedt onder de voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat ten laste komt van een nog niet vastgestelde begroting voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 3

Voor subsidieverlening in het kader van de verlenging van Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014 komen alleen in aanmerking organisaties aan welke reeds subsidie is verleend in het kader van Gedetineerdenbegeleiding 2012–214.

Artikel 4

Aanvragen voor een subsidie in het kader van de verlenging van Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014 worden ingediend vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 24 november 2014.

Artikel 5

De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven, de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 april 2015, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

De Minister van Buitenlandse Zaken, namens deze, de Directeur-Generaal Europese Samenwerking, R.E. de Groot

BIJLAGE

I Inleiding en doelstelling

Eén van de onderdelen van het consulaire beleid van de Minister van Buitenlandse Zaken is het beleid met betrekking tot de gedetineerdenbegeleiding. Het doel van de gedetineerdenbegeleiding is het bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, door het bevorderen van menswaardige omstandigheden tijdens detentie, resocialisatie en het bevorderen van een adequate rechtsgang. Het monitoren hiervan geschiedt bij gedetineerden die hebben aangegeven daar prijs op te stellen, door bezoeken van ambassademedewerkers en door contacten met particuliere organisaties die hiervoor subsidie ontvangen. Daarnaast is er overleg met advocaten en lokale autoriteiten door het Ministerie en de posten in het buitenland.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft voor activiteiten op het gebied van gedetineerdenbegeleiding door particuliere organisaties voor de periode vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015 € 350.000 beschikbaar. Van dit jaarlijks beschikbare bedrag is € 150.000 bedoeld voor activiteiten in het kader van resocialisatie, € 50.000 voor activiteiten op het gebied van juridisch advies en € 150.000 voor activiteiten in de vorm van het verlenen van geestelijke bijstand. Op korte termijn zal een nieuw subsidiebeleidskader worden gepubliceerd waarin een subsidieplafond en beleidsregels zijn opgenomen voor de periode 1 april 2015 tot en met 31 december 2016. De aanpassing van het gedetineerdenbeleid die hieraan ten grondslag ligt is inmiddels met de Tweede Kamer gedeeld.

Uiteraard is op de subsidieverstrekking in het kader van gedetineerdenbegeleiding de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor de subsidiëring van activiteiten ten behoeve van de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland geldt in aanvulling op het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 daarnaast het volgende.

II Subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding

Voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding komen in aanmerking activiteiten op het terrein van:

  • Resocialisatie, door inzet van vrijwilligers die gedetineerden bezoeken, organiseren van cursussen, advisering bij financiële zaken voor en na de detentie.

  • Juridisch advies, door aan gedetineerden en/of hun contactpersonen informatie te verlenen over de lokale rechtsgang, de inzet van een lokale advocaat, Wots-verzoeken.

  • Geestelijke bijstand aan gedetineerden, door het bijstaan van gedetineerden op religieuze, morele, persoonlijke of levensbeschouwelijke gebieden. Daarbij dient de mens en zijn levensbeschouwing centraal te staan. Het gaat bij deze vorm van bijstand om bijstand die wordt verleend door middel van persoonlijke gesprekken, gebed en correspondentie.

Organisaties die in aanmerking kunnen komen voor subsidie in het kader van de verlenging van Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014 zijn de organisaties aan welke reeds subsidie is verleend in het kader van Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014.

III Subsidiabele kosten

Onder direct subsidiabele kosten vallen:

  • reiskosten op basis van economy class en/of comfort class (dit laatste voor reizen buiten Europa),

  • kosten voor publicaties ten behoeve van de gedetineerden,

  • kosten voor kleine attenties voor gedetineerden,

  • cursusgelden t.b.v. gedetineerden gericht op resocialisatie

  • kosten van de inhuur van juridisch advies ten behoeve van het bevorderen van een zorgvuldige rechtsgang. Hiermee wordt niet bedoeld het inhuren van juridische bijstand die leidt tot inmenging in de nationale rechtsgang.

  • Kosten van direct productieve uren, zoals het plannen van reizen, het uitwerken van verslagen, het begeleiden van vrijwilligers, de productie van en het schrijven voor een blad ten behoeve van gedetineerden.

  • Voor eventuele bijzondere kosten welke hier niet genoemd zijn die op de begroting worden opgevoerd geldt dat zij toestemming behoeven van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Indirect subsidiabele kosten (overheadkosten) zijn subsidiabel tot 7,5% van de hiervoor genoemde subsidiabele directe kosten.

IV Drempelcriteria

Om voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding in aanmerking te komen dient een subsidieaanvraag in ieder geval aan de volgende criteria te voldoen:

  • 1. De aanvrager is een Nederlandse rechtspersoon, statutair gevestigd in Nederland, die relevante ervaring heeft op het gebied van gedetineerdenbegeleiding;

  • 2. De aanvraag betreft activiteiten op het gebied van één of meer van de volgende vormen van gedetineerdenbegeleiding:

    • a) resocialisatie;

    • b) juridisch advies;

    • c) geestelijke bijstand.

Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen en niet verder beoordeeld.

V Beoordelingscriteria

Subsidieaanvragen in het kader van gedetineerdenbegeleiding worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • 1. De mate waarin de activiteiten bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen;

  • 2. De mate waarin de activiteiten doelmatig zijn;

  • 3. De mate waarin de activiteiten kosteneffectief zijn, waarbij onder andere aandacht wordt besteed aan het beperken van het aantal reisbewegingen;

  • 4. De mate waarin het voorstel is uitgewerkt in Doelstellingen, Resultaten, Activiteiten en Middelen en de verbanden hiertussen;

  • 5. De mate waarin het voorstel Specifiek, meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden is geformuleerd.

VI Beoordelingsprocedure

Organisaties die een subsidieaanvraag doen in het kader van gedetineerdenbegeleiding dienen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie, allereerst te voldoen aan de drempelcriteria van paragraaf IV. De aanvragen die hieraan voldoen worden vervolgens beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria van paragraaf V.

De beoordeling van de aanvragen en de toekenning en verdeling van de voor gedetineerdenbegeleiding beschikbare middelen vinden plaats via een tender: van alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven van deze beleidsregels, wordt de kwaliteit beoordeeld volgens dezelfde criteria. De aanvragen die het beste voldoen aan de criteria komen als eerste voor subsidie in aanmerking. De Minister besluit tot subsidieverlening overeenkomstig deze rangorde.

VI Eisen aan het projectvoorstel/aanvraag

De aanvraag dient bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid, Afdeling Consulaire Aangelegenheden, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag, ontvangen te zijn uiterlijk op 24 november 2014. Aanvragen dienen compleet en zonder voorbehoud te worden ingediend en rechtsgeldig te zijn ondertekend.

De aanvraag dient vergezeld te gaan van4:

  • een activiteitenplan,

  • een gespecificeerde begroting,

  • een liquiditeitsprognose.


X Noot
3

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 3 november 2011, nr. DJZ/BR-1107/2011, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014), Stcrt. 2011, nr. 20409.

X Noot
4

Zie artikel 25 tot en met artikel 27 Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Naar boven