Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 2 oktober 2014, nr. IENM/BSK-2014/186175, tot wijziging van de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten en de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 in verband met verlening van korter geldige chauffeurskaarten ten behoeve van deelname aan een leer-werktraject voor taxibestuurders

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 83, eerste en negende lid, van het Besluit personenvervoer 2000;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

lwt-kaart:

chauffeurskaart, verstrekt in het kader van een leer-werktraject.

B

Na artikel 10 wordt in hoofdstuk 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

  • 1. Een lwt-kaart wordt eenmalig verstrekt en heeft een geldigheidsduur van vier maanden.

  • 2. Bij de aanvraag voor een lwt-kaart worden naast de documenten, bedoeld in artikel 82, eerste lid, onder a, b, c, en e van het Besluit de volgende documenten overgelegd:

    • a. een bewijs waaruit blijkt dat de aanvrager zich bij de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen heeft ingeschreven voor het examen vakbekwaamheid voor het besturen van een taxi, als bedoeld in artikel 3 van de Regeling taxibestuurders 2005;

    • b. een gezamenlijke verklaring van de aanvrager en een vervoerder waaruit blijkt dat de aanvrager gedurende het leer-werk-traject in dienst van die vervoerder uitsluitend vervoer zal verrichten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Besluit, dan wel vervoer dat wordt verricht volgens een schriftelijke overeenkomst, die een vervoerplicht inhoudt voor het vervoeren van meerdere passagiers die afzonderlijk of tezamen worden vervoerd, niet zijnde de opdrachtgever, tegen in die overeenkomst vastgelegde tarieven.

  • 3. De aanvraag voor een lwt-kaart wordt aangemerkt als een gelijktijdige aanvraag voor een chauffeurskaart, met dien verstande dat de beslissing omtrent de verlening van de chauffeurskaart wordt aangehouden totdat de indiener van de aanvraag een document als bedoeld in artikel 82, eerste lid, onder d, van het Besluit heeft overgelegd.

ARTIKEL II

Artikel 7 van de Regeling vergoedingen documenten Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Onder toevoeging van de aanduiding ‘1.’ voor de huidige tekst, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor het behandelen van een aanvraag om verlening van een chauffeurskaart in combinatie met een lwt-kaart als bedoeld in de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten is een vergoeding verschuldigd van € 156,–.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot invulling van de bevoegdheid tot verstrekking van chauffeurskaarten met een kortere geldigheidsduur in het kader van zogeheten leer-werktrajecten.

Zoals de term al aangeeft, heeft een leer-werktraject tot doel om de taxichauffeur in opleiding de gelegenheid te geven om in het kader van zijn opleiding werkervaring op te doen. Bovendien blijkt dat in sommige deelsectoren binnen het taxivervoer niet altijd over gekwalificeerde chauffeurs kan worden beschikt. De onderhavige regeling dient aldus een tweeledig doel.

Omdat de eis van vakbekwaamheid, die wettelijk is vastgelegd ten behoeve van de veiligheid en de kwaliteit van taxivervoer, uitgangspunt blijft, wordt de mogelijkheid tot aanvragen van een lwt-kaart beperkt tot die deelsectoren. Het gaat daarbij om de deelsectoren die bekend staan als regiotaxi onderscheidenlijk contractvervoer. Contractvervoer heeft over het algemeen betrekking op leerlingenvervoer, ziekenvervoer en vervoer van ouderen en gehandicapten.

Om te voorkomen dat de lwt-kaart voor een ander doel kan worden gebruikt, zijn aan de uitgifte enkele voorwaarden verbonden.

Ten eerste is de kaart slechts geldig voor een periode van vier maanden. Deze periode wordt geschikt geacht voor het verkrijgen van voldoende werkervaring en de vereiste vakbekwaamheid.

Voorts dient de houder van de lwt-kaart als examenkandidaat ingeschreven te zijn bij de exameninstantie, het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, en dient hij in samenspraak met de vervoerder bij wie hij in opleiding is, te garanderen dat hij gedurende de periode waarin de lwt-kaart geldig is, uitsluitend in dienst van die vervoerder contractvervoer of vervoer met een regiotaxi verricht.

Teneinde de procedure voor het verkrijgen van een chauffeurskaart te vereenvoudigen en aldus geen onnodige administratieve lasten op te leggen, wordt de aanvraag voor een lwt-kaart beschouwd als gelijktijdige aanvraag voor een chauffeurskaart.

Voor de behandeling van een aanvraag voor een chauffeurskaart dient onder meer een getuigschrift van vakbekwaamheid te worden overgelegd. De aanvrager van een lwt-kaart beschikt hierover uiteraard nog niet. Daarom wordt bepaald dat de beslissing aangaande het verstrekken van de chauffeurskaart wordt aangehouden totdat de aanvrager dit getuigschrift heeft overgelegd.

Wél dient de aanvrager de andere voor de chauffeurskaart vereiste documenten over te leggen: een rijbewijs, een pasfoto, een niet ouder dan vier maanden zijnde geneeskundige verklaring, en een eveneens niet ouder dan vier maanden zijnde verklaring omtrent het gedrag.

Het tarief voor de lwt-kaart is berekend op grond van kosten die door Kiwa Register b.v., die de kaarten in mandaat namens de minister uitgeeft, worden gemaakt.

Omdat een aanvraag voor een lwt-kaart tevens geldt als aanvraag voor een chauffeurskaart, is de aanvrager voor de behandeling een totaalbedrag van € 156,– verschuldigd.

De aan deze regeling verbonden administratieve lasten zijn die, welke verbonden zijn aan de aanvraag van een lwt-kaart en aan de overlegging van de daarvoor vereiste specifieke documenten, namelijk het bewijs van inschrijving bij een exameninstituut en de gezamenlijke verklaring.

Voor de ondernemer houdt dit het opstellen van die verklaring in. Voor de chauffeur betekent dit lezen en ondertekenen van die verklaring, plus het insturen van het inschrijvingsbewijs. De handelingen van zowel de ondernemer als de chauffeur worden geraamd op een tijdsbeslag van een uur. Tegen het standaardtarief van € 40,– komt dat uit op een totale uurbesteding van € 80,–. Daarbij opgeteld het verschuldigde bedrag voor de lwt-kaart levert een totaal aan administratieve lasten op van € 127,– per aanvraag.

Kiwa Register b.v. gaat uit van 3.000 aanvragen per jaar. Dat maakt een totaal van € 381.000,– op jaarbasis.

Nalevingskosten zijn niet aan de orde. De lwt-kaart is niet verplicht, en aan de nalevingskosten voor de chauffeurskaart voegt de onderhavige regeling niets toe.

De inwerkingtredingsdatum van deze regeling is gekoppeld aan de datum waarop Kiwa register b.v. de lwt-kaarten kan leveren. Hiermee wordt afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten. De brancheorganisaties hebben ten sterkste aangedrongen op zo spoedig mogelijke inwerkingtreding, hetgeen heeft geresulteerd in toezeggingen. Met uitstel tot 1 januari 2015 zou mitsdien onevenredige schade aan belangen toegebracht worden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven