De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 3 van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wlv;
BESLUIT:
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
TOELICHTING
§ 1. Aanleiding en hoofdlijnen
Deze wijziging van de Regeling aanwijzing Nationaal loket inventarisatie broeikasgassen
en Protocollen broeikasgassen (hierna: de regeling) is reeds aangekondigd in het besluit
van 1 september 2014 tot wijziging van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wlv
in verband met het vervallen van de protocollenmethodiek (Stb. 2014, 332) (hierna: wijzigingsbesluit). Met het wijzigingsbesluit is het protocollensysteem
voor het nationale inventarisatiesysteem vervallen, omdat het niet efficiënt bleek
te zijn. De informatie uit de protocollen wordt voortaan opgenomen in methoderapporten.
In artikel 2 (oud) van de regeling waren de van toepassing zijnde protocollen aangewezen.
Aangezien het protocollensysteem is vervangen door een systeem van methoderapporten,
is de aanwijzing van de protocollen met deze wijzigingsregeling vervallen.
Anders dan bij de protocollen, zullen de methoderapporten niet in de regeling worden
vastgelegd. Dit is ook niet vereist. De methoderapporten zijn namelijk (overigens
net als de protocollen) alleen gericht tot de organisatie die belast is met de nationale
emissie-inventaris. Dit is de “National Inventory Entity”, zijnde de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland (hierna: RVO.nl). De methoderapporten bevatten bovendien geen
algemeen verbindende voorschriften. De methoderapporten werken niet door in de gegevensaanlevering
door bedrijven en burgers. Het is derhalve niet nodig de methoderapporten in de regeling
op te nemen. Ten behoeve van de kenbaarheid worden de methoderapporten jaarlijks gepubliceerd
op de website van de RVO.nl. De wijzigingsregeling voorziet in aanwijzing van die
website.
§ 2. Uitvoering, handhaving en gevolgen
De wijzigingsregeling, in samenhang met het wijzigingsbesluit, betreft enkel wettechnische
en uitvoeringstechnische wijzigingen zonder inhoudelijke gevolgen. Immers, de informatie
uit de protocollen wordt opgenomen in methoderapporten.
Deze wijzigingsregeling heeft dan ook geen gevolgen voor de uitvoering en handhaving,
voor de administratieve en bestuurlijke lasten en inhoudelijke nalevingskosten of
voor het milieu.
§ 3. Advisering en consultatie
Bij het opstellen van deze wijzigingsregeling is RVO.nl betrokken.
Uit het kabinetsbeleid inzake de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur (Kamerstukken
II 2013/14, 29 362, nr. 224) volgt, dat als algemeen uitgangspunt openbare internetconsultatie geldt. Van dit
uitgangspunt kan echter worden afgeweken indien er geen noemenswaardige gevolgen voor
burgers, bedrijven en instellingen zijn en er geen verandering wordt aangebracht in
de rechten en verplichtingen, administratieve lasten of uitvoeringslasten. Daar is
in dit geval sprake van.
§ 4. Inwerkingtreding
Met het tijdstip van publicatie en inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling is
voldaan aan het stelsel van vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld