Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 september 2014, nr. DPO/634951, houdende instelling van de monitoringscommissie Van Werk Naar Werk OCW (Instellingsbesluit monitoringscommissie VWNW OCW)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk van 11 april 2013;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. VWNW:

Van Werk Naar Werk;

b. commissie:

monitoringscommissie Van Werk Naar Werk OCW;

c. overeenkomst:

Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk van 11 april 2013;

d. VWNW-beleid:

afspraken tussen de minister voor Wonen en Rijksdienst en de centrales van overheidspersoneel als bedoeld in de overeenkomst en hoofdstuk VIIbis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ARAR;

e. OCW:

het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

f. secretaris-generaal:

secretaris-generaal van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2. Instelling

  • 1. Er is een monitoringscommissie Van Werk Naar Werk OCW.

  • 2. De commissie wordt ingesteld voor de werkingsduur van de overeenkomst.

Artikel 3. Taak

De commissie heeft tot taak het volgende te monitoren:

  • a. het aantal VWNW-kandidaten als bedoeld in artikel 49r van het ARAR en hun begeleiding van werk naar werk;

  • b. op welke termijn VWNW-kandidaten in een nieuwe functie worden geplaatst, binnen de eigen organisatie, binnen het Rijk of daarbuiten;

  • c. de mate waarin VWNW-kandidaten kiezen voor verzilvering van hun algemene voorzieningen;

  • d. de inzet van specifieke voorzieningen;

  • e. knelpunten bij de uitvoering van het VWNW-beleid.

Artikel 4. Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden, alsmede een plaatsvervangend voorzitter en twee plaatsvervangend leden.

  • 2. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, tevens leden, worden benoemd op voordracht van werkgeverszijde.

  • 3. Op voordracht van het Departementaal Georganiseerd Overleg worden een lid en een plaatsvervangend lid benoemd.

  • 4. Op voordracht van de Departementale Ondernemingsraad worden een lid en een plaatsvervangend lid benoemd.

Artikel 5. Benoeming van de leden van de commissie

  • 1. Benoeming van de (plaatsvervangend) leden van de commissie geschiedt voor de duur van de overeenkomst.

  • 2. Benoeming vindt plaats door de secretaris-generaal.

  • 3. De secretaris-generaal kan de leden schorsen en tussentijds ontslaan.

Artikel 6. Secretariaat

  • 1. De commissie heeft een secretaris. Deze wordt aangewezen door of vanwege de secretaris-generaal.

  • 2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

  • 3. De secretaris is geen lid van de commissie.

Artikel 7. Werkwijze van de commissie

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2. De commissie brengt tweemaal per jaar en desgevraagd tussentijds een rapport uit aan het Sectoroverleg Rijk.

  • 3. Indien de commissie daartoe aanleiding ziet, rapporteert zij aan het departementaal georganiseerd overleg.

  • 4. Indien onvoorziene omstandigheden naar het oordeel van de commissie in de weg staan aan het tijdig uitbrengen van het rapport, dan stelt zij het Sectoroverleg Rijk daarvan op de hoogte.

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 april 2013.

  • 2. Dit besluit vervalt op 1 januari 2017.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit monitoringscommissie VWNW OCW.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze, de secretaris-generaal, J. van der Vlist

TOELICHTING

De regeling tot instellen van de monitoringscommissie VWNW OCW is de uitwerking van punt 17 in de ‘Overeenkomst Sociaal Beleid Rijk: van werk naar werk (VWNW) beleid’ van 11 april 2013 (gepubliceerd in Stcrt. 2013, 14743, van 7 juni 2013).

Het VWNW-beleid biedt regelingen en algemene en specifieke voorzieningen aan medewerkers bij begeleiding naar ander werk als overtolligheid dreigt als gevolg van verandering van de organisatie of een onderdeel ervan. Met het besluit van 6 december 2013 (Staatsblad 2014, nr. 540), houdende wijziging van onder meer het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, is het VWNW-beleid voor de sector Rijk opgenomen in de rechtspositieregels voor rijksambtenaren. Het VWNW-beleid geldt in de periode van 15 april 2013 tot 1 januari 2016.

Toetsing van het VWNW-beleid vindt plaats in een interdepartementale commissie. Monitoring van het beleid vindt plaats op departementaal niveau; het gaat daarbij onder meer om aantallen kandidaten, plaatsingen, gebruikmaking van voorzieningen en de inzet van specifieke voorzieningen. Daarnaast rapporteert de commissie minstens tweemaal per jaar aan het Sectoroverleg Rijk.

Hoewel het VWNW-beleid tot 1 januari 2016 geldt, wordt de commissie – in verband met de verwachte nawerking – ingesteld voor de werkingsduur van de overeenkomst.

In verband met de (tripartite) departementale afspraak tijdelijk voor de duur van het VWNW-beleid het Convenant van 15 oktober 2007 buiten werking te stellen, is in het Departementaal Georganiseerd Overleg besloten ook een lid van de medezeggenschap in de commissie te benoemen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze, de secretaris-generaal, J. van der Vlist

Naar boven