Besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad van 21 mei 2014, houdende de bekendmaking van de beleidsregels 2014 (Besluit Beleidsregels PUR 2014)

De Pensioen- en Uitkeringsraad,

Gelet op artikel 4 van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 1, onder e, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen genoemde wetten, passen de Raad, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen het beleid toe dat is neergelegd in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

het Besluit Beleidsregels PUR 2013 (Stcrt. 2013, 21427) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Beleidsregels PUR 2014.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage wordt ter inzage gelegd bij het vestigingskantoor van de Sociale verzekeringsbank in Leiden en kan worden ingezien via het internet op www.svb.nl/wvo.

Leiden, 21 mei 2014

De voorzitter van de Pensioen- en Uitkeringsraad, H. Dresden.

TOELICHTING

De Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) en de Sociale verzekeringsbank (SVB) geven gezamenlijk uitvoering aan de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Het gaat hier om de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945.

De wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen kennen bepalingen die het mogelijk maken om de kosten van voorzieningen geheel of gedeeltelijk te vergoeden. De relatie tussen de PUR en de SVB is geregeld in de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Deze wet bepaalt dat de PUR voor de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen beleidsregels opstelt. De PUR heeft om hieraan invulling te geven op 10 juli 2013 (Stcrt. 2013, nr. 21427) het Besluit Beleidsregels PUR 2013 genomen. De bij dat besluit behorende beleidsregels hebben betrekking op voorzieningen in verband met invaliditeit of gezondheidsklachten en zijn gepubliceerd. De PUR heeft sindsdien in het beleid voor een aantal voorzieningen wijzigingen aangebracht en een aantal voorzieningen toegevoegd. De PUR heeft daarom het Besluit Beleidsregels PUR 2014 genomen, inhoudende dat de PUR de beleidsregels voor de voorzieningen opnieuw heeft vastgesteld.

De bijlage waarnaar in het besluit wordt verwezen, betreft de gebundelde verzameling beleidsregels PUR die voor een ieder ter inzage ligt bij het vestigingskantoor van de Sociale Verzekeringsbank in Leiden. De inhoud van de publicatie kan tevens worden ingezien via het internet op www.svb.nl/wvo.

De beleidsregels zijn op de volgende punten gewijzigd:

  • Onderdeel 5040 (Voorzieningen Indonesië) is komen te vervallen. De periodieke uitkering in Indonesië wordt met ingang van 1 december 2012 berekend naar het Nederlands inkomensniveau. In verband hiermee wordt een apart voorzieningenbeleid voor Indonesië niet meer noodzakelijk geacht.

  • Onderdeel 5050 (Overige voorzieningen tot € 150,–) is toegevoegd. In dit onderdeel is geregeld dat voorzieningen waarvoor geen specifieke beleidsregels zijn vastgesteld onder voorwaarden kunnen worden toegekend als de kosten hiervan ten hoogste € 150,– bedragen en er op grond van de causale aandoeningen een medische noodzaak bestaat voor deze voorziening.

  • Onderdeel 5060 (Negatief medisch advies overige voorzieningen) is toegevoegd. In dit onderdeel is geregeld dat de SVB geen advies hoeft te vragen aan de PUR bij aanvragen voor voorzieningen als hiervoor een negatief medisch advies is uitgebracht.

  • In onderdeel 5105 (Medische zorg algemeen) is aan de voorwaarden voor toekenning van voorzieningen op het gebied van medische zorg is toegevoegd dat de behandelingen binnen redelijke afstand van de woonplaats dienen plaats te vinden.

  • In onderdeel 5205 (Therapieën en paramedische zorg, algemeen) is Mensendieck toegevoegd als erkende therapie in verband met psychosomatische klachten.

  • In onderdeel 5220 (Mensendieck) is de te vergoeden Mensendieck behandeling uitgebreid met behandeling voor spierspanningsklachten.

  • Onderdeel 5260 (Psychotherapie) is aangepast aan het in Nederland met ingang van 1 januari 2014 gewijzigde stelsel voor de Geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De vergoeding psychotherapie in Nederland wordt hierdoor gewijzigd is vergoeding van de kosten voor generalistische Basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ. De hoofdregel is dat de cliënt altijd de aanspraken op de basisverzekering van de Zorgverzekeringswet ten gelde moet maken. Hiervoor is een verwijzing van de huisarts noodzakelijk. Er geldt een overgangsregeling voor gevallen waarin de cliënt een naturapolis heeft en de zorgverzekeraar geen contract heeft afgesloten met zorgverlener.

  • In onderdeel 5315 (Doofheidsvoorziening) is een overgangsbepaling toegevoegd die het mogelijk maakt de kosten van hoortoestellen die in Nederland niet volgens het functiegerichte protocol zijn aangeschaft gedeeltelijk te vergoeden. Daarnaast is een aantal te vergoeden hoor-hulpmiddelen toegevoegd.

  • Onderdeel 5322 (Eenvoudige loophulpmiddelen) is toegevoegd. Een vergoeding voor de aanschaf van eenvoudige loophulpmiddelen zoals een rollator, stok, looprek en krukken wordt op aanvraag toegekend als bedoeld hulpmiddel ter behoud van zelfredzaamheid op grond van causale aandoeningen noodzakelijk is. Voor Nederland en Israël zijn voor de vergoeding voor de aanschaf van een rollator genormeerde maximaal te vergoeden bedragen vastgesteld.

  • In onderdeel 5705 (Huishoudelijke hulp) is opgenomen dat voor de toekenning van een vergoeding voor huishoudelijke hulp in Indonesië sprake moet zijn van causale aandoeningen. Voorts is de indexering voor de vergoeding huishoudelijke hulp in Indonesië aangepast aan die voor de overige landen. Tevens heeft een redactionele wijziging plaatsgevonden.

  • In onderdeel 5805 (Vervoer sociaal) is de bepaling dat er afzonderlijke normbedragen in Indonesische roepia voor de vergoeding sociaal vervoer zijn, komen te vervallen.

  • In onderdeel 5810 (Vervoer medische behandeling) is aan de voorwaarden voor vergoeding van medisch vervoer toegevoegd dat de medische behandeling binnen redelijke afstand van het eigen woonadres moet plaatsvinden. Daarnaast is toegevoegd dat vervoer per vliegtuig niet wordt beschouwd als openbaar vervoer.

  • In onderdeel 5830 (Scootmobiel) de mogelijkheid van vergoeding van de eigen bijdrage in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning voor een scootmobiel inclusief de kosten voor onderhoud en verzekering opgenomen. Daarnaast is de minimale gebruiksduur voor een scootmobiel teruggebracht naar 6 jaren. De aftrek in verband met besparing aanschaf fiets is komen te vervallen.

Naar boven