Besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad van 10 juli 2013, houdende de bekendmaking van de beleidsregels 2013 (Besluit Beleidsregels PUR 2013)

De Pensioen- en Uitkeringsraad,

Gelet op artikel 4 van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 1, onder e, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen genoemde wetten, passen de Raad, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen het beleid toe dat is neergelegd in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Het Besluit Beleidsregels PUR 2012 (Stcrt. 2012, 11516) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Beleidsregels PUR 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage wordt ter inzage gelegd bij het vestigingskantoor van de Sociale verzekeringsbank in Leiden en kan worden ingezien via het internet op www.svb.nl/wvo .

Leiden, 10 juli 2013

De voorzitter van de Pensioen- en Uitkeringsraad, H. Dresden.

TOELICHTING

De Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) en de Sociale verzekeringsbank (SVB) geven met ingang van 1 januari 2011 gezamenlijk uitvoering aan de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Het gaat hier om de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945.

De wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen kennen bepalingen die het mogelijk maken om de kosten van voorzieningen geheel of gedeeltelijk te vergoeden. De relatie tussen de PUR en de SVB is geregeld in de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen. Deze wet bepaalt dat de PUR voor de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen beleidsregels opstelt. De PUR heeft om hieraan invulling te geven op 12 juni 2012 (Stcrt. 2012, nr. 11516) het Besluit Beleidsregels PUR 2012 genomen. De bij dat besluit behorende beleidsregels hebben betrekking op voorzieningen in verband met invaliditeit of gezondheidsklachten en werden dat jaar voor het eerst gepubliceerd. De PUR heeft sindsdien in het beleid voor een aantal voorzieningen wijzigingen aangebracht. De PUR heeft daarom het Besluit Beleidsregels PUR 2013 genomen, inhoudende dat de PUR de beleidsregels voor de voorzieningen opnieuw heeft vastgesteld.

De bijlage waarnaar in het besluit wordt verwezen, betreft de gebundelde verzameling beleidsregels PUR die voor een ieder ter inzage ligt bij het vestigingskantoor van de Sociale Verzekeringsbank in Leiden. De inhoud van de publicatie kan tevens worden ingezien via het internet op www.svb.nl/wvo .

De beleidsregels zijn op de volgende punten gewijzigd:

  • Onderdeel 5020 (Draagkracht tegemoetkomingen) is aangepast aan de wijziging met ingang van 1 januari 2013 van het Besluit draagkracht vervolgden en het Besluit draagkracht burger-oorlogsslachtoffers in verband met de wijziging van de leeftijd waarop het pensioen volgens de Algemene Ouderdomswet ingaat. De vastgestelde financiële draagkracht wordt herzien met ingang van de dag waarop de gerechtigde de gepensioneerde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene ouderdomswet, bereikt.

  • In onderdeel 5025 (Ingang en einde toekenning voorziening) zijn de voorwaarden beschreven waaronder voor de Wuv en de Wubo wordt afgeweken van de hoofdregel dat een voorziening ingaat op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag hiervoor is ingediend. Dit is het geval als de aanvraag die is ingediend nadat de kosten zijn gemaakt een vergoeding van medische behandeling betreft. In de redactie van deze regel ontbrak dat dit ook geldt voor een vergoeding van de kosten voor medicijnen. Dit is aangepast. Daarnaast is een verwijzing opgenomen naar het beleid dat geldt voor het vaststellen van de ingangsdatum bij omzetting in verband met aanspraken bij een andere wet voor oorlogsgetroffenen. Tot slot is toegevoegd dat eveneens wordt afgeweken van de hoofdregel als de belanghebbende mogelijke aanspraken op vergoeding bij een andere instantie heeft getracht geldend te maken en de aanvraag bij de SVB binnen vier weken is ingediend nadat de beslissing van de betreffende instantie schriftelijk aan belanghebbende is meegedeeld.

  • De overgangsregeling in onderdeel 5260 (Psychotherapie en eerstelijns psychische zorg) die het mogelijk maakte om niet DBC-geregistreerde tweedelijns psychische zorg te vergoeden is per 1 november 2012 beëindigd. Daarom is de passage die deze overgangsregeling beschreef komen te vervallen.

  • In onderdeel 5315 (Doofheidsvoorziening) geldt voor vergoeding van een hoorapparaat de eis van het overleggen van een offerte alleen nog voor het buitenland. Vanuit het basispakket op grond van de Zorgverzekeringswet wordt met ingang van 1 januari 2013 een vergoeding van 75% van de kosten van de aanschaf van een hoorapparaat verstrekt. Volgens een ‘functiegericht protocol’ wordt een juist en adequaat toestel aangemeten. Voor Nederland wordt uitsluitend de eigen bijdrage van 25% vergoed (mits aan alle overige eisen is voldaan).

  • In onderdeel 5405 (Verzorging- en verpleging in een daarvoor bestemde instelling) is bij de normering voor Israël op het prijspeil van de verzorgingskosten van het tehuis Beth Juliana toegevoegd dat dit het prijspeil in de zogenoemde nieuwe vleugel betreft.

  • Onderdeel 5705 (Huishoudelijke hulp) is uitgebreid met de mogelijkheid om een vergoeding voor een half dagdeel huishoudelijke hulp toe te kennen voor de kosten van het (laten) doen van de was bij opname in een verpleeghuis met CIZ-indicatie ZZP 5, 6, 7, 8 of 10. Daarnaast is de overgangsregeling die vergoeding van de verplichte premies voor sociale verzekering en severance pay voor de huishoudelijke hulp in Israël mogelijk maakt omgezet in een algemene regeling. Tevens is deze vergoeding uitgebreid met de in Israël voor de werkgever verplichte pensioenpremie voor de huishoudelijke hulp. Deze vergoeding is gemaximeerd. Tot slot is een beoordeling van de ingangsdatum toegevoegd voor aanvragen voor uitbreiding van de vergoeding voor huishoudelijke hulp in gevallen waar tevens een tijdelijke voortgezette vergoeding huishoudelijke hulp van de overleden partner wordt uitgekeerd.

Naar boven