Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2014, 15148 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatscourant 2014, 15148 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 4, vijfde lid, en 7, tweede lid, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;
Besluit:
De tabel in de bijlage van de Warenwetregeling aanwijzing veiligheidscodes tatoeëren en piercen komt te luiden:
Hygiënerichtlijnen |
Opsteller |
---|---|
Hygiënerichtlijn voor tatoeëren, versie juni 2014 |
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Postbus 2200 1000 CE Amsterdam |
Hygiënerichtlijn voor permanente make-up, versie juni 2014 |
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Postbus 2200 1000 CE Amsterdam |
Hygiënerichtlijn voor piercen, versie juni 2014 |
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Postbus 2200 1000 CE Amsterdam |
Hygiënerichtlijn voor het piercen van oren en neusvleugels, versie juni 2014 |
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Postbus 2200 1000 CE Amsterdam |
Artikel 5 van de Warenwetregeling tatoeëren en piercen wordt als volgt gewijzigd:
A
Het tweede tot en met zesde lid worden vernummerd tot eerste tot en met vijfde lid.
B
Het eerste lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen a en b komen te luiden:
a. € 393,72 voor een vergunning voor het gebruik van tatoeagemateriaal, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
b. € 344,51 voor een vergunning voor het gebruik van tatoeagemateriaal, waarbij gebruik wordt gemaakt van wegwerpartikelen;
2. Onderdeel c vervalt.
3. De onderdelen d tot en met f worden geletterd c tot en met e.
C
Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:
2. De retributie wordt vermeerderd met € 24,61 voor elk kwartier of gedeelte van een kwartier die de toezichthouder besteedt:
a. aan de werkzaamheden die nodig zijn in verband met bij het onderzoek, bedoeld in artikel 4, derde lid, van het besluit geconstateerde gebreken die aanleiding geven tot vervolgonderzoek, voordat tot het verlenen van de vergunning kan worden overgegaan; of
b. om te reizen, teneinde het onderzoek, bedoeld in artikel 4, derde lid, van het besluit, en indien van toepassing het vervolgonderzoek bedoeld onder a, in te stellen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Artikel 6 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen bepaalt dat een ondernemer veilig moet werken bij het aanbrengen van tatoeages en piercings. Op grond van artikel 7 van dat besluit kan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport veiligheidscodes aanwijzen. Indien de ondernemer werkt volgens een aangewezen veiligheidscode, wordt de ondernemer geacht te voldoen aan de eis van veilig werken.
In de Warenwetregeling aanwijzing veiligheidscodes tatoeëren en piercen staat welke codes zijn aangewezen. Deze veiligheidscodes worden opgesteld door het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (verder: LCHV) dat onderdeel is van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het LCHV opdracht gegeven de veiligheidscodes te herzien. Dat is gebeurd in samenwerking met de betrokken branches, zoals die van de tatoeage- en piercingstudio’s, schoonheidsspecialisten en juweliers. Artikel I van dit besluit zorgt ervoor dat in de Warenwetregeling aanwijzing veiligheidscodes tatoeëren en piercen wordt verwezen naar de herziene veiligheidscodes.
Voorheen bestond er een retributie voor een vergunning voor het gebruik van een tatoeagemachine, het gebruik van een pigmenteerpen en voor het gebruik van ander tatoeagemateriaal dan een tatoeagemachine of een pigmenteerpen.
Het tarief voor het gebruik van een pigmenteerpen was lager dan voor het gebruik van een tatoeagemachine of ander tatoeagemateriaal dan een tatoeagemachine of een pigmenteerpen. Reden hiervoor is dat bij het gebruik van een pigmenteerpen een disposable naaldmodule wordt gebruikt. Na gebruik wordt deze naaldmodule weggegooid. Hierdoor is er geen noodzaak tot het steriliseren van instrumenten. Bij het gebruik van een tatoeagemachine dient wel gesteriliseerd te worden. Het controleren van de sterilisator, ook wel autoclaaf genoemd, en het controleren of het sterilisatieproces goed wordt uitgevoerd, kost extra tijd. Dit rechtvaardigde het hogere tarief. Uit de praktijk is echter gebleken dat het verschil in tarief niet zozeer samenhangt met het gebruikte materiaal (pigmenteerpen of tatoeagemachine), maar met het gebruik van wegwerpartikelen of niet-wegwerpartikelen die gesteriliseerd moeten worden. In artikel II, onderdeel B, is de Warenwetregeling tatoeëren en piercen hierop aangepast.
Indien een ondernemer zijn materialen laat steriliseren door een derde valt deze ondernemer onder hetzelfde tarief als de ondernemer die geen gebruik maakt van wegwerpartikelen en dus zelf materialen steriliseert. De GGD is in een dergelijke situatie extra inspectietijd kwijt aan de controle of inderdaad bij een derde partij deze werkzaamheden worden verricht, de controle of de materialen voordat ze worden gesteriliseerd veilig worden opgeslagen en verpakt en de controle of de materialen na sterilisatie op de juiste manier worden aangeleverd.
Tijdens de procedure van het verlenen van een vergunning komt het voor dat een aantal zaken door de GGD worden geconstateerd die eerst verholpen moeten worden, voordat tot vergunningverlening kan worden overgegaan. De controle of deze zaken inderdaad zijn verholpen kost extra tijd. In onderdeel C is daarom een tarief opgenomen om deze kosten door te berekenen.
Artikel 5, eerste lid, van de Warenwetregeling tatoeëren en piercen is reeds vervallen. In onderdeel A zijn de leden vernummerd.
Van het besluit van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving wordt afgeweken gezien de financiële consequenties.
Deze regeling en de hygiënerichtlijnen zijn voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)1. Naar aanleiding van deze consultatie is er een reactie binnengekomen vanuit de branche. Deze reactie heeft niet geleid tot wijziging van de regeling.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Wel is er sprake van bedrijfseffecten nu het mogelijk wordt voor vervolgonderzoek een tarief in rekening te brengen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Economische Zaken) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-15148.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.