Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 29 april 2014, kenmerk 505418, houdende wijziging van de Tijdelijke beleidsregels stimulering preventieve maatregelen woning- en bedrijfsovervallen in verband met verlenging van de geldigheidsduur

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 35 van de Wet Justitie-subsidies en artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke beleidsregels stimulering preventieve maatregelen woning- en bedrijfsovervallen worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, onder a, wordt ‘31 december 2013’ vervangen door: 31 december 2014.

B

In artikel 4, derde lid, wordt ‘vóór 1 juli 2014’ vervangen door: vóór 1 juli 2015.

C

In artikel 5, tweede lid, wordt ‘1 oktober 2014’ telkens vervangen door: 1 oktober 2015.

D

Bijlage 2 wordt vervangen door de bijlage behorende bij dit besluit.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

BIJLAGE

TOELICHTING

In het kader van de aanpak van overvallen zijn op 19 mei 2010 de Tijdelijke beleidsregels stimulering preventieve maatregelen woning- en bedrijfsovervallen in werking getreden. De Tijdelijke beleidsregels hebben tot doel om via een subsidie te stimuleren dat bewoners en bedrijven die zijn overvallen maatregelen nemen die erop gericht zijn te voorkomen dat hun woning of bedrijf opnieuw wordt overvallen. Aanvankelijk lag het in de bedoeling deze beleidsregels alleen van toepassing te laten zijn op slachtoffers van overvallen in 2010. Om het aantal overvallen in de komende jaren verder terug te dringen heeft de Taskforce overvallen begin februari 2011 aanbevelingen aan de Minister van Veiligheid en Justitie gedaan voor de verbetering van de ketenaanpak van overvalcriminaliteit in Nederland. Eén van de aanbevelingen uit het Actieprogramma Ketenaanpak Overvalcriminaliteit dat op 9 februari 2011 aan de Tweede Kamer is aangeboden (Kamerstukken II 2010/11, 28 684, nr. 305), betreft de voortzetting van de Tijdelijke beleidsregels stimulering preventieve maatregelen woning- en bedrijfsovervallen. Hoewel er goede resultaten worden geboekt in de strijd tegen overvallen, is iedere overval er een teveel. Een overval heeft een grote impact op het slachtoffer en ik ben van mening dat er alles aan gedaan moet worden om herhaling van een dergelijk delict te voorkomen. Via het onderhavige besluit worden de Tijdelijke beleidsregels nogmaals met één jaar verlengd, zodat bewoners en bedrijven die in 2014 zijn overvallen, eveneens in aanmerking kunnen komen voor een subsidie voor het nemen van preventieve maatregelen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de aanbeveling in het Actieprogramma Ketenaanpak Overvalcriminaliteit. De uitvoering van de Tijdelijke beleidsregels blijft belegd bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

In artikel 3, eerste lid onder b, is bepaald dat de subsidie kan worden verstrekt indien de aanvrager door middel van facturen of betalingsbewijzen aantoont preventieve maatregelen te hebben genomen. Dit betekent dat er voor het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM) ruimte bestaat om, indien het voor de aanvrager onmogelijk is de facturen zelf voor te schieten (omdat het inkomen van de aanvrager op of onder het bijstandsniveau is), de factuur direct aan de leverancier te voldoen. De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om voor een dergelijke voorschotregeling in aanmerking te komen, zijn te vinden op de website van het SGM.

In het verleden konden deze beleidsregels aanvullend worden ingezet op de toenmalige subsidieregeling ‘Veiligheid Kleine Bedrijven’ van het ministerie van Economische Zaken, dat met deze subsidieregeling het nemen van preventieve maatregelen door kleine bedrijven tijdelijk een impuls wilde geven. Deze tijdelijke regeling is echter in 2013 door de Minister van Economische Zaken beëindigd. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft besloten in het kader van het terugdringen van de criminaliteit tegen het bedrijfsleven het nemen van preventieve maatregelen door ‘kleine bedrijven’ tijdelijk te willen blijven stimuleren. Het stimuleren van het nemen van preventieve maatregelen door ‘kleine bedrijven’ past goed bij de rol van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en het CCV heeft deze rol dan ook per 1 januari 2013 op zich genomen. Deze beleidsregels zijn een aanvulling zijn op de preventieve maatregelen die via het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid kunnen worden genomen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven