Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 april 2014, nr. 4323604, houdende de vaststelling van vacatiegelden voor de voorzitter en leden van de klachtadviescommissie van de Inspectie van het onderwijs (Vacatiegeldenbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht en artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. VACATIEGELDEN EN SECRETARIAAT

Artikel 1

  • 1. De voorzitter en andere leden van de klachtadviescommissie, bedoeld in artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen per vergadering een vergoeding.

  • 2. De vergoeding per vergadering van de leden van de commissie bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

  • 3. De vergoeding per vergadering van de voorzitter van de commissie bedraagt 130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van de commissie is toegekend.

  • 4. De voorzitter en andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.

  • 5. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag worden als één vergadering aangemerkt.

Artikel 2

Het secretariaat van de klachtadviescommissie, bedoeld in artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht, is ondergebracht bij de Inspectie van het onderwijs.

HOOFDSTUK 2. WIJZIGINGEN IN ANDERE REGELINGEN

Artikel 3

  • 1. De artikelen 2, 3 en 4 van het Benoemingsbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het Onderwijs vervallen.

  • 2. Artikel 4 van het Benoemingsbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het Onderwijs blijft van toepassing voor zover dat noodzakelijk is voor een rechtmatige afwikkeling van op grond van dit artikel ontstane en op het moment van inwerkingtreding van dit besluit nog openstaande verplichtingen.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Vacatiegeldenbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het onderwijs.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Het voorliggende besluit vervangt de regelende bepalingen’ gevat in de artikelen 2, 3 en 4 van het Benoemingsbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het Onderwijs zoals dat in 2008 is gepubliceerd (zie Stcrt. 2008, 196) en sedertdien is gewijzigd. Daarmee is er nu een apart besluit waarin de vacatiegelden en secretariële ondersteuning van de (leden van) de klachtadviescommissie van de Inspectie van het onderwijs, zoals bedoeld in artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht, zijn geregeld. Het Benoemingsbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het Onderwijs wordt hiermee (weer) een ‘zuiver’ benoemingsbesluit, in lijn met de aanvullende benoemings- en herbenoemingsbesluiten van leden van de commissie zoals die nadien zijn gepubliceerd.

Doordat enerzijds de essentialia van de commissie in de wet zijn geregeld en anderzijds de commissie al het nodige reeds in haar eigen reglement heeft geregeld, heeft het voorliggende besluit een sober karakter: het beperkt zich tot de aangelegenheden die gelet op de wet nu eenmaal door de minister van OCW vastgesteld moeten worden, als schakel tussen de wet en het reglement van de commissie zelf.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de betreffende bepalingen te actualiseren.

Secretariaat

De commissie heeft uiteraard een secretaris en secretariële ondersteuning nodig. Dit secretariaat blijft ondergebracht bij de Inspectie van het onderwijs.

Archiefbescheiden

Artikel 3 van het Benoemingsbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het Onderwijs kan vervallen omdat het daarin genoemde beheersreglement inmiddels is vervallen en het eigen reglement van de commissie intussen over een regeling aangaande de archiefbescheiden beschikt.

Vacatiegelden

Artikel 4 van het Benoemingsbesluit klachtadviescommissie Inspectie van het Onderwijs was gebaseerd op het Vacatiegeldenbesluit 1988. Dit besluit is enige jaren geleden ingetrokken, ten gunste van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. Ofschoon op grond van artikel 4 van die wet vergoedingsregelingen op grond van het besluit uit 1988 bleven gelden, is er voor gekozen met het voorliggende besluit een nieuwe regeling voor vacatiegelden voor de voorzitter en leden van de commissie te treffen, in lijn met de nieuwe Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

Ten einde een soepele overgang van de oude naar de nieuwe regeling mogelijk te maken is een overgangsbepaling overgenomen, waardoor op het moment van inwerkingtreding reeds bestaande verplichtingen tot het uitkeren van vacatiegeld op grond van het oude recht worden afgehandeld.

Publicatie van toekomstige benoemingen en herbenoemingen

Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit zullen toekomstige benoemingen en herbenoemingen van de voorzitter en leden van de klachtadviescommissie niet meer in de Staatscourant worden gepubliceerd. De actuele samenstelling van de commissie is te vinden op de website van de Inspectie van het onderwijs.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven