Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 2 april 2013, ACM/DJZ/2013/200833, houdende regels inzake organisatie, mandaat, volmacht en machtiging van de Autoriteit Consument en Markt (Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging ACM 2013)

De Autoriteit Consument en Markt,

Gezien de goedkeuring van de Minister van Economische Zaken;

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 2, tweede lid, en 5, tweede lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en artikel 7, derde en vierde lid van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Autoriteit Consument en Markt;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. ACM:

de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

c. ACM-organisatie:

de organisatie van het personeel als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

d. verordening 139/2004:

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PbEU L 24/14);

e. verordening 713/2009:

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PbEU L 211/1);

f. verordening 714/2009:

Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 (PbEU L 211/15);

g. verordening 715/2009:

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (PbEU L 211/36);

h. verordening 544/2009:

Verordening (EG) nr. 544/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 717/2007 betreffende roaming op openbare mobiele telefoonnetwerken binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (PbEU L 167/12);

i. verordening 1227/2011:

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PbEU L 326/1);

j. verordening 994/2010:

Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG van de Raad (PbEU L 295/1);

k. Wet implementatie derde pakket:

Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas), (Stb., 334);

l. Wet onafhankelijk netbeheer:

Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb., nr. 614);

m. BBRA:

Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

n. ARAR:

het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

HOOFDSTUK 2. ORGANISATIE

Artikel 2

  • 1. De ACM geeft leiding aan de ACM-organisatie.

  • 2. De ACM-organisatie is samengesteld uit:

    • a. de afdeling Bestuur, Beleid en Communicatie;

    • b. de directie Consumenten;

    • c. de directie Energie;

    • d. de directie Telecom, Vervoer en Post;

    • e. de directie Mededinging;

    • f. de directie Juridische Zaken;

    • g. de directie Bedrijfsvoering;

    • h. het Economisch Bureau.

  • 3. De organisatieonderdelen genoemd in het tweede lid, onderdelen a tot en met g, staan onder leiding van een directeur.

  • 4. Het organisatieonderdeel genoemd in het tweede lid, onderdeel h, staat onder leiding van de Chief Economist.

  • 5. De organisatieonderdelen genoemd in het tweede lid, onderdelen b tot en met g, bestaan uit teams die onder leiding staan van een teammanager.

  • 6. De organisatieonderdelen genoemd in het tweede lid verrichten hun taken, met inachtneming van de daaraan bij of krachtens de wet gestelde grenzen, in onderlinge samenwerking en afstemming.

HOOFDSTUK 3. WERKTERREIN

Artikel 3.1

Tot het werkterrein van de ACM behoren het algemeen mededingingstoezicht, sectorspecifieke markttoezicht en consumentenbescherming.

Artikel 3.2

Tot het werkterrein van de afdeling Bestuur, Beleid en Communicatie behoort het adviseren van de ACM bij de dagelijkse werkzaamheden en bij het initiëren en uitvoeren van de strategische koers van de ACM-organisatie. Hiervan maken internationale werkzaamheden en interne en externe communicatie deel uit.

Artikel 3.3

Tot het werkterrein van de directie Consumenten behoren, voor zover opgedragen aan de ACM:

  • 1. de uitvoering van en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet handhaving consumentenbescherming;

  • 2. de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet, de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, voor zover deze specifiek op consumentenbelangen ziet.

Artikel 3.4

Tot het werkterrein van de directie Energie behoren, voor zover opgedragen aan de ACM:

  • 1. de uitvoering van en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Drinkwaterwet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de verordeningen 713/2009, 714/2009, 715/2009, 994/2010 en 1227/2011, de Wet implementatie derde pakket, de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de Wet onafhankelijk netbeheer;

  • 2. binnen het kader van de uitvoering van de Mededingingswet, de behandeling van aangelegenheden inzake het misbruik van economische machtsposities in de energie- en drinkwatersector.

Artikel 3.5

Tot het werkterrein van de directie Telecom, Vervoer en Post behoren, voor zover opgedragen aan de ACM:

  • 1. de uitvoering van en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Loodsenwet, de Postwet 2009, de Scheepvaartverkeerswet, de Spoorwegwet, de Telecommunicatiewet, verordening 544/2009, de Wet luchtvaart, de Wet personenvervoer 2000, de Wet post BES en de Wet telecommunicatievoorziening BES;

  • 2. binnen het kader van de uitvoering van de Mededingingswet, de behandeling van aangelegenheden inzake het misbruik van economische machtsposities in de telecom-, vervoer-, en postsector;

  • 3. de behandeling van beslissingen op bezwaarschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, tegen beslissingen over nummerfacturatie, nummeraanvragen, het intrekken of wijzigen van een toekenning van een nummer en het opleggen van lasten onder dwangsom zonder rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3.6

Tot het werkterrein van de directie Mededinging behoren, voor zover opgedragen aan de ACM, de uitvoering van en het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Aanbestedingswet 2012, de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, verordening 139/2004, de Mededingingswet en de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 3.7

  • 1. Tot het werkterrein van de directie Juridische Zaken behoort in het kader van de uitvoering van en het toezicht op de bij of krachtens de wet aan de ACM opgedragen taken:

    • a. het voorbereiden van beslissingen tot het opleggen van bestuurlijke sancties, voor zover hier een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan ten grondslag ligt;

    • b. de behandeling van beslissingen op bezwaarschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met uitzondering van bezwaarschriften tegen beslissingen die tot het werkterrein van de directie Telecom, Vervoer en Post behoren, genoemd in artikel 3.5, aanhef en onder 3.

    • c. het behandelen van (hoger)beroepschriften, waaronder begrepen het instellen van (hoger) beroep, waarbij de ACM partij is;

    • d. het optreden als amicus curiae.

  • 2. De directie Juridische Zaken treedt op als juridisch adviseur en verricht uit dien hoofde juridische werkzaamheden van algemene aard ten behoeve van de ACM en de ACM-organisatie.

Artikel 3.8

Tot het werkterrein van de directie Bedrijfsvoering behoren taken van respectievelijk personele en organisatorische, financiële en facilitaire aard ten behoeve van het goed functioneren van de ACM-organisatie.

Artikel 3.9

Tot het werkterrein van het Economisch Bureau behoren taken op het gebied van de economische expertisefunctie, de onderzoeksfunctie en de strategische functie. Hiertoe behoren zaaksgebonden en algemeen economisch onderzoek en het adviseren van de ACM.

HOOFDSTUK 4. PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSHANDELINGEN

Artikel 4.1

Bij of krachtens dit besluit verleend mandaat, volmacht en machtiging heeft geen betrekking op:

  • a. het nemen van besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete;

  • b. het nemen van besluiten op grond van artikel 37 van de Mededingingswet, waarin een vergunning wordt vereist, en besluiten op grond van de artikelen 40, 41, 44, 45 en 46 van de Mededingingswet;

  • c. het nemen van besluiten die voorbereid zijn met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e. het beslissen op bezwaarschriften gericht tegen het opleggen van een herstelsanctie waaraan een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ten grondslag ligt;

  • f. het beslissen op bezwaarschriften gericht tegen het opleggen van een bindende aanwijzing;

  • g. het vaststellen van regelgeving.

Artikel 4.2

Aan de leden van de ACM wordt in afwijking van artikel 4.1, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot aangelegenheden die tot het gehele werkterrein van de ACM-organisatie behoren, indien:

  • a. niet gewacht kan worden op een besluit van de ACM;

  • b. het de schriftelijke afdoening betreft en de ondertekening van stukken die voortvloeien uit door de ACM genomen besluiten.

Artikel 4.3

Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen en aan de Chief Economist wordt, ieder voor zich, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot aangelegenheden die tot het werkterrein van hun organisatieonderdeel behoren.

Artikel 4.4

  • 1. Aan de teammanagers werkzaam binnen de in artikel 2, tweede lid, onderdeel b tot en met g, genoemde organisatieonderdelen wordt, ieder voor zich, met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.1, mandaat, volmacht en machtiging verleend tot aangelegenheden die tot het werkterrein van hun organisatieonderdeel behoren.

  • 2. Het mandaat, volmacht en de machtiging bedoeld in het eerste lid strekt zich niet uit tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften.

Artikel 4.5

Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen, de daarbij werkzame teammanagers en de Chief Economist wordt, ieder voor zich, mandaat en machtiging verleend tot aangelegenheden inzake titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 4.6

Aan de voorzitter van de ACM wordt machtiging verleend tot het ondertekenen van de legitimatiebewijzen van respectievelijk de toezichthoudende ambtenaren, toezichthouders, personen en functionarissen als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren ACM.

Artikel 4.7

Aan de directeur van de directie Energie wordt machtiging verleend voor het opmaken van een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht voor overtreding van de artikelen VIa, vierde lid, VII, derde lid, IX, tweede lid, IXa, eerste en tweede lid, en IXb, eerste tot en met derde lid, vijfde, zesde, zevende en negende lid, van de Wet onafhankelijk netbeheer en van artikel XX, negende lid, van de Wet implementatie derde pakket.

Artikel 4.8

Aan de directeur van de directie Juridische Zaken wordt machtiging verleend om beslissingen te nemen inzake het optreden als amicus curiae.

Artikel 4.9

Aan de directeur van de directie Juridische Zaken en de onder hem ressorterende medewerkers, met uitzondering van secretariële en ondersteunende medewerkers, wordt, ieder voor zich, machtiging verleend de ACM te vertegenwoordigen bij gerechtelijke procedures. Tevens zijn zij gemachtigd om voor de behandeling van een geschil één of meerdere medewerkers werkzaam bij de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen, met uitzondering van secretariële en ondersteunende medewerkers, als medegemachtigde te introduceren.

Artikel 4.10

  • 1. Het clementiebureau is belast met de toepassing van afdeling 2.2 van de Beleidsregels van de minister voor het opleggen van bestuurlijke boetes door de Autoriteit Consument en Markt.

  • 2. Aan de clementiefunctionaris wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het voorbereiden en het doen van clementietoezeggingen als bedoeld in artikel 2.38 van de beleidsregels genoemd in het eerste lid.

Artikel 4.11

  • 1. Er is een klachtenfunctionaris die klachten behandelt als bedoeld in artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Aan de klachtenfunctionaris wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor handelingen in het kader van het behandelen van klachten als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van het toepassen van artikel 9:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 5. PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSHANDELINGEN

Artikel 5.1

Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met e, en g, genoemde organisatieonderdelen, de daarbij werkzame teammanagers en de Chief Economist wordt, ieder voor zich, op hun werkterrein en binnen het door de ACM vastgestelde werkplan en het daartoe door de ACM vastgestelde budget, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen met betrekking tot beleidsonderzoek en de inhuur van specialisten, voor zover deze het bedrag van € 120.000 inclusief BTW per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 5.2

Aan de directeur van de directie Juridische Zaken en de onder hem ressorterende teammanagers wordt, ieder voor zich, op hun werkterrein en binnen het door de ACM vastgestelde werkplan en het daartoe door de ACM vastgestelde budget, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen met betrekking tot juridisch advies en procesvertegenwoordiging, en de inhuur van specialisten, tolken en verslagleggers, voor zover deze het bedrag van € 120.000 inclusief BTW per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 5.3

Aan de directeur van de directie Bedrijfsvoering en de onder hem ressorterende teammanagers wordt, ieder voor zich, binnen het door de ACM vastgestelde werkplan en het daartoe door de ACM vastgestelde budget, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen met betrekking tot hun werkterrein, waaronder begrepen informatiebeheer en automatisering en de vergoeding van lidmaatschappen en telefoonkosten, voor zover deze het bedrag van € 120.000 inclusief BTW per verplichting niet te boven gaat.

HOOFDSTUK 6. P&O AANGELEGENHEDEN

Artikel 6.1

  • 1. Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen en aan de Chief Economist wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers voor wie salarisschaal 15 of hoger van bijlage B van het BBRA geldt, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten inhoudende:

    • a. het verlenen van verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

    • c. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties.

  • 2. Aan de directeuren van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen en aan de Chief Economist wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers voor wie salarisschaal 14 of lager van bijlage B van het BBRA geldt, respectievelijk kandidaten voor functies waarvoor die salarisschalen gelden, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten inhoudende:

    • a. het verlenen van verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

    • c. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties;

    • d. het aanstellen in vaste dienst of tijdelijke dienst en het beëindigen van vaste en tijdelijke aanstellingen;

    • e. het opdragen van een andere functie op basis van artikel 57 van het ARAR;

    • f. het opdragen van tijdelijke andere werkzaamheden op basis van artikel 58 van het ARAR;

    • g. het bevorderen naar een hogere salarisschaal;

    • h. het toekennen van beloningen.

Artikel 6.2

Aan de teammanagers van de in artikel 2, tweede lid, onderdeel a tot en met g, genoemde organisatieonderdelen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers voor wie salarisschaal 14 of lager van bijlage B van het BBRA geldt, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten inhoudende:

  • a. het verlenen van verlof;

  • b. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

  • c. het accorderen van binnen- en buitenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties.

HOOFDSTUK 7. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 7.1

Het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NMa 2009 (Stcrt., nr. 14819), het Mandaatregister OPTA 2013 (Stcrt., nr. 312) en het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Consumentenautoriteit 2012 (Stcrt., nr. 76) worden ingetrokken.

Artikel 7.2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2013.

Artikel 7.3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging ACM 2013.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 april 2013

De Autoriteit Consument en Markt, C.A. Fonteijn, Bestuursvoorzitter.

F.J.H. Don, Bestuurslid.

J.G. Vegter, Bestuurslid.

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Consument en Markt, Directie Juridische Zaken, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag. In dit bezwaarschrift kan een belanghebbende op basis van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Autoriteit Consument en Markt verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter.

Naar boven