Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NMa 2009

29 september 2009

Nr. P_500142/15.O1242

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

Gezien de goedkeuring van de Minister van Economische Zaken;

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5a en 50, eerste lid, van de Mededingingswet, artikel 5 van de Tijdelijke wet mediaconcentraties, artikel 1:25a van de Wet op het financieel toezicht1, artikel 15.1, tweede lid, van de Telecommunicatiewet, artikel 59, eerste lid, van de Gaswet, artikel 5, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998, artikel 70, tweede lid, van de Spoorwegwet, artikel 45b, eerste lid, van de Loodsenwet, artikel 11.14a, eerste lid, van de Wet Luchtvaart en artikel 87, vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000;

Besluit:

§ 1. Organisatie

Artikel 1

De Nederlandse Mededingingsautoriteit is samengesteld uit:

  • a. de Raad van Bestuur en de rechtstreeks aan de Raad van Bestuur verbonden adviseurs en ondersteunende medewerkers;

  • b. de stafafdeling Strategie en Communicatie;

  • c. de directie Juridische Dienst;

  • d. de directie Mededinging, waarvan deel uitmaakt het clementiebureau;

  • e. de directie Regulering Energie en Vervoer;

  • f. de stafafdeling Human Resources Management;

  • g. de stafafdeling Financieel Economische Zaken;

  • h. de stafafdeling Informatiemanagement en Beheer;

  • i. het Economisch Bureau.

Artikel 2

De Raad van Bestuur voert overleg over de algemene gang van zaken binnen de Nederlandse Mededingingsautoriteit en over de uitvoering van zijn daarop betrekking hebbende leidinggevende taken met de directeuren en stafhoofden.

Artikel 3

De stafafdeling Strategie en Communicatie is met name belast met taken van initiërende en coördinerende aard inzake de positie en het functioneren van de Nederlandse Mededingingsautoriteit en met de interne en externe communicatie.

Artikel 4

De Juridische Dienst is binnen het kader van de uitvoering van de Mededingingswet, de Tijdelijke wet mediaconcentraties, de Wet op het financieel toezicht, de Telecommunicatiewet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, Wet onafhankelijk netbeheer2, de Spoorwegwet, de Loodsenwet, de Wet luchtvaart, de Wet personenvervoer 2000 en de Scheepvaartverkeerswet met name belast met de behandeling van aangelegenheden inzake de oplegging van sancties, de behandeling van bezwaren en beroep, en het optreden als Amicus Curiae. De Juridische Dienst treedt op als juridische adviseur en verricht uit dien hoofde juridische werkzaamheden van algemene aard ten behoeve van de gehele Nederlandse Mededingingsautoriteit.

Artikel 5

De directie Mededinging is belast:

  • 1. binnen het kader van de uitvoering van de Mededingingswet, met name met de behandeling van aangelegenheden inzake concentraties van ondernemingen, mededingingsbeperkende afspraken, misbruik van economische machtsposities en de toepassing van hoofdstuk 4a, inzake financiële transparantie;

  • 2. binnen het kader van de uitvoering van de Tijdelijke wet mediaconcentraties, met name met de behandeling van aangelegenheden inzake mediaconcentraties;

  • 3. met het toezicht op de naleving van artikel 5:88 van de Wet op het financieel toezicht en op artikel 6.20a van de Telecommunicatiewet.

Artikel 6

De directie Regulering en Vervoer is belast met:

  • a. taken ter uitvoering van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet;

  • b. het toezicht op de naleving van de artikelen VIa, vierde lid, VII, eerste lid, IX, tweede lid, IXa, eerste en tweede lid en IXb, eerste tot en met derde lid, vijfde, zesde, zevende en negende lid, van de Wet onafhankelijk netbeheer, artikel 69, eerste en vijfde lid, van de Wet personenvervoer 2000;

  • c. het toezicht als bedoeld in de artikelen 70 en 71 van de Spoorwegwet, artikel 11.14a, eerste lid, van de Wet luchtvaart en de artikelen 45b, eerste lid, en 45i, eerste lid, van de Loodsenwet;

  • d. de uitvoering van de artikelen 14a, tweede lid, en 15ba, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet.

Artikel 7

Het Economisch Bureau verricht zaaksgebonden en algemeen economisch onderzoek ten behoeve van de gehele Nederlandse Mededingingsautoriteit. Het Economisch Bureau adviseert de Raad van Bestuur. Het Economisch Bureau participeert in internationale gremia en publiceert wetenschappelijk gefundeerde artikelen op het gebied van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

Artikel 8

De in artikel 1, eerste lid, onderdelen f, g en h, genoemde onderdelen zijn belast met taken van respectievelijk personele en organisatorische, financiële en facilitaire aard ten behoeve van het goed functioneren van de Nederlandse Mededingingsautoriteit met inachtneming van de daaraan bij of krachtens de wet gestelde eisen.

Artikel 9

De onderdelen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit verrichten hun taken, met inachtneming van de daaraan bij de wet gestelde grenzen, in onderlinge samenwerking en afstemming.

§ 2. Mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 10

Aan de leden van de Raad van Bestuur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden inzake de Mededingingswet, de Tijdelijke wet mediaconcentraties, de Wet op het financieel toezicht, de Telecommunicatiewet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Wet onafhankelijk netbeheer, de Spoorwegwet, de Loodsenwet, de Wet luchtvaart, de Wet personenvervoer 2000, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet openbaarheid van bestuur en voor alle andere aangelegenheden de Nederlandse Mededingingsautoriteit betreffende, indien:

  • a. niet gewacht kan worden op een besluit van de Raad;

  • b. het de schriftelijke afdoening en ondertekening van stukken betreft die voortvloeien uit door de Raad genomen besluiten.

Artikel 11

  • 1. Aan de directeuren van de directie Juridische Dienst, de directie Mededinging, en de directie Regulering Energie en Vervoer en hun plaatsvervangers wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met de Mededingingswet, de Tijdelijke wet mediaconcentraties, de Wet op het financieel toezicht, de Telecommunicatiewet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Wet onafhankelijk netbeheer, de Spoorwegwet, de Loodsenwet, de Wet luchtvaart, de Wet personenvervoer 2000, de Scheepvaartverkeerswet en de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 2. De mandaatverlening, bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op:

    • a. besluiten betreffende het opleggen van een bestuurlijke sanctie, een voorlopige last onder dwangsom of een bindende aanwijzing, met uitzondering van besluiten die in mandaat namens de Minister van Economische Zaken worden genomen;

    • b. besluiten op grond van artikel 37 van de Mededingingswet, waarin een vergunning wordt voorgeschreven, en besluiten op grond van de artikelen 40, 41, 44, 45 en 46 van de Mededingingswet;

    • c. beslissingen op bezwaar;

    • d. regelgeving;

    • e. besluiten en handelingen inzake de strategische koers en het communicatiebeleid.

  • 3. In afwijking van het tweede lid, onder c, wordt aan de directeur van de directie Juridische Dienst en zijn plaatsvervanger mandaat en machtiging verleend voor het nemen van beslissingen op bezwaar niet zijnde een beslissing grond van de Wet openbaarheid van bestuur, een beslissing inzake geschilbeslechting, een beslissing betreffende het opleggen van een bestuurlijke sanctie, een voorlopige last onder dwangsom of een bindende aanwijzing.

Artikel 12

  • 1. Aan de clustermanagers bij de directie Juridische Dienst, de directie Mededinging en de directie Regulering Energie en Vervoer en hun plaatsvervangers wordt mandaat en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met de Mededingingswet, de Tijdelijke wet mediaconcentraties, de Wet op het financieel toezicht, de Telecommunicatiewet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Wet onafhankelijk netbeheer, de Spoorwegwet, de Loodsenwet, de Wet luchtvaart, de Wet personenvervoer 2000 en de Scheepvaartverkeerswet met betrekking tot aangelegenheden behorende tot het werkterrein van de betrokken directie.

  • 2. De mandaatverlening als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op:

    • a. besluiten betreffende het opleggen van een bestuurlijke sanctie, een voorlopige last onder dwangsom of een bindende aanwijzing;

    • b. besluiten op grond van artikel 37 van de Mededingingswet, waarin een vergunning wordt voorgeschreven, en besluiten op grond van de artikelen 40, 41, 44, 45 en 46 van de Mededingingswet;

    • c. beslissingen op bezwaar;

    • d. regelgeving;

    • e. besluiten en handelingen inzake de strategische koers en het communicatiebeleid.

Artikel 13

Machtiging voor de uitoefening van de bevoegdheden van artikel 7 van de Elektriciteitswet 1998 en van artikel 35 van de Gaswet wordt verleend aan:

  • a. het hoofd en zijn plaatsvervanger van de stafdienst Bedrijfsvoering en Informatiemanagement van de directie Regulering Energie en Vervoer;

  • b. de clustermanager en zijn plaatsvervanger van het cluster Energie en Vervoer van de Juridische Dienst;

  • c. de clustermanager en zijn plaatsvervanger van het cluster Opsporing en Informatiemanagement van de directie Regulering Energie en Vervoer.

Artikel 14

Aan de directeur van de directie Regulering Energie en Vervoer en zijn plaatsvervanger wordt machtiging verleend voor:

  • a. ondertekenen van een voornemen als bedoeld in artikel 95, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;

  • b. opmaken van een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht voor overtreding van de artikelen VIa, vierde lid, VII, derde lid, IX, tweede lid, IXa, eerste en tweede lid en IXb, eerste tot en met derde lid, vijfde, zesde, zevende en negende lid, van de Wet onafhankelijk netbeheer.

Artikel 15

Aan de directeur van de Juridische Dienst en zijn plaatsvervanger wordt machtiging verleend om beslissingen te nemen inzake het optreden als Amicus Curiae.

Artikel 16

  • 1. Het clementiebureau is belast met de toepassing van de Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken tot vermindering van geldboetes betreffende kartels.

  • 2. Aan de clementiefunctionaris wordt mandaat en machtiging verleend voor het voorbereiden en het doen van clementietoezeggingen als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van deze beleidsregels.

Artikel 17

  • 1. Er is een klachtenfunctionaris die klachten behandelt als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Aan de klachtenfunctionaris wordt mandaat en machtiging verleend voor handelingen in het kader van het behandelen van klachten als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van het toepassen van artikel 9:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 18

  • 1. Er is een privilegefunctionaris als bedoeld in als bedoeld in artikel 1, onder 12, van de NMa digitale werkwijze 2007.

  • 2. Aan de privilegefunctionaris wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van aangelegenheden op zijn werkterrein als bedoeld in artikel 6 van de Werkwijze NMa analoog en digitaal rechercheren.

Artikel 19

Aan de in de onderstaande tabel vermelde functionarissen en hun plaatsvervangers wordt volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen zoals benoemd in de tabel, voor zover deze per verplichting het in de tabel aangegeven bedrag niet te boven gaan, alsmede voor het nemen van beslissingen op verzoeken om betaling voortvloeiend uit eerder door hen aangegane verplichtingen voor zover deze per betaling het aangegeven bedrag niet te boven gaan, binnen het door de Raad vastgestelde werkplan en binnen het door de Raad daartoe vastgestelde budget.

Bugdethouder

Mandaat Euro exclus. BTW

Budget voor

Directeur Juridische Dienst

115.000

Juridisch advies en procesvertegenwoordiging

Inhuur specialisten; tolken, verslagleggers

Directeur Directie Mededinging

115.000

Beleidsonderbouwend en beleidsondersteunend onderzoek en inhuur

Directeur Regulering Energie

115.000

Beleidsonderbouwend en beleidsondersteunend en Vervoer onderzoek en inhuur

Chief Economist Officer

115.000

Beleidsonderbouwend en beleidsondersteunend onderzoek en inhuur

Hoofd S&C

50.000

Inhuur specialisten: brochures;

communicatieactiviteiten; vertalingen; foto’s

Hoofd HRM

50.000

Lidmaatschappen; vergoeding telefoonkosten

Hoofd I&B

50.000

Alles onderstaand

Clustermanager DIV

5.000

Digitale bestanden, bibliotheek en literatuur

Clustermanager FZ

5.000

Op eigen werkterrein

Clustermanager I&A

5.000

Automatisering; hardware; software

 

5.000

Inhuur specialisten: programmeren

Artikel 20

Aan de medewerkers van de Nederlandse Mededingingsautoriteit werkzaam bij de Juridische Dienst, met uitzondering van secretariële en ondersteunende medewerkers, wordt machtiging verleend de Raad van Bestuur te vertegenwoordigen bij gerechtelijke procedures.

Artikel 21

  • 1. Aan de directeuren en hoofden van de in artikel 1, onderdeel b tot en met i, genoemde onderdelen, wordt, binnen het door de Raad vastgestelde werkplan en binnen het door de Raad daartoe vastgestelde budget, voor de onder hen ressorterende medewerkers, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het verlenen van ontslag, bedoeld in artikel 94 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

  • 2. Aan de directeuren en hoofden van de in artikel 1, onderdeel b tot en met i, genoemde onderdelen, en hun plaatsvervangers, wordt, binnen het door de Raad vastgestelde werkplan en binnen het door de Raad daartoe vastgestelde budget, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • 1°. het aanstellen van medewerkers;

    • 2°. het goedkeuren van aanvragen tot wijzigingen in de arbeidsduur van medewerkers met uitzondering van aanvragen bedoeld in artikel 21, tweede lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

    • 3°. het verlenen van toestemming voor interim functievervulling en het aangaan van desbetreffende overeenkomsten;

    • 4°. het beslissen op een aanvraag in het kader van de geldende regels inzake scholingsfaciliteiten, inclusief het verlenen van studieverlof;

    • 5°. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van medewerkers;

    • 6°. verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan voor de opleiding van medewerkers;

    • 7°. het aangaan van verplichtingen inzake het aantrekken van servicekrachten;

    • 8°. verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan voor het aantrekken van servicekrachten;

    • 9°. het aangaan van stageovereenkomsten;

    • 10°. het doen van uitgaven voor aardigheidjes;

    • 11°. het doen van uitgaven ten behoeve van representatie;

    • 12°. het toekennen van eenmalige toeslagen van maximaal € 500 netto aan medewerkers in het kader van ‘bewust belonen’;

    • 13°. het nemen van beslissingen inzake het woon-werkverkeer;

    • 14°. het accorderen van buitenlandse dienstreizen en van reiskostendeclaraties buitenland.

Artikel 22

Aan de directeuren en stafhoofden van de in artikel 1, onderdelen b tot en met i genoemde onderdelen en hun plaatsvervangers, de bij de onderdelen werkzame clustermanagers en hoofden van stafdiensten en hun plaatsvervangers wordt voor de onder hen ressorterende medewerkers, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

  • a. het verlenen van vakantie;

  • b. het verlenen van kort buitengewoon verlof;

  • c. het verlenen van zwangerschaps- en bevallingsverlof;

  • d. het accorderen van binnenlandse dienstreizen en reiskostendeclaraties binnenland.

§ 3. Aanwijzing bevoegde ambtenaren

Artikel 23

  • 1. De ambtenaren werkzaam bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, met uitzondering van de ambtenaren werkzaam bij de directie Juridische Dienst, zijn aangewezen als:

    • a. ambtenaren als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Mededingingswet, artikel 5 van de Tijdelijke wet mediaconcentraties, gelezen in samenhang met artikel 50, eerste lid, van de Mededingingswet, belast met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens die wetten;

    • b. personen als bedoeld in artikel 1:25a, tweede lid, gelezen in samenhang met artikel 1:72, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht, belast met toezicht op de naleving van artikel 5:88 die wet;

    • c. ambtenaren als bedoeld in artikel 15.1, tweede lid, van de Telecommunicatiewet, belast met het toezicht op de naleving van artikel 6a.20, derde lid, van die wet;

    • d. ambtenaren als bedoeld in artikel 59, eerste lid, van de Gaswet, artikel 5, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens die wetten;

    • e. ambtenaren als bedoeld in artikel 70, tweede lid, van de Spoorwegwet, belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen genoemd in artikel 76, tweede lid, van die wet;

    • f. ambtenaren als bedoeld in de artikelen 45b, eerste lid, en 45i, eerste lid, van de Loodsenwet, belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen genoemd in de artikelen 45f, eerste lid, en 46, tweede lid, en 45h, eerste lid, van die wet;

    • g. ambtenaren als bedoeld in artikel 11.14a, eerste lid, van de Wet luchtvaart, belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 8.25d tot en met 8.25h van die wet;

    • h. ambtenaren als bedoeld in artikel 87, vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000, belast met het toezicht op de naleving van artikel 69, eerste, vijfde en zevende lid, van die wet;

    • i. toezichthoudende ambtenaren als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Beleidsregel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit met betrekking tot (anonieme) informanten, belast met het in ontvangst nemen van informatie van de (anonieme) informant.

  • 2. De ambtenaren werkzaam bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit zijn aangewezen als:

    • a. functionarissen als bedoeld in artikel 20, vijfde lid, van de Verordening 1/20033, belast met het verlenen van bijstand aan door de Commissie4 gemachtigde functionarissen en andere begeleidende personen;

    • b. functionarissen als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Verordening 1/2003, belast met het verrichten van een inspectie op verzoek van de Commissie of andere mededingingsautoriteiten.

Artikel 24

Aan de voorzitter van de Raad van Bestuur wordt machtiging verleend tot het ondertekenen van de legitimatiebewijzen van de toezichthoudende ambtenaren en functionarissen als bedoeld in artikel 22 van dit besluit.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

Het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NMa 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 26

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2009.

Artikel 27

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NMa 2009.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 september 2009

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

P. Kalbfleisch.

R.J.P. Jansen.

G.J.L. Zijl.

TOELICHTING

Op 1 oktober 2009 is de nieuwe directie Regulering Energie en Vervoer van start gegaan. Met de oprichting van deze nieuwe directie geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: Raad) uitvoering aan zijn besluit de Energiekamer en Vervoerkamer te integreren. De integratie biedt mogelijkheden tot het vormgeven van een consistente reguleringsfilosofie en bevordert de flexibiliteit van de inzet van de medewerkers. In het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging NMa 2009 zijn regels neergelegd omtrent het uitoefenen van bevoegdheden die zowel betrekking hebben op aan de Raad geattribueerde bevoegdheden, als de door de Minister van Economische Zaken gemandateerde bevoegdheden. Met de komst van de directie Regulering Energie en Vervoer is van de gelegenheid gebruik gemaakt de bevoegdheden van de directeuren en clustermanagers, alsmede hun plaatsvervangers, te uniformeren. Tevens is in dit besluit geanticipeerd op de nieuwe bevoegdheid die de Raad op grond van de wijziging van de Wet op het financieel toezicht verkrijgt. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt toezichthoudende ambtenaren aan te wijzen die gerechtigd zijn tot het in ontvangst nemen van informatie van (anonieme) informanten.


XNoot
1

Wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet inzake geldtransactiekantoren en intrekking van de Wet op het grensoverschrijdend betalingsverkeer ter implementatie van richtlijn nr. 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende betalingsdiensten in de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (PbEU L 319), zoals deze komt te luiden na tot wet te zijn verheven en na inwerkingtreding.

XNoot
2

Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998 en Gaswet (nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer).

XNoot
3

Verordening 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PbEU 2003, L 001.

XNoot
4

Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Naar boven