Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 4 april 2013, nr. PAV / 13012201, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor de ontsmetting van bepaalde bloembolgewassen met het middel SYN-Formaline 37% (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van in het voorjaar geplante bijgoedgewassen)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gezien het verzoek van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur van 14 november 2011;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

Besluit:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel SYN-Formaline 37% ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompelbehandeling ten behoeve van de vermeerderingsteelt van in het voorjaar te planten bijgoedgewassen.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van in het voorjaar geplante bijgoedgewassen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s- Gravenhage, 4 april 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

Middelnaam: SYN-Formaline 37% (bevat 37% Formaldehyde en 8% Methanol)

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Toegestaan is uitsluitend het gebruik ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompelbehandeling in de teelt van Eucomis, Galtonia, Ismene, Ornithogalum, Sprekelia en Zantedeschia en andere bijgoedgewassen. De toepassingsperiode waarin SYN-Formaline 37% mag worden gebruikt loopt van de inwerkingtreding van het vrijstellingsbesluit tot en met 30 juni 2013.

Toepassing Eucomis, Galtonia, Ismene, Ornithogalum, Sprekelia en Zantedeschia en andere bijgoedgewassen ter bestrijding van bacterieziekten:

Dosering: 0,5% (0,5 liter SYN-Formaline 37% oplossen in 100 liter water)

In geval van voorweken:

Maximale dosering: 0,5% (0,5 liter SYN-Formaline 37% oplossen in 100 liter water).

De lengte van het voorweken is afhankelijk van het bolgewas en de cultivar.

Raadpleeg voor de juiste dosering en duur van dompelen en voorweken de toepassingsrichtlijnen van de voorlichting.

SYN-Formaline 37% mag uitsluitend gebruikt worden indien de behandelde partij niet meer gesorteerd hoeft te worden.

Toepassing van SYN-Formaline 37% is uitsluitend toegestaan indien:

  • Werknemers zonder adequate ademhalingsbescherming niet worden blootgesteld aan een overschrijding van de wettelijke grenswaarde van formaldehyde (TGG-15 min 0,5 mg/m3 en 0,15 mg/m3 (8 uur) tijdens het aanmaken van de dompelvloeistof, het vullen van het dompelbad, het laden van de bollen in het dompelbad, het dompelen, het lossen van de bollen uit het dompelbad en het drogen. Indien dit niet kan worden gegarandeerd, dan dienen bij de toepassing (laden/lossen bollen in en uit het dompelbad, aanmaken dompelvloeistof) alle in de desbetreffende ruimte aanwezige medewerkers een veiligheidsbril te dragen én voorzien te zijn van adequate ademhalingsbescherming zoals een halfgelaatsmasker voorzien van een grijze filterbus met codeletter B of onafhankelijke ademhalingsbescherming.

  • Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen van nitryl of butylrubber, ook indien men werkt met behandelde bollen.

  • Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor formaldehyde, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde bollen.

  • Dompelbaden die binnen staan dienen voorzien te zijn van een adequate luchtafzuiging naar buiten toe.

  • De ruimte waarin het dompelbad staat dient ruim geventileerd te worden.

  • Uitsluitend toepassen in dompelbad indien:

    • de behandelruimte bij gebruik van het dompelbad door compartimentering volledig gescheiden is van andere ruimten waar tijdens het dompelen andere werkzaamheden plaatsvinden (zoals sorteren en inpakken), of

    • andere werkzaamheden (zoals sorteren en inpakken) niet plaats vinden in dezelfde ruimte waar de dompelinstallatie staat opgesteld op een tijdstip waarop de dompelinstallatie in gebruik is.

  • Bij het drogen van de behandelde bollen:

    • mag de ruimte niet betreden worden door mensen zonder adequate ademhalingsbescherming;

    • Moet de ruimte voldoende geventileerd worden en dient de drooglucht naar buiten afgevoerd worden;

    • Mag er in aanpalende ruimten alleen gewerkt worden indien de concentratie aan formaldehyde onder de wettelijke grenswaarden blijven.

  • Bij bewaring van behandelde bollen: de bewaarruimte ventileren om eventuele formaline uit nadampende bollen te verwijderen.

  • Indien een formaline bevattend dompelbad niet gebruikt wordt dient door middel van adequate afzuiging of ventilatie op de buitenlucht de concentratie aan formaldehyde in de ruimte, waarin het bad staat, onder het niveau van 0,15 mg/m3 gehouden te worden.

De toepasser wordt voorafgaand aan het gebruik van het middel in kennis gesteld van onderstaande:

Pictogrammen

GHS05

GHS06

GHS08

Signaalwoord

Gevaar

GEVARENAANDUIDINGEN

H301 Giftig bij inslikken

H311 Giftig bij contact met de huid.

H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden.

H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken.

H331 Giftig bij inademing.

H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker.

H371 Kan schade aan organen veroorzaken.

VOORZORGSMAATREGELEN (CVM)

P202 Pas gebruiken nadat u alle veiligheidsvoorschriften gelezen en begrepen heeft.

P260 Gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen.

P280D Beschermende handschoenen/beschermende kleding en oogbescherming dragen.

P284 Adembescherming dragen.

P303+P361+P353 BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken – huid met water afspoelen/afdouchen.

P403 + P233 Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren.

Bij aanraking met de ogen of de huid onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk het etiket of het veiligheidsfiche van SYN-Formaline 37% tonen.

Volg de gebruiksvoorschriften om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Voor de controle op de wettelijke grenswaarden voor de werkelijke blootstelling worden voor bemonstering gas adsorptiebuisjes bestemd voor formaldehydemetingen, (meetbereik 0,2 – 2,5 mg/m3) geadviseerd.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het middel SYN-Formaline 37% met de werkzame stof formaldehyde voor de ontsmetting van bloembollenplantgoed.

Gevaar voor de teelt

Vrijstelling voor het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel kan worden verleend als de plantaardige productie wordt bedreigd en dit gevaar op geen enkele andere redelijke wijze kan worden beheerst.

Woekerziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Rhodococcus fascians en geeft in veel gewassen zoals bijvoorbeeld gladiool woekeringen aan de schubben en bollen. De bacterie verspreidt zich via aangetaste grond en via aangetast plantgoed. Aangetaste bollen zijn niet bruikbaar als plantgoed. De ziekte veroorzaakt grote opbrengst- en kwaliteitschade. De bacterieziekte die algemeen voorkomt in de bijgoedgewassen Zanthedeschia en Ornithogalum is Erwinia carotovara subsp. carotovora. Geelziek veroorzaakt door Xanthomonas komt voor in Eucomis en Galtonia. In Ismene en Sprekelia komen geen schadelijke bacterieziekten voor. Zowel Erwinia in Zanthedeschia en Ornithogalum als geelziek in Eucomis en Galtonia zijn bacterieziekten die niet te bestrijden zijn met de huidige beschikbare maatregelen. Deze ziekten vormen door de ernst van de aantasting een bedreiging voor de teelt. Voor een deel van de genoemde gewassen (gladiool, Zanthedeschia,Ornithogalum, Eucomis en Galtonia) zijn bacterieziekten een gevaar omdat voldaan wordt aan het criterium: Een landbouwtechnisch doelmatige teelt is niet meer mogelijk doordat telers op de voorhand overwegen de teelt met het aangetaste uitgangsmateriaal niet te starten of de opbrengst door diskwalificatie niet meer in de beoogde kwaliteitsklasse kan worden afgezet.

Formaline in dompelbaden voor bloembollen voorkomt de verspreiding van bacteriën van zieke bollen naar gezonde bollen.

Alternatieven

Om schoon uitgangsmateriaal te verkrijgen, worden vrijwel alle bloembollen gedompeld. Met een warmwaterbehandeling (niet in elk gewas toepasbaar) wordt het grootste deel van de aanwezige aaltjes gedood maar bacteriën kunnen zich in het warmwaterbad juist verspreiden. Ook bij een koude ontsmetting kunnen bacteriën zich verspreiden naar andere bollen. Woekerziekte (Rhodococcus fascians) komt algemeen voor en is momenteel niet te bestrijden zonder de toevoeging van formaline aan het dompelbad. Ook voor de bestrijding van Xanthomonas sp., Pectobacterium sp en Dickeya sp. die in verschillende bijgoedgewassen voorkomen (bijvoorbeeld Eucomis, Galtonia, Ismene, Ornithogalum, Sprekelia en Zantedechia) zijn geen alternatieve mogelijkheden beschikbaar. Dit kan voor een kweker leiden tot aanzienlijke schade door bijvoorbeeld het wegrotten van bloembollen tijdens de bewaring en door uitval op het veld. Dit vormt een bedreiging voor het voortbestaan van deze teelten in Nederland.

Bijzondere omstandigheden

Formaline 37% (formaldehyde) was als gewasbeschermingsmiddel toegelaten op grond van artikel 9 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, een zogenaamde ambtshalve toelating in hyacint en dahlia. Doordat in de nieuwe Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, die op 17 oktober 2007 in werking trad, geen ruimte meer werd gelaten voor ambtshalve toelatingen verviel de toelating van Formaline. In november 2006 werd een essential use aanvraag afgewezen in het EU Standing Committee. Bij beschikking van de Europese Commissie van 21 juni 2007 (2007/442/EEG) werd bekendgemaakt dat de werkzame stof formaldehyde niet opgenomen zou worden in Bijlage I van richtlijn 91/414/EEG. Alle toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen op basis van formaldehyde zijn per 22 december 2007 ingetrokken. In het najaar 2006 was algemeen bekend dat de toelating van Formaline als gewasbeschermingsmiddel zou komen te vervallen op grond van humane toxiciteit.

Vanaf 2001 tot 2006 zijn door de sector verschillende onderzoeken gefinancierd naar alternatieven voor formaldehyde bij warmwaterbehandelingen. Vanaf 2007 zijn de inspanningen van de sector gericht op het behoud van Formaline. In 2011 is een projectplan opgesteld voor onderzoek in lelie, narcis en hyacint naar alternatieve technieken en toepassingen van middelen. Dit onderzoek is opgeschaald naar de praktijk, rapportage wordt in juni 2013 verwacht. Daarnaast vind er een haalbaarheidsstudie plaats naar nieuwe methoden om bollen te ontsmetten zonder water als medium. Op 12 juni 2012 (Staatscourant nr. 10734) is daarom al eerder tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van Formaldehyde ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompelbehandeling in de vermeerderingsteelt van de in het voorjaar geplante bloembolgewassen gladiool en bijgoed.

Er zijn geen lopende toelatingsaanvragen bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden ten behoeve van de bestrijding van wortellesieaaltjes of woekerziekte.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden adviseert de vrijstelling te verlenen mits beschermende maatregelen zoals genoemd in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift in acht worden genomen.

De overwegingen

Een vrijstelling is landbouwkundig gezien noodzakelijk, omdat zonder het gebruik van dit middel een landbouwtechnisch doelmatige teelt van in het voorjaar te planten bijgoedgewassen niet mogelijk is. De vrijstelling geldt alleen voor zogenoemd bijgoed dat in het voorjaar van 2013 wordt geplant. Een goede kwaliteit van het uitgangsmateriaal is bepalend voor een goede opbrengst en kwaliteit van deze plantaardige producten. Het uitvoeren van een adequate bestrijding van dit soort aantastingen door middel van het gebruik van formaline is daarom van groot belang voor de landbouwsector. Aan het gebruik van formaline zijn echter wel duidelijke risico’s verbonden. Daarom zijn strenge voorzorgsmaatregelen noodzakelijk. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft op basis van de in dit besluit gestelde voorschriften een risicobeoordeling voor de toepassers van formaline en eventuele andere aanwezigen in de nabije omgeving (omstanders) uitgevoerd en ziet dan geen onoverkomelijke risico’s meer. Nu de aan het gebruik van formaline verbonden nadelen beheersbaar zijn door de gestelde voorschriften, wegen de nadelen niet op tegen het belang van goed uitgangsmateriaal, dat wordt bedreigd door bacteriën. voor dat gevaar bestaat geen redelijk alternatief, waardoor deze vrijstelling nodig is.

Getoetst aan de criteria van artikel 38 van de wet en artikel 53 van de verordening heb ik tezamen met mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Milieu en mijn ambtgenoot van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besloten tot vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel SYN-Formaline 37% over te gaan voor de bestrijding van plantpathogene bacteriën ten behoeve van de teelt van in het voorjaar geplante bijgoedgewassen. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 juli 2013.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen Directeur-Generaal Agro

Naar boven