Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 8 juni 2012, nr. 275410, houdende een tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van plantpathogene bacteriën in bloembolgewassen met Formaline 37% (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van bloembolgewassen)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gezien het verzoek van Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur van 23 februari 2012;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

b. verordening:

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309).

Artikel 2

Een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de wet en artikel 53, eerste lid, van de verordening wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Formaline 37% ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompel- of warmwaterbehandeling ten behoeve van de vermeerderingsteelt van de in het voorjaar geplante bloembolgewassen gladiool en bijgoed.

Artikel 3

De vrijstelling bedoeld in artikel 2 is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 11 juli 2012.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van bloembolgewassen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA Directeur-Generaal Agro.

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Middelnaam: Formaline (bevat 37% formaldehyde en 8% methanol)

Toegestaan is uitsluitend het gebruik ter bestrijding van plantpathogene bacteriën door middel van een dompelbehandeling in de vermeerderingsteelt van de in het voorjaar geplante bloembolgewassen gladiool en bijgoed.

De toepassingsperiode waarin Formaline mag worden gebruikt loopt van de inwerkingtreding van het vrijstellingsbesluit tot en met 11 juli.

Toepassing in de in het voorjaar geplante bloembolgewassen gladiool en bijgoed ter bestrijding van bacterieziekten:

Dosering: 0,5 % (0,5 liter Formaline oplossen in 100 liter water)

In geval van voorweken:

Maximale dosering: 0,5%.

De lengte van het voorweken is afhankelijk van het bolgewas en de cultivar.

Raadpleeg voor de juiste dosering en duur van dompelen en voorweken de toepassingsrichtlijnen van de voorlichting.

  • Formaline mag uitsluitend gebruikt worden indien de behandelde partij niet meer gesorteerd hoeft te worden.

  • Toepassing van Formaline is uitsluitend toegestaan indien werknemers zonder adequate ademhalingsbescherming niet worden blootgesteld aan een overschrijding van de wettelijke grenswaarde van Formaldehyde (TGG-15 min 0,5 mg/m3 en 0,15 mg/m3 (8 uur) of die van Methanol (TGG 133 mg/m3 (8 uur) tijdens het aanmaken van de dompelvloeistof, het vullen van het dompelbad, het laden van de bollen in het dompelbad, het dompelen, het lossen van de bollen uit het dompelbad en het drogen.

  • Draag geschikte beschermende kleding en handschoenen van nitryl of butylrubber.

  • Draag geschikte handschoenen indien men werkt met behandelde bollen. Indien huidreacties optreden ten gevolge van overgevoeligheid voor Formaline, niet meer werken met dit product of met dit product behandelde planten of bollen.

  • In de ruimte bij het dompelbad dienen bij de toepassing (laden/lossen bollen in en uit het dompelbad, aanmaken dompelvloeistof) alle aanwezige medewerkers adequate ademhalingsbescherming te dragen: volgelaatsmasker voorzien van een grijze filterbus met codeletter B of onafhankelijke ademhalingsbescherming.

  • Het dompelbad dient voorzien te zijn van een adequate afzuiging naar buiten.

  • De ruimte waarin het dompelbad staat dient ruim geventileerd te worden tijdens het gebruik van Formaline.

  • Uitsluitend toepassen in dompelbad indien:

    • de behandelruimte bij gebruik van het dompelbad door compartimentering volledig gescheiden is van andere ruimten waar tijdens het dompelen andere werkzaamheden plaatsvinden (zoals sorteren en inpakken), of andere werkzaamheden (zoals sorteren en inpakken) in hetzelfde gebouw waar de dompelinstallatie staat opgesteld niet plaatsvinden op een tijdstip waarop de dompelinstallatie in gebruik is.

    • een Formaline bevattend dompelbad dient buiten de gebruiksperiode luchtdicht afgedekt te worden om verdamping van Formaline te voorkomen.

  • Bij het drogen van de behandelde bollen:

    • mag de ruimte niet betreden worden door mensen zonder adequate ademhalingsbescherming.

    • moet de ruimte voldoende geventileerd worden en moet de drooglucht naar buiten afgevoerd worden.

    • mag er in aanpalende ruimten alleen gewerkt worden indien de concentratie aan Formaldehyde en Methanol onder de wettelijke grenswaarden blijven.

  • Bij bewaring van behandelde bollen: de bewaarruimte ventileren om eventuele Formaline uit nadampende bollen te verwijderen.

  • De toepasser wordt voorafgaand aan het gebruik van het middel in kennis gesteld van onderstaande:

    • Gevaren en veiligheidswaarschuwingen.

    • Vergiftig bij inademing, opname door de mond en aanraking met de huid.

    • Schadelijk: bij inademing, aanraking met de huid en opname door de mond zijn onherstelbare effecten niet uitgesloten.

    • Veroorzaakt brandwonden.

    • Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten.

    • Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid.

    • Bij aanraking met de ogen of de huid onmiddellijk met overvloedig water afspoelen en deskundig medisch advies inwinnen.

  • Bij een ongeval of indien men zich onwel voelt, onmiddellijk een arts raadplegen (indien mogelijk dit etiket tonen).

  • Volg de gebruiksvoorschriften om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

TOELICHTING

Algemeen

Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (hierna: de wet) en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: verordening (EG) 1107/2009) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Bijzondere omstandigheid

Formaline 37% (formaldehyde) was als gewasbeschermingsmiddel toegelaten op grond van artikel 9 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, een zogenaamde ambtshalve toelating in hyacint en dahlia. Doordat in de nieuwe Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, die op 17 oktober 2007 in werking trad, geen ruimte meer werd gelaten voor ambtshalve toelatingen verviel de toelating van Formaline. In november 2006 werd een essential use aanvraag afgewezen in het EU Standing Committe. Bij beschikking van de Europese Commissie van 21 juni 2007 (2007/442/EEG) werd bekendgemaakt dat de werkzame stof formaldehyde niet opgenomen zou worden in Bijlage I van richtlijn 91/414/EEG. Alle toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen op basis van formaldehyde zijn per 22 december 2007 ingetrokken. In het najaar 2006 was algemeen bekend dat de toelating van Formaline als gewasbeschermingsmiddel zou komen te vervallen op grond van humane toxiciteit.

Vanaf 2007 zijn de inspanningen van de sector gericht op de toepassing van Formaline middels vrijstellingen. Verder zijn in 2009 de toepassingen van Formaline in de bloembollensector aangemeld voor het gedifferentieerde handhavingsbeleid voor biociden van het Ministerie van Infrastructuur en milieu. Echter deze aanvraag is ingetrokken omdat de toepassing van Formaline in dompelbaden van bloembollen niet als een biocide wordt gezien, maar als gewasbeschermingstoepassing.

Er zijn geen lopende toelatingsaanvragen bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor gewasbeschermingsmiddelen ten behoeve van de bestrijding van wortellesieaaltjes of woekerziekte.

Alternatieven

Om schoon uitgangsmateriaal te verkrijgen, worden vrijwel alle bloembollen gedompeld. Met een warmwaterbehandeling (niet in elk gewas toepasbaar) wordt het grootste deel van de aanwezige aaltjes gedood maar bacteriën kunnen zich in het warmwaterbad juist verspreiden. Ook bij een koude ontsmetting kunnen bacteriën zich verspreiden naar andere bollen.

Woekerziekte (Rhodococcus fascians) komt algemeen voor en is in gladiool niet te bestrijden zonder de toevoeging van Formaline aan het dompelbad. Ook voor de bestrijding van Xanthomonas sp., Pectobacterium sp en Dickeya sp. die in verschillende bijgoedgewassen voorkomen (bijvoorbeeld Eucomis, Galtonia, Ismene, Ornithogalum, Sprekelia en Zantedechia) zijn geen alternatieve mogelijkheden beschikbaar.

Vanaf 2001 tot 2006 zijn door de sector verschillende onderzoeken gefinancierd naar alternatieven voor formaldehyde bij warmwaterbehandelingen. Dit heeft de nieuwe warmwaterbehandeling met voor- en nawarmte tegen wortellesieaaltjes opgeleverd.

In 2011 is een projectplan opgesteld voor onderzoek in lelie, narcis en hyacint naar alternatieve technieken en toepassingen van middelen. De onderzoeksresultaten worden 2013 verwacht, waarna bij positieve resultaten nog minimaal 2–3 jaar nodig is voor implementatie van technieken in de praktijk of voor (wijziging van de) toelating van middelen.

Daarnaast werkt men aan Nemadecide, een adviessysteem dat de te verwachten populatieontwikkeling van wortellesieaaltjes voorspelt in relatie tot gewas- en rassenkeuze en ingezette grondontsmetting.

In 2008 is het Deltaplan Erwinia gestart, hierin worden maatregelen gezocht om de schade door Erwinia in bloembolgewassen te voorkomen/verminderen.

Gevaar voor de teelt

Woekerziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Rhodococcus fascians en geeft in veel gewassen zoals bijvoorbeeld gladiool woekeringen aan de schubben en bollen. De bacterie verspreidt zich via aangetaste grond en via aangetast plantgoed. Aangetaste bollen zijn niet bruikbaar als plantgoed. De ziekte veroorzaakt grote opbrengst- en kwaliteitschade.

De bacterieziekte die algemeen voorkomt in de bijgoedgewassen Zanthedeschia en Ornithogalum is Erwinia carotovara subsp. carotovora. Geelziek veroorzaakt door Xanthomonas komt voor in Eucomis en Galtonia. In Ismene en Sprekelia komen geen schadelijke bacterieziekten voor.

Zowel Erwinia in Zanthedeschia en Ornithogalum als geelziek in Eucomis en Galtonia zijn bacterieziekten die niet te bestrijden zijn met de huidige beschikbare maatregelen. Deze ziekten vormen door de ernst van de aantasting een bedreiging voor de teelt.

Voor een deel van de genoemde gewassen (gladiool, Zanthedeschia, Ornithogalum, Eucomis en Galtonia) zijn bacterieziekten een gevaar omdat voldaan wordt aan het criterium: Een landbouwtechnisch doelmatige teelt is niet meer mogelijk doordat telers op de voorhand overwegen de teelt met het aangetaste uitgangsmateriaal niet te starten of de opbrengst door diskwalificatie niet meer in de beoogde kwaliteitsklasse kan worden afgezet.

Conclusie

De verspreiding van bacterien in de warmwaterbaden of dompelbaden is voor Gladiool, Eucomis, Galtonia, Ornithogalum, Zantedeschia en andere bijgoedgewassen vanwege het algemeen voorkomen van verschillende bacterieziekten en de ernst van de aantasting een teeltbedreigend probleem waarvoor momenteel door de intrekking van de toelating en het niet meer mogen toepassen van Formaline als gewasbeschermingsmiddel onvoldoende effectieve bestrijdingsmaatregelen en -middelen beschikbaar zijn. Alternatieve bestrijdingsmethoden zijn nog niet beschikbaar maar worden door de sector wel onderzocht. Er is voldoende inzet van de sector om alternatieven voor het gebruik van Formaline te ontwikkelen.

De Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur heeft in haar verzoek van 23 februari 2012 ook vrijstelling gevraagd voor de toepassing van Formaline ter bestrijding van aaltjes in krokus. Uit onderzoek is gebleken dat stengelaaltjes (Ditylenchus dipsaci) in krokus afdoende bestreden kunnen worden door middel van een warmwaterbehandeling zonder de toevoeging van Formaline. Ook het krokusknolaaltje wordt afdoende bestreden door middel van een warmwaterbehandeling zonder de toevoeging van Formaline. Voor de toepassing van Formaline in krokus wordt dan ook géén vrijstelling verleend.

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft op basis van de in dit besluit gestelde voorschriften een risicobeoordeling voor de toepassers van formaline en eventuele andere aanwezigen in de nabije omgeving (omstanders) uitgevoerd en ziet geen onoverkomelijke risico’s indien de voorschriften in de bijlage worden nageleefd.

Getoetst aan de criteria van artikel 38 van de wet en artikel 53 van de verordening heb ik tezamen met mijn ambtgenoot van Infrastructuur en Milieu besloten tot vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Formaline over te gaan voor de bestrijding van bacteriën in dompelbaden ten behoeve van de teelt van gladiool en bijzondere bolgewassen. Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 11 juli 2012.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA, directeur-Generaal Agro.

Naar boven