Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 maart 2013, MC-U-3156528, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake technische vormgeving verrekening overgangsregeling kapitaallasten tweedelijns curatieve ggz

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 29 november 2012 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2012/13, 25 424, nr. 192) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien het verslag van 12 februari 2013 van een schriftelijk overleg met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (CZ- CZ-3149600);

Besluit:

Enig Artikel

De Nederlandse Zorgautoriteit voorziet er met ingang van 2013 in dat de bedragen die zij vaststelt op basis van de overgangsregeling als bedoeld in artikel 7 van de Aanwijzing inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ van 12 juli 2011 (Stcrt. 2011, 13319), zoals gewijzigd in de Aanwijzing houdende wijziging van de aanwijzing inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ van 8 augustus 2011 (Stcrt. 2011, 16189), voor huisvestingskosten ten behoeve van het verlenen van zorg als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b, van die aanwijzing, worden verrekend via een beschikbaarheidbijdrage dan wel een afdracht aan het Zorgverzekeringsfonds.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.

TOELICHTING

Met ingang van 2013 worden de kapitaallasten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) bekostigd op basis van zogenaamde normatieve huisvestingscomponenten (nhc’s). Een nhc is een normatieve vergoeding voor (vervangende) nieuwbouw en instandhouding per dbc-verblijfsdag. De introductie van de nhc als basis voor de bekostiging van kapitaallasten heeft tot gevolg dat de huidige gebudgetteerde ggz-instellingen ook risico gaan lopen over hun ggz-vastgoed. Om dit proces verantwoord te laten verlopen heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (verder: zorgautoriteit), op basis van een tweetal aanwijzingen1, een overgangsregeling vastgesteld.2

Met deze aanwijzing geef ik de zorgautoriteit de opdracht om de verrekening van deze overgangsregeling via het Zorgverzekeringsfonds te laten verlopen. Dit betekent dat, voor zover de nhc-omzet van een instelling afwijkt van waar die instelling op grond van de overgangsregeling recht op heeft, het verschil wordt verrekend met het Zorgverzekeringsfonds. Als de nhc-omzet hoger is dan waar de instelling op basis van de overgangsregeling recht op heeft, moet de instelling het meerdere afdragen aan het Zorgverzekeringsfonds. Als de nhc-omzet kleiner is dan waar de instelling op basis van de overgangsregeling recht op heeft, ontvangt de instelling het verschil uit het Zorgverzekeringsfonds door middel van een beschikbaarheidbijdrage. Deze beschikbaarheidbijdrage is gebaseerd op onderdeel B, nummer 13, van de bijlage behorende bij de artikelen 2 en 4 van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG (Stb. 2012, 396) waarin is bepaald dat de zorgautoriteit een beschikbaarheidbijdrage kan toekennen voor zorg verleend tijdens de overgangsregeling kapitaallasten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Aanwijzing inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ van 12 juli 2011(Stcrt. 2011, 13319), zoals gewijzigd in de Aanwijzing houdende wijziging van de aanwijzing inzake normatieve huisvestingscomponenten in tarieven intramurale AWBZ van 8 augustus 2011 (Stcrt. 2011, 16189).

X Noot
2

Beleidsregel BR/CU-5064 van de Nederlandse Zorgautoriteit.

Naar boven