Besluit mandaat, volmacht en machtiging Centraal Bureau voor de Statistiek

De directeur-generaal van de Statistiek,

Gelet op Afdeling 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 13 lid 2 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek.

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. CBS:

het Centraal Bureau voor de Statistiek;

b. de directeur-generaal:

de directeur-generaal van de Statistiek;

c. de plaatsvervangend directeur-generaal:

de plaatsvervangend directeur-generaal van de Statistiek, een rol die is belegd bij één van de hoofddirecteuren bij een langdurige niet beschikbaarheid van de directeur-generaal van de Statistiek;

d. de hoofddirecteur:

de hoofddirecteur van een hoofddirectie;

e. de plaatsvervangend hoofddirecteur:

de plaatsvervangend hoofddirecteur vervangt zijn/haar hoofddirecteur alleen bij een (langdurige) niet beschikbaarheid, verder kunnen ze belast worden met eventueel speciale taken;

f. de directeur:

de directeur van een directie ressorterend onder een hoofddirectie, belast met een bepaald werkterrein en (programma- /project)directeuren onder direct gezag van de DG dan wel ressorterend onder een hoofddirectie, belast met een bepaald programma bestaande uit een geheel van projecten van zwaarwegend bestuurlijk of bedrijfsmatig dienstbelang alsmede beheer van budget en personeel t.b.v. de dienstuitoefening van de directie dan wel de vervulling van het programma;

g. het hoofd Centrale Beleidsstaf:

de sectormanager van de Centrale Beleids- en managementondersteuning van de directeur-generaal;

h. sectormanager:

hoofd van een sector binnen een hoofddirectie van het CBS;

i. teammanager:

manager van een team binnen een sector van een hoofddirectie van het CBS;

j. ARAR:

het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

k. bedrag:

bedrag exclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW);

l. wet:

de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;

m. BBRA:

het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijks Ambtenaren 1984, kaders voor de algemene en in bijzondere gevallen te gunnen bezoldigingsmaatregelen

Toelichting:

Bij een (langdurige) niet beschikbaarheid: Onverlet moderne media voor bereikbaarheid, ziet deze bepaling op situaties waarin bij ontstentenis van DG/hoofddirecteuren toch aan DG/hoofddirecteuren voorbehouden besluiten onverwijld genomen moeten worden vanwege zwaarwegend dienstbelang of urgente beslissingen vanwege politiek-bestuurlijke ontwikkelingen.

Artikel 2. Algemene instructies en informatie over uitoefening van mandaat

  • 1. De uitoefening van het mandaat, de volmacht en de machtiging geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken, met inachtneming van het ter zake geldende recht, de vastgestelde of de vast te stellen beleids- en uitvoeringsregels alsmede de in dit besluit aan te geven voorwaarden en beperkingen.

  • 2. Mandaat, volmacht en machtiging in de zin van dit besluit heeft geen betrekking op: a. Bevoegdheden, privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling met betrekking waartoe een wettelijk voorschrift zich tegen verlening van mandaat, volmacht of machtiging verzet; b. bevoegdheden, privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling waarvan de aard zich tegen verlening van mandaat, volmacht of machtiging verzet.

  • 3. De plaatsvervangers van functionarissen oefenen aan hen verleende mandaat, volmacht, respectievelijk machtiging uitsluitend uit bij een (langdurige) niet beschikbaarheid van de betreffende functionarissen wier plaatsvervanger zij zijn. De mandaathouder meldt bij voorzienbare ontstentenis vooraf het moment van ingaan van de plaatsvervanging en meldt zich na afwezigheid of verhindering weer voor de overdracht van het mandaat.

  • 4. Bij de rol plaatsvervangende hoofddirecteuren kunnen eventueel speciale taken en daartoe te vervullen bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden overgedragen door de hoofddirecteur met schriftelijke goedkeuring van de directeur-generaal.

  • 5. Voor verlening van ondermandaat en ondervolmacht is schriftelijke toestemming van de directeur-generaal vereist.

  • 6. De ondertekening van besluiten die in mandaat zijn genomen vindt als volgt plaats:

    De directeur-generaal van de Statistiek,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam ondertekenaar)

    (functie)

  • 7. De gemandateerde stelt de directeur-generaal in kennis van in mandaat genomen besluiten waarvan hij moet aannemen dat kennisneming door de directeur-generaal van belang is vanwege gezichtsbepalende of bestuurlijk richtinggevende dan wel strategisch zwaarwegende besluiten.

  • 8. De directeur-generaal kan zich door de gemandateerde laten informeren over in mandaat en ondermandaat genomen besluiten.

    Toelichting:

    Met art. 2.2 ziet dit besluit op de mandatering van die besluiten die vanwege de inbedding in de gangbare bestuurspraktijk of naar de aard van de kwestie, worden begrepen onder dagelijkse leiding van het Bureau. Tevens ziet het besluit op het aan DG voorbehouden van besluiten met een uitzonderlijk dienstbelang en een voor het gehele CBS gezichtsbepalende karakter

Artikel 3. Aan de directeur-generaal voorbehouden besluiten en rechtshandelingen

Aan de directeur-generaal blijft voorbehouden het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen met betrekking tot:

  • a. onderwerpen op het gebied van beleid(ontwikkeling), strategie, statistisch programma, programmavernieuwing, het onderhouden van nationale onderwerpen met een niet-routinematig karakter;

  • b. het vaststellen van het werkterrein van de hoofddirecteuren, hun plaatsvervangers, directeuren en het hoofd Centrale Beleidsstaf of programma’s van CBS-breed belang waarbij de leiding over het programma direct ressorteert onder de directeur-generaal of een hoofddirecteur;

  • c. het vaststellen van het budget voor de bedrijfsvoering op de werkterreinen, bedoeld onder b;

  • d. onderwerpen die twee of meer hoofddirecties van het CBS raken;

  • e. personeelsaangelegenheden betreffende hoofddirecteuren, directeuren en sectormanagers en hun respectieve plaatsvervangers en het hoofd Centrale beleidsstaf alsmede binnen een reorganisatie-procedure, plaatsingsbesluiten met betrekking tot ‘sleutelfuncties’;

  • f. algemeen personeelsbeleid en personeelsinstrumenten;

  • g. Formeel overleg met Georganiseerd Overleg Vakcentrales (het GO) alsmede de Ondernemingsraad (de OR);

  • h. Reorganisatie-besluit c.q. vaststellen van een nieuwe strategische ondernemingsvisie, een nieuw organisatie- en formatieplan c.q. voornemen tot het aanpassen van de topstructuur / inrichting van een meervoud van hoofddirecties van het CBS alsmede bepaling van de zwaarte van functies c.q. (on-)gewijzigde vaststelling van functieschalen volgens artikel 5 BBRA lid 3;

  • i. personeelsaangelegenheden met een gezichtsbepalend karakter betreffende alle personeelsleden:

    • 1 detachering bij een internationale organisatie, de Rijksdienst Caribisch Nederland c.q. organisaties onder gezag van andere Koninkrijksdelen of een universiteit dan wel wijziging standplaats buiten de geografische landsgrenzen;

    • 2 ontslag op grond van de artikelen 81 (lid 1 sub l ofwel strafontslag), 98 (speciale ontslaggronden waaronder 98.1.h ‘leeftijdsontslag’ 65 jaar),98a (ongeschikt gebleken na plaatsing) en 99 (‘andere gronden’ zoals onverenigbaarheid van karakters) van het ARAR;

    • 3 ontslag op grond van artikel 96, A, B en C van het ARAR bij ontslag van verplaatsing van dienst, van terugkeer van langdurig non-activiteitsverlof als bedoeld in artikel 16 van het ARAR respectievelijk van langdurig buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 34 van het ARAR en ontslag bij benoeming tot minister of staatsecretaris.

  • j. het instellen van externe adviescommissies en ambtelijke commissies en benoeming van commissieleden.

Toelichting:

Ad e: Instrument ‘sleutelfuncties’ is nader geregeld in de Leidraad Reorganisatie CBS 2012.

Ad f: betreft zowel de verantwoordelijkheid voor het werkgeverschap in algemene zin van CAO, ARAR en BBRA als ook de in diverse wet- en regelgeving toegeschreven verantwoordelijkheid van de bestuurder, de ondernemer c.q. de werkgever (ARBO-wet, Verzuimbeleidskaders, UWV-procedures)

Ad g: Wet Ondernemings Raad behoudt formeel overleg voor aan DG: ‘Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden de bestuurder of de bestuurders van een onderneming geacht niet te behoren tot de in de onderneming werkzame personen.’

Artikel 4. Specifieke mandaatverlening.

Bij een langdurige niet beschikbaarheid van de directeur-generaal neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de plaatsvervangende directeur-generaal de taken en bevoegdheden waar zoals genoemd in artikel 3 onder de volgende voorwaarden:

  • a. De bevoegdheden genoemd in artikel 3 leden a, b, d en e worden bij langdurige niet beschikbaarheid van de directeur-generaal neergelegd bij de plaatsvervangend directeur-generaal. Deze neemt geen besluiten dan nadat hij overleg heeft gepleegd met hoofd Centrale Beleidsstaf en directeur Methoden en Statistisch beleid.

  • b. De bevoegdheden genoemd in artikel 3 leden c en f worden bij langdurige niet beschikbaarheid van de directeur-generaal neergelegd bij de plaatsvervangend directeur-generaal. Deze neemt geen besluiten dan nadat hij overleg heeft gepleegd met de hoofddirecteur Bedrijfsvoering en Communicatie en het hoofd Centrale Beleidsstaf.

  • c. De bevoegdheden genoemd in artikel 3 leden g tot en met j worden bij langdurige niet beschikbaarheid van de directeur-generaal neergelegd bij de hoofddirecteur Bedrijfsvoering en Communicatie. Deze neemt geen besluiten dan nadat hij overleg heeft gepleegd met de plaatsvervangend directeur-generaal en het hoofd Centrale Beleidsstaf.

§ 2. Verlening mandaat, volmacht en machtiging terzake van publiekrechtelijke bevoegdheden

Artikel 5. Personeelsaangelegenheden

  • 1. Aan de hoofddirecteuren, directeuren, het hoofd Centrale Beleidsstaf en hun respectieve plaatsvervangers wordt, ieder voor zich en voor zover het de hun regarderende organisatieonderdelen betreft, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor beslissingen ten aanzien van personeelsaangelegenheden op hun werkterrein, voor zover die niet op grond van artikel 3 zijn voorbehouden aan de directeur-generaal dan wel in specifiek mandaat of ondermandaat aan een andere functionaris zijn opgedragen en beperkt tot de som waarover besloten mag worden ingevolge Artikel 9. Volmacht en machtiging.

  • 2. Aan de sectormanagers en de teammanagers en hun respectieve plaatsvervangers wordt, ieder voor zich en voor zover het de onder hen ressorterende personeelsleden betreft, mandaat en machtiging verleend tot het nemen van beslissingen in het kader van secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen op het gebied van:

    • a. werktijden en overwerk;

    • b. vakantie en (buitengewoon) verlof;

    • c. beschikbaarheid zoals consignatie, inroostering in onregelmatigheid;

    • d. vergoedingen (reiskosten e.d.)beperkt tot de som waarover besloten mag worden ingevolge Artikel 9. Volmacht en machtiging.

    • e. beslissingen inzake verzuim vanwege ziekte en arbeidsongeschiktheid (‘zorgmanager’) beperkt tot die besluiten met een aannemelijk financieel belang (risico) overeenkomstig de som waarover besloten mag worden ingevolge Artikel 9. Volmacht en machtiging; de beslissingen buiten de volmacht van de teammanager en of sectormanager worden in vergadering van het Sociaal Medisch Team/ door de hoofddirecteur genomen.

  • 3. Het mandaat geldt niet voor het beslissen op bezwaren tegen beslissingen op grond van regelingen betreffende rechtspositie en arbeidsvoorwaarden.

    Toelichting:

    Met lid 2 e. wordt aangesloten bij de procuratie-verhoudingen binnen CBS én de CBS-Gedragslijn voor preventie, terugdringen en begeleiding van verzuim (Waaronder de uitvoering van de Wet Verbetering Poortwachter)

    Met lid 3 volgt dit ‘besluit’ de bepalingen uit de Algemene wet Bestuursrecht

Artikel 6. Verwerving, gebruik en verstrekking van gegevens

  • 1. Aan de hoofddirecteuren, directeuren, de sectormanagers en hun respectieve plaatsvervangers wordt met betrekking tot aangelegenheden behorende tot het werkterrein van de betrokken hoofddirectie respectievelijk sector mandaat, volmacht en machtiging verleend tot uitoefening van de bevoegdheden van de directeur-generaal als bedoeld in de artikelen 33 tot en met 42a van de wet.

  • 2. Aan de hoofddirecteuren, directeuren, en hun plaatsvervangers wordt met betrekking tot aangelegenheden behorende tot het werkterrein van de betrokken hoofddirectie mandaat verleend voor het nemen van besluiten op bezwaarschriften, gericht tegen besluiten op grond van de artikelen 33 tot en met 42a van de wet.

  • 3. Dit mandaat geldt niet indien het besluit waartegen het bezwaar is gericht door de betrokkene zelf in mandaat is genomen.

    Toelichting:

    Met lid 3 volgt dit ‘besluit’ de bepalingen uit de Algemene wet Bestuursrecht.

Artikel 7. Handhaving; bestuurlijke boete en last onder dwangsom

  • 1. Aan de sectormanager waaronder Handhaving ressorteert wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot uitoefening van de bevoegdheden van de directeur-generaal als bedoeld in de artikelen 43 tot en met 52 van de wet. Bij afwezigheid van het sectorhoofd tekent hoofddirecteur Bedrijfsvoering en Communicatie.

  • 2. Het mandaat geldt niet voor het beslissen op bezwaren die zijn gericht tegen besluiten op grond van de artikelen 43 tot en met 52 van de wet.

  • 3. Aan medewerkers belast met de waarneming wordt machtiging verleend tot het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet, met betrekking tot aangelegenheden behorende tot het werkterrein van de betrokken directie. Functionarissen die betrokken waren bij het vaststellen van een overtreding en het daaraan voorafgaande onderzoek, hebben geen bemoeienis met de voorbereiding van besluiten op grond van de artikelen 43 tot en met 52, naar aanleiding van door hen geconstateerde overtredingen.

Artikel 8. Uitoefening van overige publiekrechtelijke bevoegdheden

  • 1. Aan de hoofddirecteuren, directeuren, en hun plaatsvervangers wordt met betrekking tot aangelegenheden behorende tot het werkterrein van de betrokken hoofddirectie, directie mandaat, volmacht en machtiging verleend tot uitoefening van de bevoegdheden van de directeur-generaal die voortvloeien uit de Wet bescherming persoonsgegevens.

  • 2. Dit mandaat geldt niet indien het besluit waartegen het bezwaar is gericht door de betrokkene zelf in mandaat is genomen.

  • 3. Aan het hoofd Beleidsstaf wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot uitoefening van de bevoegdheden van de directeur-generaal die voortvloeien uit Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4. De afhandeling van klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht geschiedt door de hoofddirecteuren, directeuren, sectormanagers en teammanagers respectieve hun plaatsvervangers. Klachten over waarneming bij de statistische hoofddirecties worden behandeld door het Team Support.

§ 3. Verlening volmacht en machtiging terzake van privaatrechtelijke rechtshandelingen

Artikel 9. Volmacht en machtiging

  • 1. Aan de hoofddirecteuren, wordt voor aangelegenheden op hun werkterrein volmacht en machtiging verleend, inzake het sluiten van éénjarige overeenkomsten tot een bedrag van € 125.000 (exclusief BTW) per overeenkomst zonder verlengingsmogelijkheid of herhalend karakter.

  • 2. Aan de directeuren wordt voor aangelegenheden op hun werkterrein volmacht en machtiging verleend, inzake het sluiten van éénjarige overeenkomsten tot een bedrag van € 50.000 (exclusief BTW) per overeenkomst zonder verlengingsmogelijkheid of herhalend karakter.

  • 3. Aan de sectormanagers wordt, ieder voor zich, voor aangelegenheden op hun werkterrein, volmacht en machtiging verleend tot het sluiten van éénjarige overeenkomsten tot een bedrag van € 12.500,– (exclusief BTW) per overeenkomst zonder verlengingsmogelijkheid of herhalend karakter.

  • 4. Aan de sectormanager Inkoop wordt voor het aangaan van Inkoopopdrachten (externe procuratie) volmacht en machtiging verleend tot het binnen de kaders van de interne goedkeuringsprocedure aangaan van verplichtingen van het CBS met derden tot een bedrag van € 125.000 (exclusief BTW).

    Toelichting

    Om zwaarwegende redenen kan van de som waarover de sectormanager mag beslissen, worden afgeweken door het verlenen van ondermandaat aan de sectormanager voor aangelegenheden op hun werkterrein waarbij uit de aard van de zaak hogere bedragen gemoeid zijn Voor verlening van ondermandaat en ondervolmacht is schriftelijke toestemming van de directeur-generaal vereist.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 10. Slotbepaling

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het is bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 2. De te hanteren citeertitel voor dit besluit luidt: ‘Besluit mandaat, volmacht en machtiging Centraal Bureau Voor de Statistiek 2012’.

  • 3. Het besluit mandaat, volmacht en machtiging Centraal Bureau Voor de Statistiek van 24 oktober 2005 (Stcrt. 2005, nr. 206) wordt ingetrokken per datum van inwerkingtreding als bedoeld in lid 1.

Den Haag, 21 juni 2013

De Directeur-Generaal van de statistiek, G. van der Veen.

Naar boven