Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 13 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/297853, tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij

Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 1 bij de Regeling geurhinder en veehouderij wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

BIJLAGE, ALS BEDOELD IN ARTIKEL I

Bijlage 1, als bedoeld in artikel 2, zesde lid (geuremissiefactoren)

Rav-nr.

Diercategorie/soort huisvesting

Geuremissiefactor

Rundvee

A 1

Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

niet vastgesteld

A 2

Zoogkoeien ouder dan 2 jaar

niet vastgesteld

A 3

Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar

niet vastgesteld

A 4

Vleeskalveren tot circa 8 maanden

35,6

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

24,9

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

19,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

10,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

8,9

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

7,1

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

5,3

A 5

Vervallen

 

A 6

Vleesstieren en overig vleesvee van circa 8 tot 24 maanden (roodvleesproductie)

35,6

A 7

Fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar

niet vastgesteld

Schapen

B 1

Schapen ouder dan één jaar, inclusief lammeren tot 45 kilo1, 2

7,8

Geiten

C 1

Geiten ouder dan één jaar

18,8

C 2

Opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar

11,3

C 3

Opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen

5,7

Varkens3

D 1

Fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kilo

 

D 1.1

Biggenopfok (gespeende biggen)

 
 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤ 0,3 kg per dierplaats per jaar)4

5,4

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

3,8

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

3,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

1,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

1,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

1,1

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

0,8

 

overige huisvesting

7,8

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

5,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

4,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

2,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

2,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

1,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

1,2

D 1.2

Kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen)

 
 

emissiearme en overige huisvesting

27,9

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

19,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

15,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

8,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

7,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

4,2

D 1.3

Guste en dragende zeugen

 
 

emissiearme en overige huisvesting

18,7

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

13,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

10,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

4,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

3,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

2,8

D 2

Dekberen, 7 maanden en ouder

 
 

emissiearme en overige huisvesting

18,7

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

16,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

12,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

4,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

3,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

2,8

D 3

Vleesvarkens, opfokberen van 25 kilo tot 7 maanden, opfokzeugen van 25 kilo tot eerste dekking5

 
 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤ 1,5 kg per dierplaats per jaar)

17,9

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

12,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

9,8

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

5,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

4,5

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

3,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

2,7

 

overige huisvesting

23,0

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

16,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

12,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14.V3 (70% reductie)

6,9

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01.V4; BWL 2007.02.V2; BWL 2010.02.V2; BWL 2011.07.V1; BWL 2011.08.V1 (75% reductie)

5,8

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15.V4 (80% reductie)

4,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12.V1 (85% reductie)

3,5

Kippen

E 1

Opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken

 
 

Batterijhuisvesting

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,18

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,13

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,11

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,10

 

– biofilter (45% reductie)

0,10

 

Niet-batterijhuisvesting

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,18

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,13

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,11

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,10

 

– biofilter (45% reductie)

0,10

E 2

Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen

 
 

Batterijhuisvesting

 
 

mestopslag onder de batterij

0,69

 

emissiearme en overige huisvesting

0,35

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,25

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,21

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,19

 

– biofilter (45% reductie)

0,19

 

Niet-batterijhuisvesting

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,34

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,24

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,20

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,19

 

– biofilter (45% reductie)

0,19

E 3

(Groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok, jonger dan 19 weken

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,18

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,13

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,11

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,10

 

– biofilter (45% reductie)

0,10

E 4

(Groot-)ouderdieren van vleeskuikens

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,93

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,65

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,56

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,51

 

– biofilter (45% reductie)

0,51

E 5

Vleeskuikens

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,24

 

– uitbroeden en opfokken tot 13 dagen en vervolghuisvesting

0,22

 

– uitbroeden en opfokken tot 19 dagen en vervolghuisvesting

0,19

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,17

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,14

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,13

 

– biofilter (45% reductie)

0,13

Kalkoenen

F 1

Ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok tot 6 weken

0,29

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,20

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,17

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,16

 

– biofilter (45% reductie)

0,16

F 2, F 3

Ouderdieren van vleeskalkoenen vanaf 6 weken

1,55

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

1,09

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,93

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,85

 

– biofilter (45% reductie)

0,85

F 4

Vleeskalkoenen

1,55

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

1,09

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,93

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,85

 

– biofilter (45% reductie)

0,85

Eenden

G 1

Ouderdieren van vleeseenden

0,49

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,34

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,29

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,27

 

– biofilter (45% reductie)

0,27

G 2

Vleeseenden

0,49

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,34

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,29

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,27

 

– biofilter (45% reductie)

0,27

Parelhoenders

J 1

Parelhoenders voor de vleesproductie

0,24

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,17

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.05.V4 (40% reductie)

0,14

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,13

 

– biofilter (45% reductie)

0,13

Overig

M 1

Landbouwhuisdieren die in veehouderijen worden gehouden

niet vastgesteld

Eindnoten:

1 De geuremissie heeft betrekking op een stalperiode van maximaal drie maanden in de winter.

2 De geuremissiefactor geldt inclusief opfok, zodat die opfok niet meetelt voor de berekening van de geuremissie.

3 Een stalsysteem met spoelgoten wordt niet gewaardeerd als emissiearme huisvesting maar als overige huisvesting.

4 a.e. is de afkorting van ammoniakemissie.

5 Voor opfokzeugen na de eerste dekking wordt de geuremissiefactor voor fokzeugen gehanteerd.

TOELICHTING

Algemeen

1. De wijziging op hoofdlijnen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij (hierna: Rgv), de uitvoeringsregeling bij de Wet geurhinder en veehouderij. De wijziging hangt nauw samen met de gelijktijdige wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: Rav). Door middel van deze wijziging wordt de inhoud van bijlage 1 van de Rgv in overeenstemming gebracht met de gewijzigde bijlage van de Rav. Doordat bijlage 1 van de Rgv werkt met categorieën van huisvestingssystemen waarvan de geurreductie identiek is, terwijl in de bijlage van de Rav elk huisvestingssysteem met bijbehorende emissiefactor afzonderlijk vermeld wordt, is de wijziging van de Rgv ten opzichte van de Rav relatief beperkt.

De wijzigingen in bijlage 1 zijn voor het merendeel een gevolg van de algehele herziening van de systeembeschrijvingen van de (gecombineerde) luchtwassystemen naar aanleiding van de uitbreiding van het Activiteitenbesluit met agrarische activiteiten per 1 januari 2013 (Stb. 2012, 441). In verband daarmee hebben alle systeembeschrijvingen een nieuw versienummer gekregen, is een aantal systeembeschrijvingen samengevoegd tot een nieuwe systeembeschrijving en zijn sommige (gecombineerde) luchtwassystemen thans ook bij meer diercategorieën toepasbaar. Voor een nadere toelichting op deze herziening wordt verwezen naar paragraaf 4 van het algemeen deel van toelichting op de wijziging van de Rav.

2. Gevolgen

Effecten voor het bedrijfsleven

Deze wijzigingsregeling bevat geen registratie- of onderzoeksverplichtingen en brengt dan ook geen administratieve lasten met zich mee. Bijlage 1 bevat een lijst met (groepen van) huisvestingssystemen met bijbehorende emissiefactoren aan de hand waarvan de geuremissie en geurbelasting vanuit dierenverblijven kan worden berekend. Er zijn dan ook geen nalevingskosten aan de regeling verbonden. Verder kan het beschikbaar komen van nieuwe, innovatieve huisvestingssystemen en luchtwassers in sommige gevallen leiden tot meer ontwikkelingsruimte voor veehouderijbedrijven.

Lasten voor de overheid

De afstemming van de eisen in de systeembeschrijvingen op de voorschriften in het Activiteitenbesluit leidt tot betere en duidelijkere regelgeving, wat een positief effect zal hebben op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de regelgeving.

Effecten voor het milieu

De gevolgen voor het milieu zijn in beginsel positief. De invoering van nieuwe, innovatieve systemen die de emissie van geur reduceren, kan lokaal een oplossing bieden voor overbelaste situaties.

3. Inwerkingtreding

De gegevens uit de Rgv worden gebruikt bij de verlening van een omgevingsvergunning milieu aan veehouderijen of – in het geval geen omgevingsvergunning milieu is vereist – bij een melding in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Een actuele regeling, met recente gegevens, is voor de praktijk van groot belang. Dit geldt niet alleen voor fabrikanten en leveranciers van nieuwe huisvestingssystemen (commercieel belang) of voor de veehouders die deze systemen willen toepassen, maar ook voor het milieu. Het betreft namelijk technieken die de emissie van geur, maar vaak ook de emissie van ammoniak en fijn stof, verder reduceren dan de bestaande technieken. Door het opnemen van deze nieuwe, innovatieve technieken in de Rgv (en in de Rav) kunnen deze worden vergund (of gemeld) en daardoor ook daadwerkelijk in de praktijk worden toegepast. Omdat een snelle invoering van deze innovatieve technieken van groot belang is voor betrokken marktpartijen en het milieu, is afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten en van de invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling.

Ook is afgezien van het opnemen van bijzonder overgangsrecht. Dit vanwege het uitgangspunt dat bij een beslissing op een aanvraag om een milieuvergunning de meest recente milieutechnische inzichten moeten worden toegepast. Gezien de huidige jurisprudentie, betekent het afzien van overgangsrecht, dat de gewijzigde Rgv ook moet worden toegepast op vóór die datum ingediende aanvragen, waarop het bevoegd gezag op de datum van inwerkingtreding nog een beslissing moet nemen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Met dit artikel wordt bijlage 1 van de Rgv vervangen. Ten behoeve van de hanteerbaarheid van de bijlage in de praktijk wordt deze in zijn geheel vervangen.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van onderhavige wijzigingsregeling.

Toelichting bijlage

Hoofdcategorie A: Rundvee

Bij deze wijziging is de benaming van enkele diercategorieën in overeenstemming gebracht met de wijziging van de Rav in februari 2011 (Stcrt. 2011, 2435). Bij die wijziging is het onderscheid tussen het houden van vleeskalveren tot 8 maanden (diercategorie A 4) en vleesstierkalveren tot 6 maanden (diercategorie A 5) ongedaan gemaakt. In de praktijk bleek er namelijk geen wezenlijk verschil tussen de wijze waarop de verschillende categorieën vleeskalveren worden gehouden. Beide diercategorieën zijn daarom samengevoegd tot de nieuwe diercategorie ‘vleeskalveren tot circa 8 maanden’ (A 4), waardoor de diercategorie A 5 is komen te vervallen. In verband met deze samenvoeging is de omschrijving van de diercategorie A 6 gewijzigd in ‘Vleesstieren en overig vleesvee van circa 8 tot 24 maanden (roodvleesproductie)’.

Ook zijn naar aanleiding van de wijziging van de Rav in oktober 2012 (Stcrt. 2012, 21301) bij de diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden (A 4) alsnog acht mechanisch geventileerde stallen met gecombineerde luchtwassystemen toegevoegd. Het betreft de reeds bij de hoofdcategorie varkens opgenomen gecombineerde luchtwassystemen. Tegelijkertijd zijn in het kader van de algemene herziening van de systeembeschrijvingen de systeemnummers van deze luchtwassers aangepast.

Hoofdcategorie D: Varkens

In het kader van de algehele herziening van de systeembeschrijvingen van de (gecombineerde) luchtwassystemen zijn bij alle diercategorieën varkens (D 1.1 biggenopfok, D1.2 kraamzeugen e.a., D 1.3 guste en dragende zeugen, D 2 dekberen en D 3 vleesvarkens e.a.) de systeemnummers van alle vermelde luchtwassystemen aangepast. Daarnaast is het geurreductiepercentage van het gecombineerde luchtwassysteem BWL 2011.07.V1 naar aanleiding van het beschikbaar komen van de meetresultaten gewijzigd van 45% in 75% en zijn de bijbehorende geuremissiefactoren herberekend.

Hoofdcategorieën E: Kippen, F: Kalkoenen, G: Eenden en J: Parelhoenders

In het kader van de algehele herziening van de systeembeschrijvingen van de (gecombineerde) luchtwassystemen is bij alle diercategorieën, als gevolg van het samenvoegen van verschillende systemen, het systeemnummer van het chemische luchtwassysteem met 40% geurreductie BWL 2007.08.V3 vervangen door BWL 2007.05.V4.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven