Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 12 december 2013, nr. MinBuZa.2013.332806, tot wijziging van de Regeling op de consulaire tarieven met het oog op indexering van diverse bedragen

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 1, tweede en derde lid, van het Rijksbesluit op de consulaire tarieven;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling op de consulaire tarieven wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel s, onder 5°, komt als volgt te luiden:

  • 5°. aanvragen tot het verstrekken van een verklaring die recht geeft op terugkeer naar Nederland (terugkeervisum): € 142.

B

Artikel 1, onderdeel s, onder 6°, komt als volgt te luiden:

  • 6°. aanvragen voor Toegang en Verblijf niet betrekking hebbende op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba:

    • voor verblijf als familie- of gezinslid: € 228,

    • voor arbeid als zelfstandige: € 1.266,

    • als vermogende vreemdeling: € 2.026,

    • als kennismigrant: € 861,

    • als houder van de Europese blauwe kaart: € 861,

    • voor seizoenarbeid: € 760,

    • voor arbeid in loondienst: € 861,

    • voor grensoverschrijdende dienstverlening: € 861,

    • voor wetenschappelijk onderzoek (Richtlijn 2005/71/EG): € 304,

    • voor lerend werken: € 760,

    • voor studie: € 304,

    • voor het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst: € 608,

    • voor uitwisseling (al dan niet in het kader van een verdrag): € 608,

    • voor medische behandeling: € 962,

    • voor deelname aan het Working Holiday Programme/Scheme (Australië, Canada en Nieuw Zeeland) en Young Workers Exchange Programme (Canada): € 42,

    • voor wedertoelating, met uitzondering van wedertoelating door gebruikmaking van de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet: € 962,

    • voor voortgezet verblijf om humanitaire redenen in verband met achterlating: € 228,

    • voor alle overige verblijfsdoelen: € 962,

    • ten behoeve van personen op wie artikel 40, eerste lid, van het op 7 juni 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 125) betrekking heeft, met het oog op het verrichten van de daarbedoelde werkzaamheden: € 61,

    • ten behoeve van de personen, bedoeld in de voorlaatste alinea van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), met het oog op het verrichten van de in die alinea bedoelde werkzaamheden: € 61,

    • ten behoeve van Turkse onderdanen, die met het oog op het verrichten van arbeid in loondienst, het verrichten van arbeid als geestelijk voorganger of godsdienstleraar, met het oog op verblijf als stagiair of practicant, verblijf als kennismigrant als bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen , verblijf als onderzoeker in de zin van richtlijn 2005/71/EG, verblijf als onbezoldigde wetenschappelijk onderzoeker of verblijf als onbezoldigde gastdocent, en hun gezinsleden, verblijfsrecht hebben op grond van de Associatieovereenkomst EU-Turkije, alsmede Turkse onderdanen die als zelfstandige of dienstverrichter in Nederland verblijfsrecht hebben op grond van het Associatierecht EU-Turkije: € 61,

    • voor verblijf als familie- of gezinslid in de zin van de Associatieovereenkomst EG-Turkije van een Turkse onderdaan die in Nederland toegang heeft tot de arbeidsmarkt: € 61.

C

In artikel 3a, vierde lid, onder b, wordt “€ 40” vervangen door: € 41.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

TOELICHTING

Het onderhavige besluit strekt tot onder meer aanpassing van de leges, genoemd in artikel 1, onderdeel s, onder 6°, van de Regeling op de consulaire tarieven. Deze aanpassing is het gevolg van aangekondigde indexering van deze bedragen1. De leges worden geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de CAO-lonen zoals berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Brief aan de Eerste Kamer van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d.28 november 2012, kenmerk 2012-0000647818 (Kamerstukken I 2012/2013, 31 549, nr. K).

Naar boven