Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 31549 nr. K |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 31549 nr. K |
Vastgesteld 30 november 2012
Op 26 april 2012 bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat Nederland de Richtlijn langdurig ingezetenen (Richtlijn 2003/109/EG) heeft geschonden door «overdreven en onevenredig hoge leges te vragen die een belemmering kunnen vormen voor de uitoefening van de bij die richtlijn toegekende rechten» (zaak C-508/10). Tijdens het plenaire debat in de Eerste Kamer over wetsvoorstel 31 549 heeft de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel toegezegd deze uitspraak te zullen bestuderen en de Kamer te informeren over de gevolgen hiervan voor de legesheffing.1 Deze toezegging heeft geleid tot twee brieven van zijn hand, te weten een brief van 4 juli 2012 over de leges voor langdurig ingezeten derdelanders en voor de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier en een brief van 24 september 2012 over de leges in het kader van gezinshereniging
Naar aanleiding van laatstgenoemde brief heeft de vaste commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel op 23 oktober 2012 een brief gestuurd.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft op 28 november 2012 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel, Kim van Dooren
Den Haag, 23 oktober 2012
Op 26 april 2012 bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat Nederland de Richtlijn langdurig ingezetenen (Richtlijn 2003/109/EG) heeft geschonden door «overdreven en onevenredig hoge leges te vragen die een belemmering kunnen vormen voor de uitoefening van de bij die richtlijn toegekende rechten» (zaak C-508/10). Tijdens het plenaire debat in de Eerste Kamer over het wetsvoorstel invoering visumplicht voor vreemdelingen (Kamerstukken 31 549) hebt u toegezegd deze uitspraak te zullen bestuderen en de Kamer te informeren over de gevolgen hiervan voor de legesheffing.1 Deze toezegging heeft geleid tot twee brieven van uw hand, te weten een brief van 4 juli 2012 over de leges voor langdurig ingezeten derdelanders en voor de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd regulier en een brief van 24 september 2012 over de leges in het kader van gezinshereniging. Over dat laatste onderwerp heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inmiddels uitspraak gedaan.2
De commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad constateert dat de Afdeling heeft geoordeeld dat de uitspraak van het Hof van Justitie inzake de leges voor langdurig ingezetenen tevens tot gevolg heeft dat de legesheffing van € 830,- bij aanvragen tot gezinshereniging het nuttig effect aan de Richtlijn gezinshereniging (Richtlijn 2003/86/EG) ontneemt en in strijd is met het Unierechtelijk evenredigheidsbeginsel. Op welke wijze zal de regering deze uitspraak naleven, en is zij bereid de legesverlaging met terugwerkende kracht toe te passen vanaf 26 april 2012?
De leden van de fractie van de PVV sluiten zich niet aan bij de voorgaande vraag. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling vragen deze leden wat de hoogte zal zijn van de legesheffing nu deze uitspraak het geldende bedrag te hoog heeft bevonden. Tevens vragen zij de regering aan te geven wat de begrotingseffecten van deze uitspraak zijn voor de komende vier jaren. Daarnaast willen de leden van de fractie van de PVV graag van de regering weten in hoeverre zij een aanzuigend effect verwacht van de lagere legesheffing en in hoeverre zij denkt maatregelen te nemen om deze aanzuigende werking tegen te gaan.
De commissie ziet uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Prof.dr. P. L. Meurs
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2012
Op 23 oktober jl. heeft de Voorzitter van de commissie voor Immigratie & Asiel/JBZ-Raad een brief gezonden aan de toenmalige minister voor Immigratie, Integratie en Asiel over de gevolgen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) van 9 oktober jl. inzake de leges voor gezinshereniging.
Naar aanleiding van deze uitspraak heb ik het geheel van de leges opnieuw bezien en heb ik de volgende leges vastgesteld:
– leges voor aanvragen in het kader van de status van langdurig ingezeten derdelanders/verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd: € 150;
– leges voor aanvragen in het kader van gezinshereniging: € 225;
– leges voor wetenschappelijk onderzoek en studie: € 300;
– leges voor aanvragen in het kader van overige verblijfsdoelen: deze blijven ongewijzigd.
Bovengenoemde bedragen zijn van toepassing op de mvv-aanvraag, waarna de verblijfsvergunning kosteloos kan worden aangevraagd, en om de aanvraag om een verblijfsvergunning door vreemdelingen, die zijn vrijgesteld van het mvv-vereiste. Het betreft een forse verlaging. De huidige leges voor gezinshereniging bedragen: € 1 250 voor de mvv-aanvraag, € 300 voor de aanvraag verblijfsvergunning na mvv en € 1 250 voor de aanvraag voor een verblijfsvergunning door vreemdelingen, die zijn vrijgesteld van het mvv-vereiste. Voor studenten bedragen de leges respectievelijk € 300, € 300 en € 600 en voor wetenschappelijk onderzoekers € 600 (of € 350 bij de verkorte mvv-procedure),
€ 300 en € 600.
Tegenover deze legesverlagingen staat een verhoging van de leges voor langdurig ingezeten derdelanders/vergunning voor onbepaalde tijd van € 130 naar € 150.
Ook worden de legestarieven met ingang van 2014 geïndexeerd, met uitzondering van de op grond van het EU-recht gelimiteerde tarieven die zijn gelijkgesteld aan het tarief voor de nationale identiteitskaart. De leges worden geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de cao-lonen zoals berekend door het CBS, conform de handelwijze bij naturalisatieleges.
In onderstaande tabel zijn de oude en nieuwe bedragen aangegeven (in €):
mvv |
vvr na mvv |
vvr zonder mvv |
verlenging |
|
---|---|---|---|---|
Langdurig ingezeten derdelanders |
- |
- |
130 |
130 |
Gezinshereniging (volwassenen) |
1 250 |
300 |
1 250 |
375 |
Gezinstarief voor meereizende gezinleden |
250 |
300 |
250 |
150* |
studie |
300 |
300 |
600 |
150 |
Wetenschappelijk onderzoek |
350 |
0 |
600 |
375 |
mvv |
vvr na mvv |
vvr zonder mvv |
verlenging |
|
---|---|---|---|---|
Langdurig ingezeten derdelanders |
- |
- |
150 |
150 |
Gezinshereniging (volwassenen) |
225 |
0 |
225 |
|
Gezinstarief voor meereizende gezinleden |
225 |
0 |
225 |
150* |
studie |
300 |
0 |
300 |
150 |
Wetenschappelijk onderzoek |
300 |
0 |
300 |
300 |
* bij verlenging geldt dit tarief voor minderjarige kinderen volwassenen betalen het hoge bedrag
Ik verwacht dat de wijzigingen van de leges medio januari 2013 van kracht worden. De teveel betaalde leges voor gezinshereniging zullen worden gerestitueerd vanaf de datum van de uitspraak van de AbRS. Vaste beleidslijn bij de overheid die ook door de AbRS is gesteund, is dat vanaf het moment dat door de rechter is vastgesteld dat leges te hoog zijn, de restitutietermijn gaat lopen. Alle aanvraag-, bezwaar- en beroepsprocedures waarop dan nog niet is beslist, vallen onder de restitutieregeling.
Deze legesderving zal binnen de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden opgevangen.
De leden van de fractie van de PVV hebben gevraagd om maatregelen om aanzuigende werking tegen te gaan. Ik zie hiertoe geen aanleiding, aangezien ik niet verwacht dat als gevolg van de verlaging een aanzuigende werking zal optreden.
Een afschrift van deze brief heb ik aan de Tweede Kamer gezonden.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31549-K.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.