Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 december 2013, 2013-0000171174 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de verduidelijking van de regels over de geldigheidsduur van de erkenning van beroepskwalificaties en uitbreiding van de bevoegdheden van machinisten van mobiele torenkranen en mobiele kranen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 33, eerste en tweede lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties en de artikelen 1.5f, tweede lid, 4.51a, vijfde lid,en 7.32, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

ARTIKEL I

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.9c, vijfde lid, wordt de zinsnede ‘een schriftelijke verklaring of op grond van de controle de beroepskwalificaties voldoende is’ vervangen door: een schriftelijke verklaring in de vorm van een certificaat van vakbekwaamheid indien op grond van de controle de beroepskwalificaties voldoende zijn.

B

In artikel 1.9d, tweede lid, wordt de zinsnede ‘een schriftelijke verklaring omtrent het resultaat van de compenserende maatregel aan de dienstverrichter’ vervangen door: een certificaat van vakbekwaamheid aan de dienstverrichter indien het resultaat van de compenserende maatregel voldoende is voor tijdelijke en incidentele dienstverrichting in Nederland.

C

Na artikel 1.9d wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.9da. Geldigheidsduur erkenning beroepskwalificaties

  • 1. Een certificaat van vakbekwaamheid dat op grond van artikel 1.5h van het besluit is afgegeven of dat op grond van artikel 1.9c of 1.9d is afgegeven voor tijdelijke en incidentele dienstverrichting, heeft een geldigheidsduur die gelijk is aan de geldigheidsduur van een persoonscertificaat dat op grond van artikel 20 van de wet vereist is voor de uitoefening van hetzelfde beroep.

  • 2. De geldigheid van de in het eerste lid bedoelde certificaten van vakbekwaamheid kan worden beëindigd of beperkt naar aanleiding van controles die zijn uitgevoerd in het kader van toezicht.

D

Artikel 7.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid vervalt telkens ‘: 2012, versie 01’.

2. Aan het tweede lid, onderdeel b, wordt toegevoegd: dan wel het Werkveldspecifiek certificatieschema Machinist Mobiele Torenkraan, documentcode WSCS-VT Machinist Mobiele Torenkraan, zoals opgenomen in bijlage XVIIa bij de regeling.

3. Aan het tweede lid, onderdeel d, wordt toegevoegd: dan wel het Werkveldspecifiek certificatieschema Machinist Mobiele Kraan, documentcode WSCS-VT Machinist Mobiele Kraan, zoals opgenomen in bijlage XVIIc bij de regeling.

4. Aan het tweede lid, onderdeel e, wordt toegevoegd: dan wel het Werkveldspecifiek certificatieschema Machinist Mobiele Kraan, documentcode WSCS-VT Machinist Mobiele Kraan, zoals opgenomen in bijlage XVIIc bij de regeling.

5. Aan het tweede lid, onderdeel f, wordt toegevoegd: dan wel het Werkveldspecifiek certificatieschema Machinist Mobiele Kraan, documentcode WSCS-VT Machinist Mobiele Kraan, zoals opgenomen in bijlage XVIIc bij de regeling.

E

Bijlage XIIIa, behorende bij artikel 4.27, wordt als volgt gewijzigd:

1. Bij het onderdeel ‘Inhoud’ vervallen na de omschrijving van de paragrafen en de bijlagen de daarachter opgenomen nummers.

2. Bij het onderdeel ‘Inhoud’ vervallen ‘BIJLAGE I-1 en BIJLAGE I-2’ en de daarachter opgenomen vermelding ‘VOORBEELD RISICOKLASSIFICATIE’.

3. Bijlage G ’Hoe te handelen bij incident (brand/storm)’ wordt als volgt gewijzigd:

a. Het schema in Bijlage G wordt vervangen door het onderstaande schema:

b. In de tekst die na het opschrift ’Opmerking’ is opgenomen wordt in de tweede zin ‘protocol 2018’ vervangen door ‘SIKB VKB-protocol 2018’ en komt de derde zin te luiden: Dat laatste is in overeenstemming met NEN 5707:2003/C1:2006.

4. Bijlage I-1 en I-2 vervallen.

F

Bijlage XVII, XVIIb, XVIId, XVIIe, XVIIf, XVIIg en XVIIh wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het opschrift vervalt ‘:2012, versie 01’.

2. In paragraaf 2 ’Definities’ vervalt in de kolom ‘Betekenis’ bij de omschrijving van het begrip ‘WDAT-VT-Personen’’: 2012, versie 01’.

3. In paragraaf 2 ’Definities’ vervalt in de kolom ‘Betekenis’ bij de omschrijving van het begrip ‘WDAT-VT-Producten’: 2012, versie 01’.

G

In bijlage XVIIa vervalt wordt na het opschrift ‘:2012, versie 01’.

H

In bijlage XVIIc vervalt wordt na het opschrift ‘:2012, versie 1’.

I

Bijlage XVIIa en XVIIc wordt als volgt gewijzigd:

1. In paragraaf 2 ’Definities’ vervalt in de kolom ‘Betekenis’ bij de omschrijving van het begrip ‘WDAT-VT-Personen’ ’: 2012, versie 1’.

2. In paragraaf 2 ’Definities’ vervalt in de kolom ‘Betekenis’ bij de omschrijving van het begrip ‘WDAT-VT-Producten’ ’: 2012, versie 1’.

J

In de bijlagen XVII, XVIIa, XVIIb, XVIIc, XVIId, XVIIe, XVIIf, XVIIg enXVIIh vervallen bij het onderdeel ‘INHOUD’ na de omschrijving van de paragrafen de daarachter opgenomen nummers.

K

In bijlage XVIIh vervalt in paragraaf 1 ‘Inleiding’ in de laatste zin ‘: 2012, versie 1’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 december 2013

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

In 2011 en 2012 is, in vier fasen, het nieuwe stelsel van certificatie-eisen met betrekking tot arbeidsomstandigheden ingevoerd door wijzigingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling.

Daarna zijn vervolgens weer wijzigingen doorgevoerd in de Arbeidsomstandighedenregeling die verband houden met de reparatie van enkele technische onvolkomenheden en de aanpassing van de vermelding van de Arbeidsinspectie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (Stcrt. 2013, nr. 19316) en een verwijzing naar een NEN-norm (Stcrt. 2013, nr. 28074)

De in de Arbeidsomstandighedenregeling opgenomen certificatievoorschriften worden periodiek bijgewerkt op basis van nieuwe deskundige inzichten op het vakgebied waarop de certificatie betrekking heeft. Zo worden met de onderhavige wijziging de volgende aanpassingen doorgevoerd:

  • Voortaan wordt het document waarmee kan worden aangetoond dat een buitenlandse dienstverrichter voldoende vakbekwaam is voor het uitoefenen van werkzaamheden waarvoor een persoonscertificaat vereist is, een certificaat van vakbekwaamheid genoemd in plaats van een schriftelijke verklaring.

  • De geldigheidsduur van documenten die aantonen dat aan persoonscertificatie eisen is voldaan wordt gelijk;

  • De certificatie eisen voor persoonscertificaten van machinisten worden gewijzigd, zodat een machinist die bevoegd is om een mobiele torenkraan te bedienen ook een gewone torenkraan mag bedienen en een machinist die een mobiele kraan mag bedienen ook een grondverzetmachine met hijsfunctie, een autolaadkraan en een verreiker met hijsfunctie mag bedienen;

  • De verwijzing naar de diverse bijlagen in de regeling met eisen voor machinisten wordt gecorrigeerd, zodat niet langer naar ‘2012, versie 01’ of ‘2012, versie 1’ wordt verwezen.

  • In Bijlage XIIIa inzake het Procescertificaat Asbestinventarisatie worden enkele technische wijzigingen doorgevoerd.

2. Documenten persoonscertificatie

Geconstateerd is dat het verschil in terminologie tussen artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit (certificaat van vakbekwaamheid) en artikel 1.9c, vijfde lid, en 1.9d, tweede lid,van de Arbeidsomstandighedenregeling (schriftelijke verklaring) niet noodzakelijk is en mogelijk verwarrend werkt. Weliswaar ziet het Arbeidsomstandighedenbesluit op de situatie dat een buitenlandse dienstverrichter permanent aan de slag wil in Nederland en ziet de Arbeidsomstandighedenregeling op een situatie van tijdelijke en incidentele dienstverrichting, in beide situaties wordt er een document afgegeven op basis waarvan de dienstverrichter aan het werk kan gaan. Dit document wordt daarom nu ook in geval van tijdelijke en incidentele dienstverrichting aangeduid als certificaat van vakbekwaamheid.

Daardoor wordt het onderscheid tussen de schriftelijke verklaring die de dienstverrichter ontvangt in verband met zijn beroepskwalificaties (voortaan aangeduid als: certificaat van vakbekwaamheid) en een schriftelijke verklaring die de dienstverrichter moet verstrekken ook duidelijker.

In de Arbeidsomstandighedenregeling en de daarbij behorende certificatieschema’s die betrekking hebben op persoonscertificaten is bepaald hoe lang een certificaat geldig is en op welke wijze toezicht wordt gehouden. De geldigheidsduur van een certificaat varieert per beroep.

Indien een buitenlandse dienstverrichter werkzaamheden wil uitoefenen in een beroep waarvoor een persoonscertificatieplicht geldt, zal deze daartoe voldoende vakbekwaam moeten zijn. In artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit en paragraaf 1.3 van de Arbeidsomstandighedenregeling is voorgeschreven op welke wijze een buitenlandse dienstverrichter zijn vakbekwaamheid kan aantonen. Daarbij was onvoldoende duidelijk aangegeven hoe lang zijn certificaat van vakbekwaamheid vervolgens geldig is. Deze wijziging voorziet daarin. Voortaan geldt dat deze certificaten van vakbekwaamheid eenzelfde geldigheidsduur hebben als een ‘regulier’ certificaat (dat wil zeggen van een van oorsprong Nederlandse dienstverrichter) en dat deze certificaten onder dezelfde condities als ‘reguliere’ certificaten worden uitgegeven. Met zo’n certificaat van vakbekwaamheid wordt dus een gelijke toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt bereikt als met een ‘regulier’ certificaat.

3. Kraanmachinisten mobiele torenkranen en mobiele kranen

Gebleken is dat een kraanmachinist die gekwalificeerd is om een mobiele torenkraan te besturen daarmee niet automatisch ook bevoegd is tot het bedienen van een gewone torenkraan. Tevens is geconstateerd dat iemand die een mobiele kraan mag bedienen, niet tevens bevoegd is tot het bedienen van een grondverzetmachine met hijsfunctie, een autolaadkraan of een verreiker met hijsfunctie. Dat is niet logisch, aangezien de eisen voor het persoonscertificaat machinist mobiele torenkraan zwaarder zijn dan de eisen voor het persoonscertificaat machinist torenkraan en de eisen voor het persoonscertificaat machinist mobiele kraan zwaarder zijn dan de eisen voor de bediening van de andere hiervoor genoemde grondverzetmachine, autolaadkraan of verreiker. Met de onderhavige wijziging wordt daarin voorzien. Tevens zijn nog kleine, uitsluitend technische, wijzigingen opgenomen.

4. Gevolgen voor de uitvoering

Het gelijktrekken van de geldigheidsduur en geldigheidscondities voor de verschillende soorten documenten, waaruit blijkt dat aan persoonscertificatie eisen wordt voldaan, draagt bij aan een overzichtelijkere uitvoering van de persoonscertificatieregelingen en het toezicht daarop. De overige wijzigingen hebben geen effect op de uitvoering.

De wijzigingen met betrekking de kwalificatie van machinisten mobiele torenkranen en machinisten mobiele kranen is opgenomen op verzoek van de Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (artikel 1.9c, vijfde lid)

In verband met het nieuwe artikel 1.9da (zie Artikel I, onderdeel C) is de tekst van artikel 1.9c, vijfde lid, opnieuw bezien. Geconstateerd is dat het verschil in terminologie tussen artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit (certificaat van vakbekwaamheid) en artikel 1.9c, vijfde lid, van de Arbeidsomstandighedenregeling (schriftelijke verklaring) niet altijd noodzakelijk is en mogelijk verwarrend werkt. Daarom is deze formulering aangepast. Overigens wordt opgemerkt dat bij beoordeling in geval van tijdelijke en incidentele dienstverrichting eerder dan bij permanente dienstverrichting tot het oordeel kan worden gekomen dat de kwalificaties voldoende zijn. Op grond van artikel 27 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties vindt controle plaats indien de te verrichten dienst een gereglementeerd beroep betreft dat verband houdt met de volksgezondheid of de openbare veiligheid. Dit betreft gereglementeerde beroepen die zijn opgenomen in de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen.

Tevens is in verband hiermee de formulering aangepast door ‘of’ te vervangen door ‘indien’.

Artikel I, onderdeel B (artikel 1.9d, tweede lid)

In verband met de aanpassing van de formulering in artikel 1.9c, vijfde lid, waarbij het begrip ‘certificaat van vakbekwaamheid’ is toegevoegd, is ook de formulering van artikel 1.9d, tweede lid, aangepast door de term te vervangen. Daarnaast is in de tekst expliciet tot uitdrukking gebracht dat zo’n certificaat alleen wordt verstrekt wanneer het resultaat van de zogenaamde compenserende maatregel voldoende is.

Artikel I, onderdeel C (artikel 1.9da)

Op grond van artikel 20, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet kunnen regels gesteld worden op grond waarvan werkgevers, werknemers, en andere personen of instellingen in het bezit moeten zijn van een of meer certificaten waaruit blijkt dat zij voldoen aan de voorschriften bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet. Op grond van artikel 20, derde lid, van de wet geldt dat een certificaat wordt gegeven voor een beperkte tijdsduur. De algemene regels die gelden met betrekking tot certificaten zijn opgenomen in de artikelen 1.5a tot en met 1.5i van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

Daarnaast zijn voor bepaalde beroepen nog aparte bepalingen opgenomen in het Arbeidsomstandighedenbesluit, zie bijvoorbeeld de artikelen 4.8, 4.54d, 6.16 en 7.32. Die bepalingen zijn nader uitgewerkt in de Arbeidsomstandighedenregeling en de daarbij behorende certificatieschema’s.

In de certificatieschema’s die betrekking hebben op persoonscertificaten is bepaald hoe lang een certificaat geldig is en op welke wijze toezicht wordt gehouden. Zie bijvoorbeeld de certificatieschema’s voor een arbeidshygiënist, een hogere veiligheidskundige, en een arbeids- en organisatiedeskundige (in bijlage IId tot en met IIf), en voor een vuurwerkdeskundige (bijlage XIIb).

In deze schema’s is in paragraaf 4.4 bepaald wat de geldigheidsduur is van het betreffende certificaat en in deze schema’s is tevens bepaald hoe de toetsing gedurende de looptijd plaats vindt.

Voor de situatie dat iemand uit een lidstaat van de Europese Unie, uit een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte of uit Zwitserland in Nederland permanent werkzaamheden wil gaan verrichten waarvoor een certificaat noodzakelijk is, geldt op grond van artikel 1.5h van het Arbeidsomstandighedenbesluit dat de betrokkene een certificaat van vakbekwaamheid kan aanvragen. Dit certificaat wordt verstrekt wanneer is aangetoond dat deze persoon over gelijkwaardige kwalificaties beschikt.

Met het onderhavige artikel 1.9da, eerste lid, wordt uitdrukkelijk bepaald dat dit certificaat dezelfde geldigheidsduur heeft als een certificaat als bedoeld in artikel 20 van de wet. Hierdoor verkrijgt de beroepsbeoefenaar uit de hiervoor genoemde andere staten een positie die niet beter of slechter is dan die van een van oorsprong Nederlandse beroepsbeoefenaar.

Naast de beroepsbeoefenaren die permanent in Nederland actief worden, zijn er beroepsbeoefenaren die tijdelijk en incidenteel in Nederland werken. Voor de uitoefening van bepaalde beroepen geldt op grond van 1.9b van de Arbeidsomstandighedenregeling dat de beroepsbeoefenaren zich vooraf moeten melden. De beroepen waarvoor die meldingsplicht geldt zijn opgenomen in de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen. Voor deze beroepen geldt dat onvoldoende vakbekwaamheid een verhoogd gevaar oplevert voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden en daarmee voor de volksgezondheid en de openbare veiligheid.

Het betreft op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de volgende acht beroepen:

  • deskundig asbestverwijderaar (artikel 4.54d, zevende lid, Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • duiker (artikel 6.16, zesde lid, Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • duikploegleider (artikel 6.16, derde lid, Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • gasdeskundige tankschepen (artikel 3.5h Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • (kraan)machinist (artikel 7.32 Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • springmeester (artikel 4.8, tweede lid, Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • toezichthouder asbestverwijdering (artikel 4.54d, vijfde lid, Arbeidsomstandighedenbesluit)

  • vuurwerkdeskundige (artikel 4.9 Arbeidsomstandighedenbesluit).

In artikel 1.9c van de Arbeidsomstandighedenregeling is geregeld hoe voorafgaande controle van beroepskwalificaties plaats vindt bij tijdelijke en incidentele dienstverrichting in Nederland voor deze beroepen waarbij het stellen van eisen verband houden met de volksgezondheid en de openbare veiligheid. Op grond van artikel 1.9c, vijfde lid, ontvangt de dienstverrichter een schriftelijke verklaring in de vorm van een certificaat van vakbekwaamheid indien op grond van de controle de beroepskwalificaties voldoende zijn voor tijdelijke en incidentele dienstverrichting.

Voor de hiervoor genoemde beroepen is in de certificatieschema’s op basis van de Arbeidsomstandighedenregeling bepaald hoelang een certificaat geldig is:

  • deskundig asbestverwijderaar (Bijlage XIIId: 3 jaar);

  • duiker en duiker bij brandweer (Bijlage XVIc en XVIf: 4 jaar);

  • duikploegleider en duikploegleider bij brandweer (Bijlage XVIb en XVIe: 4 jaar);

  • gasdeskundige tankschepen (Regeling SGT: 3 jaar);

  • (kraan)machinist (Bijlage XVIIa, XVIIb, XVIIc, XVIId, XVIIe, XVIIf en XVIIh: 5 jaar);

  • springmeester (Regeling SPR: 3 jaar respectievelijk 5 jaar);

  • toezichthouder asbestverwijdering (Bijlage XIIIc: 3 jaar);

  • vuurwerkdeskundige (Bijlage XIIb:3 jaar).

Met het onderhavige artikel 1.9da, eerste lid, wordt uitdrukkelijk bepaald dat een certificaat van vakbekwaamheid dat wordt afgegeven met betrekking tot één van de hiervoor genoemde beroepen een geldigheidsduur heeft die gelijk is aan die van een certificaat op grond van artikel 20 van de wet. Overigens zijn er naast de hiervoor genoemde beroepen ook nog andere beroepen waarbij voor de uitoefening ervan een persoonscertificaat nodig is (zoals een arbeids- en organisatiedeskundige of een duikerarts), maar voor die beroepen geldt niet de meldplicht van artikel 1.9b.

Dat betekent dat er géén voor alle gereglementeerde beroepen uniforme geldigheidsduur is, maar dat die geldigheidsduur afhankelijk is van de geldigheidsduur van het certificaat dat geldt voor het betreffende beroep.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat los daarvan op grond van artikel 1.9b, tweede lid, de dienstverrichter zelf één keer per jaar een schriftelijke verklaring moet verstrekken wanneer hij voornemens is om gedurende dat jaar in Nederland diensten te verrichten.

Voorbeeld: een beroepsbeoefenaar is van plan om in 2013 diensten te verrichten als deskundig asbestverwijderaar. Wanneer hij vervolgens ook in 2014 en 2015 tijdelijk en incidenteel diensten verricht, moet hij elk jaar éénmaal de schriftelijke verklaring bedoeld in artikel 1.9b, eerste lid, onderdeel a, verstrekken alsmede de in artikel 1.9b, tweede lid, onderdeel b tot en met g genoemde documenten wanneer zich een wijziging heeft voorgedaan in de daarin opgenomen gegevens.

Het certificaat dat hij ontvangt op grond van artikel 1.9c, vijfde lid, is 3 jaar geldig.

Nadat de gelijkwaardigheid getoetst is en een certificaat van vakbekwaamheid is afgegeven op grond van artikel 1.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt de betrokken beroepsbeoefenaar onderworpen aan dezelfde controles die gelden voor degenen die in Nederland hun certificaten hebben behaald.

De wijze waarop deze controles in het kader van het toezicht plaatsvinden, is uitgewerkt in de certificatieschema’s, evenals de gevolgen die verbonden zijn aan de conclusie dat niet wordt voldaan aan de condities die met betrekking tot de geldigheid van het certificaat zijn gesteld.

Indien bij een controle door de betreffende certificerings- en keuringsinstelling (CKI) blijkt dat niet wordt voldaan aan de gestelde eisen, kan dit consequenties hebben voor het certificaat.

Wanneer op grond van artikel 1.9c, vijfde lid, of artikel 1.9d, tweede lid, een certificaat van vakbekwaamheid wordt afgegeven, vindt controle mede plaats in verband met de bescherming van de volksgezondheid of de openbare veiligheid.

Artikel I, onderdeel D (artikel 7.7)

De tekst van artikel 7.7, tweede lid, onderdeel b, is aangepast zodat een machinist die bevoegd is om een mobiele torenkraan te bedienen ook een gewone torenkraan mag bedienen.

De teksten van artikel 7.7, tweede lid, onderdelen d, e en f, zijn aangepast zodat een machinist die bevoegd is om een mobiele kraan te bedienen ook een grondverzetmachine met hijsfunctie, een autolaadkraan of een verreiker met hijsfunctie mag bedienen.

Tevens is met deze wijzigingen de verwijzing naar de bijlagen aangepast.

In de tekst wordt in de verschillende onderdelen steeds de versie 2012, versie 1 genoemd. Dat is verwarrend, omdat deze bijlagen met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd zijn (zie Staatscourant 2012, nr. 15581, Artikel I, onderdeel N)

Artikel I, onderdeel E (Bijlage XIIIa)

Met subonderdeel 1 zijn de nummers die oorspronkelijk verwezen naar paginanummers geschrapt omdat deze nummers geen praktische betekenis meer hebben. Met de wijzigingen van Bijlage XIIIa wordt het schema bij Bijlage G vervangen omdat daarin ten onrechte nog het jaartal 2009 was vermeld in combinatie met de codes SC-530 en SC-540. SC-540 ziet op het certificatieschema in Bijlage XIIIa en SC-530 ziet op het certificatieschema in bijlage XIIIb. Tevens is in Bijlage G de tekst in het kader ‘Bodemonderzoek toplaag SIKB 2018’ aangepast door niet meer te verwijzen naar NEN 5707, maar naar het SIKB VKB Protocol 2018.

Bijlage I-1 en I-2 zijn vervallen omdat het logischer is om voorbeelden op te nemen op de website van de Stichting Ascert dan om deze op te nemen in regelgeving. Deze aanpassing is verwerkt in subonderdeel 2 en 4.

Artikel I, onderdeel F tot en met K (Bijlage XVII tot en met Bijlage XVIIh)

In samenhang met het laten vervallen van de vermelding van jaartal en versienummer in artikel 7.7 (zie Artikel I, onderdeel D) is ook in de betreffende bijlagen jaartal en versienummer verwijderd.

Tevens zijn net als met betrekking tot Bijlage XIIIa in de Bijlagen XVII tot en met Bijlage XVIIh bij de inhoudsopgave de nummers die oorspronkelijk waren opgenomen geschrapt, omdat deze nummers geen praktische betekenis meer hebben.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven