Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 6 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/283192, houdende vaststelling nadere regels met betrekking tot de opleiding en bevoegdheden van nautische beroepsbeoefenaren (Regeling opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op Richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255), de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht, 27, eerste lid, 33, eerste en tweede lid, en 36 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties, 29 van de Wet havenstaatcontrole, 1.1, 2.7, eerste lid, onderdeel a, en 3.1, vierde lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren, 1, eerste lid, van het Loodsplichtbesluit 1995 en 16 van het Reisbesluit binnenland;

BESLUIT:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvraag:

aanvraag als bedoeld in artikel 5 van de wet tot het verlenen van erkenning van beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods, noordzeeloods of VTS-operator;

aanvrager:

migrerende beroepsbeoefenaar als bedoeld in artikel 1 van de wet die op grond van deze regeling erkenning van zijn beroepskwalificaties aanvraagt voor het gereglementeerd beroep van registerloods, noordzeeloods of VTS-operator;

BOBNB:

Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren;

Koninklijke Dirkzwager:

Koninklijke Scheepsagentuur Dirkzwager BV, statutair gevestigd te Maassluis;

NNVO:

Stichting Nationale nautische verkeersdienst opleiding;

wet:

Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

HOOFDSTUK 2 REGISTERLOODSEN

Artikel 2 Aangewezen gebieden

Het gebied, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, van het BOBNB omvat:

  • a. In de regio Rotterdam Rijnmond het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg te westen van het punt, gelegen 3,5 zeemijl westelijk van het snijpunt van de loodlijn uit het hart van het zuider havenlicht van Hoek van Holland op de lichtenlijn 112 graden van Hoek van Holland;

  • b. in de regio Amsterdam-IJmond het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg ten westen van het punt, gelegen 3 zeemijl westelijk van het snijpunt van de loodlijn uit het hart van de lichtopstand op het Zuiderhoofd van IJmuiden op de lichtenlijn 100,5° van IJmuiden;

  • c. in de regio Scheldemonden:

    • 1°. het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg vanaf de rede van Vlissingen zeewaarts via de Wielingen en het Scheur tot aan het regionale loodsstation Wandelaar, en,

    • 2°. het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg vanaf de rede van Vlissingen zeewaarts via de Sardijngeul, de Galgeput en het Oostgat tot aan het regionale loodsstation Steenbank.

HOOFDSTUK 3 NOODZEELOODSEN

Artikel 3 Mandaat aan Koninklijke Dirkzwager

Alle taken en bevoegdheden op grond van artikel 3.1, eerste en derde lid, 3.5, en 3.7, tweede lid, van het BOBNB worden gemandateerd aan de directeur van Koninklijke Dirkzwager.

Artikel 4 Certificaat noordzeeloods

Het certificaat noordzeeloods bevat, naast de naam en geboortedatum van de noordzeeloods, in elk geval het type schepen waarvoor de betreffende noordzeeloods bevoegd is en de expiratiedatum van het certificaat.

HOOFDSTUK 4 BEVOEGDHEID TOT HET GEVEN VAN VERKEERSINFORMATIE EN VERKEERSAANWIJZINGEN

Artikel 5 Bevoegd gezag

Voor de toepassing van hoofdstuk 5 van het BOBNB worden, in afwijking van het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Scheepvaartverkeerswet, voor de hieronder aangeduide gebieden als bevoegd gezag aangewezen:

  • a. burgemeester en wethouders van Rotterdam: voor het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt van het licht noorderpier naar 52°07.04’N; 004°00.00’ O, vandaar naar 52°07.40’ N; 003°51.36’ O, vandaar naar 52°07.40’ N; 003°45.00’ O, vandaar naar 52°04.84’ N; 003°40.97’ O, vandaar naar 51°57.21’ N; 003°41.98’ O, en vandaar naar 51°58.27’ N; 004°00.62’ O; alsmede de Maasmond, het Beerkanaal, het Calandkanaal, het Yangtzekanaal, het Hartelkanaal, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas voor zover gelegen benedenstrooms kilometerraai 991,7, de Oude Maas voor zover gelegen benedenstrooms kilometerraai 998, en de aan deze scheepvaartwegen gelegen havens en verbindingen, voor zover die in beheer zijn bij het Rijk;

  • b. de directeur Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied: voor het gedeelte van de territoriale zee met een straal van 12 zeemijlen vanuit de koppen van de havenhoofden te IJmuiden, de IJ-Geul, de buitenhaven van IJmuiden, het Noorder- en Zuiderbuitenkanaal, het verbindingskanaal daartussen en de buitentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, alsmede het buitenspuikanaal, de Noordzeesluizen te IJmuiden, de binnentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, de 1e, 2e en 3e rijksbinnenhaven, het binnenspuikanaal en de Staalhaven, alsmede het binnenspuikanaal te IJmuiden, zijkanaal A naar Beverwijk en zijkanaal G naar Zaandam tot aan de Dr. J.M. den Uyl brug, het Noordzeekanaal en het IJ, voor zover gelegen ten westen van kilometerraai 21.250 en de aan de genoemde scheepvaartwegen gelegen havenbekkens, voor zover die in beheer zijn bij het Rijk; en

  • c. de Souschef Faciliteren van de Koninklijke Marine te Den Helder: voor de scheepvaartwegen Schulpengat, Molengat, Rede van Den Helder, de Rijkszeehaven Willemsoord en de Veerhaven van Den Helder, aan de westzijde begrensd door een lijn door de punten:

    • 1°. 52°52'.9 NB, 04°42'.9 OL (lichtopstand ‘Grote Kaap’),

    • 2°. 52°52'.9 NB, 04°38'.0 OL,

    • 3°. 52°54'.7 NB, 04°34'.8 OL,

    • 4°. 52°56'.8 NB, 04°33'.9 OL,

    • 5°. 53°00'.3 NB, 04°35'.4 OL,

    • 6°. 53°03'.6 NB, 04°39'.3 OL,

    • 7°. 53°03'.8 NB, 04°43'.4 OL (paal 15, Texel), en aan de oostzijde begrensd door een lijn door de punten:

    • 8°. 53°01'.4 NB, 04°48'.7 OL,

    • 9°. 53°00'.7 NB, 04°50'.8 OL,

    • 10°. 52°59'.7 NB, 04°52'.3 OL,

    • 11°. 52°59'.3 NB, 04°52'.6 OL,

    • 12°. 52°58'.2 NB, 04°50'.0 OL,

    • 13°. 52°57'.9 NB, 04°48'.1 OL;

HOOFDSTUK 5 ERKENNING EG-BEROEPSKWALIFICATIES REGISTERLOODS, NOORDZEELOODS EN VTS-OPERATOR

Artikel 6 Delegatie en mandaat van bevoegdheden

Alle taken en bevoegdheden tot het nemen van besluiten met betrekking tot het afgeven van een erkenning van EG-beroepskwalificaties als bedoeld in de wet en de daarop berustende bepalingen, worden voor de uitoefening van het beroep van:

  • a. registerloods in Nederland, gedelegeerd aan de algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie;

  • b. noordzeeloods in Nederland, gemandateerd aan de directeur van Koninklijke Dirkzwager; en

  • c. VTS-operator in Nederland, gemandateerd aan de directeur van de NNVO.

Artikel 7 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend bij de voor de betreffende erkenning van beroepskwalificaties in artikel 6 genoemde organisatie.

  • 2. Indien de aanvraag betrekking heeft op erkenning van beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods of noordzeeloods, overlegt de aanvrager de documenten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, juncto artikel 15 tot en met 17 van de wet.

  • 3. Indien de aanvraag betrekking heeft op de erkenning van beroepskwalificaties voor de functie van VTS-operator overlegt de aanvrager de documenten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdelen a, b, c, van de wet.

  • 4. Indien de aanvraag betrekking heeft op de erkenning van beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods of VTS-operator, geeft de aanvrager daarbij tevens aan voor welke regio de aanvraag wordt ingediend.

  • 5. Desgevraagd verschaft de aanvrager tevens de informatie, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de wet.

Artikel 8 Aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid

Indien bij de toepassing van artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de wet is gebleken dat de kennis en ervaring van de aanvrager wezenlijk verschilt van de inhoudsgebieden of onderdelen van inhoudsgebieden die deel uitmaken van de opleiding tot registerloods, noordzeeloods of VTS-operator, bedoeld in respectievelijk hoofdstuk 2, 3 of 5 van het BOBNB en dat het daardoor noodzakelijk is dat een aanpassingsstage wordt doorlopen of proeve van bekwaamheid wordt afgelegd, maakt de aanvrager zijn keuze tussen de aanpassingsstage of de proeve van bekwaamheid kenbaar, tenzij artikel 11, vijfde lid, van de wet van toepassing is.

Artikel 9 De aanpassingsstage

Indien de aanvrager voor een aanpassingsstage in aanmerking wenst te komen, stelt de betreffende in artikel 6 genoemde organisatie vast:

  • a. de inhoudsgebieden of onderdelen van inhoudsgebieden waarop de aanpassingsstage betrekking heeft,

  • b. de duur van de aanpassingsstage,

  • c. in voorkomend geval de aanvullende opleiding die deel uitmaakt van de aanpassingsstage,

  • d. de wijze waarop de aanpassingsstage wordt beoordeeld, en

  • e. de aan de aanpassingsstage verbonden kosten.

Artikel 10 De proeve van bekwaamheid

Indien de aanvrager voor een proeve van bekwaamheid in aanmerking wenst te komen, stelt de betreffende in artikel 6 genoemde organisatie vast:

  • a. met betrekking tot welke inhoudsgebieden of onderdelen van inhoudsgebieden de proeve wordt afgelegd,

  • b. de wijze waarop en de termijn waarbinnen de diverse onderdelen van de proeve zullen worden afgenomen, en

  • c. de aan de proeve van bekwaamheid verbonden kosten.

Artikel 11 Afwijzen aanvraag

De aanvraag wordt afgewezen, indien de aanvrager de aanpassingsstage of de proeve van bekwaamheid niet met goed gevolg heeft volbracht of de daaraan verbonden kosten niet heeft voldaan.

Artikel 12 Intrekken afgegeven erkenning EG-beroepskwalificatie

Indien na afgifte van de erkenning van de EG-beroepskwalificaties is gebleken, dat de bij de aanvraag overgelegde documenten niet geldig, vals of vervalst waren, wordt de erkenning ingetrokken en vervangen door een afwijzing van de aanvraag.

Artikel 13 Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

  • 1. Voorafgaand aan de eerste dienstverrichting in Nederland in een functie die gewoonlijk wordt uitgeoefend door een registerloods, noordzeeloods of VTS-operator, door een dienstverrichter als bedoeld in artikel 21 van de wet, legt deze dienstverrichter aan de betreffende in artikel 6 genoemde organisatie over:

    • a. een schriftelijke verklaring met daarin gegevens betreffende verzekering of gelijksoortige bescherming tegen de financiële risico’s van zijn beroepsaansprakelijkheid als bedoeld in artikel 23, eerste en tweede lid, van de wet, en

    • b. de documenten genoemd in artikel 23, derde lid, onderdeel a, b, c en d van de wet.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, overlegt de dienstverrichter die een functie wil gaan verrichten die gewoonlijk door een registerloods of noordzeeloods wordt uitgeoefend, voorafgaande aan de eerste dienstverrichting in Nederland aan de afnemer van zijn dienst, de gegevens, genoemd in artikel 29 van de wet.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 14 Aanpassing Besluit mandaat en machtiging Kiwa N.V.

In bijlage A1a van het Besluit mandaat en machtiging Kiwa N.V. vervalt ‘A/B certificaat voor loodsen’ met bijbehorende wet- of regelgeving en artikel.

Artikel 15 Aanpassing Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995

Artikel 2 van de Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995 vervalt.

Artikel 16 Aanpassing Regeling havenstaatcontrole 2011

In artikel 19, derde lid, van de Regeling havenstaatcontrole 2011 wordt ‘Bij de melding van tekortkomingen van het schip door de loods op grond van artikel 24 Besluit certificaatloodsen of artikel 4 Voorschriftenbesluit registerloodsen’ vervangen door: Bij de melding van tekortkomingen van het schip door de loods op grond van artikel 2.6, onderdeel b, of 3.6, onderdeel b, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren.

Artikel 17 Aanpassing Regeling tarieven scheepvaart 2005

Artikel 3.3 van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 vervalt.

Artikel 18 Aanpassing Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen

In de bijlage behorende bij artikel 1 van de Regeling vaststelling gereglementeerde beroepen, wordt ‘certificaatloods’ vervangen door: noordzeeloods.

Artikel 19 Intrekken regelingen en beschikkingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

a. de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 augustus 1988, houdende vaststelling Verordening inzake vaststelling van de leerovereenkomst (Stcrt 1988, 168), nr. S/J31.429/88;

b. de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties registerloodsen en certificaatloodsen;

c. de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties VTS-operator;

d. de Regeling vergoedingen commissies examens scheepvaartverkeersdienst;

e. de Voorschriftenregeling registerloodsen.

Artikel 20 Overgangsrecht

In afwijking van artikel 19, aanhef en onderdeel b en c, blijven de in de genoemde onderdelen genoemde regelingen zoals deze op 31 december 2013 luidden, van toepassing op aanvragen voor erkenning van EU-beroepskwalificaties die voor die datum bij een van de in artikel 6 genoemde organisaties zijn ingediend.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, treedt deze regeling, indien het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren, niet op 1 januari 2014 in werking treedt, in werking met ingang van 1 april 2014 en werken de artikelen 3 tot en met 14 en 17 tot en met 20 terug tot en met 1 januari 2014.

Artikel 22 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

In het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren (BOBNB) zijn nieuwe opleidings- en exameneisen vastgesteld voor registerloodsen, noordzeeloodsen en VTS-operators. Als gevolg van dit nieuwe besluit zullen ook in een ministeriële regeling nog enkele regels worden vastgesteld. Daarnaast is het ook nog nodig diverse regelingen, voor zover ze niet van rechtswege vervallen, grondig te herzien. De onderhavige (nieuwe) regeling voorziet daarin. Ter bevordering van de leesbaarheid van de wetgeving is ervoor gekozen alle relevante wettelijke bepalingen die voorheen over diverse regelingen verspreid waren, in de onderhavige regeling op te nemen. Hoofdstuk 2, 3 en 4 van deze regeling hebben (net als hoofdstuk 2, 3 en 5 van het BOBNB) betrekking op respectievelijk registerloodsen, noordzeeloodsen en VTS. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het artikelsgewijze deel van deze toelichting. Hoofdstuk 5 heeft betrekking op de erkenning van elders verkregen beroepskwalificaties van EU-onderdanen die één van deze beroepen in Nederland wil uitoefenen. Hierop zal in punt 2 van deze toelichting nader worden ingegaan. Hoofdstuk 6 ten slotte bevat de aanpassing of intrekking van andere regelingen.

2. Erkenning elders verkregen beroepskwalificaties (Hoofdstuk 5)

Hoofdstuk 5 van de onderhavige regeling dient ter uitvoering van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (hierna: de Algemene wet). Deze wet is met ingang van 21 december 2007 in werking getreden en was noodzakelijk in verband met de implementatie van de op 7 september 2005 vastgestelde richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie nr. 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepkwalificaties (PbEU 2005, L 255). Deze richtlijn (hierna: de richtlijn beroepskwalificaties) heeft tot doel de grensoverschrijdende toegang tot gereglementeerde beroepen in EU-lidstaten te vergemakkelijken door te waarborgen dat EU-onderdanen die hun beroepskwalificaties in een lidstaat hebben behaald, toegang hebben tot hetzelfde gereglementeerde beroep in een andere lidstaat en dit beroep kunnen uitoefenen met dezelfde rechten als de onderdanen van die andere lidstaat.

Artikel 33, eerste lid, van de Algemene wet geeft de opdracht per gereglementeerd beroep nadere regels stellen. In hoofdstuk 5 van de onderhavige regeling worden nadere regels gesteld ten aanzien van de aanvraag tot het verkrijgen van een erkenning, de stukken die bij die aanvraag dienen te worden gevoegd, alsmede ten aanzien van de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid en de wijze waarop deze worden beoordeeld. Voor het geval een migrerende beroepsbeoefenaar tijdelijk of incidenteel diensten wil verrichten, worden nadere regels gesteld ten aanzien van de documenten, bedoeld in artikel 23 van de Algemene wet. De in de onderhavige regeling in hoofdstuk 5 opgenomen artikelen waren tot op heden opgenomen in de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties registerloodsen en certificaatloodsen en de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties VTS-operator. Door de inwerkingtreding van het BOBNB dienden deze regelingen grondig te worden aangepast aan de nieuwe in het BOBNB opgenomen examensystematiek. Voor de volledigheid wordt hier nog opgemerkt dat vanaf december 2007 tot op heden alleen door een enkele noordzeeloods gebruik is gemaakt van de mogelijkheid tot het laten erkennen van elders verkregen beroepskwalificaties.

In verband met hoofdstuk 5 van de onderhavige regeling wordt een aantal voor deze regeling relevante onderwerpen uit de richtlijn en de Algemene wet hier meer uitgebreid toegelicht:

a. Registerloods, noordzeeloods en VTS-operator gereglementeerde beroepen

De richtlijn beroepskwalificaties heeft betrekking op zogenaamde gereglementeerde beroepen. Dit is een beroepswerkzaamheid of een geheel van beroepswerkzaamheden waarvoor geldt dat de toegang daartoe of de uitoefening daarvan krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties. Het beroep van registerloods, noordzeeloods en VTS-operator wordt hiervan afhankelijk gesteld. Op grond van de Loodsenwet, de Scheepvaartverkeerswet en het BOBNB zijn alleen personen die aan die wetten en het BOBNB voldoen, bevoegd de genoemde functies uit te oefenen.

b. Elders verkregen beroepskwalificaties

Op grond van de definitie van ‘betrokken staat’ (in artikel 1 van de Algemene wet), heeft de erkenning van beroepskwalificaties slechts betrekking op beroepskwalificaties die zijn verkregen in een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europeese Economische Ruimte of Zwitserland.

c. De erkenning van beroepskwalificaties

De erkenning van de betreffende opleidingen tot registerloods, noordzeeloods en VTS-operator valt onder het zogenaamde algemene stelsel. Kenmerk van dit algemene stelsel is dat dit is gebaseerd op wederzijdse erkenning van diploma’s zonder voorafgaande harmonisatie van studieprogramma’s. Erkenning vindt plaats nadat de bevoegde autoriteit van het ontvangende land de kwalificaties van de migrerende beroepsbeoefenaar heeft vergeleken met de vereiste kwalificaties van de lidstaat van herkomst. Dit systeem is vastgelegd in hoofdstuk 2 van de Algemene wet. Indien bovendien het beroep in de lidstaat van herkomst net als in Nederland is gereglementeerd moet, om in aanmerking te kunnen komen voor erkenning, de beroepskwalificatie van de beroepsbeoefenaar ten minste gelijk zijn aan het niveau direct onder het niveau dat in het ontvangende land wordt gevraagd. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij de artikelen 7 tot en met 11 van deze regeling.

d. Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

Wat betreft de procedure bij tijdelijke en incidentele dienstverrichting gaat de richtlijn uit van een flexibel regime. De richtlijn maakt het mogelijk dat iedere burger van de EU die rechtmatig is gevestigd in een lidstaat, tijdelijk en incidenteel in een andere lidstaat diensten kan verrichten zonder dat hij om erkenning van zijn beroepskwalificaties hoeft te vragen. Artikel 23 van de Algemene wet geeft de minister echter wel de mogelijkheid te bepalen dat de tijdelijke dienstverrichter bepaalde stukken overlegt alvorens aan de eerste dienstverrichting in Nederland te beginnen. In artikel 13 van deze regeling wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Immers een registerloods, noordzeeloods of VTS-operator moet borg staan voor verhoging van de veiligheid op de scheepvaartweg. Daarvoor is, zoals hierboven al omschreven, een langdurige opleiding vereist. Een kapitein die een advies van een loods of verkeersinformatie of verkeersaanwijzingen van een VTS-operator ontvangt moet ervan op aan kunnen dat deze persoon de regionale omstandigheden kent en over voldoende kennis en ervaring beschikt om het betreffende schip veilig over de scheepvaartweg te begeleiden. Omdat het voor een tijdelijke of incidentele dienstverrichter nauwelijks mogelijk is hieraan op afdoende wijze te kunnen voldoen, worden in artikel 13 aanvullende eisen gesteld met betrekking tot stukken die een dergelijke dienstverlener dient te overleggen, alvorens dienst te mogen verrichten (zoals bijvoorbeeld een bewijs dat betrokkene afdoende is verzekerd tegen de financiële risico’s van beroepsaansprakelijkheid).

Omdat de beroepen van registerloods, noordzeeloods en VTS-operator zijn opgenomen in de (op artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet gebaseerde) Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen, mogen deze stukken voorafgaande aan de eerste dienstverrichting worden gecontroleerd.

3. Gevolgen

De onderhavige regeling bevat geen wijziging van de bestaande wettelijke verplichtingen en heeft mitsdien geen nieuwe financiële gevolgen voor burgers, bedrijfsleven en overheid.

4. Consultaties

Een ontwerp van deze regeling is ter consultatie voorgelegd aan de Nederlandse loodsencorporatie (Nlc), Koninklijke scheepsagentuur Dirkzwager BV (Koninklijke Dirkzwager), Stichting Nationale nautische verkeerdienst opleiding (NNVO) en aan degenen die als bevoegd gezag betrokken zijn bij de begeleiding van de scheepvaart (Havenbedrijf Rotterdam NV (HBR), Havenbedrijf Amsterdam NV (HA) en Rijkswaterstaat (RWS)). Tevens is dit ontwerp gezonden aan de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) en de Vereniging van Nederlandse Cargadoors (VNC). Ook is de regeling gezonden aan de Autoriteit consument en markt (ACM) die verantwoordelijk is voor het vaststellen van loodsgeldtarieven en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De genoemde partijen konden zich in dit besluit vinden. De door hen gemaakte redactionele opmerkingen zijn verwerkt.

5. Inwerkingtreding (artikel 21)

Op verzoek van de sector treedt het BOBNB, indien het voor 1 januari 2014 in het Staatsblad is geplaatst, met ingang van 1 januari 2014 in werking. Indien het BOBNB na 1 januari 2014 in het Staatsblad wordt geplaatst zal het besluit met ingang van 1 april 2014 in werking treden en wordt aan de artikelen die op de opleidingen betrekking hebben, terugwerkende kracht toegekend tot 1 januari 2014. Omdat de onderhavige regeling onlosmakelijk verbonden is met het BOBNB zal het ook gelijktijdig met dit besluit met ingang van 1 januari 2014 (of 1 april 2014) in werking moeten treden. Omdat het BOBNB en mitsdien ook deze regeling niet voor 1 november 2013 is gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste publicatiedatum worden afgeweken van het daarvoor geldende zogenaamde vaste verandermoment.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Definities

In dit artikel zijn de voor deze regeling relevante definities opgenomen. Voor de volledigheid wordt hier nog opgemerkt dat ook de definities die zijn opgenomen in de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (zoals bijvoorbeeld die van aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid) en in voorkomend geval van het BOBNB onverminderd van toepassing zijn.

Artikel 2 Aangewezen gebieden

Indien de loods wegens bijvoorbeeld weersomstandigheden niet aan boord kan komen in een van de in dit artikel aangewezen gebieden, dan is loodsen op afstand toegestaan. Dit artikel komt qua inhoud overeen met artikel 5 van de Voorschriftenregeling registerloodsen dat bij de inwerkingtreding van de onderhavige regeling wordt ingetrokken (zie artikel 19).

Artikel 3 Mandaat Koninklijke Dirkzwager

In dit artikel wordt de Directeur van Koninklijke Dirkzwager gemandateerd taken met betrekking tot de afgifte van het certificaat noordzeeloods van de minister van Infrastructuur en Milieu uit te oefenen. In de praktijk worden er 1 à 2 nieuwe certificaten noordzeeloods per jaar afgegeven en circa 10 verlengingscertificaten. Tot op heden werden deze certificaten zonder dat daar verder aanvullende activiteiten aan waren verbonden, namens de Minister van Infrastructuur en Milieu, verstrekt door de KIWA NV. Gelet op het belang (aansprakelijkheid, goede naam) dat Koninklijke Dirkzwager zelf heeft bij het feit dat deze certificaten slechts worden verstrekt aan personen die aan de wettelijke eisen voldoen, het jaarlijks slechts een beperkt aantal certificaten betreft en de kosten en tijd die daaraan steeds zijn verbonden, bestaat het vertrouwen dat Koninklijke Dirkzwager zonder bewaar ook zelf met deze taak kan worden belast.

Artikel 4 Certificaat noordzeeloods

In dit artikel staan een aantal eisen waaraan het certificaat noordzeeloods moet voldoen.

Artikel 5 Bevoegd gezag

Voor de toepassing van hoofdstuk 5 van het BOBNB is een nadere duiding van wie als bevoegd gezag voor het geven van verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen moet worden aangemerkt, noodzakelijk. De definitie van bevoegd gezag in artikel 1.1 van het BOBNB biedt daartoe de mogelijkheid. De inhoud van artikel 5 komt overeen met hetgeen hierover was vastgelegd in de Aanwijzing bevoegd gezag Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer dat als gevolg van de intrekking van het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer van rechtswege komt te vervallen.

Artikel 6 Delegatie en mandaat van bevoegdheden

Op grond van artikel 36 van de Algemene wet kan de minister wie het aangaat, taken en bevoegdheden die hij in verband met de erkenning van beroepskwalificaties op grond van de Algemene wet heeft, delegeren. Omdat met deze nieuwe regeling geen wijziging in het bestaande beleid wat betreft het verlenen van de erkenning van elders verkregen opleidingen tot registerloodsen wordt beoogd, wordt in artikel 6, onderdeel a, van deze regeling van deze delegatiebevoegdheid gebruik gemaakt. De algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie wordt hierdoor bevoegd alle taken en bevoegdheden uit te voeren met betrekking tot het afgeven van erkenningen van EG-beroepskwalificaties voor het uitoefenen van het beroep van registerloods. Op grond van artikel 9, eerste lid, onderdeel a, onder 2º, van de Loodsenwet, is de algemene raad al bevoegd de opleiding daartoe te verzorgen.

Omdat de afgifte van verklaringen voor het beroep van noordzeeloods aan de Minister van Infrastructuur en Milieu is voorbehouden (artikel 5 van de Loodsenwet) wordt wat betreft de erkenning voor het uitoefenen van het beroep van noordzeeloods Koninklijke Dirkzwager in mandaat aangewezen (onderdeel b). Dit is het enige bedrijf in Nederland dat certificaatloodsen in dienst heeft.

De bevoegdheid tot de afgifte van verklaringen voor de functie van VTS-operator was tot op heden in mandaat verstrekt aan de landelijke examencommissie die tot op heden belast was met het afnemen van de landelijke examens voor de functie van VTS-operator. Omdat deze commissie, door de inwerkingtreding van het BOBNB (waarin het Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer wordt ingetrokken) niet meer bestaat, wordt in deze regeling de directeur van de NNVO in mandaat aangewezen deze taak uit te oefenen. De NNVO is verantwoordelijk voor de (reguliere) opleiding tot VTS-operator.

Artikel 7 Aanvraag

Dit artikel regelt, door de verwijzing naar artikel 13, eerste lid van de Algemene wet, welke stukken bij de aanvraag voor een erkenning van beroepskwalificaties moeten worden overgelegd. Het betreft een bewijs van nationaliteit, zo nodig een verblijfsvergunning (of vergelijkbaar bewijs), bekwaamheidsattesten of opleidingstitels en bewijzen van opgedane beroepservaring. Omdat voor de uitoefening van het beroep van registerloods en noordzeeloods, ook eisen worden gesteld met betrekking tot bijvoorbeeld het bezit van een gezondheidsverklaring of verzekering tegen beroepsaansprakelijkheid, zullen bij aanvragen voor erkenning van dergelijke beroepskwalificaties meer stukken moeten worden overlegd dan voor de aanvraag voor VTS-operator.

Artikel 8 tot en met 11 (aanpassingsstage, proeve van bekwaamheid en afwijzen aanvraag)

Op grond van de aanvraag wordt beoordeeld in hoeverre aan de Nederlandse eisen wordt voldaan. Indien de aanvrager daaraan niet geheel voldoet of niet aantoont dat hij daaraan zou voldoen, wordt hij in de gelegenheid gesteld om door middel van een aanpassingsstage de ontbrekende ervaring op te doen of door middel van een proeve van bekwaamheid aan te tonen dat hij de vereiste beroepsbekwaamheid bezit. Het wordt aan de betrokken aanvrager overgelaten voor welk instrument hij kiest. In de onderhavige artikelen is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de daarvoor geldende eisen voor de reguliere opleidingen voor registerloods, noordzeeloods en VTS-operator die zijn vastgelegd in het BOBNB. Hieraan moet nog wel toegevoegd dat de aanpassingsstage ten hoogste 3 jaar mag duren (artikel 11, eerste lid, Algemene wet).

Het voorgaande neemt overigens niet weg dat betrokkene in geval er nadien voor het betreffende beroep of de betreffende functie doorlopende opleidingsverplichtingen gelden om zijn kennis up-to-date te houden, ook deze aanvullende opleiding zal moeten gaan volgen om bevoegd te blijven het beroep of de functie uit te oefenen.

Artikel 12 Intrekken afgegeven erkenning EG-beroepskwalificatie

Dit artikel biedt de mogelijkheid om op te treden tegen fraude.

Artikel 13 Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

Zie punt 2, onder d, van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 14 Aanpassing Besluit mandaat en machtiging Kiwa NV

Doordat Koninklijke Dirkzwager op grond van artikel 3 van de onderhavige regeling in mandaat bevoegd wordt certificaten noordzeeloods uit te geven, kan het mandaat dat daarvoor aan Kiwa NV was verstrekt, worden ingetrokken. Dit artikel voorziet daarin.

Artikel 15 Aanpassing Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995

Doordat het Voorschriftenbesluit registerloodsen vervalt (artikel 6.5 BOBNB), is geen behoefte meer aan de nadere invulling van de term bevoegde autoriteit genoemd in artikel 1, onderdeel van van dat Voorschriftenbesluit. Om deze reden kan artikel 2 van de Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit vervallen. Dit artikel voorziet daarin.

Artikel 16 Aanpassing Regeling havenstaatcontrole 2011

Door het intrekken van het Besluit certificaatloodsen en het Voorschriftenbesluit behoeft artikel 19, derde lid, van de Regeling havenstaatcontrole aanpassing. De verplichting melding te maken van tekortkomingen of bijzonderheden ten aanzien van het schip, die voorheen in de genoemde besluiten was opgenomen, is nu opgenomen in de artikelen 2.6 en 3.6 van het BOBNB.

Artikel 17 Aanpassing Regeling tarieven 2005

Nu de Minister van Infrastructuur en Milieu de afgifte van certificaten voor noordzeeloodsen heeft gemandateerd aan Koninklijke Dirkzwager (zie artikel 14) en ook niet verantwoordelijk is voor de afname van de examens noordzeeloods is het ook niet langer nodig daarvoor een tarief vast te stellen.

Artikel 18 Aanpassing Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen

In het BOBNB is ervoor gekozen de naam certificaatloodsen te vervangen door de in het spraakgebruik meer gebruikelijke term van noorzeeloods. Om deze reden behoeft ook de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen waarin de term certificaatloods voorkomt, aanpassing.

Artikel 19 Intrekken regelingen en beschikkingen

In dit artikel staan de regelingen opgesomd die worden ingetrokken. Voor zover de inhoud ervan nog relevant is, zijn de betreffende artikelen in deze regeling opgenomen.

Daarnaast vervallen er nog diverse regelingen van rechtswege als gevolg van het intrekking van de besluiten die zijn genoemd in de artikelen 6.5 en 6.6 van het BOBNB. Het betreft de volgende regelingen:

  • a. De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 januari 1991, houdende Vaststelling modellen A- en B-certificaat, loodsnota en verklaring scheepsramp (Stcrt 14 en 30) nr. S/J32.266/90;

  • b. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 april 1992, houdende normen voor slagen en zakken (Stcrt. 85), nr. S/J30.388/92;

  • c. de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 13 december 1994, houdende vaststelling vacatiegeld voor examencommissies zeevaart- en zeevisvaartdiploma's (Stcrt 245), nr. J32.646/94;

  • d. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 november 1996, houdende vaststelling van de periode, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Examenbesluit zeevaartdiploma’s 1991 (Stcrt. 235), nr. DGSM/J-96007304;

  • e. De beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 april 1997 houdende aanwijzing persoon bevoegd tot het geven van verkeersaanwijzingen (Stcrt 79), nr. S/J-97003128;

  • f. de beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 augustus 2004 houdende vaststelling van de samenstelling landelijke examencommissie VTS-operators 2004 (Stcrt 166), nr. HDJZ/SCH/2004-1001;

  • g. de beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 juli 2005 houdende vaststelling van de samenstelling landelijke examencommissie VTS-operators 2005 (Stcrt 129), nr. HDJZ/SCH/2005-1467;

  • h. de Aanwijzing bevoegd gezag Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer;

  • i. het Besluit aanwijzing en opleidingeisen nautisch personeel scheepvaartverkeerswet;

  • j. de Regeling examens scheepvaartverkeersdienst;

  • k. Regeling normen ter bepaling uitslag zeevisvaartexamens.

Daarnaast zijn er nog besluiten van de Minister van Infrastructuur en Milieu waarin leden van examencommissies en commissies van gecommitteerden worden benoemd. Deze benoemingen zijn alleen nog relevant voor zover het betreft de examinering van personen die voor 1 januari 2014 zijn begonnen met de opleiding tot registerloods, noordzeeloods of VTS-operator maar wiens opleiding op 1 januari 2014 nog niet was afgerond. Het betreft respectievelijk:

  • de beschikking van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 maart 2013 houdende samenstelling van de commissie van gecommitteerden voor de adspirant-registerloodsen examens voor 2013 en 2014 (Stcrt. 10133);

  • de beschikking van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 maart 2013 houdende samenstelling examencommissie certificaatloodsen voor 2013 en 2014 (Stcrt 2013, 10135);

  • het Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 mei 2013, nr. IENM/BSK-2013/71055, houdende benoeming leden examencommissie en leden commissie van gecommitteerden Scheepvaartverkeersdienst (Stcrt 2013, 15804).

Artikel 20 Overgangsrecht

In dit artikel is een overgangsbepaling opgenomen voor aanvragen voor erkenning van EU-beroepskwalificaties die voor inwerkingtreding van deze nieuwe regeling op grond van de vervallen oude regelingen zijn ingediend. Dit artikel regelt dat dergelijke aanvragen op grond van de oude regelgeving worden afgehandeld.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Zie punt 5 van het algemeen deel van deze toelichting.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven