Besluit opsporingsvergunning aardwarmte Rotterdam-Vlaardingen, Ministerie van Economische Zaken

Procesverloop:

  • Vopak Terminal Vlaardingen B.V. (hierna: Vopak), heeft per brief van 1 juni 2011, ontvangen op 27 juli 2011, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Rotterdam-Vlaardingen, ligt in de gemeenten Rotterdam en Vlaardingen. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 20,37 km². De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar;

  • in de Staatscourant van 22 augustus 2011 (Staatscourant 2011, nr. 15193) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Koole Tanktransport B.V. (hierna: Koole) heeft op 24 november 2011 een concurrerende aanvraag ingediend;

  • bij brieven van 31 januari 2012 (kenmerk: DGETM/EM/ 12008276) en 27 september 2012 (kenmerk: DGETM-EM/ 12327724) heeft de Minister van Economische Zaken aangegeven dat, als gevolg van onder andere het ontstaan van ongewenste gebeurtenissen tijdens de boring, voor de beoordeling van aardwarmte- operators, het toetsingsbeleid is verscherpt. Naar aanleiding hiervan is van Vopak op 26 november 2012 en 4 juni 2013 een aanvulling op de aanvraag ontvangen. Van Koole is op 23 november 2012 en 23 april 2013 een aanvulling ontvangen;

  • TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (thans Minister van Economische Zaken, hierna: Minister van EZ) op 2 maart 2012 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 12-10.018) en op 3 september 2013 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 13-10.044);

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 4 augustus 2011 (kenmerk: 11115955), 28 februari 2012 (kenmerk: 12024227) en op 9 augustus 2013 (kenmerk: 13139061) advies uitgebracht;

  • het College van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) van de provincie Zuid-Holland is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. Van GS is geen advies ontvangen;

  • de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 4 november 2013 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/13161260).

Gelet op:

de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, en vierde lid, eerste volzin, 12, 13, tweede lid, 15, 16, 17, eerste lid, en 105, derde lid, Mbw, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.

Besluit

Artikel 1

Aan Vopak Terminal Vlaardingen B.V. wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend voor het gebied genaamd Rotterdam-Vlaardingen.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied dat ligt in de gemeenten Rotterdam en Vlaardingen en wordt begrensd door de volgende punten en de rechte lijnen daartussen. De coördinaten van de punten zijn:

Punt

X

Y

1

85 114,88

433421,43

2

85 683,88

431876,16

3

85 034,37

431621,70

4

81 601,48

433455,44

5

80 621,85

435965,39

6

82 284,23

437073,65

7

82 380,23

436929,66

8

82 933,65

437141,61

9

84 238,26

434052,32

10

85 114,88

433421,43

Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting (RD) zoals vermeld in Artikel 1.2.2, onder a, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 19-12-2002, nr. 245).

Het gebied waarvoor de vergunning geldt, is verticaal beperkt tot gesteente met een ouderdom van Trias.

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 13,02 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder de resultaten en rapportages van het (aanvullend) geologisch onderzoek aan de Minister van Economische Zaken;

  • binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning overlegt de vergunninghouder een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister van Economische Zaken dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip waarop zij in werking is getreden tot vier jaar na het tijdstip waarop zij onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

De vergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.H. Brouwer MT-lid, directie Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven