Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2013, 33048 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2013, 33048 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 46, tweede lid, 49, vijfde lid, 52 en 77 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 5.25, vijfde lid, van het Besluit SUWI en artikel 121a van de Wet financiering sociale verzekeringen;
Besluit:
De Regeling SUWI wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.2, tweede lid, komt de zinsnede na de dubbele punt te luiden:
de eerste termijn op of omstreeks 10 januari van het jaar waarop de middelen betrekking hebben, en op of omstreeks 1 juli het restant.
B
In artikel 5.3, tweede lid, vervalt ‘, X’.
C
Artikel 5.4 vervalt.
D
Artikel 5.10a wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde tot het derde tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De in de jaarrekening van het UWV en de SVB op te nemen egalisatiereserve, bedoeld in artikel 52 van de Wet SUWI, heeft slechts betrekking op de uitvoeringskosten. De egalisatiereserve bedraagt ten hoogste 5 procent van het over de voorgaande 3 jaar toegekende budget voor de uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet SUWI en bedraagt niet minder dan nul. Dotatie en onttrekking aan en vrijval van de egalisatiereserve wordt afzonderlijk vermeld en toegelicht in de jaarrekening.
2. Aan het vijfde lid (nieuw) wordt een zin toegevoegd, luidende: Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
3. Aan het zesde lid (nieuw) wordt een zin toegevoegd, luidende: Het IB vormt een egalisatiereserve met overeenkomstige toepassing van artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, waarbij het tweede lid van overeenkomstige toepassing is.
E
Artikel 5.13 vervalt.
F
Artikel 5.14, zevende lid, vervalt.
G
In artikel 6.2, eerste lid, wordt ‘Gegevensregister SUWI 8.0’ vervangen door: Gegevensregister SUWI 9.0.
H
Bijlage VI wordt vervangen door de in Bijlage 1 bij deze regeling opgenomen bijlage.
I
Bijlage VIII wordt vervangen door de in Bijlage 2 bij deze regeling opgenomen bijlage.
J
Bijlage XI wordt vervangen door de in Bijlage 3 bij deze regeling opgenomen bijlage.
K
Bijlage XII (‘Gegevensregister SUWI 8.0’) wordt vervangen door bijlage XII (‘Gegevensregister SUWI 9.0’), die met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling bekend wordt op de pagina <http://www.bkwi.nl/producten/suwinet-services/suwinet-standaarden/suwi-gegevensregister-sgr/downloads/>.
L
Bijlage XX wordt vervangen door de in Bijlage 4 bij deze regeling opgenomen bijlage.
De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5.40, eerste en tweede lid, wordt de aanduiding ‘artikel 45, tweede lid’ telkens vervangen door: artikel 45, eerste lid.
B
Artikel 5.41 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding ‘artikel 45, tweede lid’ wordt vervangen door: artikel 45, eerste lid.
2. Onder aanduiding van de bestaande tekst als het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant van het UWV, bedoeld in artikel 120, eerste lid, van de Wfsv, een periodiek voorschot ter hoogte van 1/12de deel van de in het eerste lid bedoelde kosten, met als valutadag de vijftiende dag van elke maand. De Minister kan na overleg met het UWV voor het in artikel 5.21, tweede lid, van het Besluit SUWI bedoelde organisatieonderdeel van het in de eerste zin genoemde bedrag afwijken.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 20 november 2013
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die UWV periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
VBTB-verslag |
UWV levert het ontwerp jaarplan met begroting vòòr 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vòòr 1 oktober. UWV dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt UWV informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk 1 juli opgeleverd.
Het VBTB-verslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van UWV. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
IV |
V |
|
---|---|---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting |
|||||
a. voorlopige opgave voorgaand jaar |
x |
||||
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode |
x |
x |
|||
c. raming lopend jaar |
x |
x |
|||
d. raming volgend jaar |
x |
x |
|||
e. voorstel herziening premiepercentages |
x |
||||
f. kerncijfers per wet |
x |
x |
|||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/werkzaamheden |
|||||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
||
b. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
||
c. speerpunten Klantgerichtheid |
x |
x |
x |
||
d. speerpunten Handhaving |
x |
x |
x |
||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
||
4. Ketensamenwerking en regionaal arbeidsmarktbeleid |
x |
x |
x |
||
5. Bedrijfsvoering |
|||||
a. rechtmatigheid (incl. M&O) |
x |
x |
|||
b. doelmatigheid |
x |
||||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
|||
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
||
6. Governance |
|||||
a. Raad van Bestuur |
x |
||||
b. risicomanagement |
x |
x |
|||
7. Uitvoeringskosten |
|||||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
||
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
||
c. opbouw per wet/andere taken en/of werkzaamheden |
x |
x |
x |
||
d. prognose lopend jaar |
x |
||||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|||
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||||
h. bestuurskosten RvB |
x |
||||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|||
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
x |
|||
10. Jaarrekening |
x |
||||
11. Aansluitingstabel jaarrekeningen UWV -SZW |
x |
||||
12. VBTB-informatie |
x |
x |
|||
13. Kwantitatieve informatie |
x |
x |
|||
14. Toezichtsbevindingen |
x |
x |
|||
15. Rapportage grote ICT-projecten (BZK) |
x |
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
IIII |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
VBTB-verslag |
x |
Opnemen |
UWV verstrekt aan de minister met betrekking tot elk van de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:
• In de januarinota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan en de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages
b) een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar
• In de juninota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie
b) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.
• In de bijlage bij het 2e tussentijdse verslag:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie
• In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:
a) kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil UWV bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat UWV daarvoor doen (activiteiten)?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren
• (de voorgenomen wijzigingen in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet UWV verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft UWV zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert UWV in haar jaarverslag over de wijze waarop aan cliëntenparticipatie is vormgegeven. UWV verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt hierbij specifiek ingegaan op de speerpunten van het Handhavingsprogramma en op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
UWV doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. UWV legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
Met de wijziging van de Wet SUWI per 1 juli 2012 dienen UWV en gemeenten voortaan samen te werken bij de registratie van werkzoekenden en vacatures, en dienen zij in regio’s samen te werken bij de dienstverlening aan werkgevers en het verrichten van taken met betrekking tot de regionale arbeidsmarkt.
Doordat de dienstverlening van UWV ingrijpend veranderd is door deze wetswijziging, zal ook de samenwerking met gemeenten veranderen van geïntegreerde dienstverlening naar complementaire dienstverlening.
UWV geeft in het jaarplan aan hoe de dienstverlening wordt geconcretiseerd. In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag wordt hierover verantwoording afgelegd door UWV.
In de rapportages wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen UWV neemt om de doelstellingen alsnog te realiseren.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen UWV. Het doel is aan te geven in welke mate het management van UWV haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van het jaarverslag legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert het UWV in het tweede tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten is omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop het UWV verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbijbehorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat het UWV inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Het UWV brengt in het jaarverslag afzonderlijk in beeld op welke wijze de afgesproken taakstellingen zijn gerealiseerd.
Het UWV brengt verslag uit van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
UWV rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI)en eventuele verbetermaatregelen.
In dit onderdeel rapporteert UWV over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer, en/of betrekking hebben op kritieke processen, en/of wijd verbreid zijn, en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
UWV rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
UWV rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiling
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder.
UWV rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
UWV doet in de tussentijdse verslagen en in het jaarverslag verslag van de voortgang van het huisvestingsplan. In het bijzonder rapporteert het UWV specifiek over de volgende onderwerpen:
Leegstand
• Fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst).
Ontwikkeling in benodigde vierkante meters als gevolg van krimpen organisatie:
• vierkante meters VVO die nodig is voor het inrichten van nieuwe kantoorgebouwen en het leeg managen van af te stoten kantoorgebouwen;
• vierkante meters VVO die betrekking heeft op leeg op te leveren kantoorgebouwen;
• vierkante meters VVO normatief bezettingsverlies;
• vierkante meters VVO bovennormatief bezettingsverlies.
Huisvestingskosten
Totale huisvestingskosten (regulier en frictie) opgebouwd en onderverdeeld naar:
• Frictiekosten huisvesting (incl. facilitaire kosten);
• Regulier huisvestingskosten.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van UWV en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en ten minste € 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar).
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang van de baten als gevolg van werk voor derden
• prognose realisatie lopend jaar overeenkomstig onderstaande tabel 7.1. Als de prognose realisatie afwijkt van het budget wordt dit nader toegelicht. Het budget voor het gehele jaar sluit aan op de door de minister toegekende budgetten.
Uitvoeringskosten jaar t |
Realisatie verslagperiode |
Budget verslagperiode |
Prognose realisatie geheel jaar t |
Budget jaar t |
---|---|---|---|---|
Regulier |
||||
Projecten |
||||
Frictiekosten |
||||
Totaal |
Bestuurskosten
UWV doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt UWV in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en programmakosten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt UWV de in paragraaf 10.4.7 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoerings- en programmakosten.
De jaarrekening van UWV omvat zowel het UWV als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde fondsen.
De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting en op de in het jaarplan opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening UWV bestaat uit de volgende onderdelen:
– Grondslagen waardering en resultaatbepaling
– Balans met toelichting
– Staat van baten en lasten met toelichting
– Kasstroomoverzicht
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
• de financiering van vaste activa
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde programmakosten en uitvoeringskosten
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
Met ingang van het jaar 2014 is het voor UWV verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
De reguliere exploitatie
Het budget voor projecten wet en regelgeving
Het budget voor projecten bedrijfsvoering
Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening. In beginsel vormt UWV naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.
Vanwege de urgentie en omvang van de frictiekostenproblematiek, mag UWV tijdelijk, naast de egalisatiereserve, een bestemmingsfonds frictiekosten vormen. Aan het vullen van dit bestemmingsfonds wordt prioriteit gegeven totdat de omvang van het fonds het niveau heeft bereikt dat nodig is om de frictiekostenproblematiek op te lossen. UWV levert daartoe drie keer per jaar (eind maart, 1 juli, 1 november) een actuele meerjarenraming van de frictiekosten, welke door SZW wordt getoetst.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
ACTIVA |
||
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
PASSIVA |
||
• fondsvermogen |
||
• bestemmingsfondsen |
||
• egalisatiereserve |
||
• voorzieningen |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
Toelichting
* Verloopstaat immateriële vaste activa
* Verloopstaat materiële vaste activa
* Verloopstaat financiële vaste activa
* Verloopstaat fondsvermogen
* Verloopstaat voorzieningen
* Verloopstaat langlopende schulden
Baten |
jaar t |
jaar t-1 |
---|---|---|
Premiebaten |
||
Rijksbijdrage |
||
Rentebaten |
||
Netto-omzet uitvoeringskosten |
||
Overige baten |
||
Totaal baten |
||
LASTEN |
||
Programmakosten |
||
Uitkeringen |
||
Sociale lasten |
||
Rentelasten |
||
Overige lasten |
||
Uitvoeringskosten |
||
Personeelskosten |
||
Huisvestingskosten |
||
Automatiseringskosten |
||
Bureaukosten |
||
Overige kosten |
||
Totaal lasten |
||
Saldo van baten en lasten |
Premiebaten |
Rijksbijdragen |
Overig |
Totaal |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
|
per wet sv |
||||||||
Totaal sv |
||||||||
niet-sv |
Uitkeringen |
Sociale lasten |
Overige lasten |
Uitvoeringskosten |
Totaal |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
|
Per wet sv |
||||||||||
Totaal sv |
||||||||||
niet-sv |
Uitvoeringskosten |
jaar t |
jaar t-1 |
begroting jaar t |
---|---|---|---|
Personeel |
|||
Huisvesting |
|||
Automatisering |
|||
Bureaukosten |
|||
Overige kosten |
|||
Totaal uitvoeringskosten |
Regulier |
Frictie |
Investeringskosten |
Wet- en regelgeving |
Totaal |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
jaar t |
jaar t-1 |
|
Per wet sv |
||||||||||
Totaal sv |
||||||||||
niet-SZW |
Realisatie jaar t |
Begroting jaar t |
|
---|---|---|
Regulier |
||
Budget investeringskosten |
||
Projecten (per project) |
||
Frictiekosten |
||
Totaal |
||
Niet-SZW |
Baten |
Per fonds |
niet-SZW |
Totaal |
---|---|---|---|
Rijksbijdragen |
|||
Premies |
|||
Overige baten |
|||
Totaal |
Lasten |
Per fonds |
niet-SZW |
Totaal |
---|---|---|---|
Uitkeringen |
|||
Sociale lasten |
|||
Overige lasten |
|||
Uitvoeringskosten |
|||
Totaal |
Programmakosten |
Uitvoeringskosten |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Wet of regeling |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Totaal afrekening |
|
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen UWV en SZW, door SZW per brief vastgesteld.
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van UWV op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
De concept aansluitingstabel UWV – SZW wordt samen met het jaarverslag UWV naar het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. De definitieve aansluitingstabel, plus controleverklaring, wordt een week later opgeleverd. De aansluitingstabel UWV – SZW valt onder de accountantscontrole door het UWV. De door UWV te leveren items in de tabel worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
Ten behoeve van het SZW-jaarverslag verstrekt UWV jaarlijks VBTB-informatie
Het VBTB-verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar opgeleverd. De door UWV te leveren items in het VBTB-verslag worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan UWV kenbaar gemaakt.
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
Het UWV gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 20 mln, of projecten met een meerjarige ICT-component van minimaal € 5 mln en het project als geheel heeft een hoog risicoprofiel. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brief aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010. De rapportage maakt deel uit van het Jaarverslag UWV. De rapportage gaat vergezeld van een nota van bevindingen van de accountant over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie. De Minister van BZK zal de rapportage afzonderlijk aan de kamer aanbieden. De ICT-projecten worden sinds 2011 op het Rijks ICT-dashboard gepubliceerd. De geactualiseerde data op het Rijks ICT-dashboard worden eenmaal per jaar verwerkt in de jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk.
In deze bijlage zijn de diverse producten gespecificeerd die de SVB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3, 5.4, 5.10a en 5.12 van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
VBTB-verslag |
De SVB levert het ontwerp jaarplan met begroting vòòr 1 juli en het definitief jaarplan met begroting vòòr 1 oktober. De SVB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in twee tussentijdse verslagen en het jaarverslag. De tussentijdse verslagen worden uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode (tertaal) aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
Met de fondsennota’s verstrekt de SVB informatie over de volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie van de door haar beheerde fondsen. De fondsennota’s worden uiterlijk 1 februari respectievelijk 1 juli opgeleverd
Het VBTB-verslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW.
In de hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
IV |
V |
|
---|---|---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting |
|||||
a. voorlopige opgave voorgaand jaar |
x |
||||
b. realisatie lopend jaar t/m verslagperiode |
x |
x |
|||
c. raming lopend jaar |
x |
x |
|||
d. raming volgend jaar |
x |
x |
|||
e. voorstel herziening premiepercentages |
x |
||||
f. kerncijfers per wet |
x |
x |
|||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken/werkzaamheden |
|||||
e. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
||
f. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
||
g. speerpunten klantgerichtheid |
x |
x |
x |
||
h. speerpunten handhaving |
x |
x |
x |
||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
||
4. Ketensamenwerking en geïntegreerde dienstverlening (n.v.t.) |
|||||
5. Bedrijfsvoering |
|||||
a. rechtmatigheid (incl. M&O) |
x |
x |
|||
b. doelmatigheid |
x |
||||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
|||
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
||
6. Governance |
|||||
a. Raad van Bestuur |
x |
||||
b. Risicomanagement |
x |
||||
7. Uitvoeringskosten |
|||||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
||
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
||
c. opbouw per wet/andere taken en/of werkzaamheden |
x |
x |
x |
||
d. prognose lopend jaar |
x |
||||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|||
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||||
h. bestuurskosten RvB |
x |
||||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|||
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
x |
|||
10. Jaarrekening |
x |
||||
11. Aansluitingstabel (n.v.t.) |
|||||
12. VBTB-informatie |
x |
x |
|||
13. Kwantitatieve informatie per wet |
x |
x |
|||
14. Toezichtsbevindingen |
x |
x |
|||
15. Rapportage grote ICT-projecten (BZK) |
x |
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota |
V |
VBTB-verslag |
x |
Opnemen |
De SVB verstrekt aan de minister met betrekking tot de door haar beheerde fondsen afzonderlijk:
• In de januarinota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie voor het lopende jaar gerelateerd aan en de voor dat jaar geldende beleidsmaatregelen en (voor zover van toepassing) premiepercentages;
b) een voorlopige opgave van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie over het voorafgaande jaar.
• Daarnaast verstrekt de SVB jaarlijks op basis van de CBS-prognoses een gedetailleerde meerjarenraming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de door de SVB uitgevoerde wetten.
• In de juninota:
a) een actuele en onderbouwde raming voor het lopende jaar en daaropvolgende jaar van volumegegevens, baten en lasten en de vermogenspositie.
b) de meerjaren-volumeprognose ten behoeve van het actualiseren van het costaccounting-lightmodel.
c) voor zover van toepassing een overzicht van de door de fondsbeheerder voorgenomen herziening van de premiepercentages.
• In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag:
kerncijfers per wet, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand.
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil SVB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat SVB daarvoor doen?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• (De voorgenomen wijziging in) het beleid met betrekking tot het laten verrichten van taken door andere rechtspersonen of natuurlijke personen;
• Wijzigingen in de andere taken en de andere werkzaamheden.
In de tussentijdse verslagen en het jaarverslag doet de SVB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Hierbij wordt tevens over majeure budgettaire ontwikkelingen gerapporteerd. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren en kengetallen vormen het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft de SVB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen, en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen.
De SVB rapporteert over de klanttevredenheid. Daarnaast rapporteert de SVB in haar jaarverslag over de wijze waarop de cliëntenparticipatie is vormgegeven. De SVB verantwoordt zich over de activiteiten die zijn ondernomen om de dienstverlening aan de klant te handhaven en verbeteren.
Bij handhaving wordt specifiek ingegaan op de uitvoering en effecten van het handhavingsbeleid. Naast de onderwerpen die genoemd zijn in het jaarplan, wordt specifiek ingegaan op de speerpunten van het Handhavingsprogramma en op de realisering van de in het Handhavingsarrangement gemaakte afspraken. Tevens worden opvallende cijfermatige ontwikkelingen toegelicht. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert bij het te voeren handhavingsbeleid te expliciteren.
De SVB doet verslag van de uitvoering van nieuwe wet- en regelgeving. Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. De SVB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
(n.v.t.)
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat de SVB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen de SVB. Het doel is aan te geven in welke mate het management van de SVB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt de SVB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen: rechtmatigheid (waaronder het M&O beleid), doelmatigheid, totstandkoming niet-financiële informatie, financieel beheer en overige aspecten van de bedrijfsvoering.
Voor wat betreft rechtmatigheid rapporteert de SVB in het tweede tussentijdsverslag over de rechtmatigheidscijfers per wet over het eerste half jaar en in het jaarverslag over de jaarcijfers. Vaststelling van de rechtmatigheid is gekoppeld aan het handelen in het verslagjaar (het handelen omvat mede het ten onrechte niet-handelen) en de fouten die daarbij zijn gevonden. Ingegaan wordt op de wijze waarop met oude fouten wordt omgegaan. Tevens wordt hierbij inzicht geboden in de uitgevoerde herstelactiviteiten. De wijze waarop de SVB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat de SVB inzicht biedt in doelmatigheid van het beheer en de organisatie. De SVB brengt verslag uit van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
De SVB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI) en eventuele verbetermaatregelen.
In dit onderdeel rapporteert de SVB over de belangrijkste tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid. Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd.
De SVB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s. Daarnaast rapporteert de SVB bij dit onderdeel over de fouten (per wet) die zijn vastgesteld bij de bepaling van de financiële rechtmatigheid, maar niet tot financiële onrechtmatigheid hebben geleid.
SVB rapporteert over ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
SVB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsbezetting, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
SVB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hieronder. SVB rapporteert in het jaarverslag over de opzet en werking van het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking, en over het beveiligingsniveau van Suwinet (conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI).
Huisvesting
De SVB doet in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag verslag van de voortgang van de huisvestingsplannen. In het bijzonder rapporteert de SVB specifiek over de volgende onderwerpen:
– Leegstand: fysiek leegstaande en verhuurbare oppervlakten in vierkante meters VVO (conform de definitie van de Rijksgebouwendienst)
– Overmaat: voortgang van de activiteiten om de overmaat te verhuren aan derden.
– Huisvestingskosten: onderverdeeld naar SV en niet-SV.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van de SVB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
De SVB gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang van de baten als gevolg van werk voor derden
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren (indien van toepassing)
• de financiering van vaste activa.
Bestuurskosten
De SVB doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI), en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 BW.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt SVB in het jaarplan met begroting een overzicht op van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten welke ten laste komen van een rijksbijdrage. Dit overzicht wordt tevens separaat van de tussentijdse verslagen aan SZW verstrekt. Voor de afrekening neemt SVB de in paragraaf 10.4.7 opgenomen tabel op die ziet op afrekening van de uitvoeringskosten en uitkeringslasten.
De jaarrekening van de SVB omvat zowel de SVB als uitvoeringsorganisatie alsook de geadministreerde SV-fondsen.
De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting en op de in het jaarplan opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze bijlage wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de staat van baten en lasten met toelichting opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening SVB bestaat uit de volgende onderdelen:
– Grondslagen waardering en resultaatbepaling
– Balans met toelichting
– Staat van baten en lasten met toelichting
– Kasstroomoverzicht
In de toelichting op de jaarrekening wordt onder andere ingegaan op:
• de wijze van toerekening van uitvoeringskosten naar de verschillende wetten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen voor het risico van oninbaarheid van premiedebiteuren respectievelijk uitkeringsdebiteuren
• de financiering van vaste activa
• de wijze van afrekening van rijksgefinancierde uitkeringslasten en uitvoeringskosten
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkende cijfers. Met betrekking tot de premiebaten is het toegestaan als waarderingsgrondslag de EMU-definitie te hanteren (één maand verschoven kasbasis).
Met ingang van het jaar 2014 is het voor de SVB verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
In beginsel vormt de SVB naast de egalisatiereserve geen bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen. Hiervan kan slechts met instemming van het ministerie van SZW worden afgeweken.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
• fondsvermogen |
||
• bestemmingsfondsen |
||
• egalisatiereserve |
||
• voorzieningen |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
* Verloopstaat immateriële vaste activa
* Verloopstaat materiële vaste activa
* Verloopstaat financiële vaste activa
* Verloopstaat fondsvermogen
* Verloopstaat voorzieningen
* Verloopstaat langlopende schulden
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• Baten per wet sv |
||
• Totaal baten per wet sv |
||
• Totaal baten niet-sv |
||
Totaal baten |
||
• Lasten per wet sv |
||
• Totaal lasten per wet sv |
||
• Lasten niet-sv |
||
Totaal lasten |
||
Saldo van baten en lasten |
Baten wettelijke taken (realisatie t/begroot t/realisatie t-1)
Baten per wet |
SV |
niet-SV |
Totaal |
---|---|---|---|
Rijksbijdragen |
|||
Premies |
|||
Overige baten |
|||
Totaal |
Lasten per wet |
SV |
niet-SV |
Totaal |
---|---|---|---|
Uitkeringen (incl. sociale lasten) |
|||
Overige lasten |
|||
Uitvoeringskosten |
|||
Totaal |
Uitvoeringskosten |
SV |
niet-SV |
Totaal |
---|---|---|---|
Personeel |
|||
Huisvesting |
|||
Automatisering |
|||
Bureaukosten |
|||
Diensten en diversen |
|||
Totaal |
Uitvoeringskosten |
Totaal |
---|---|
Staande organisatie |
|
Per project |
|
Totaal |
Baten en lasten per fonds |
SV |
niet-SV |
Totaal |
Nog te verrekenen rijksbijdragen
Programmakosten |
Uitvoeringskosten |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Wet of regeling |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Realisatie jaar |
Voorschot jaar |
Afrekening jaar |
Totaal afrekening |
Jaarlijks worden tijdens het uitvoeringsjaar de wetten en regelingen die in deze tabel opgenomen moeten worden, na ambtelijke afstemming tussen SVB en SZW, door SZW per brief vastgesteld.
De accountant onderzoekt de verantwoording die de Raad van Bestuur van de SVB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
(n.v.t.)
Het VBTB-verslag betreft een beperkte informatielevering vooruitlopend op het jaarverslag van SVB. Deze informatie wordt uiterlijk zes weken na afloop van het kalenderjaar aan SZW geleverd ten behoeve van het jaarverslag van SZW. De door SVB te leveren items in het VBTB-verslag worden schriftelijk door het Ministerie van SZW aan SVB kenbaar gemaakt.
Over de levering van de periodieke kwantitatieve informatie per wet, de maandelijkse kerncijfers, de rapportage handhaving SVB en de statistische jaarrapportages worden jaarlijks bilaterale afspraken gemaakt.
De SVB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer en op de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen.
Dit betreft alleen projecten met een meerjarig ICT-component van minimaal € 20 mln, of projecten met een meerjarige ICT-component van minimaal € 5 mln en het project als geheel heeft een hoog risicoprofiel. De rapportage hierover geschiedt overeenkomstig de brief aan de Tweede Kamer van de Minister van BZK van 29 januari 2010. De rapportage maakt deel uit van het Jaarverslag SVB. De rapportage gaat vergezeld van een nota van bevindingen van de accountant over de ordelijkheid, controleerbaarheid en deugdelijkheid van het totstandkomingsproces van de informatie. De Minister van BZK zal de rapportage afzonderlijk aan de kamer aanbieden. De ICT-projecten worden sinds 2011 op het Rijks ICT-dashboard gepubliceerd. De geactualiseerde data op het Rijks ICT-dashboard worden eenmaal per jaar verwerkt in de jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk.
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die IB periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
IV |
fondsennota (niet van toepassing op IB) |
V |
VBTB-verslag (niet van toepassing op IB) |
Ten aanzien van IB wordt één planningsdocument opgeleverd, te weten het jaarplan met begroting (vòòr 1 oktober). Het jaarplan van IB bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet SUWI en de andere taken die het IB ten behoeve van gemeenten op grond van artikel 5.24 van het Besluit SUWI verricht. IB dient zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
|
---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.) |
|||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken |
|||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
b. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
c. speerpunten klantgerichtheid |
x |
x |
x |
d. speerpunten handhaving |
|||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
4. Ketensamenwerking |
x |
x |
x |
5. Bedrijfsvoering |
|||
a. rechtmatigheid |
x |
||
b. doelmatigheid |
x |
||
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
||
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
x |
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
6. Governance |
|||
a. Raad van Bestuur |
x |
||
b. Risicomanagement |
x |
||
7. Uitvoeringskosten |
|||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
c. opbouw per wet/andere taken |
x |
x |
x |
d. prognose lopend jaar |
x |
||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||
h. bestuurskosten |
x |
||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
||
10. Jaarrekening |
x |
||
11. Aansluitingstabel (n.v.t.) |
|||
12. VBTB-informatie (n.v.t.) |
|||
13. Kwantitatieve informatie (n.v.t.) |
|||
14. Toezichtbevindingen |
x |
x |
II |
jaarplan met begroting |
III |
tussentijdse verslag |
IV |
jaarverslag incl. jaarrekening |
x |
Opnemen |
(n.v.t.)
Het jaarplan gaat in op de volgende vragen:
• Wat wil IB bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaat IB daarvoor doen?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het kader van de budgetverantwoordelijkheid van SZW voor IB dient IB zich tevens te verantwoorden over prestatie-indicatoren en prestatiegegevens op het gebied van:
– Werking sectorloket gemeenten en andere ketenpartijen
– Dienstverlening IB, waaronder klanttevredenheid
– Financiën
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• Andere taken die IB ten behoeve van de gemeenten verricht en die niet bekostigd worden uit de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet IB verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden per wet verantwoord. Indien van toepassing beschrijft IB zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt specifiek ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
IB doet verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. IB legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe. IB dient tevens verslag te doen van de fte-bezetting (vast/tijdelijk/extern) per einddatum van de verslagperiode.
IB doet verslag van de samenwerking met de ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen IB heeft genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat IB in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen IB voor zover van belang voor de uitvoering van de taken op grond van de Wet SUWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van IB haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt IB, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
De wijze waarop IB verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat IB inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie. Ten aanzien van IB wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. IB wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
IB rapporteert in het jaarverslag over het totstandkomingsproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI).
In dit onderdeel rapporteert IB over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend.
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd. IB rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
IB rapporteert over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
IB rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
IB rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft IB inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
IB doet verslag van de voortgang van huisvestingskosten.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting van IB en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
IB gaat in op welke wijze risico’s binnen de organisatie zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (voorgaand jaar en begroting, in ieder geval indien sprake is van mutaties van meer dan 5% en tenminste € 50.000 ten opzichte van dezelfde begrotingspost voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen
Het IB doet jaarlijks verslag van de bestuurskosten van de leden van het Bestuur (artikel 5, vierde lid, Wet SUWI) en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt IB in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage.
De jaarrekening van IB geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow, voor zover deze betrekking hebben op de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 5.25 van het Besluit SUWI. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken.
De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening IB bestaat uit de volgende onderdelen:
• Grondslagen waardering en resultaatbepaling
• Balans met toelichting
• Resultatenrekening met toelichting
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van IB op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De controleverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Met ingang van het jaar 2014 is het IB verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten. SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
IB beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is IB derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt IB een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
• eigen vermogen |
||
• voorzieningen |
||
• bestemmingsfonds |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
• Verloopstaat immateriële vaste activa
• Verloopstaat materiële vaste activa
• Verloopstaat financiële vaste activa
• Verloopstaat eigen vermogen
• Verloopstaat voorzieningen
jaar t Regulier |
jaar t Projecten |
jaar t Totaal |
jaar t-1 Regulier |
jaar t-1 Projecten |
jaar t-1 Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage |
||||||
Incidenteel budget |
||||||
Overige baten |
||||||
Totaal baten |
||||||
Loonkosten eigen personeel |
||||||
Kosten extern personeel |
||||||
Overige personeelskosten |
||||||
Totaal personeelskosten |
||||||
Afschrijvingskosten |
||||||
Huisvestingskosten |
||||||
Automatiseringskosten |
||||||
Kantoorkosten |
||||||
Vervoerskosten |
||||||
Overige beheerskosten |
||||||
Totaal overig beheer |
||||||
Beleidsbudgetten |
||||||
Totaal overige kosten |
||||||
Totaal lasten |
||||||
Saldo van baten en lasten |
(n.v.t.)
(n.v.t.)
(n.v.t.)
IB gaat in de tussentijdse verslagen en het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.
In deze bijlage zijn de informatieproducten gespecificeerd die BKWI (als organisatieonderdeel van UWV) periodiek aan SZW dient te verstrekken op grond van artikel 5.3 en 5.10a van de Regeling SUWI. Het betreft de volgende producten:
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijds verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
Ten aanzien van BKWI wordt één planningsdocument opgeleverd, te weten het jaarplan met begroting (vóór 1 oktober). Het jaarplan van BKWI bevat in elk geval een omschrijving van de taak, bedoeld in artikel 5.21, eerste lid, van het Besluit SUWI en de andere taken die BKWI ten behoeve van gemeenten verricht. Ten aanzien van BKWI dient UWV zich op verschillende momenten te verantwoorden over de uitvoering van het jaarplan. Deze verantwoording vindt plaats in het tussentijdse verslag en het jaarverslag. Het tussentijdse verslag wordt uiterlijk zes weken na afloop van de verslagperiode aan de minister verstrekt. Het jaarverslag wordt vòòr 15 maart aan de minister aangeboden.
In die hierna volgende tabel worden de onderwerpen benoemd, die in de diverse producten van de P&C cyclus aan de orde dienen te komen. Daaronder volgt, per onderwerp, een nadere toelichting.
I |
II |
III |
|
---|---|---|---|
1. Volumeontwikkeling en fondsbelasting (n.v.t.) |
|||
2. Ontwikkelingen wetsuitvoering en andere taken |
|||
a. doelstellingen, activiteiten op hoofdlijnen, resultaten, kosten/baten |
x |
x |
x |
b. prestatie-indicatoren/kengetallen |
x |
x |
x |
c. speerpunten klantgerichtheid |
x |
x |
x |
d. speerpunten handhaving |
|||
3. Ontwikkelingen grote projecten en projecten ter invoering van nieuwe wet- en regelgeving |
x |
x |
x |
4. Ketensamenwerking |
x |
x |
x |
5. Bedrijfsvoering |
|||
a. Rechtmatigheid |
x |
||
b. Doelmatigheid |
x |
x |
|
c. totstandkoming niet-financiële informatie |
x |
x |
|
d. financieel beheer (tekortkomingen) |
x |
x |
x |
e. ontwikkelingen t.a.v. o.a. HRM, ICT, huisvesting |
x |
x |
x |
6. Governance |
|||
a. Raad van Bestuur |
x |
||
b. Risicomanagement |
x |
||
7. Uitvoeringskosten |
|||
a. opbouw per product c.q. per groot project |
x |
x |
x |
b. opbouw per kostensoort |
x |
x |
x |
c. opbouw per wet/andere taken |
x |
x |
x |
d. prognose lopend jaar |
x |
||
e. vergelijking met begroting jaar t-1 |
x |
||
f. vergelijking met begroting jaar t |
x |
x |
|
g. vergelijking met laatst goedgekeurde jaarrekening |
x |
||
h. bestuurskosten |
x |
||
8. Investeringen per categorie |
x |
x |
|
9. Overzicht t.b.v. bevoorschotting/afrekening |
x |
x |
|
10. Jaarrekening |
x |
||
11. Aansluitingstabel (n.v.t.) |
|||
12. VBTB-informatie (n.v.t.) |
|||
13. Kwantitatieve informatie per wet (n.v.t.) |
|||
14. Toezichtbevindingen |
x |
I |
jaarplan met begroting |
II |
tussentijdse verslag |
III |
jaarverslag incl. jaarrekening |
x |
Opnemen |
(n.v.t.)
Het jaarplan gaat (volgens de VBTB-systematiek) in op de volgende vragen:
• Wat willen we bereiken (doelstellingen en prestatie-indicatoren)?
• Wat gaan we daarvoor doen (activiteiten)?
• Wat mag het kosten (begroting)?
In het jaarplan wordt ook aandacht besteed aan eventuele veranderingen in de taken van de organisatie. Gedacht kan worden aan:
• Nieuwe wet- en regelgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan de activiteiten om de nieuwe maatregelen in te voeren;
• Wijzigingen in de andere taken.
In het tussentijdse verslag en het jaarverslag doet BKWI verslag van de uitvoering van het beleid en de geleverde prestaties. Het jaarplan en de daarin opgenomen prestatie-indicatoren vormen hierbij het uitgangspunt. De uitkomsten van de prestatie-indicatoren worden, voorzien van een toelichting, samen met de normen/streefwaarden verantwoord. Indien van toepassing beschrijft BKWI zoveel als mogelijk de eigen bijdrage aan het behalen van de doelstellingen en geeft een verklaring als doelstellingen niet worden gehaald en de verbetermaatregelen die zijn/worden genomen. Bij klantgerichtheid wordt ingegaan op o.a. klachtenafhandeling, bereikbaarheid en klanttevredenheid.
UWV doet ten aanzien van BKWI verslag van de uitvoering van het investeringsprogramma en de invoering van nieuwe wet- en regelgeving (indien van toepassing). Hierbij wordt ingegaan op de bereikte resultaten en de daarmee gepaard gaande kosten. BKWI legt hierbij een relatie met de planning en licht eventuele wijzigingen kort toe.
Voor de elektronische voorzieningen wordt verslag gedaan van de samenwerking tussen ketenpartners, de ontwikkelingen in de keten werk en inkomen en de voortgang van de uitvoering van het ketenprogramma. Het jaarplan vormt hierbij het uitgangspunt. Per speerpunt wordt aangegeven in welke mate de doelstellingen zijn gerealiseerd en wat de onderliggende analyse is bij afwijkingen in de realisatie. In dat geval wordt verder aangegeven welke aanvullende maatregelen door BKWI zijn genomen om de doelstellingen alsnog te realiseren.
In de bedrijfsvoeringsparagraaf gaat UWV in op de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen BKWI. Het doel is aan te geven in welke mate het management van BKWI haar bedrijfsprocessen beheerst. In de bedrijfsvoeringsparagraaf legt UWV, mede gebaseerd op risicoanalyse, verantwoording af over de bedrijfsvoering van BKWI. De bedrijfsvoeringsparagraaf bestaat tenminste uit de volgende onderdelen:
De wijze waarop UWV ten aanzien van BKWI verantwoording dient af te leggen over de rechtmatigheid in het jaarverslag en de jaarrekening, alsmede de wijze waarop de accountant zijn controlewerkzaamheden dient te verrichten, zijn nader uitgewerkt in de artikelen 5.10b t/m 5.10e van de Regeling SUWI en met name in de daarbij behorende toelichting.
In artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI is aangegeven dat UWV inzicht moet bieden in de doelmatigheid van het beheer en de organisatie BKWI. Ten aanzien van BKWI wordt verslag uitgebracht van activiteiten die zijn ondernomen om de bedrijfsprocessen door te lichten, waarbij het kostenniveau wordt gerelateerd aan de (kwaliteit van de) geleverde prestatie. De Raad van Bestuur van UWV wordt geacht de uitgangspunten die zij hanteert met betrekking tot doelmatigheid te expliciteren. Een toelichting op artikel 5.10e, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling SUWI, wordt gegeven in Bijlage XXIII bij de Regeling SUWI.
UWV rapporteert in het jaarverslag over het onderdeel BKWI over het totstandkomingproces van de informatievoorziening (inclusief de daarbij gehanteerde criteria zoals vastgelegd in bijlage XVII van de SUWI-regeling) en de wijze waarop deze is gewaarborgd (conform artikel 5.16 tweede lid Regeling SUWI). In zowel het tussentijdse verslag als het jaarverslag wordt ingegaan op de voortgang van verbetermaatregelen.
In dit onderdeel rapporteert UWV over eventuele tekortkomingen in het financieel beheer van BKWI. Onder financieel beheer wordt verstaan het geheel van beslissingen, handelingen en regels die zijn bedoeld voor de sturing en beheersing van, alsmede de verantwoording over, de financiële transacties en de saldi waarvoor het management (mede)verantwoordelijkheid draagt. De administraties, die ten behoeve van het financieel beheer worden bijgehouden, worden eveneens tot het financieel beheer gerekend
Het financieel beheer dient te voldoen aan de eisen ordelijkheid en controleerbaarheid.
Onder ordelijk wordt verstaan dat het financieel beheer en de administraties in overeenstemming zijn met de in de administratieve organisatie vastgelegde procedureregels. Met controleerbaar wordt bedoeld dat de uitkomsten van het financieel beheer duidelijk worden vastgelegd, opdat achteraf controle efficiënt kan worden uitgevoerd. Het UWV rapporteert in het algemeen bij onvolkomenheden in het financieel beheer als die kunnen leiden tot disfunctioneren van het financieel beheer en/of betrekking hebben op kritieke processen en/of wijd verbreid zijn en/of kunnen leiden of hebben geleid tot aanzienlijke risico’s.
UWV rapporteert voor het onderdeel BKWI over belangrijke ontwikkelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Sociaal beleid en HRM
BKWI rapporteert op dit punt over belangrijke personeelsaangelegenheden, waaronder in ieder geval de personeelsomvang, het personeelsverloop, de sociale plannen en de daarmee gemoeide kosten.
ICT en informatiebeveiliging
UWV rapporteert over de voortgang, verbetering en vernieuwing van de geautomatiseerde ondersteuning van zowel haar primaire- als ondersteunende processen bij BKWI. Ook de voortgang van projecten ter verbetering van gegevensbeheer en privacybescherming vallen hier onder. In het jaarverslag wordt ingegaan op het oordeel van de EDP-auditor. Deze geeft conform artikel 5.22 en 6.4 Regeling SUWI een oordeel over het stelsel van maatregelen en procedures gericht op het waarborgen van een exclusieve, integere, beschikbare en controleerbare gegevensverwerking en over het beveiligingsniveau van Suwinet. Indien van toepassing geeft UWV voor de bijdrage van BKWI inzicht in de verrichte inspanningen om de kwaliteit te verbeteren c.q. te consolideren.
Huisvesting
UWV doet verslag van de voortgang van huisvestingskosten van BKWI.
De onderwerpen die onder het onderdeel governance vallen hebben betrekking op de bestuurlijke inrichting door UWV van het organisatieonderdeel BKWI en de wijze waarop zij haar taken uitvoert.
Risicomanagement
UWV gaat in op welke wijze risico’s binnen het organisatieonderdeel BKWI zijn geanalyseerd, hoe wordt omgegaan met risico’s en hoe risico’s worden gemanaged.
In de toelichting wordt onder andere ingegaan op:
• uitleg belangrijke posten
• verklaring van verschillen (in ieder geval indien sprake is van verschillen van meer dan 5% en tenminste 50.000 ten opzichte van dezelfde post voorafgaand jaar)
• opvallende ontwikkelingen
• omvang en samenstelling van buitengewone baten en lasten
• omvang alsmede dotatie, onttrekking en vrijval van de voorzieningen (jaarrekening).
Bestuurskosten
BKWI doet jaarlijks verslag van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur (artikel 5 vierde lid Wet SUWI), en van de topinkomens op basis van de Wet openbaarmaking uit financiële middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
De indeling in categorieën volgt Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek.
Ten behoeve van de bevoorschotting neemt BKWI in het jaarplan en de jaarrekening een overzicht op van de uitvoeringskosten welke ten laste komen van de rijksbijdrage. De kasbeweging dient aan te sluiten op de rekeningen-courant met het ministerie van Financiën (geïntegreerd middelenbeheer).
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI geeft inzicht in de baten en lasten over het boekjaar, de balans aan het eind van het boekjaar en de cash flow. De jaarrekening heeft betrekking op de balans en de resultatenrekening met de toelichting en op de in het jaarplan en modelverantwoording opgenomen financiële onderwerpen. De jaarrekening is zoveel als mogelijk gebaseerd op titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij hiervan in deze modelverantwoording wordt afgeweken. De in de jaarrekening opgenomen informatie dient een zodanig betrouwbaar beeld te geven van de werkelijkheid als in de gegeven omstandigheden is vereist. Alle uitvoeringskosten worden in de budgetverantwoording opgenomen, ongeacht of er budget voor is toegekend. Het salderen van bijzondere baten en lasten is niet toegestaan, tenzij wetgeving anders voorschrijft.
De jaarrekening voor het onderdeel BKWI bestaat uit de volgende onderdelen:
• Grondslagen waardering en resultaatbepaling
• Balans met toelichting
• Resultatenrekening met toelichting
In verband met de versnelling van de verantwoording is het toegestaan het handelen in het verslagjaar te koppelen aan een jaarschijveninterpretatie. De te hanteren jaarschijf mag niet ouder zijn dan 3 maanden ten opzichte van het kalenderjaar waarop de verantwoording betrekking heeft. Indien de jaarschijven worden aangepast dan dient dit in de jaarrekening te worden vermeld evenals de vergelijkbare cijfers van het voorgaande jaar.
De accountant onderzoekt de verantwoording die het management van het BKWI op grond van de Regeling SUWI heeft uitgebracht. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen zijn nader geregeld in artikel 5.10b t/m e en bijlage XXII van de Regeling SUWI.
Met ingang van het jaar 2014 is het BKWI verplicht om een egalisatiereserve te vormen. Deze reserve wordt gevormd uit het positieve verschil tussen gerealiseerde baten en lasten (SZW-budget). De egalisatiereserve blijft beperkt tot de uitvoeringskosten en wordt ingezet voor:
• Opvangen van schommelingen in de inkomsten en uitgaven
• Reserveringen voor kosten die zich niet jaarlijks voordoen (bijvoorbeeld onderhoud bedrijfsmiddelen)
• Opvangen van overlopende verplichtingen (bijvoorbeeld projecten wet- en regelgeving)
• Onvoorziene uitgaven met een incidenteel karakter.
Het positieve verschil tussen de gerealiseerde baten en lasten met betrekking tot de uitvoeringskosten. SZW-budget, dat voor de egalisatiereserve in aanmerking wordt genomen, heeft betrekking op:
• De reguliere exploitatie
• Het budget voor projecten wet en regelgeving
• Het budget voor projecten bedrijfsvoering
• Het budget voor specifieke projecten.
Wat betreft de omvang van de egalisatiereserve zal worden aangesloten bij de richtlijn voor baten/lastendiensten, te weten 5% van het gemiddelde van de jaarbudgetten van de afgelopen 3 jaar. Bij de reactie op het jaarverslag over jaar t wordt door SZW de maximale omvang van de egalisatiereserve voor het jaar t+1 vastgesteld op basis van het gemiddelde van de vastgestelde jaarbudgetten van jaar t-2, t-1 en t.
De vorming, besteding en vrijval van de egalisatiereserve moet toegelicht worden in de jaarrekening.
BKWI beschikt gezien de aard van de dienstverlening over grootschalige ICT in verhouding tot de organisatiegrootte en het budget. De voorziene egalisatiereserve is onvoldoende groot om grootschalige (vervangings)investeringen te plegen. Het is BKWI derhalve toegestaan naast de egalisatiereserve een ‘bestemmingsfonds voor investeringen’ aan te houden. In het jaarplan neemt BKWI een ‘reservering investeringen’ op, in het jaarverslag het ‘bestemmingsfonds voor investeringen’, inclusief een toelichting en een meerjarig overzicht van de nog te plegen investeringen.
jaar t |
jaar t-1 |
|
---|---|---|
• immateriële vaste activa |
||
• materiële vaste activa |
||
• financiële vaste activa |
||
Totaal vaste activa |
||
• vorderingen |
||
• liquide middelen |
||
• overige vlottende activa |
||
Totaal vlottende activa |
||
Totaal activa |
||
• eigen vermogen |
||
• egalisatiereserve |
||
• bestemmingsfonds |
||
• voorzieningen |
||
• langlopende schulden |
||
• kortlopende schulden |
||
Totaal passiva |
• Verloopstaat immateriële vaste activa
• Verloopstaat materiële vaste activa
• Verloopstaat financiële vaste activa
• Verloopstaat eigen vermogen
• Verloopstaat voorzieningen
jaar t Regulier |
jaar t Projecten |
jaar t Totaal |
jaar t-1 Regulier |
jaar t-1 Projecten |
jaar t-1 Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage |
||||||
Incidenteel budget |
||||||
Overige baten |
||||||
Totaal baten |
||||||
Loonkosten eigen personeel |
||||||
Kosten extern personeel |
||||||
Overige personeelskosten |
||||||
Totaal personeelskosten |
||||||
Afschrijvingskosten |
||||||
Huisvestingskosten |
||||||
Automatiseringskosten |
||||||
Kantoorkosten |
||||||
Vervoerskosten |
||||||
Overige beheerskosten |
||||||
Totaal overig beheer |
||||||
Beleidsbudgetten |
||||||
Totaal overige kosten |
||||||
Totaal lasten |
||||||
Saldo van baten en lasten |
(n.v.t.)
(n.v.t.)
(n.v.t.)
BKWI gaat in het jaarverslag op hoofdlijnen in op de bevindingen van de Inspectie Werk en Inkomen en de Algemene Rekenkamer, en op de naar aanleiding van deze bevindingen genomen maatregelen.
De Regeling SUWI wordt aangepast aan de wijzigingen per 1 januari 2014 in de Wet SUWI inzake de egalisatiereserve en het meerjarenbeleidsplan. Verder worden de bijlagen aangepast aan de regelgeving en afspraken.
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het artikelgewijze deel van deze toelichting.
In artikel 2.2, tweede lid, van de Regeling SUWI wordt voor wat betreft de betaaldata van de voorschotten op de middelen voor de landelijke cliëntenraad (LCR) toegevoegd dat deze plaatsvindt ‘op of omstreeks’ 10 januari en 1 juli van elk jaar. Reden daarvoor is dat de LCR geen rechtspersoon is en het financiële verkeer om die reden via een andere organisatie loopt (thans de SER). Een eventuele rekening-courant bij het ministerie van financiën is daardoor niet aan de orde. Omdat het financiële verkeer via een externe bankrekening verloopt kan de ontvangstdatum van de middelen eerder of later liggen dan 10 januari en 1 juli.
In artikel 5.3, tweede lid, van de Regeling SUWI wordt een verwijzing naar een niet meer bestaande bijlage geschrapt.
In de Verzamelwet SZW 2013 is de verplichting tot het jaarlijks vaststellen van een meerjarenbeleidsplan geschrapt in de Wet SUWI. In verband hiermee kan ook de uitwerking hiervan in artikel 5.4 van de Regeling SUWI vervallen.
In dit onderdeel worden in artikel 5.10a ter uitvoering van artikel 52 van de Wet SUWI nadere gesteld over de egalisatiereserve van SVB en UWV. Geregeld is dat de egalisatiereserve ten hoogste 5 procent van het over de voorgaande 3 jaar toegekende budget voor de uitvoeringskosten bedraagt en dat deze niet minder dan nul is. Dotatie en onttrekking aan en vrijval van de egalisatiereserve wordt afzonderlijk vermeld en toegelicht in de jaarrekening.
Deze regels zijn van overeenkomstige toepassing op het Bureau Keteninformatie Werk en Inkomen (BKWI) en Inlichtingenbureau (IB). In artikel 33 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, dat vanaf 1 januari 2014 van toepassing wordt op UWV en SVB, wordt het vormen van een egalisatiereserve verplicht gesteld. Omdat het IB een zelfstandige rechtspersoon is, en niet onder de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen valt, wordt hier voorgeschreven dat het IB een egalisatiereserve vormt waarbij wel de regels van artikel 33 van de Kaderwet van overeenkomstige toepassing zijn.
Voor het overige zij verwezen naar het algemene deel van deze toelichting.
De raming van het aantal personen dat een uitkering ontvangt krachtens de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet en de Regeling tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen zal als aanvulling worden opgenomen in de verantwoordingsbijlage van de SVB. Artikel 5.13 van de Regeling SUWI kan daardoor vervallen.
Artikel 5.14, zevende lid, vervalt, omdat in de in dat lid geregelde gegevensverstrekking inmiddels is voorzien in artikel 11, tweede lid, van de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken 2008.
In artikel 6.2, eerste lid, is de verwijzing naar het Gegevensregister SUWI geactualiseerd. In de nieuwe versie van bijlage XII zijn onder andere de nieuwe gegevens in het kader van de Wet op de Studiefinanciering en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) VO18+ van DUO, de gegevens van het (Nieuwe) Handelsregister, de WIA & Wajong-gegevens van UWV en de gegevens van de Belastingdienst toegevoegd.
In artikel 5.40 en 5.41 van de Regeling Wfsv worden enkele foutieve verwijzingen hersteld naar artikel 45 van de Wet SUWI.
Inzake de bevoorschotting van de bijdrage voor het BKWI, dat in het bijzonder is belast met het beheer van de elektronische voorzieningen van het UWV, gelden nu nog geen regels. De kosten van het BKWI komen niet ten laste van het algemeen werkloosheidsfonds, maar worden rechtstreek ten laste van de rijksbijdrage aan het UWV gebracht. In de praktijk wordt maandelijks 1/12de deel van het BKWI-budget bevoorschot. Deze praktijk wordt met de wijziging van artikel 5.41 van de Regeling Wfsv tevens vastgelegd in regelgeving, zodat de regels inzake het BKWI parallel lopen met de regels inzake andere rijksbijdragen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.
Deze tabel te rapporteren in het tweede tussentijdse verslag. UWV geeft in het eerste tussentijdse verslag aan welke richting het opgaat met de jaarprognose (verwacht UWV binnen budget te blijven, mate van te verwachten over- of onderuitputting, verschil in regulier en projecten).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-33048.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.