Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten verbindingskantoren AWBZ 2013

Het College voor zorgverzekeringen,

gelet op artikel 91, eerste lid, Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 4.5, van het Besluit Wfsv en de Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten AWBZ 2013,

heeft in zijn vergadering van 21 januari 2013 besloten:

§ 1 Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

a. regio:

regio zoals genoemd in de Beschikking van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 augustus 2012 nr. Z-3123635 houdende de aanwijzing van administratie-instellingen bijzondere ziektekosten, Staatscourant nr. 17683, 31 augustus 2012;

b. budgethouder:

verzekerde aan wie een persoonsgebonden budget is verleend krachtens paragraaf 2.6 van de Regeling subsidies AWBZ;

c. nieuwe budgethouder:

een budgethouder aan wie op of na 1 januari 2013 een PGB wordt verstrekt;

d. verbindingskantoor:

een verbindingskantoor als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.

Artikel 2

  • 1. Het college keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2013.

  • 2. In afwijking van de in het eerste lid genoemde voorschotregeling, kan het CVZ de bevoorschottingstermijnen waar nodig aanpassen.

§ 2 Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2013

Artikel 3

  • 1. Het college verdeelt in het jaar 2013 een totaalbedrag van 165,175 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de verbindingskantoren.

  • 2. Het college stelt in januari 2013 voor ieder verbindingskantoor een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor de beheerskosten ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.

Artikel 4

Het college verdeelt het in artikel 3, eerste lid, genoemde totaalbedrag als volgt:

  • a. een bedrag van 24,182 miljoen euro op basis van een bedrag van € 188,62 per budgethouder uitgaande van 128.204 budgethouders op grond van het aantal budgethouders per verbindingskantoor;

  • b. een bedrag van 4,785 miljoen euro op basis van een bedrag van € 250,00 per nieuwe budgethouder uitgaande van 19.140 nieuwe budgethouders in 2013;

  • c. een bedrag van 5,167 miljoen euro op basis van een gelijk bedrag per verbindingskantoor;

  • d. een bedrag van 1,879 miljoen euro voor vier verbindingskantoren die in 2013 geen deel uitmaken van een concern;

  • e. een bedrag van 0,484 miljoen euro voor een verbindingskantoor dat, volgens opgave van Zorgverzekeraars Nederland, coördinerende activiteiten verricht voor doventolkvoorzieningen;

  • f. een bedrag van 0,274 miljoen euro voor een verbindingskantoor dat het mogelijk maakt zelfstandige zorgondernemers (zzp’ers) te contracteren.

Artikel 5

Het college verdeelt het na toepassing van artikel 4 resterende bedrag als volgt:

  • a. 15% op basis van een vast bedrag per verbindingskantoor, vermeerderd met een zelfde bedrag per regio waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen;

  • b. 85% op basis van het aantal inwoners per 1 januari 2012 in de regio’s, waarvoor het verbindingskantoor als zodanig is aangewezen, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners, waaronder die van vijfenzestig jaar en ouder, gebruikt het college de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 6

  • 1. De resultaten van de berekeningen volgens de artikelen 4 en 5 herrekent het college per regio.

  • 2. Ter verkrijging van het voorlopige beheerskostenbudget AWBZ per verbindingskantoor sommeert het college het berekende bedrag per regio voor de regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen.

  • 3. Het college rondt het voorlopige beheerskostenbudget af op hele euro’s, waarbij het college bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

§ 3 Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2013

Artikel 7

  • 1. Uiterlijk op de eerste werkdag van mei 2014 stelt het college het beheerskostenbudget over het jaar 2013 met toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 nader vast. Het college doet dit op basis van:

    • a. de werkelijke inwoneraantallen per 1 januari 2013, waarbij inwoners die op die datum vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen. Voor de bepaling van het aantal inwoners baseert het college zich op de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek;

    • b. de werkelijke aantallen budgethouders per 1 juli 2013;

    • c. de werkelijke aantallen nieuwe budgethouders per 31 december 2013;

  • 2. De vaststelling, bedoeld in het eerste lid, geschiedt met inachtneming van de Nadere aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten AWBZ 2013 van de Staatssecretaris voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 3. Het college brengt op het nader vastgestelde beheerskostenbudget de door het college uitgekeerde voorschotten voor het jaar 2013 in mindering en verrekent het saldo.

§ 4 Definitieve vaststelling

Artikel 8

  • 1. Uiterlijk in 2016 stelt het college het beheerskostenbudget AWBZ 2013 definitief vast, met inachtneming van de beoordeling en correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit.

  • 2. Het college betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het nader vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor het verbindingskantoor uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor het verbindingskantoor leidt, vordert het college het verschil in.

§ 5 Slot

Artikel 9

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2013.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten verbindingskantoren AWBZ 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur, A. Moerkamp.

Goedgekeurd door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij brief van 29 januari 2013, kenmerk Z-3152189.

TOELICHTING

Jaarlijks stelt het College voor zorgverzekeringen (CVZ) de beleidsregels ter verdeling van de besteedbare middelen beheerskosten vast naar aanleiding van de Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de Aanwijzing). In de onderhavige beleidsregels is de volledige budgetcyclus van de beheerskosten AWBZ opgenomen.

Elke cyclus begint in december t-1 met de Aanwijzing voor het kalenderjaar waarop de toegekende middelen betrekking hebben (jaar t). Vervolgens stelt het CVZ beleidsregels op waarin het vaststelt hoe het de besteedbare middelen verdeelt. In januari van jaar t stelt het CVZ het voorlopige beheerskostenbudget vast. In de Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ 2013 van het CVZ is bepaald op welke wijze de voorschotten worden uitgekeerd, dat de voorschotten worden verrekend met de nadere vaststelling en op welke wijze rente wordt berekend.

Als in het jaar t+1 de staatssecretaris een Nadere aanwijzing voor het jaar t heeft afgegeven en het CVZ daarop een wijziging van de beleidsregels voor het jaar t heeft vastgesteld, stelt het CVZ het beheerskostenbudget nader vast. In deze Nadere vaststelling wordt ook de rente over het beheerskostenbudget vastgesteld.

Tenslotte stelt het CVZ in het jaar t+3 het beheerskostenbudget definitief vast. Het CVZ houdt bij de definitieve vaststelling rekening met de correcties van de NZa en constateert of aan de voorwaarden is voldaan bij voorwaardelijk beschikbaar gestelde middelen.

De staatssecretaris heeft de besteedbare middelen beheerskosten AWBZ voor het jaar 2013 vastgesteld op 169,283 miljoen euro.

Dit bedrag is bestemd ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van de AWBZ door de zorgverzekeraars en de verbindingskantoren. In zijn beleidsregels heeft het CVZ een bedrag van 165,175 miljoen euro vastgesteld als totaalbudget voor de verbindingskantoren. Dit bedrag is als volgt berekend:

Omschrijving

Bedrag (1 = € 1mln)

Historisch bepaald basisbedrag

156,400

2,72% loon- en prijsbijstelling (voorcalculatorisch)

4.254

Aanpassing budget voor de uitvoering van de PGB subsidieregeling i.v.m. de afname van het aantal budgethouders

–0,938

Extra kosten voor face to face gesprekken met nieuwe PGB budgethouders

4,785

Pilot zzp’ers

0,274

Rolstoelgebruik AWBZ en overheveling geriatrische revalidatie

0,400

Totaal

165,175

Het percentage voor loon- en prijsbijstelling wordt nagecalculeerd als daartoe te zijner tijd een Nadere aanwijzing van de staatssecretaris verschijnt.

In deze beleidsregels geeft het CVZ aan hoe de middelen, die voor 2013 voor de verbindingskantoren besteedbaar zijn, worden verdeeld.

Persoonsgebonden Budget (PGB)

In 2013 gaat het CVZ uit van een vast bedrag van € 188,62 per verzekerde aan wie een PGB is verleend.

Naar verwachting zal het aantal PGB dossiers op 1 juli 2013 met 4.974 gedaald zijn ten opzichte van de stand op 1 juli 2012. Hierdoor neemt het PGB uitvoeringsbudget met 0,938 miljoen euro af. Wanneer de werkelijke daling afwijkt van de geraamde daling, zal het PGB uitvoeringsbudget daarop worden aangepast.

Face to face gesprekken met nieuwe PGB’ers

In 2013 zullen de zorgkantoren met nieuwe PGB’ers een persoonlijk gesprek gaan voeren. Deze nieuwe aanpak zal ongeveer 250 euro per nieuwe PGB’er kosten. Op basis van schattingen wordt verwacht dat er 19.140 nieuwe PGB’ers bijkomen, zodat hiervoor structureel een extra bedrag van 4,785 miljoen euro aan het budget wordt toegevoegd.

Omdat de extra uitvoeringskosten nog niet nauwkeurig in te schatten zijn, zullen deze in de loop van 2013 worden gemonitord en eventueel worden bijgesteld.

Pilot zzp’ers

In 2012 is het systeem om het contracteren van zelfstandige zorgondernemers (zzp’ers) mogelijk te maken verbeterd en uitgebreid. Voor de borging van de beschikbaarheid en de verwerkingscapaciteit van dit systeem om zzp’ers te ondersteunen bij het verwerken van hun transacties wordt incidenteel een bedrag van 0,274 miljoen euro aan het budget toegevoegd van één zorgkantoor.

Rolstoelgebruik AWBZ en overheveling geriatrische revalidatie

Op 1 januari 2013 wordt de geriatrische revalidatiezorg overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Hierdoor is het noodzakelijk dat de kosten van het rolstoelgebruik worden uitgesplitst naar AWBZ en Zvw. Voor deze handmatige administratie wordt incidenteel een bedrag van 0,400 miljoen euro aan de middelen toegevoegd.

Dubbel bedrag voor verbindingskantoren die geen deel uitmaken van een concern

Het gaat hier om verbindingskantoren die geen enkele juridische relatie met een ander verbindingskantoor of andere zorgverzekeraar hebben. Deze verbindingskantoren missen de schaalvoordelen die de overige verbindingskantoren wel genieten. Om hen te compenseren wordt, evenals in 2011 en 2012, het vaste bedrag per verbindingskantoor verdubbeld. De verdubbeling van het vaste bedrag leidt ook in 2013 niet tot een verhoging van het macrobudget, maar leidt wel tot een andere verdeling.

Bij de definitieve vaststelling van de beheerskostenbudgetten 2013 zal het CVZ uitgaan van de definitief goedgekeurde voorbereidingskosten en de definitief door het CVZ vastgestelde wettelijke reserves uitvoering AWBZ ultimo 2012.

Ten slotte

Verbindingskantoren voeren voor één of meerdere regio’s de AWBZ werkzaamheden uit. Om de berekening van de budgetten meer inzichtelijk te maken voor de verbindingskantoren heeft het CVZ de berekening verbijzonderd op het niveau van de regio (artikel 6). Als onderdeel daarvan verbijzondert het CVZ de in artikel 4, onderdeel c, en in artikel 5, onderdeel a, bedoelde bedragen per verbindingskantoor eveneens per regio door deze bedragen te delen door het aantal regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen.

Als laatste stap in de berekening sommeert het CVZ de bedragen per regio tot het budget per verbindingskantoor (artikel 7, tweede lid).

Voorzitter Raad van Bestuur, A. Moerkamp.

Naar boven