Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 oktober 2013, 2013-0000136460, tot wijziging van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 in verband met het vervallen van de verplichting gebruik te maken van het Digitaal Verantwoordingssysteem

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 54, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 54, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, alsmede de artikelen 50, tweede lid en 5 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 7b, derde lid, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 vervalt: met het Digitaal Verantwoordingssysteem.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 oktober 2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

TOELICHTING

Het besluit om het gebruik van het Digitaal Verantwoordingssysteem (DVS) vanaf 1 januari 2014 definitief te beëindigen heeft ook gevolgen voor de indiening van het beeld van de uitvoering als bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004. In lijn met de wijziging van de Regeling WWB, IOAW en IOAZ en de Regeling participatiebudget (Stcrt. 2013, 26340) vervalt het verplichte gebruik van DVS en wordt nu bepaald dat indiening van het beeld van de uitvoering dient te geschieden onder gebruikmaking van een formulier dat door de minister elektronisch beschikbaar wordt gesteld.

Over de wijze waarop dat vanaf 1 januari 2014 zal geschieden zullen de gemeenten voor 1 november 2013 geïnformeerd worden. Onveranderd blijft dat het beeld van de uitvoering uiterlijk op 28 februari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het beeld van de uitvoering betrekking heeft door de minister wordt ontvangen en dat de betaling van de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de WWB voor het lopende vergoedingsjaar wordt opgeschort indien de minister het beeld van de uitvoering niet heeft ontvangen op voormelde datum.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

Naar boven