De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op de artikelen 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen van
de Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet
onderwijs, kalenderjaar 2012 en 2013 (Staatscourant 9 oktober 2012, nr. 20307) per 1 januari 2013 opnieuw vastgesteld. Dat heeft te maken met de toevoeging van
de kabinetsbijdrage voor de financiering van de premiekostenontwikkeling van de sociale
werkgeverslasten. De regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast
voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2012 en 2013 wordt als gevolg hiervan gelijktijdig
ingetrokken.
Daarnaast zijn in deze regeling per 1 januari 2014 nieuwe gpl-bedragen vastgesteld.
Dit is het gevolg van de volgende maatregelen: de doorwerking van de kabinetsbijdrage
voor 2013 naar volgende jaren, de oploop van de generieke taakstelling van – € 10 mln.
die in het Regeerakkoord 2010 in samenhang met de vereenvoudiging is opgenomen, de
correctie doorwerking eenmalige inhouding in 2013, de taakstelling die in het kader
van het Lenteakkoord is opgenomen, de taakstelling gekoppeld aan het creëren van extra
ruimte voor scholen in het curriculum bovenbouw havo/vwo en de jaarlijkse toevoeging
van de extra middelen ten behoeve van de verdere inkorting van de carrièrelijnen en
de invoering van de landelijke functiemix in het kader van het Convenant Leerkracht
van Nederland.
Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2014 over de definitieve kabinetsbijdrage
voor de premieontwikkeling van de sociale werkgeverslasten kunnen deze bedragen na
1 januari 2014 ook nog wijzigen. In het voorjaar van 2014 wordt hierover meer duidelijkheid
verstrekt.
De desbetreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.
Maatregelen per 1 januari 2013
Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl
per 1 januari 2013:
Maatregelen per 1 januari 2014
Voor alle personeelscategorieën zijn verder de volgende maatregelen van invloed op
de gpl per 1 januari 2014:
-
• Taakstelling van – € 10 mln. in het kader van het Regeerakkoord 2010. Dit betreft
de oploop van de generieke taakstelling die vooruitloopt op de voorgenomen vereenvoudiging
van de bekostiging en is ook aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 22 december
2011 (346451) en opgenomen in de begrotingen 2012 en 2013 van OCW.
-
• Correctie van de doorwerking van de eenmalige inhouding van € 56 mln. De verlaging
van de gpl-bedragen in 2013 als gevolg van deze inhouding wordt per 1 januari 2014
weer ongedaan gemaakt. Deze correctie is noodzakelijk om te voorkomen dat deze eenmalige
inhouding structureel doorwerkt.
-
• Taakstelling gekoppeld aan het creëren van extra vrije ruimte voor scholen in het
curriculum bovenbouw havo/vwo per 1 augustus 2014: – € 20 mln.
-
• Taakstelling in het kader van het Lenteakkoord: – € 43,7 mln.
Specifiek voor de personeelscategorie leraren zijn daarnaast de volgende maatregelen
van invloed op de gpl per 1 januari 2014:
-
• In het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland sectoren primair – en voortgezet
onderwijs is ook voor 2014 een aantal maatregelen afgesproken. Het gaat daarbij onder
andere om de extra middelen voor de verdere inkorting van de carrièrelijnen en de
landelijke functiemix die in het kalenderjaar 2014 via de reguliere bekostiging worden
verstrekt. Met ingang van 1 januari 2014 worden de gpl-bedragen voor de personeelscategorie
leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen (€ 47,6 mln.) kunnen worden aangewend
voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van de carrièrelijnen en de
landelijke functiemix in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen
komen bovenop de middelen die al in de jaren 2009 tot en met 2013 in de gpl-bedragen
voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt. Naast deze middelen is via aan
afzonderlijke regeling in de jaren 2009 tot en met 2013 aanvullende bekostiging beschikbaar
gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s. Ook voor het kalenderjaar
2014 zal hiervoor een aparte regeling worden gepubliceerd.
Uitbetaling
Zo spoedig mogelijk wordt in het overzicht financiële beschikkingen door DUO de berekening
van de bijstelling voor het kalenderjaar 2013 gespecificeerd. Hierbij wordt gebruik
gemaakt van de gpl-bedragen zoals die nu in deze regeling vanaf 1 januari 2013 zijn
vastgesteld.
Met het overzicht financiële beschikkingen van december 2013 wordt de personele bekostiging
voor het kalenderjaar 2014 vastgesteld. Dat geschiedt op basis van de in deze regeling
voor 2014 vastgestelde bedragen. Rekening houdend met de in de algemene toelichting
van deze regeling opgenomen kanttekening ten aanzien van de besluitvorming over de
kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in 2014, kunnen deze nieuwe bedragen
in het kalenderjaar 2014 nog wijzigen.
In onderstaande tabel zijn de verschillende gpl-bedragen opgenomen:
Soort bedrag
|
Bedrag per 1 januari 2013 (oud)
|
Bedrag per 1 januari 2013 (nieuw)
|
Bedrag per 1 januari 2014
|
Schoolsoortgroep 1
|
|
|
|
Directie:
|
€ 79.752,38
|
€ 79.893,59
|
€ 79.646,03
|
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 72.238,09
|
€ 72.365,99
|
€ 72.870,79
|
Schoolsoortgroep 2
|
|
|
|
Directie:
|
€ 95.185,11
|
€ 95.353,64
|
€ 95.058,18
|
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 81.927,84
|
€ 82.072,90
|
€ 82.645,40
|
Schoolsoortgroep 3
|
|
|
|
Directie:
|
€ 94.169,09
|
€ 94.335,83
|
€ 94.043,52
|
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 77.925,36
|
€ 78.063,33
|
€ 78.607,87
|
Schoolsoortgroep 4
|
|
|
|
Directie:
|
€ 91.472,63
|
€ 91.634,59
|
€ 91.350,65
|
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 74.160,20
|
€ 74.291,51
|
€ 74.809,73
|
OOP alle groepen:
|
€ 41.817,83
|
€ 41.891,87
|
€ 41.762,07
|
OP= Onderwijzend Personeel
OOP=Onderwijs Ondersteunend Personeel
Administratieve lasten
Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen
en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor
voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. Deze regeling veroorzaakt geen administratieve
lasten voor de scholen omdat de informatieverplichtingen niet wijzigen. De bekostiging
wordt ambtshalve verstrekt.
Vaste Verandermomenten
Deze regeling voorziet in het opnieuw vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde
personeelslast kalenderjaar 2013. Eerdere publicatie was echter niet mogelijk omdat
de definitieve bijstellingen pas in de loop van het kalenderjaar bekend zijn geworden.
In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking
en werkt terug tot en met 1 januari 2013. Dit is een voorziene afwijking van de procedure
rond de vaste verandermomenten. Reden hiervoor is, zoals eerder genoemd, dat het onderwijsveld
is gebaat bij een snelle inwerkingtreding.
Artikelsgewijs
Artikelen 2 en 3
De gpl-bedragen voor alle categorieën worden per 1 januari 2013 opnieuw vastgesteld.
Deze stijgen (0,18%) ten opzichte van de oude gpl-bedragen per 1 januari 2013 als
gevolg van de beschikbaar gestelde kabinetsbijdrage 2013. Hetzelfde geldt voor de
aanvullende personele bekostiging.
Artikelen 4 en 5
Per 1 januari 2014 dalen (–0,31%) de bedragen voor directie en het onderwijsondersteunend
personeel weer ten opzichte van de nieuwe gpl-bedragen als gevolg van de generieke
taakstellingen. Voor het onderwijzend personeel is er sprake van een stijging met
0,70% omdat voor deze personeelscategorie, naast de generieke taakstellingen, extra
middelen zijn toegevoegd voor de inkorting van de carrièrelijnen en functiemix. Hetzelfde
geldt voor de aanvullende personele bekostiging van de lerarenformatie.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker.