Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2012, 20307 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2012, 20307 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
Gelet op de artikelen 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Wet op het voortgezet onderwijs;
rectoren, directeuren, conrectoren en adjunct-directeuren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder a, van de wet;
leraren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder b, van de wet;
onderwijsondersteunend personeel als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder c, van de wet;
scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, scholen voor praktijkonderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit ten minste twee van deze schoolsoorten, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs;
scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit een combinatie van deze scholen;
scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs;
scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor praktijkonderwijs of scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs.
1. Voor de directie bedraagt per 1 januari 2012 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 81.271,71 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 96.998,44 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 95.963,07 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 93.215,24 voor schoolsoortgroep 4.
2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2012 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 73.073,44 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 82.875,24 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 78.826,48 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 75.017,77 voor schoolsoortgroep 4.
3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt per 1 januari 2012 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 42.614,48, ongeacht de schoolsoortgroep.
1. Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de wet wordt verstrekt vanaf 1 januari 2012, zijn op het vaststellen van die bekostiging het tweede tot en met het vierde lid van toepassing.
2. Voor de directieformatie van de school geldt de in artikel 2, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast van de schoolsoortgroep waartoe de school behoort.
3. Voor de lerarenformatie geldt de voor de school in artikel 2, tweede lid, genoemde gemiddelde personeelslast van de schoolsoortgroep waartoe de school behoort.
4. Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 2, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.
1. Voor de directie bedraagt per 1 januari 2013 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 79.752,38 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 95.185,11 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 94.169,09 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 91.472,63 voor schoolsoortgroep 4.
2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2013 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 72.238,09 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 81.927,84 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 77.925,36 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 74.160,20 voor schoolsoortgroep 4.
3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt per 1 januari 2013 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 41.817,83, ongeacht de schoolsoortgroep.
1. Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de wet wordt verstrekt vanaf 1 januari 2013, zijn op het vaststellen van die bekostiging het tweede tot en met het vierde lid van toepassing.
2. Voor de directieformatie van de school geldt de in artikel 4, eerste lid, genoemde gemiddelde personeelslast van de schoolsoortgroep waartoe de school behoort.
3. Voor de lerarenformatie geldt de voor de school in artikel 4, tweede lid, genoemde gemiddelde personeelslast van de schoolsoortgroep waartoe de school behoort.
4. Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt de in artikel 4, derde lid, genoemde gemiddelde personeelslast.
De Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2012 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze regeling.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen van de Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2012 (Staatscourant 22 december 2011, nr. 23454) per 1 januari 2012 opnieuw vastgesteld. Dat heeft te maken met de toevoeging van de kabinetsbijdrage voor de financiering van de premiekostenontwikkeling van de sociale werkgeverslasten. Deze bijdrage voor 2012 en volgende jaren is inclusief de compensatie voor de effecten op de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) als gevolg van aanpassingen in de zorgverzekeringswet. De regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2012 wordt als gevolg hiervan gelijktijdig ingetrokken.
Daarnaast zijn in deze regeling per 1 januari 2013 nieuwe gpl-bedragen vastgesteld. Dit is het gevolg van de volgende maatregelen: de doorwerking van de kabinetsbijdrage voor 2012 naar volgende jaren, de generieke taakstelling van – € 48,4 mln. die in het Regeerakkoord 2010 is opgenomen, de verwerking van de eenmalige kasschuif 2010 (– € 56 mln.) en de jaarlijkse toevoeging van de extra middelen (ongeveer € 34 mln.) ten behoeve van de verdere inkorting van de carrièrelijnen en de invoering van de landelijke functiemix in het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland.
Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2013 over de definitieve kabinetsbijdrage voor de premieontwikkeling van de sociale werkgeverslasten kunnen deze bedragen na 1 januari 2013 ook nog wijzigen. In het voorjaar van 2013 wordt hierover meer duidelijkheid verstrekt.
De desbetreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.
Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2012:
• Kabinetsbijdrage 2012 voor de premiekostenontwikkeling van de sociale werkgeverslasten en de compensatie voor de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet voor 2012 en volgende jaren.
Voor alle personeelscategorieën zijn verder de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2013:
• Taakstelling van – € 48,4 mln. in het kader van het Regeerakkoord 2010. Deze generieke taakstelling loopt vooruit op de voorgenomen vereenvoudiging van de bekostiging en is ook aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van 22 december 2011 (346451) en opgenomen in de begroting 2012 van OCW.
• Taakstelling van – € 56 mln. zijnde de eenmalige compensatie over 2010 waarvoor in 2013 invulling moet worden gevonden. In verband met de nullijn is er voor 2013 geen loonruimte beschikbaar, daarom is het onvermijdelijk dat deze eenmalige compensatie nu in 2013 met de personele lumpsumbekostiging wordt verrekend.
Specifiek voor de personeelscategorie leraren zijn daarnaast de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2013:
• In het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland sectoren primair- en voortgezet onderwijs is ook voor 2013 een aantal maatregelen afgesproken. Het gaat daarbij onder andere om de extra middelen voor de verdere inkorting van de carrièrelijnen en de landelijke functiemix die in het kalenderjaar 2013 via de reguliere bekostiging worden verstrekt. Met ingang van 1 januari 2013 worden de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen (€ 34,0 mln.) kunnen worden aangewend voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van de carrièrelijnen en de landelijke functiemix in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen komen bovenop de middelen die al in de jaren 2009 tot en met 2012 in de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt. Naast deze middelen is via aan afzonderlijke regeling in de jaren 2009 tot en met 2012 aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s. Ook voor het kalenderjaar 2013 zal hiervoor een aparte regeling worden gepubliceerd.
Zo spoedig mogelijk wordt in het overzicht financiële beschikkingen door DUO de berekening van de bijstelling voor het kalenderjaar 2012 gespecificeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gpl-bedragen zoals die nu in deze regeling vanaf 1 januari 2012 zijn vastgesteld.
Met het overzicht financiële beschikkingen van december 2012 wordt de personele bekostiging voor het kalenderjaar 2013 vastgesteld. Dat geschiedt op basis van de in deze regeling voor 2013 vastgestelde bedragen. Rekeninghoudend met de in de algemene toelichting van deze regeling opgenomen kanttekening ten aanzien van de besluitvorming over de kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling in 2013, kunnen deze nieuwe bedragen in het kalenderjaar 2013 nog wijzigen.
In onderstaande tabel zijn de verschillende gpl-bedragen opgenomen:
Soort bedrag |
Bedrag per 1 januari 2012 (oud) |
Bedrag per 1 januari 2012 (nieuw) |
Bedrag per 1 januari 2013 |
---|---|---|---|
Schoolsoortgroep 1 |
|||
Directie: |
€ 80.858,52 |
€ 81.271,71 |
€ 79.752,38 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 72.701,93 |
€ 73.073,44 |
€ 72.238,09 |
Schoolsoortgroep 2 |
|||
Directie: |
€ 96.505,30 |
€ 96.998,44 |
€ 95.185,11 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 82.453,90 |
€ 82.875,24 |
€ 81.927,84 |
Schoolsoortgroep 3 |
|||
Directie: |
€ 95.475,19 |
€ 95.963,07 |
€ 94.169,09 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 78.425,72 |
€ 78.826,48 |
€ 77.925,36 |
Schoolsoortgroep 4 |
|||
Directie: |
€ 92.741,33 |
€ 93.215,24 |
€ 91.472,63 |
OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 74.636,38 |
€ 75.017,77 |
€ 74.160,20 |
OOP alle groepen: |
€ 42.397,83 |
€ 42.614,48 |
€ 41.817,83 |
OP= Onderwijzend Personeel
OOP=Onderwijs Ondersteunend Personeel
Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. De scholen hoeven geen aanvraag in te dienen voor de (gewijzigde) bekostiging en de regeling veroorzaakt dan ook geen administratieve lasten. De bekostiging wordt ambtshalve verstrekt.
Deze regeling voorziet in het opnieuw vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2012. Eerdere publicatie was echter niet mogelijk omdat de definitieve bijstellingen pas laat in het kalenderjaar bekend zijn geworden. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2012. Dit is een voorziene afwijking van de procedure rond de vaste verandermomenten. Reden hiervoor is, zoals eerder genoemd, dat het onderwijsveld is gebaat bij een snelle inwerkingtreding.
De gpl-bedragen voor alle categorieën worden per 1 januari 2012 opnieuw vastgesteld.
Deze stijgen (0,51%) ten opzichte van de oude gpl-bedragen per 1 januari 2012 als gevolg van de beschikbaar gestelde kabinetsbijdrage 2012. Hetzelfde geldt voor de aanvullende personele bekostiging.
Per 1 januari 2013 dalen (-1,87%) de bedragen voor directie en het onderwijsondersteunend personeel weer ten opzichte van de nieuwe gpl-bedragen als gevolg van de generieke taakstellingen. Voor het onderwijzend personeel blijft de daling beperkt tot een verlaging van de bedragen met 1,14% omdat voor deze personeelscategorie, naast de generieke taakstellingen, extra middelen zijn toegevoegd voor de inkorting van de carrièrelijnen en functiemix. Hetzelfde geldt voor de aanvullende personele bekostiging.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-20307.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.