Prognose aantal te huisvesten vergunninghouders, Ministerie van Veiligheid en Justitie

26 september 2013

Nr. 2013-423687

Directoraat-generaal Vreemdelingenzaken

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 60b, tweede en vierde lid, van de Huisvestingswet;

Maakt bekend:

  • 1) Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 60b, eerste lid, van de Huisvestingswet en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingverplichtingen, wordt bijgesteld van 4.700 personen naar 6.500 personen.

  • 2) Het aantal vergunninghouders in wier huisvesting in de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 naar verwachting zal dienen te worden voorzien, als bedoeld in artikel 60b, eerste lid, van de Huisvestingswet en onverminderd eerdere wettelijke taakstellingverplichtingen, bedraagt 6.500 personen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

TOELICHTING

Deze bekendmaking betreft een verhoging van de lopende taakstelling van het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 (Stcrt. 2013, 8489) en de vaststelling van de prognose van het aantal te huisvesten vergunninghouders in de periode 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014. Hierbij gaat het om de huisvesting van vergunninghouders aan wie op grond van de Vreemdelingenwet 2000 een vergunning voor bepaalde tijd asiel is verleend dan wel van vergunninghouders wier verblijfstitel sinds het tijdstip van de inwerkingtreding van de Vreemdelingenwet 2000 onder de reikwijdte van de taakstellingensystematiek van de Huisvestingwet vallen.

De nieuwe prognose is berekend aan de hand van de verwachting van het aantal personen dat een verblijfsvergunning ontvangt. Dit is voor de tweede helft van 2013 hoger dan in eerste instantie aangegeven, met name door een hoge instroom van nareizigers.

Gezien de wettelijke systematiek blijven niet-gerealiseerde taakstellingen uit vorige perioden onverminderd van kracht en dienen de hiermee gemoeid zijnde huisvestingsplaatsen alsnog te worden geleverd.

Naar boven