Regeling van de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 19 september 2013, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de algemeen directeur ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling Nederlands Forensisch Instituut 2013)

De algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 22, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2011;

Besluit:

Artikel 1

Van het ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel f van de Mandaatregeling DGRR Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013, aan de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de directeur Externe relaties.

Artikel 2

Als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hun dienstonderdeel ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de algemeen directeur blijft voorbehouden de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 5

Bij verhindering of afwezigheid van de algemeen directeur is de directeur Externe relaties aangewezen als plaatsvervangend algemeen directeur.

Artikel 6

De Ondermandaatregeling algemeen directeur Nederlands Forensisch Instituut 4 november 2011, de Ondermandaatregeling directeur Externe relaties Nederlands Forensisch Instituut 4 november 2011 en de Ondermandaatregeling afdelingshoofden Nederlands Forensisch Instituut 4 november 2011 worden ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 november 2011.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Nederlands Forensisch Instituut 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen bij het Nederlands Forensisch Instituut ter inzage.

De algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, T.B.P.M. Tjin-A-Tsoi

TOELICHTING

In deze regeling wordt door de algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de directeur Externe relaties de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen.

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en het P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 (Stcrt.2011 nr.22850).

De algemeen directeur kan nadere instructies geven ten aanzien van de wijze waarop rechtspositionele besluiten worden genomen en de besteding van de budgetten waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van de bevoegdheden.

De algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, T.B.P.M. Tjin-A-Tsoi

Naar boven