Regeling van de Minister van Economische Zaken van 25 januari 2013, nr. WJZ/13010922, tot wijziging van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 30, vijfde lid en 32, derde lid, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘2 procent’ vervangen door: 3 procent.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘2,4 procent’ vervangen door: 3,3 procent.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘2,8 procent’ vervangen door: 3,3 procent.

4. In het eerste lid, onderdeel d, wordt ‘3,2 procent’ vervangen door: 4,5 procent.

5. In het eerste lid, onderdeel e, wordt ‘3,6 procent’ vervangen door: 4,5 procent.

B

Artikel 7, eerste lid, van bijlage 2.1., 2.2 en 2.5., wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, wordt ‘2 procent’ vervangen door: 3 procent.

2. In onderdeel b, wordt ‘2,4 procent’ vervangen door: 3,3 procent.

3. In onderdeel c, wordt ‘2,8 procent’ vervangen door: 3,3 procent.

4. In onderdeel d, wordt ‘3,2 procent’ vervangen door: 4,5 procent.

5. In onderdeel e, wordt ‘3,6 procent’ vervangen door: 4,5 procent.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 januari 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Doel en aanleiding

De Kamer is per brief1 van 24 oktober 2012 geïnformeerd dat een gemitigeerde verhoging van de eenmalig te betalen borgstellingsprovisie van de regeling Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) nodig is, om de regeling toekomstbestendig te houden na de opgelopen verliezen van de afgelopen jaren als gevolg van de crisis. Van de mogelijke maatregelen om de kostendekkendheid van de regeling te verbeteren, is verhoging van de provisie die eenmalig betaald moet worden om van de borgstelling gebruik te kunnen maken als meest wenselijk geacht, omdat de toegang van de doelgroep tot de regeling zo veel mogelijk wordt behouden en de kredietgenererende werking van de regeling in stand blijft.

Administratieve lasten

De onderhavige wijziging leidt tot een eenmalige aanpassing van het administratief systeem van de uitvoerende banken. Deze is echter dermate klein dat deze niet leidt tot een wijziging van de administratieve lasten van de regeling. Deze blijven daardoor 0,07% voor deze regeling.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2013. Hiermee wordt voldaan aan het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstukken II 2011/12, 31 311, nr.93.

Naar boven