Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 17 juli 2013 (kenmerk 32101-106842-MEVA), houdende wijziging van Regeling periodieke registratie Wet BIG in verband met enige uitzonderingen voor het beroep verpleegkundige

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en het zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling periodieke registratie Wet BIG wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt toegevoegd:

Het periodiek registratie certificaat is op het moment van het indienen van de aanvrage voor opname van een aantekening in een van de registers op basis van artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de wet, niet ouder dan twee jaar.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Voor de opname van een aantekening in een van de registers op basis van artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de wet, kan in plaats van een periodiek registratie certificaat worden overgelegd:

    • a. een bewijs van inschrijving in het register van een specialistenopleiding ingeval het een opleiding betreft die leidt tot een wettelijk erkende specialistentitel als bedoeld in artikel 14, eerste lid van de wet, dan wel

    • b. een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene met goed gevolg het examen ter afsluiting van een opleiding tot verpleegkundige heeft afgelegd die is opgenomen in het Centrale register voor opleidingen hoger onderwijs, genoemd in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Het hiervoor vermelde getuigschrift is op het moment van het indienen van de aanvrage voor opname van een aantekening in het register van verpleegkundigen op basis van artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de wet, niet ouder dan twee jaar.

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van het derde lid wordt toegevoegd:

, dan wel voor zover het onderwijs wordt gegeven in het kader van:

2. Aan het slot van het vierde, vijfde en zesde en zevende lid, onderdelen a en b, wordt telkens toegevoegd: , dan wel voor zover het onderwijs wordt gegeven in het kader van een specialistenopleiding, die leidt tot een wettelijk erkende specialistentitel als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling periodieke registratie Wet BIG (hierna te noemen: de regeling). In de regeling worden voor de beroepen fysiotherapeut, verloskundige, verpleegkundige, arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut, eisen gesteld aan respectievelijk de te volgen scholing en de aard van de te verrichten werkzaamheden om de registratie in het BIG-register te verlengen.

Bij toepassing van de regeling in de praktijk blijkt er behoefte aan een wettelijke termijn voor de geldigheid van het periodiek registratie certificaat, aan uitbreiding van de mogelijkheid van uitzondering van de scholingsplicht en aan een uitbreiding van de regeling voor gelijkgestelde werkzaamheden.

De wijzigingen in de onderhavige regeling voorzien in deze behoeften en betreffen:

  • Een maximale termijn voor de geldigheid van het periodiek registratie certificaat.

  • Een uitzondering van de scholingsplicht voor verpleegkundigen, die niet aan de werkervaringseis voldoen, maar in het bezit zijn van een getuigschrift van een HBO opleiding tot verpleegkundige, dat niet ouder is dan twee jaar op het moment van het indienen van de aanvrage voor periodieke registratie.

  • Een uitbreiding van de regeling voor gelijkgestelde werkzaamheden voor onderwijs in de centrale vakgebieden voor zover het onderwijs wordt gegeven in het kader van een specialistenopleiding, die leidt tot een wettelijk erkende specialistentitel als bedoeld in artikel 14, eerste lid van de wet.

  • Een uitbreiding van de regeling voor gelijkgestelde werkzaamheden voor onderwijs in de centrale vakgebieden van verpleegkunde, gegeven in het kader van een verpleegkundige vervolg opleiding, die erkend is door Stichting College Zorg Opleidingen te Utrecht.

Bij de artikelsgewijze toelichting worden deze onderwerpen nader toegelicht.

Artikelsgewijs

Artikel I

A
Artikel 2, eerste lid

Als bewijs dat een beroepsbeoefenaar die niet aan de werkervaringseis voldoet na de scholing weer beschikt over de vereiste kerncompetenties wordt door een daartoe bevoegde onderwijsinstelling een periodiek registratie certificaat uitgereikt. Dit certificaat staat er borg voor dat betrokkene beschikt over de competenties en vaardigheden die behoren tot de kern van het beroep.

De regeling is op 1 januari 2012 gewijzigd1.

In de toelichting op die wijzigingsregeling is onder punt 3.4 uiteengezet dat de registratie in het BIG-register van vijf jaar weer gaat lopen vanaf de datum van de aantekening van het certificaat in het BIG-register en niet, zoals abusievelijk in de toelichting bij de regeling was vermeld, vanaf de datum waarop het certificaat is afgegeven. Het kan dan ook voorkomen dat er tussen het behalen van het certificaat enerzijds en het moment van aantekening hiervan in het BIG register anderzijds, een te lange tijd is, waardoor de opgedane kennis via de scholing van betrokkene niet meer actueel is. In dat geval is het aannemelijk dat deze niet meer voldoet aan het vereiste minimumniveau voor periodieke registratie. Om die reden is in de onderhavige regeling een termijn van twee jaar gesteld aan de geldigheid van het certificaat om in aanmerking te komen voor periodieke registratie. Voor een termijn van twee jaar is gekozen omdat het aannemelijk is dat de opgedane kennis via scholing na twee jaar hiaten kan gaan vertonen waardoor men niet meer aan het vereiste minimumniveau voor registratie voldoet.

Ingeval het certificaat op moment van het indienen van de aanvrage voor periodieke registratie ouder is dan twee jaar, zal betrokkene weer moeten bijscholen totdat het niveau van initiële opleiding voor de kerncompetenties weer is bereikt.

Artikel 2, vijfde lid

Bij de wijziging van de regeling van 1 januari 2012 is een uitzondering op de plicht van scholing in het kader van de periodieke registratie gemaakt voor BIG geregistreerden die niet aan de werkervaringseis voldoen, maar die zijn toegelaten tot een opleiding die leidt tot een wettelijk erkend specialisme als bedoeld in artikel, 14, eerste lid, van de Wet BIG. Het gaat hier om opleidingen in een van de wettelijk erkende specialismen van de beroepen van arts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, tandarts en verpleegkundige.

Reden voor deze uitzondering is dat bij de toelating van betrokkene tot de specialistenopleiding tijdens de sollicitatieprocedure getoetst wordt of deze beschikt over de kerncompetenties van het basisberoep, als voorwaarde om toegelaten te worden tot de specialistenopleiding. In dat geval is het niet reëel en niet nodig om een scholingsprogramma gericht op het minimum niveau van het basisberoep te volgen. Bovendien leidt extra scholing zowel voor de BIG geregistreerde als voor de overheid tot meer kosten en administratieve lasten.

Deze redenen gaan ook op voor verpleegkundigen, die niet aan de werkervaringseis voldoen, maar de opleiding voor verpleegkundige op HBO niveau hebben afgerond. Het getuigschrift HBO verpleegkundige staat er borg voor dat de houder beschikt over de voor de kern van het beroep verpleegkundige noodzakelijke competenties en vaardigheden. Een scholingsprogramma gericht op hetzelfde minimumniveau is ook in dit geval niet nodig en reden om ook voor deze groep een uitzondering van de scholingsplicht in de regeling op te nemen.

Ook hier geldt dat de kennis opgedaan tijdens de HBO opleiding voor verpleegkundige niet verouderd mag zijn. Om die reden is voor de geldigheid van het betrokken getuigschrift voor de periodieke registratie, zoals ook voor het periodiek registratie certificaat, een geldigheidstermijn van 2 jaar in de regeling opgenomen.

B
Artikel 7, derde lid tot en met zevende lid.

In artikel 7 van de regeling zijn de werkzaamheden van docenten, werkzaam binnen een onderwijsinstelling die opleidingen verzorgt die leiden tot een getuigschrift dat recht geeft op inschrijving in het BIG-register gelijkgesteld, voor zover zij onderwijs verzorgen in de verschillende centrale vakgebieden. Een goede uitoefening van de functie van (praktijk)docent is onlosmakelijk verbonden met het op de hoogte moeten blijven van de (recente) ontwikkelingen binnen het gebied van de desbetreffende beroepsuitoefening en het uitoefenen van de daarbij behorende praktische vaardigheden. Terugkeer in het betreffende beroep, wordt op basis van de werkervaring als docent in de centrale vakgebieden verantwoord geacht. Het is dan ook niet meer opportuun dat aparte scholing wordt gevolgd.

Onderwijs in het centrale vakgebied van de betrokken beroepen wordt niet alleen gegeven aan onderwijsinstellingen die opleidingen verzorgen die leiden tot een getuigschrift dat recht geeft op inschrijving in het register van dat beroep. Ook het onderwijs in het centrale vakgebied dat wordt gegeven in het kader van een specialistenopleiding, die leidt tot een wettelijk erkende specialistentitel als bedoeld in artikel 14, eerste lid van de wet, is minimaal van hetzelfde niveau als het onderwijs dat gegeven wordt in het centrale vakgebied van dat beroep, dat wordt verzorgd door een onderwijsinstelling die opleidingen die getuigschriften afgeven die recht geven op een BIG-registratie. Het betreft hier de opleidingen tot een wettelijk erkend specialisme voor de beroepen van arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorg psycholoog en verpleegkundige. Om die reden wordt het geven van onderwijs in het centrale vakgebied aan een van de vermelde specialistenopleidingen in de regeling aangemerkt als gelijkgestelde werkzaamheden.

Voor verpleegkundigen geldt bovendien dat onderwijs gegeven in het kader van de verpleegkundige vervolg opleidingen, die erkend zijn door Stichting College Zorg Opleidingen te Utrecht (CZO), eveneens op gelijk of hoger niveau is als het onderwijs dat gegeven wordt in het centrale vakgebied van verpleegkunde aan een onderwijsinstelling die opleidingen verzorgt voor een getuigschrift dat recht geeft op BIG registratie.

Het geven van onderwijs in het centrale vakgebied van verpleegkunde aan een door het CZO erkende verpleegkundige vervolg opleiding, wordt om die reden in de regeling aangemerkt als gelijkgestelde werkzaamheden.

Het CZO is een privaatrechtelijk landelijk orgaan voor het accrediteren van zorgopleidingen. De onder de CZO ressorterende opleidingen worden op uniforme manier getoetst waarna, bij goed resultaat, een CZO keurmerk wordt uitgegeven.

Artikel II

Voor de beroepen van verpleegkundige, verloskundige en fysiotherapeut is de periode van 5 jaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit periodieke registratie Wet BIG, per 1 juli 2014, verstreken. Deze regeling werkt terug tot en met 1 juli 2013 omdat reeds vooruitlopend op deze regeling vanaf die datum aanvragen tot herregistratie worden afgehandeld.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 december 2011, houdende wijziging van de Regeling periodieke registratie Wet BIG vanwege de uitbreiding van de reikwijdte van de regeling met de registers van vijf categorieën van beroepsbeoefenaren (Stcrt. 2011, nr 23181).

Naar boven