Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 juli 2013, 2013-0000075089, tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met de taaleis, enkele aanpassingen bij artikel 3.5 en voetnoot 85

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 33, eerste en tweede lid en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Bijlage behorend bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt gewijzigd als volgt:

A

1. In numerieke volgorde wordt ingevoegd:

Artikel

Lid

Onderdeel

Categorie

norm-

bedrag

Werk-

nemers-

boete

Type overtreding

Arbobesluit

         

1.5ha

   

3

*

OO/ODB1

X Noot
1

De ODB luidt: Het bij tijdelijke en incidentele dienstverlening in gereglementeerde beroepen onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal.

2. Aan artikel 3.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit worden twee zware overtredingen toegevoegd, gekoppeld aan het vierde en zevende lid van artikel 3.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit onderdeel van de bijlage, met bijbehorende zware overtredingen, komt te luiden:

3.5

1 en 2

 

4

*

OO

 

3, 4 en 7

 

5

*

ZO1 (lid 3, 4 en 7)/OO

X Noot
1

De ZO luiden: Het verrichten van werkzaamheden aan of in de nabijheid van onder spanning staande elektrische installaties, toestellen of leidingen met een spanning van hoger dan 50 volt bij wisselspanning of 120 volt bij zuivere gelijkspanning zonder het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen (lid 3 en lid 4), en

Het verrichten van werkzaamheden aan of in de nabijheid van onder hoogspanning staande elektrische installaties, toestellen of leidingen zonder het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen (lid 7).

3. In artikel 3.5e van het Arbeidsomstandighedenbesluit is het onderdeel i (nieuw) opgenomen. Dit onderdeel van de bijlage, met bijbehorende zware overtreding, komt te luiden:

3.5e

 

a, b, e en h

6

 

ZO1 (a, b en e)/OO

   

c, d, f, g en i

4

 

OO

X Noot
1

De ZO luiden: Het ontbreken van de volgende maatregelen in de gevarenzones, bedoeld in artikel 3.5d, vijfde lid, en met betrekking tot de installaties in gebieden zonder explosiegevaar die vereist zijn voor, of bijdragen tot het explosieveilig gebruik van installaties die zich op plaatsen bevinden waar explosiegevaar heerst:

a. vrijkomende gassen, dampen, nevels of brandbaar stof die explosiegevaar kunnen doen ontstaan, worden op passende wijze afgevoerd en onschadelijk gemaakt;

b. indien een explosieve atmosfeer meerdere soorten brandbare stoffen bevat, wordt bij de veiligheidsmaatregelen uitgegaan van het grootste mogelijke risico. (artikel 3.5e, onder a. en b, Arbobesluit)

Het in de gevarenzones niet gebruiken en toepassen van apparaten en beveiligingssystemen overeenkomstig de categorieën als bedoeld in het Warenwetbesluit explosieveilig materieel volgens de navolgende principes:

1°. gevarenzone 0 of 20: categorie 1-apparatuur;

2°. gevarenzone 1 of 21: categorie 1- of categorie 2-apparatuur;

3°. gevarenzone 2 of 22: categorie 1-, categorie 2- of categorie 3-apparatuur. (artikel 3.5e, onder e, Arbobesluit)

4. Aan artikel 3.16 van het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt een zware overtreding toegevoegd, gekoppeld aan het vijfde lid van artikel 3.16 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit onderdeel van de bijlage, met bijbehorende zware overtredingen, komt te luiden:

3.16

1 en 5

 

6

 

ZO (lid 11 en 52)

X Noot
1

De ZO luidt: Het werken op hoogten van meer dan 2.50 meter waarbij geen of onvoldoende voorzieningen zijn getroffen tegen vallen (lid 1).

N.B. Indien het valgevaar gepaard gaat met risicoverhogende omstandigheden, zoals het gevaar te vallen op of langs uitstekende delen, de aanwezigheid van verkeer, het vallen in water e.d., dan kan er, afhankelijk van de toename van het risico, ook bij geringere werkhoogte sprake zijn van een ZO.

X Noot
2

De ZO luidt: Het werken op hoogten van meer dan 2.50 meter waarbij geen of onvoldoende voorzieningen zijn getroffen tegen de gevolgen van vallen (lid 5).

5. In artikel 4.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, wordt de zware overtreding die gekoppeld was aan onderdeel c en d van artikel 4.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit thans gekoppeld aan onderdeel b. Dit onderdeel van de bijlage, met bijbehorende zware overtreding, komt te luiden:

4.7

1

 

4

 

OO

 

2

 

6

 

OO

 

3

a

6

 

OO

   

b

6

 

ZO1

   

f

2

 

OO

   

c en d

6

*

OO

   

e

4

 

OO

 

4 en 5

 

1

 

OO

X Noot
1

De ZO luidt: Na een onvoorziene toename van het blootstellingniveau aan kankerverwekkende of mutagene stoffen, er niet voor gezorgd hebben dat werknemers uit de gevarenzone zijn verwijderd.

6. In artikel 4.18 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, wordt de asterisk in de kolom werknemersboete verwijderd. Dit onderdeel van de bijlage komt te luiden:

4.18

1 t/m 3

 

6

 

OO

7. Artikel 4.17d van de Arbeidsomstandighedenregeling, vervalt.

8. In de Arbeidsomstandighedenregeling wordt in numerieke volgorde, na artikel 4.13, ingevoegd:

Paragraaf 4.3

         

4.18

   

3

 

OO

B

Voetnoot 85 komt te luiden:

  • 85. De ODB’s gelden voor de volgende werkzaamheden: blokkenstellen ruwbouw, betonstaalvlechten, metselen, monteren van metalen dak- en gevelelementen, glaszetten, dakdekken platte daken, gipsblokkenstellen, wandplatenstellen, plafondplatenstellen, stukadoren traditioneel/mechanisch en het leggen van zandcementdekvloeren, en luiden:

    Bij blokkenstellen ruwbouw, blokken van 14 kilogram of meer hanteren zonder gebruik van een elementenstelselmachine of zonder mechanisch opperen of zonder verhoogde plaatsing van de blokken en de lijmkuip op minimaal 20 cm hoogte; blokkenstellen boven 150 cm met uitzondering van de binnenmuren net onder de verdiepingsvloer; blokkenstellen onder staoppervlak, met uitzondering van het vloer- en funderingsniveau.

    Bij betonstaalvlechten 25 kilogram of meer tillen; boven schouderhoogte binden; handmatig knippen van 8 mm met een handschaar korter dan 75 cm; handmatig knippen boven de 8 mm met een handschaar korter dan 90 cm; handmatig knippen van meer dan 10 mm; werken zonder werktafel waar dit wel mogelijk is.

    Metselen zonder verhoogde plaatsing van de te verwerken metselstenen en speciekuip op 20 cm hoogte; metselen boven 170 cm met uitzondering van de binnenmuren onder de verdiepingsvloer; metselen onder 20 cm, met uitzondering van het vloer- en funderingsniveau; een stenentang met één hand gebruiken; een kruiwagen (inclusief de last) van meer dan 60 kilogram hanteren; eenhandig pakken van stenen met een steenbreedte van meer dan 105 mm.

    Bij het monteren van metalen dak- en gevelelementen, platen handmatig lostrekken of omklappen; platen van 118 kg of meer niet mechanisch in het werk brengen; platen onder de 118 kg handmatig verslepen zonder een daartoe aangewezen hulpmiddel; platen onder 118 kg verder dan gemiddeld 8 meter handmatig verslepen; platen onder 118 kg verslepen.

    Bij glaszetten, glas van 25 kilogram of meer handmatig tillen/plaatsen; met meer personen 50 kilogram of meer per persoon handmatig tillen/plaatsen; handmatig tillen/plaatsen glas zonder mechanische hulpmiddelen boven de 50 kilogram plaatsen; geen gebruik maken van transportmiddelen voor het (ver)plaatsen van glas van 25 kg of meer; met meer personen meer dan 25 kg per persoon; geen gebruik maken van persoonsgebonden hulpmiddelen voor het plaatsen van glas.

    Bij het dakdekken van platte daken meer dan 25 kilogram tillen; dakrollen en andere lasten van 25 kilogram of meer niet mechanisch transporteren; geen gereedschap gebruiken met een verlengde of instelbare steel, zodat rechtop gewerkt kan worden; hulpmiddelen zoals een kraan, lift, ladderlift en (steek)wagentje voor het op en over het dak verplaatsen van materialen niet verstrekken of gebruiken.

    Bij het gipsblokkenstellen 25 kilogram of meer tillen; niet mechanisch opperen; elementen van 18 kilogram of meer niet mechanisch/machinaal verwerken; verpakkingseenheden gips, cement, granietkorrels, marmerkorrels of andere grondstoffen van 25 kilogram of meer op het werk voorhanden hebben; de blokken en de lijmmortelkuip niet op een verhoging van 20 cm of meer plaatsen; werken onder de gestelde werkhoogte van 20 cm of meer (met uitzondering van de eerste laag).

    Bij het wandplatenstellen 25 kilogram of meer handmatig tillen/plaatsen/transporteren; met meer personen 50 kilogram of meer per persoon handmatig tillen/plaatsen/transporteren; hulpmiddelen (zoals materialenlift, kraan en/of verreiker, platenkar) voor het verticaal en horizontaal transport van materialen, apparatuur en gereedschap niet inzetten; wandplaten niet vertikaal op bokken in tussenopslag zetten.

    Bij het plafondplatenstellen 25 kilogram of meer handmatig tillen/transporteren; met meer personen 50 kilogram of meer handmatig tillen/transporteren; hulpmiddelen (zoals materialenlift, kraan en/of verreiker, platenkar) voor het verticaal en horizontaal transport van materialen, apparatuur en gereedschap niet inzetten; geen gebruik maken van een platenlift bij plaatsen plafondplaten; plafondplaten niet vertikaal op bokken in tussenopslag zetten.

    Bij het stukadoren 25 kilogram of meer traditioneel/mechanisch tillen; geen gebruik maken van (mechanische) hulpmiddelen bij het opperwerk; geen gebruik maken van een bordes, stukadoorstrapje of rolsteiger voor het aanbrengen van de stuc op hogere delen van de wand; geen gebruik maken van een mixer op statief, dan wel een mixer met 2 handvatten, dit ter voorkoming van het met de hand omsteken; geen gebruik maken van een (verrijdbare) mortelkuip op een verhoging van 20 cm of meer.

    Bij het leggen van zandcementdekvloeren per laag meer dan 100 m2 per persoon per dag verwerken bij machinaal aanmaken, mengen en transporteren van de specie; meer dan 80 m2 per persoon per dag verwerken bij semimachinaal mengen; meer dan 50 m2 per persoon per dag verwerken bij handmatig vullen van een vloerenpomp met een maximum van 120 m2 op een locatie; meer dan 20 m2 per persoon per dag verwerken bij volledig handmatig mengen en transporteren met een maximum van 40 m2 op een locatie; meer dan 10 liter per emmer handmatig water toevoegen; de grondstof meer dan 2 meter handmatig rondom de driepoot verspreiden; geen gebruik maken van een vlindermachine (aangedreven d.m.v. benzine, elektriciteit of gas) bij het afwerken van de smeervloer; geen aluminium rei (of lichter materiaal) gebruiken bij het afreien; een lei gebruiken waarvan de lengte niet is afgestemd op de ruimte waarin gewerkt wordt.

ARTIKEL II

Deze beleidsregel treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, onder 8, en onderdeel B, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Artikel I, onderdeel A, onder 8, treedt in werking met ingang van 1 augustus 2013. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 september 2013.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 juli 2013

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De directeur-generaal Werk, M.R.P.M. Camps

TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit bevat wijzigingen van de bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving.

Door een wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit per 1 juli 2013 die betrekking heeft op het nieuwe artikel 1.5ha, de taaleis bij gereglementeerde beroepen, is een wijziging van de bijlage noodzakelijk. Een wijziging van de bijlage is ook nodig door een wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling per 1 augustus waarbij artikel 4.18 wordt opgenomen in artikel 8.29a (overtredingen).

Ook is naar aanleiding van de handhavingpraktijk van de Inspectie SZW een aantal wijzigingen aangebracht in de bijlage bij de beleidsregel.

Verder zijn in de bijlage bij voetnoot 85 een aantal nieuwe overtredingen met directe boete opgenomen, gebaseerd op fysieke (over)belasting (artikel 5.3 onder a, van het Arbeidsomstandighedenbesluit).

Van de gelegenheid is tenslotte gebruik gemaakt om enige omissies te corrigeren in de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving.

Artikel I, onderdeel A, onder 1

Per 1 juli 2013 wordt het Arbeidsomstandighedenbesluit gewijzigd. Deze wijziging behelst het nieuwe artikel 1.5ha waarbij de taaleis bij gereglementeerde beroepen ook voor incidentele en tijdelijk dienstverrichters wordt ingevoerd. Dit artikel is beboetbaar gesteld in artikel 9.9b van het Arbeidsomstandighedenbesluit en is om die reden in numerieke volgorde opgenomen in de bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving. Daar deze verplichting ook is opgenomen in artikel 9.3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, is in de bijlage aangegeven dat dit ook een boete voor de werknemers kan betreffen. Vanwege het feit dat bij tijdelijke en incidentele beroepsarbeid in dit soort beroepen de werknemers na de uitvoering van een korte klus weer terug gaan naar hun land van herkomst, zijn voor dit soort gevallen deze overtreding als een overtreding met directe boete aangemerkt. Bij niet-tijdelijke en incidentele beroepsarbeid is deze overtreding aangeduid als een overige overtreding.

Artikel I, onderdeel A, onder 2

Aan artikel 3.5 Arbeidsomstandighedenbesluit zijn, op basis van de handhavingpraktijk van de Inspectie SZW, twee zware overtredingen toegevoegd, die zijn gekoppeld aan het vierde en zevende lid van dit artikel. De Inspectie SZW komt in de praktijk regelmatig tegen dat er werkzaamheden worden verricht die in strijd zijn met artikel 3.5, vierde en zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit en die ernstig gevaar opleveren voor personen. In dat geval wil de Inspectie SZW, naast de noodzakelijke stillegging vanwege het ernstige gevaar voor personen, ook direct een boete opleggen. Om dit mogelijk te maken zijn er twee zware overtredingen opgenomen op basis van artikel 3.5, vierde en zevende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Daar het vierde lid van artikel 3.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit vroeger als aanvulling op het derde lid van dit artikel diende, is de zware overtreding op basis van het vierde lid gelijk aan dat van het derde lid.

Artikel I, onderdeel A, onder 3

Onderdeel i van artikel 3.5e van het Arbeidsomstandighedenbesluit is in de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving niet opgenomen, terwijl dit onderdeel wel beboetbaar is gesteld is artikel 9.9b van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Artikel I, onderdeel A, onder 4

De zware overtreding die is toegevoegd aan artikel 3.16, vijfde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, was tot januari 2012 al gekoppeld aan het vierde lid van artikel 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit. Bij het besluit van 22 augustus 2011, houdende wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met opname van regels uit de Beleidsregels Arbeidsomstandighedenwetgeving (Stb. 2011, 399), dat op 1 januari 2012 in werking is getreden, is het derde en vierde lid van artikel 3.16 vernummerd naar het vierde en vijfde lid. Abusievelijk is daarbij verzuimd de zware overtreding die gekoppeld was aan het vierde lid van artikel 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit, aan het nieuwe vijfde lid van artikel 3.16 Arbeidsomstandighedenbesluit te koppelen in de bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Artikel I, onderdeel A, onder 5

In artikel 4.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, is de zware overtreding die gekoppeld was aan onderdeel c en d van artikel 4.7 Arbeidsomstandighedenbesluit thans gekoppeld aan onderdeel b van dat artikel. De omschrijving van de zware overtreding correspondeert namelijk meer met dat onderdeel dan met de onderdelen c en d van artikel 4.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het onderdeel b van artikel 4.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit was gekoppeld aan de categorie boetenormbedrag 2. Daar dit nu een zware overtreding betreft, is dit onderdeel thans gekoppeld aan de categorie boetenormbedrag 6.

Artikel I, onderdeel A, onder 6

Abusievelijk is in de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving, bij artikel 4.18, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, een asterisk in de kolom werknemersboete opgenomen, hoewel dit artikellid niet is opgenomen in artikel 9.3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, en het evenmin een werknemersverplichting betreft. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Artikel I, onderdeel A, onder 7

Artikel 4.17d van de Arbeidsomstandighedenregeling vervalt hier omdat het niet meer bestaat sedert 1 juli 2011.

Artikel I, onderdeel A, onder 8

Artikel 4.18 schrijft voor dat bij de beoordeling van het gezondheidsrisico van een gecombineerde blootstelling aan gevaarlijke stoffen in de ademhalingszone van de werknemer, rekening gehouden moet worden met bijlage XIIC van de Arbeidsomstandighedenregeling indien deze stoffen hetzelfde gezondheidkundige gevolg hebben op hetzelfde orgaansysteem. Per abuis was artikel 4.18 nog niet opgenomen in artikel 8.29a (overtredingen). Dat is per 1 augustus 2013 aangepast. En met onderhavige wijziging ook in de bijlage bij de beleidsregel opgenomen.

Artikel I, onderdeel B

In de sectoraanpak Bouw van de Inspectie SZW heeft de aanpak van fysieke belasting de hoogste prioriteit. Fysieke belasting is de belangrijkste veroorzaker van arbeidsongeschiktheid in de bouw. De aanpak daarvan draagt direct bij aan het vergroten van de duurzame inzetbaarheid.

Rondom fysieke belasting in de bouw zijn binnen de verschillende arbocatalogi een keur aan maatregelen en voorzieningen ontwikkeld en zijn de risico’s voor de verschillende beroepen in kaart gebracht.

Op basis daarvan zijn nu wederom voor een aantal fysiek zeer belastende beroepen (dakdekken van platte daken, gipsblokkenstellen, wandplatenstellen, plafondplatenstellen, stukadoren, zand/cementdekvloerenleggen) bepaalde werkzaamheden aangewezen die fysiek zo belastend zijn, dat daarmee altijd een overtreding van artikel 5.3, onder a, plaatsvindt waarvoor direct een boete zal worden gegeven. De tekst van de hele voetnoot is taaltechnisch aangepast.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De directeur-generaal Werk, M.R.P.M. Camps

Naar boven