Met de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 november
2012, tot wijziging van enige regelingen in verband met de Wet beperking ziekteverzuim
en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Stcrt. 2012, 23827) (hierna: regeling van 14 november 2012), is een aantal regelingen gewijzigd in verband
met de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters. Abusievelijk
is daarbij een onjuiste verwijzing in artikel 1, tweede lid, van de Regeling mantelzorgforfait
WW en Wet WIA niet hersteld. In artikel I van onderhavige regeling wordt alsnog in
de juiste verwijzing voorzien.
In artikel 2 van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters
zonder werkgever is geregeld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(UWV), ten aanzien van vangnetters zonder werkgever, binnen zes weken na de eerste
dag van ongeschiktheid tot werken (de zogenaamde eerste ziektedag) een probleemanalyse
opstelt van het desbetreffende ziektegeval, indien sprake is van dreigend langdurig
verzuim.
Het UWV is niet in staat om de probleemanalyse tijdig op te stellen, als het UWV de
ziekmelding later ontvangt dan zes weken na de eerste ziektedag. Dit is het geval
in de situatie dat een werknemer met een tijdelijk dienstverband ziek wordt, de werkgever
tijdens de ziekte het loon doorbetaalt, maar het tijdelijke dienstverband eindigt
tijdens de ziekte van de werknemer, waardoor hij aanspraak krijgt op ziekengeld. Tevens
komt het voor dat de verzekerde zonder werkgever zijn ongeschiktheid tot het verrichten
van zijn arbeid later meldt dan 6 weken na de eerste dag van ongeschiktheid. Omdat
het UWV in beide gevallen niet in staat is om binnen zes weken na de eerste ziektedag
een probleemanalyse op te stellen, wordt in artikel II, onderdeel A geregeld dat,
indien de ziekmelding bij het UWV later wordt gedaan dan binnen zes weken na de eerste
ziektedag, het UWV de probleemanalyse zo spoedig mogelijk (‘onverwijld’) opstelt.
Tevens is met de regeling van 14 november een onjuiste verwijzing opgenomen in de
Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever.
Het gaat om de verwijzing in artikel 4a van voornoemde regeling naar artikel 7:690
van het Burgerlijk Wetboek. Omdat het bij de afspraken over werkhervatting bij de
oude werkgever dient te gaan om vangnetters die werkzaam zijn op grond van een uitzendovereenkomst
mét een uitzendbeding, dient te worden verwezen naar artikel 7:691, lid 2, van het
Burgerlijk Wetboek. Artikel II, onderdeel B, van onderhavige regeling voorziet daar
alsnog in.
Omdat het hier technische reparatiewetgeving betreft van artikelen die het UWV reeds
uitvoert overeenkomstig de in onderhavige regeling opgenomen reparaties, treedt de
onderhavige regeling zo spoedig mogelijk in werking en heeft deze terugwerkende kracht
tot en met 1 januari 2013. Deze terugwerkende kracht heeft geen belastende gevolgen
voor belanghebbenden.