De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 19ab, zesde lid, en 30aa, tweede lid, van de Ziektewet en 26,
vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE REGELING PROCESGANG EERSTE EN TWEEDE ZIEKTEJAAR VOOR VANGNETTERS
ZONDER WERKGEVER
In de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever
wordt na artikel 4 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a. Afspraken over werkhervatting bij oude werkgever
Het UWV verwijst de vangnetter voor werkhervatting naar de werkgever waar hij laatstelijk
op grond van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 7:690 van het Burgerlijk
Wetboek in dienst was, indien:
-
a. de werkgever op grond van artikel 5.2 van de Regeling Wfsv is aangesloten bij sector
52;
-
b. sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim van de vangnetter; en
-
c. de vangnetter in staat is passende arbeid als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van
de Ziektewet te verrichten.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE REGELING VRIJSTELLING VERPLICHTINGEN SOCIALE ZEKERHEIDSWETTEN
De Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van uitkeringsgerechtigde wordt ‘of de IOW-gerechtigde’ vervangen
door: , de IOW-gerechtigde, of de persoon die ziekengeld ontvangt op grond van de
ZW.
2. Na de definitie van IOW-gerechtigde wordt een begrip ingevoegd, luidende:
B
In artikel 1a wordt ‘artikel 16, eerste lid, van de IOW’ vervangen door: de artikelen
16, eerste lid, van de IOW en 30aa, tweede lid, van de ZW.
C
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. Van de verplichtingen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de ZW, is vrijgesteld
de persoon die ziekengeld ontvangt op grond van de ZW en die vakantie geniet tot een
maximum van 20 werkdagen per jaar waarbij onder werkdagen wordt verstaan de dagen
maandag tot en met vrijdag.
2. Het vierde lid (nieuw), aanhef, komt te luiden:
4. De verzekerde, bedoeld in het tweede lid, of de persoon, bedoeld in het derde lid,
geniet vakantie indien:.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na ‘van de IOW’ ingevoegd: , 30, eerste lid, van de ZW.
2. In het derde lid wordt na ‘artikel 76a van de WW’ ingevoegd ‘, artikel 52e van de
ZW’ en wordt na ‘artikel 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, van de WW,’
ingevoegd ‘ 30, eerste lid, van de ZW,’.
F
In artikel 7 wordt na ‘van de IOW’ ingevoegd: , 30, eerste lid, van de ZW.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE REGELING VERZEKERINGSGENEESKUNDIGE PROTOCOLLEN ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWETTEN
De Regeling verzekeringsgeneeskundige protocollen arbeidsongeschiktheidswetten wordt
als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van het laatste onderdeel
door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
In artikel 2 wordt voor ‘de Wet WIA’ ingevoegd: de ZW,.
ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
TOELICHTING
Algemeen
Vanwege de invoering van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters1 dient een aantal regelingen gewijzigd te worden. De onderhavige wijzigingsregeling
ziet hierop. Het betreft wijzigingen in de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar
voor vangnetters zonder werkgever, de Regeling vrijstelling verplichtingen sociale
zekerheidswetten en de Regeling geneeskundige protocollen arbeidsongeschiktheidswetten.
Het betreft voornamelijk technische aanpassingen waarmee geen inhoudelijke wijzingen
zijn beoogd.
Een uitzondering hierop vormt de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor
vangnetters zonder werkgever. Aan deze regeling wordt een artikel toegevoegd waarmee
wel een inhoudelijke wijziging is beoogd. De wijziging ziet, in lijn met de Wet beperking
ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters, op een snellere werkhervatting
door zieke uitzendkrachten. Deze wijziging sluit aan bij het convenant dat door sociale
partners uit de uitzendsector (vertegenwoordigd in de Stichting arbo flexbranche)
en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op 31 oktober 2012 is gesloten.
Het convenant is gericht op een betere samenwerking tussen uitzendbureaus en het UWV
bij de begeleiding en re-integratie van zieke uitzendkrachten. Met de onderhavige
aanpassing geldt deze tussen het UWV en de uitzendsector overeengekomen werkwijze
ook als een vast onderdeel van de procesgang tijdens de eerste twee ziektejaren die
is geregeld in de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters
zonder werkgever. Vastlegging hiervan in deze regeling is van belang voor betrokken
zieke uitzendkrachten. Hierdoor is voor hen duidelijk welke inspanningen het UWV pleegt
en wat van henzelf wordt verwacht. Ook in het kader van de aansturing van het UWV
is het van belang dat deze werkwijze vastgelegd wordt als processtap in het kader
van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever.
Het staat het UWV overigens vrij om ook met andere werkgevers dergelijke afspraken
te maken.
Kern van de afgesproken werkwijze voor zieke uitzendkrachten is dat het UWV snel vaststelt
of en wanneer de zieke uitzendkracht weer passend werk kan verrichten. Op het moment
dat dit is vastgesteld, wordt de betrokkene direct verwezen naar het uitzendbureau
waarbij betrokkene als laatste werkzaam was. Het UWV onderzoekt daarbij de mogelijkheden
van de zieke uitzendkracht en geeft gericht aan waar de perspectieven voor werkhervatting
liggen. In het convenant tussen de Stichting arbo flexbranche en het UWV is afgesproken
dat het uitzendbureau de uitzendkracht vervolgens een passend werkaanbod doet.
Naast de inspanningen van het UWV en de uitzendsector is voor het bereiken van het
beoogde doel, arbeidsparticipatie, ook de inzet van de uitzendkracht een voorwaarde.
Indien de uitzendkracht verwijtbaar niet of onvoldoende meewerkt aan het aanvaarden
van werk legt het UWV een maatregel op. De uitkering wordt in dat geval geheel of
gedeeltelijk, tijdelijk of blijvend gekort.
De beschreven werkwijze is in 2012 door de uitzendsector en het UWV in een aantal
regio’s beproefd (en tussen deze partijen vastgelegd in voornoemd convenant). Vanaf
1 januari 2013 wordt deze werkwijze landelijk ingevoerd.
Op basis van de effecten van de uitgevoerde pilots wordt geraamd dat deze werkwijze
leidt tot een verlaging van de uitkeringslasten met circa € 15 mln. De beschreven
werkwijze leidt tot een intensivering bij het UWV. De hieraan verbonden uitvoeringskosten
bedragen circa € 3 mln. Per saldo leidt de aangepaste werkwijze tot een structurele
besparing van circa € 12 mln. Deze effecten zijn eerder reeds meegenomen bij de Wet
beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters.
Artikelsgewijs
Artikel I
In het nieuwe artikel 4a is geregeld dat het UWV afspraken maakt over werkhervatting
indien de vangnetter als uitzendkracht werkzaam was in de uitzendbranche. Voor een
nadere toelichting wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting.
Artikel II
In de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters worden de verplichtingen
voor de verzekerde die ziekengeld ontvangt, dwingender en aangescherpt, conform het
regime voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Dat heeft tot gevolg dat ook de vrijstellingen van de verplichtingen omschreven moeten
worden. Daarvoor wordt aansluiting gezocht bij de bestaande Regeling vrijstelling
verplichtingen sociale zekerheidswetten. De artikelen 4, waarin de vrijstelling in
verband met vakantie is geregeld, en 6, waarin de vrijstelling in verband met scholing
en proefplaatsing is geregeld, worden ook van toepassing op de Ziektewet.
Van de gelegenheid wordt tevens gebruik gemaakt om artikel 5 van deze regeling te
laten vervallen. Dit artikel had betrekking op uitkeringsgerechtigden die 57,5 jaar
of ouder waren op 31 december 2003. Dit artikel had zodoende slechts tijdelijke werking.
Artikel III
De verzekeringsgeneeskundige protocollen worden ook gehanteerd bij de beoordeling
van hetgeen de verzekerde in de zin van de Ziektewet nog kan verdienen met arbeid.
Met deze wijziging wordt dit geregeld. Opgemerkt wordt dat in het wetsvoorstel Verzamelwet
SZW 2013 voorgesteld is de grondslagen voor de Regeling verzekeringsgeneeskundige
protocollen arbeidsongeschiktheidswetten te schrappen. Indien de genoemde wet tot
wet wordt verheven en in werking treedt, zal de regeling dus komen te vervallen. Mogelijk
is dit al aan de orde voordat de eerste beoordelingen conform artikel 19ab Ziektewet
plaats zullen vinden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L. F. Asscher.