Rectificatie van WBV 2013/10

In de Staatscourant van 30 mei 2013, nr. 13952, is het Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 28 mei 2013, nummer WBV 2013/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000, gepubliceerd.

Abusievelijk is onder Artikel I, sub Q (paragraaf A3/6.3) de tekst onjuist weergegeven.

Er staat:

Paragraaf A3/6.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6.3 Geen uitzetting ondanks de vertrekplicht

In de volgende gevallen vindt in ieder geval geen uitzetting van vreemdelingen plaats ondanks het feit dat de vertrekplicht van kracht is:

  • als door een buitenlandse autoriteit de opsporing (en aanhouding ter fine van uitlevering) van een vreemdeling is of wordt gevraagd;

  • als een vreemdeling tenminste aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

    • de vreemdeling is als verdachte van een strafbaar feit aangehouden en het strafonderzoek is niet door het OM beëindigd;

    • de vreemdeling heeft een strafvervolging wegens een misdrijf lopen en op de strafvervolging is niet onherroepelijk beslist;

    • de vreemdeling is tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld en de opgelegde straf of strafrechtelijke maatregel is niet ondergaan;

    • aan de vreemdeling is een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd en de vrijheidsontnemende maatregel is niet ondergaan, mag wel tot uitzetting worden overgegaan als het OM daarmee akkoord gaat;

  • als de vreemdeling een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend tegen de voorgenomen uitzetting en de uitspraak op de voorlopige voorziening in Nederland mag worden afgewacht.

Deze tekst moet luiden:

Paragraaf A3/6.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6.3 Geen uitzetting ondanks de vertrekplicht

In de volgende gevallen vindt in ieder geval geen uitzetting van vreemdelingen plaats ondanks het feit dat de vertrekplicht van kracht is:

  • als door een buitenlandse autoriteit de opsporing (en aanhouding ter fine van uitlevering) van een vreemdeling is of wordt gevraagd;

  • als de vreemdeling een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend tegen de voorgenomen uitzetting en de uitspraak op de voorlopige voorziening in Nederland mag worden afgewacht;

  • als een vreemdeling tenminste aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

    • de vreemdeling is als verdachte van een strafbaar feit aangehouden en het strafonderzoek is niet door het OM beëindigd;

    • de vreemdeling heeft een strafvervolging wegens een misdrijf lopen en op de strafvervolging is niet onherroepelijk beslist;

    • de vreemdeling is tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld en de opgelegde straf of strafrechtelijke maatregel is niet ondergaan;

    • aan de vreemdeling is een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd en de vrijheidsontnemende maatregel is niet ondergaan.

    In de hier genoemde vier situaties mag wel tot uitzetting worden overgegaan als het OM daarmee akkoord gaat.

Naar boven