Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2013, 2013-0000020796, tot wijziging van de Regeling Wfsv

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

In Hoofdstuk 3, Afdeling 1, wordt na artikel 3.4 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3 Berekening premies werknemersverzekeringen

Artikel 3.4a Berekening premies werknemersverzekeringen

Indien voor de werknemer gedurende een loontijdvak verschillende premiepercentages gelden, wordt het op grond van artikel 17, derde lid, van de Wfsv berekende verschil naar evenredigheid van de lonen waarvoor die verschillende premiepercentages gelden, aan die lonen toegerekend.

B

In hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, vervalt artikel 3.4a.

C

In artikel 3.25, tweede lid, wordt ‘aangiftetijdvak’ vervangen door: loontijdvak.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 april 2013

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.

TOELICHTING

Algemeen

In deze wijzigingsregeling worden enige bepalingen in de Regeling Wfsv gewijzigd. Het gaat om technische aanpassingen van de regelingen in verband met enkele wijzigingen die met ingang van 2013 zijn ingevoerd. Ten behoeve van de uitvoering is het noodzakelijk enkele technische en redactionele correcties aan te brengen. De regeling en de uitvoeringspraktijk worden daarmee met elkaar in overeenstemming gebracht.

Onderdeelsgewijze toelichting

(Onderdeel A)

Bij de regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2012, 2012-0000049118, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met inkomen premie volksverzekeringen en nadere regels mobiliteitsbonussen (Stcrt. 26031) is in Hoofdstuk 3, Afdeling 1, paragraaf 3 vervallen. Als gevolg hiervan is artikel 3.4a (berekening premies werknemersverzekeringen) vervallen met ingang van 1 januari 2013. De inhoud van het eerste lid van artikel 3.4a is thans opgenomen in artikel 17, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Het tweede lid van artikel 3.4a is evenwel ten onrechte vervallen. Dit tweede lid ziet op situaties dat de werkgever in verschillende sectoren is ingedeeld met verschillende premiepercentages en regelt hoe de werkgever in deze situatie de premie moet berekenen indien een werknemer werkzaamheden verricht die onder verschillende sectorpremies of verschillende risicopremiegroepen vallen. Deze omissie wordt bij deze regeling hersteld met de opname van een nieuw artikel 3.4a in een paragraaf over de berekening van de premies werknemersverzekeringen. De inwerkingtreding werkt terug tot en met 1 januari 2013.

(Onderdeel B)

Bij dit onderdeel vervalt artikel 3.4a in de paragraaf met algemene bepalingen over de vaststelling van het sectorpremiepercentage met ingang van 1 januari 2013. Dit artikel is vastgesteld bij de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 oktober 2012, IVV/FB/2012/15778, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters en enige wijzigingen in de sectorindeling (Stcrt. 22245) en is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. Daarmee werd geregeld dat de sector waarbij de werkgever is aangesloten op 1 januari van elk jaar bepalend is voor de premie voor de rest van het jaar. Deze wijziging beoogde dat er geen tussentijdse aanpassingen van het sectorpremiepercentage zijn als de werkgever in het lopende premiejaar bij een andere sector wordt aangesloten.

Deze regeling is niet geïmplementeerd met ingang van 2013. Gebleken is dat bij wijziging van aansluiting bij een sector in de loop van het jaar de meeste werkgevers al vanaf het moment van wijziging de code van de nieuwe sector hanteren in de loonaangifte. Daarmee wordt in de programmatuur van de loonaangifte vaak ook automatisch het premiepercentage van de sector gehanteerd die hoort bij de sectorcode. Indien dit niet automatisch gebeurt, kan de sectorcode afwijken van het premiepercentage dat wordt toegepast in de loonaangifte. Afwijking tussen de sector waarbij de werkgever is aangesloten en het premiepercentage geeft kans op fouten in de loonaangifte en bemoeilijkt de controle op de juistheid van de aangifte.

Door het vervallen van deze bepaling past de werkgever direct de premie toe voor het sectorfonds van de sector waarbij hij is aangesloten.

Op grond van artikel II vervalt dit artikel met ingang van 1 januari 2013. Dit brengt met zich mee dat er geen wijzigingen zijn in de regeling van de sectorindeling, zoals die volgt uit de hoofdregels ingevolge artikel 96, eerste en tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Dit sluit aan bij de huidige uitvoeringspraktijk.

(Onderdeel C)

Artikel 3.25, tweede lid, is gewijzigd bij regeling van 7 december 2012 tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met inkomen premie volksverzekeringen en nadere regels mobiliteitsbonussen en is op 1 januari 2013 in werking getreden. Geregeld is daarin dat de premievrijstelling eindigt met ingang van de eerste dag van het aangiftetijdvak, waarin de werknemer 62 jaar wordt. Bij de onderhavige wijziging wordt het ‘aangiftetijdvak’ gewijzigd in ‘loontijdvak’ omdat nadere inzichten hebben geleerd dat in de praktijk aangesloten wordt bij het loontijdvak omdat de premievrijstelling feitelijk per loontijdvak wordt toegepast. Koppeling aan het aangiftetijdvak leidt tot onbedoelde effecten. De salarissoftware van werkgevers is ingericht op het loontijdvak en aanpassing aan het aangiftetijdvak zou een grote investering vergen zonder nuttig effect.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.

Naar boven