De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op de artikelen 95, eerste lid, 96, derde lid, en 103, tweede lid, van de Wet
financiering sociale verzekeringen en 2.2, achtste lid, en 2.2a, tweede lid, van het
Besluit Wfsv;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:
A
In Hoofdstuk 3, Afdeling 2, wordt onder vernummering van de paragrafen 1 tot en met
4 tot 2 tot en met 5, een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 3.4b Aansluiting sector voor premiepercentages
Voor de werkgever geldt het sectorpremiepercentage, bedoeld in artikel 2.1, onderdeel
a, van het Besluit Wfsv, van de sector, bedoeld in artikel 95 van de Wfsv, waarbij
de werkgever is aangesloten op 1 januari van het kalenderjaar waarvoor het sectorpremiepercentage
wordt vastgesteld.
Artikel 3.4c Loon premieopslag ziekengeldlasten en WGA-lasten vangnetters
Bij de vaststelling van de opslagpercentages, bedoeld in artikel 2.2, tweede lid,
van het Besluit Wfsv wordt het loon van de werkgevers in de sector die eigenrisicodrager
zijn als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, van de Wfsv niet in aanmerking
genomen.
B
In Hoofdstuk 3, Afdeling 2, paragraaf 2 (nieuw) wordt na artikel 3.5 een nieuw artikel
ingevoegd, luidende:
Artikel 3.5a Bijdrage sector uitzendbedrijven
-
1. De bijdrage, bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit Wfsv, wordt in aanmerking genomen
bij het voor de sector uitzendbedrijven vaststellen van het op grond van artikel 2.2,
eerste lid, van het Besluit Wfsv bedoelde deel van het sectorpremiepercentage ter
dekking van de werkloosheidslasten, bedoeld in artikel 3.8.
-
2. De bijdrage bedraagt € 85.000.000.
C
In artikel 3.9, eerste lid, wordt ‘ter dekking van de ziekengeldlasten’ vervangen
door: voor de dekking van de daar bedoelde ziekengeldlasten en WGA-lasten vangnetters.
D
Artikel 3.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt ‘ter dekking van de ziekengeldlasten’ vervangen door: voor
de dekking van de daar bedoelde ziekengeldlasten en WGA-lasten vangnetters.
2. In het derde lid wordt ‘ter dekking van de ziekengeldlasten’ vervangen door: ter
dekking van ziekengeldlasten en WGA-lasten vangnetters.
E
Na artikel 5.8 wordt in Hoofdstuk 5, Afdeling 1, paragraaf 1, een nieuw artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 5.8a Begrenzing sector Detailhandel en Grootwinkelbedrijf
-
1. Een werkgever, aangesloten bij sector 17, Detailhandel en ambachten is aangesloten
bij sector 19, Grootwinkelbedrijf, indien het loon dat hij betaalt gedurende drie
jaren tenminste het bedrag is, dat genoemd wordt in de bijlage bij deze regeling bij
de sector Grootwinkelbedrijf.
-
2. Een werkgever, aangesloten bij sector 19, Grootwinkelbedrijf, is aangesloten bij
sector 17, Detailhandel en ambachten, indien het loon dat hij betaalt gedurende drie
jaren lager is dan het bedrag, dat genoemd wordt in de bijlage bij deze regeling bij
de sector Grootwinkelbedrijf.
F
In bijlage 1 behorend bij artikel 5.2 wordt in onderdeel 19. Grootwinkelbedrijf ‘€ 5.632.043’
vervangen door: € 5.730.604.
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en artikel I, onderdeel
F, werkt terug tot en met 1 januari 2012.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd in de Regeling Wfsv die
voortvloeien uit de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters
en het aan die wet aangepaste Besluit Wfsv die met ingang van 1 januari 2013 in werking
treden (zie de wijziging van het Besluit Wfsv gepubliceerd in Staatsblad 2012, 494). Deze hebben betrekking op het vaststellen van het premiepercentage voor de sectorfondsen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt voorts nog een wijziging op te nemen over de
aansluiting van werkgevers bij sectoren.
De belangrijkste wijzigingen worden hierna besproken, voor de overige wijzigingen
wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.
Ten eerste wordt de berekeningswijze voor de sectorpremievaststelling door het UWV
verduidelijkt. Het opslagpercentage bij de sectorfondspremie voor dekking van de ziekengeldlasten
en de lasten van de WGA-vangnetters wordt vastgesteld op basis van de loonsom van
de werkgevers die publiek zijn verzekerd en de sectorfondspremie daadwerkelijk afdragen.
De loonsom van de eigenrisicodragers voor de ziekengeldlasten blijft bij vaststelling
van het opslagpercentage buiten beschouwing.
Ten tweede wordt het lastenplafond van 75% van de sectoraal gedragen ZW- en WGA-lasten
voor de uitzendsector anders vormgegeven. De uitzendbranche krijgt een bijdrage in
de kosten van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid doordat een kwart van de ZW en
WGA lasten van vangnetters van publiek verzekerde uitzendbureaus niet door het sectorfonds,
maar door het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en het Algemeen Werkloosheidsfonds
wordt gefinancierd. Hierdoor komt de bijdrage alleen ten goede komt aan publiek verzekerde
uitzendbureaus. In de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters
is geregeld dat deze bijdrage voortaan aan alle uitzendbureaus ten goede komt, ook
eigenrisicodragers, door deze vorm te geven als een bijdrage van het Aof aan het sectorfonds
Uitzendbedrijven. Met het voorstel in deze regeling gaat dit in met ingang van 2013.
In de memorie van toelichting op het voorstel van de Wet beperking ziekteverzuim en
arbeidsongeschiktheid vangnetters is aangegeven dat het uitgangspunt is dat de hoogte
van de bijdrage wordt vastgelegd op de hoogte van de bijdrage in het voorafgaande
jaar (2012) van inwerkingtreding van die wet. De bijdrage kan neerwaarts worden aangepast
wanneer de nieuwe systematiek van premiedifferentiatie voor ZW en WGA voor flexwerkers
die in 2014 wordt geïntroduceerd, leidt tot extra verevening ten gunste van de uitzendbranche.
De hoogte van deze verevening zal in 2013 duidelijk worden en hangt in belangrijke
mate af van de maximumpremie die voor de uitzendsector wordt gekozen. Bij de premiestelling
2014 zal worden bezien of het wenselijk is de bijdrage per 2014 nog hiervoor aan te
passen. Uitgangspunt is dat de premiestelling zoveel mogelijk zo wordt vormgegeven
dat er geen extra verevening ontstaat. Mocht die wel ontstaan dan wordt in 2013 bepaald
of dit gevolgen heeft voor de hoogte van de bijdrage uit het Aof. Jaarlijks wordt
het bedrag van de bijdrage in de Regeling Wfsv opgenomen. De bijdrage staat daarmee
vast voor een kalenderjaar en wordt niet meer aangepast voor wijzigingen in het aantal
eigenrisicodragers of de ontwikkeling van ZW of WGA-lasten.
Artikelsgewijs
Onderdeel A
In dit onderdeel worden twee nieuwe algemene bepalingen ingevoegd voor de vaststelling
van sectorpremiepercentages.
In het nieuwe algemene artikel 3.4b is bepaald dat de sector waar de werkgever toebehoort
op 1 januari van elk jaar bepalend is voor de premie voor de rest van het jaar. Daarmee
zijn er geen tussentijdse aanpassingen van het sectorpremiepercentage als de werkgever
in het lopende premiejaar bij een andere sector wordt aangesloten.
In het nieuwe algemene artikel 3.4c is geregeld, dat het loon (de verzekerde loonsom)
bepalend voor het vaststellen door het UWV van de opslagpercentages in de sectorpremie
voor de dekking van de ziekengeldlasten en de WGA-lasten vangnetter, zoals deze lasten
gedefinieerd zijn in artikel 2.1, onderdelen c en g, van het Besluit Wfsv, het loon
is van de werkgevers in de sector waarbij het loon voor de eigenrisicodragers voor
de Ziektewet niet in aanmerking wordt genomen.
Onderdelen B tot en met D
Deze onderdelen hebben betrekking op de bijdrage voor de sector uitzendbedrijven en
de berekening van de sectorpremie voor deze sector rekening houdend met deze bijdrage.
Geregeld wordt, dat deze bijdrage bij de vaststelling van de sectorpremie in aanmerking
wordt genomen bij de vaststelling van het WW-deel van het sectorpremiepercentage,
waarop artikel 3.8 van de Regeling Wfsv ook al betrekking heeft. Artikel 2.2a van
het Besluit Wfsv biedt de grondslag om deze bijdrage in mindering te brengen op de
werkloosheidslasten. In dit artikel 3.5a wordt geregeld dat de bijdrage met de algemene
omschrijving in artikel 103, tweede lid, van de Wfsv alleen betrekking heeft op de
sector 52 van de uitzendbedrijven. Voorts bevat dit artikel in het tweede lid het
bedrag van de bijdrage (€ 85 miljoen). Voor de wijze waarop dit bedrag is bepaald
wordt verwezen naar het algemene deel van de toelichting op deze regeling.
In onderdelen C en D (voor de sector Grafische industrie) wordt de omschrijving van
de lasten die bepalend zijn voor het opslagpercentage aangepast aan die in artikel
2.2, tweede lid, van het Besluit Wfsv. Voorts wordt dan ook duidelijk, dat het niet
om de ziekengeldlasten gaat, die gedefinieerd worden in artikel 3.5, onderdeel g.
Deze lasten zijn bepalend voor het ziekteverzuimcijfer ten behoeve van de premiedifferentiatie
binnen de sector uitzendbedrijven. Deze bepalingen over de premiedifferentiatie voor
de sector uitzendbedrijven en grafische industrie worden met deze regeling overigens
niet aangepast.
Onderdeel E
In de praktijk wordt voor het bepalen van de afgrenzing tussen sector 17, Detailhandel,
en sector 19, Grootwinkelbedrijf, een drie jarentermijn toegepast. Voor toegang tot
de sector Grootwinkelbedrijf geldt een loonsomgrens; zodra deze wordt overschreden
verschuift een werkgever van rechtswege van sector 17, Detailhandel, naar sector 19,
Grootwinkelbedrijf. In de praktijk wordt een periode van drie jaren gehanteerd voor
de indeling, dat wil zeggen dat eerst gedurende drie jaren de loonsomgrens moeten
zijn overschreden alvorens aansluiting bij sector 19 wordt aangenomen of dat eerst
de loonsom gedurende drie jaar onder die grens dient te zijn voordat de overgang van
sector 19 naar 17 plaatsvindt. Daartoe werd aansluiting gezocht bij wat in artikel
96, tweede lid, van Wfsv wordt verstaan onder ‘in de regel het grootste bedrag aan
premieplichtig loon betaalt’. Dit artikel 96, tweede lid, heeft echter betrekking
op aansluiting bij een sector als een werkgever werkzaamheden verricht die tot verschillende
sectoren behoren. Bij de aansluiting bij de sector 17 en 19 is hiervan echter geen
sprake; dit type werkgevers kan niet tegelijkertijd onder meerdere sectoren vallen
(het is óf 17, óf 19). Het is daarom noodzakelijk toepassing van deze regel voor de
indeling in de sector 17 dan wel 19 expliciet te regelen. Op grond van artikel 96,
derde lid, van de Wfsv gebeurt dit in het nieuwe artikel 5.8a in de Regeling Wfsv.
Onderdeel F
De wijziging in artikel I, onderdeel F, betreft de jaarlijkse indexering van de loongrens
voor de sector Grootwinkelbedrijf aan de hand van de gemiddelde contractloonontwikkeling
in de Macro Economische Verkenning van het Centraal Planbureau (CPB). De loongrens
wordt met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 gewijzigd op basis van de gemiddelde
contractloonontwikkeling van bedrijven over 2012 van 1,75%, zoals die in de Macro
Economische Verkenning 2012 van het CPB is opgenomen. In verband hiermee werkt de
bepaling waarin de loongrens wordt gewijzigd terug tot en met 1 januari 2012.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
P. de Krom.