Besluit van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken d.d. 3 mei 2012, nr. 3111483, houdende instelling van de ministeriële commissie Crisisbeheersing

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 25, eerste lid, van het reglement van orde voor de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

Er is een ministeriële commissie Crisisbeheersing.

Artikel 2

De commissie is belast met de coördinatie van intersectorale crisisbeheersing en besluitvorming over de samenhangende aanpak daarvan.

Artikel 3

  • 1. Vaste leden van de commissie zijn de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en de minister van Veiligheid en Justitie.

  • 2. De Minister van Veiligheid en Justitie is voorzitter tenzij de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, beslist dat hij voorzitter is.

  • 3. De voorzitter wijst in overleg met de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, per situatie en zonodig per vergadering aan welke andere ministers wie het aangaat lid van de commissie zijn.

  • 4. Indien de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, geen voorzitter is, kan hij te allen tijde beslissen het voorzitterschap op zich te nemen.

Artikel 4

  • 1. De artikelen 11, 21 en 22 van het reglement van orde voor de ministerraad zijn van toepassing op de werkwijze van de commissie.

  • 2. Besluiten van de commissie waarvan de uitvoering geen uitstel duldt, worden zo spoedig mogelijk ter kennisneming aan de ministerraad gezonden.

Artikel 5

De commissie benoemt op voordracht van de voorzitter als secretaris een ambtenaar die werkzaam is bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 6

Het Instellingsbesluit ministeriële commissie Crisisbeheersing (Stcrt. 2009, 11200) en het Instellingsbesluit ministeriële commissie Doorzettingsmacht Terrorismebestrijding (Stcrt. 2005, 85) worden ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het met toelichting wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit ministeriële commissie Crisisbeheersing 2012.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte.

TOELICHTING

Bij het Besluit houdende departementale herindeling met betrekking tot veiligheid van 14 oktober 2010 (Stcrt. 2010, 16528) is de Minister van Veiligheid en Justitie belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van veiligheid, met uitzondering van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voor zover deze voor 14 oktober 2010 was opgedragen aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit betekent onder meer dat de verantwoordelijkheid voor de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (inmiddels: de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid) geheel bij de Minister van Veiligheid en Justitie is komen te berusten. Voorheen werd deze verantwoordelijkheid gedeeld met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Deze omstandigheid noopte reeds tot aanpassing van het Instellingsbesluit ministeriële commissie Crisisbeheersing en van het Instellingsbesluit ministeriële commissie Doorzettingsmacht Terrorismebestrijding. Omdat daarnaast uit het oogpunt van doelmatigheid is besloten de beide ministeriële commissies samen te voegen, is ervoor gekozen een nieuw besluit te maken, onder intrekking van de hiervoor genoemde instellingsbesluiten.

In een situatie die vraagt om coördinatie van intersectorale crisisbeheersing en besluitvorming over de samenhangende aanpak daarvan kan de ministeriële commissie Crisisbeheersing (MCCb) bijeenkomen nadat de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, heeft beslist of hijzelf of de minister van Veiligheid en Justitie als voorzitter zal fungeren. Vervolgens besluit de voorzitter in overleg met de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, over de verdere samenstelling van de commissie.

De commissie besluit (bij meerderheid van stemmen) over een samenhangende aanpak van het geheel van maatregelen en voorzieningen, dat het Rijk treft in samenwerking met andere organisaties ter voorbereiding op, ten tijde van en met betrekking tot de nafase van intersectorale crises waarbij de nationale veiligheid in het geding is. Daarvan is sprake als de vitale belangen van de Nederlandse Staat en/of samenleving zodanig bedreigd worden dat er sprake is van (potentiële) maatschappelijke ontwrichting. Daarbij kan het gaan om uitval van vitale infrastructuur (o.a. electriciteit, ICT, water), overstromingen, infectieziekten, dierziekten, een kernongeval, een terroristische dreiging of aanslag.1 Een samenhangende aanpak is vereist omdat het niet op elkaar afgestemd uitoefenen van bevoegdheden tot inefficiëntie kan leiden en zelfs contraproductief kan werken.

De betrokken ministers zullen hun bevoegdheden uitoefenen in overeenstemming met de besluiten van de commissie. De commissie neemt geen bevoegdheden over van enige minister en neemt ook geen besluiten over aangelegenheden waarbij een niet-aanwezige minister in het bijzonder is betrokken2, zoals de Minister van Defensie wat betreft de inzet van defensiepersoneel en/of materieel. De uitvoering van de besluiten geschiedt door de minister of ministers die daarvoor (primair) verantwoordelijk zijn.

Indien daartoe aanleiding is, coördineert de commissie de voorbereiding van een plan van aanpak in het kader van de nafase van een intersectorale crisis. De Minister van Financiën wordt bij het opstellen van een dergelijk plan betrokken. Besluitvorming over dit plan vindt plaats in de ministerraad.

De Interdepartementale Commissie Crisisbeheersing (ICCb) adviseert de voorzitter van de MCCb per situatie met betrekking tot het bijeenkomen van de MCCb en adviseert vervolgens over de voorbereiding, respons en nafase bij crises en rampen. Het secretariaat van de MCCb wordt vervuld door een medewerker van het Nationaal Crisis Centrum (NCC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De MCCb is ingesteld om meer slagkracht en eenduidigheid te creëren bij crisisbesluitvorming op nationaal niveau. De commissie is belast met de voorbereiding, respons en nafase van intersectorale crises. De commissie wordt voorgezeten door de Minister van Veiligheid en Justitie tenzij de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, beslist dat hij voorzit. Bij het staken van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte.


X Noot
1

Strategie Nationale Veiligheid, Kamerstukken II, 2006–2007, 30 821, nrs. 1 en 3.

X Noot
2

Reglement van orde voor de ministerraad, art 21, lid 1.

Naar boven