Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 maart 2012, RUA/A/2012/4625, tot wijziging van de Rechtspositieregeling voorzitter raad van bestuur SVB

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Rechtspositieregeling voorzitter Raad van bestuur SVB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2. Bezoldiging

  • 1. De bezoldiging van de voorzitter bedraagt € 180.000,– bruto per jaar.

  • 2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, is inclusief een vakantie- en een eindejaarsuitkering.

  • 3. De bezoldiging, bedoeld in het eerste lid, wordt, met uitzondering van de vakantie- en eindejaarsuitkering, uitbetaald in gelijke maandelijkse termijnen. De vakantie- en eindejaarsuitkering worden eens per jaar uitbetaald in de maanden mei respectievelijk december van ieder jaar.

  • 4. Indien de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel wordt gewijzigd wordt de bezoldiging, bedoeld in het eerste lid, dienovereenkomstig aangepast met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Kostenvergoedingen

  • 1. De voorzitter heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfkostenovereenkomstig de bepalingen van de voor de SVB geldende CAO.

  • 2. De voorzitter ontvangt een representatievergoeding overeenkomstig het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel, ter hoogte van het bedrag van de maximale vergoeding op grond van artikel 2 van dat Besluit.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 maart 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

De wijzigingen hebben betrekking op de bezoldiging en onkostenvergoeding van de voorzitter van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (SVB). Met deze wijzigingen wordt aangesloten bij de normering van topfunctionarissen, zoals die is opgenomen in het voorstel van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Kamerstukken 2010/2011, 32 600).

In dat wetsvoorstel wordt uitgegaan van een bezoldigingsmaximum, dat bestaat uit een bedrag van de bezoldiging vermeerderd met een vast bedrag van belastbare en variabele onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn, waaronder bijdragen in de pensioenregeling worden verstaan.

In artikel 2, eerste lid, van de Rechtspositieregeling voorzitter Raad van bestuur SVB is het bedrag van de bezoldiging vastgesteld beneden het bedrag dat op de datum van inwerkingtreding van deze regeling 130% van het salaris van een minister is vermeerderd met de voor een minister geldende vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. Dit is het bedrag dat door de regering is voorgesteld in artikel 2.3 van genoemd wetsvoorstel als bedrag van de maximumbezoldiging. Het bedrag, genoemd in artikel 2, eerste lid, is op grond van het tweede lid ook inclusief de vakantie- en eindejaaruitkering. In artikel 2, vierde lid, is geregeld dat het bedrag van de bezoldiging, genoemd in het eerste lid, wordt aangepast aan de ontwikkeling van de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel.

De facultatieve toeslag, die was opgenomen in het vijfde lid, is komen te vervallen. (Artikel I, onderdeel A)

De kostenvergoeding in artikel 3 is aangepast. Deze bestaat uit een reis- en verblijfkosten vergoeding conform de regeling die geldt voor de SVB en een representatiekostenvergoeding, waarbij aangesloten wordt bij het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel. De in dat Besluit genoemde maximumvergoeding, waarnaar in artikel 3, tweede lid, wordt verwezen bedraagt € 6400 bruto. Deze vergoeding wordt inmiddels in regelingen aangeduid als een netto-bedrag, omdat de vergoeding onder de eindheffing (als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964) valt. Het gaat om een vergoeding voor de kosten van voorzieningen die voor eigen rekening komen van de voorzitter en door hem mede worden aangewend ten behoeve van de vervulling van zijn taak.

De tegemoetkoming in de ziektekosten, die geregeld was in artikel 3, vierde lid, kan vervallen, omdat er met de invoering van de Zorgverzekeringswet geen sprake meer is van een vergoeding op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst.

Inwerkingtreding

De wijziging van deze regeling treedt in werking op de dag met ingang waarvan een nieuwe voorzitter van de SVB is benoemd. Daarmee wordt de nieuwe regeling op hem van toepassing.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

Naar boven