De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Rechtspositieregeling voorzitter Raad van bestuur SVB wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2. Bezoldiging
-
1. De bezoldiging van de voorzitter bedraagt € 180.000,– bruto per jaar.
-
2. Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, is inclusief een vakantie- en een eindejaarsuitkering.
-
3. De bezoldiging, bedoeld in het eerste lid, wordt, met uitzondering van de vakantie-
en eindejaarsuitkering, uitbetaald in gelijke maandelijkse termijnen. De vakantie-
en eindejaarsuitkering worden eens per jaar uitbetaald in de maanden mei respectievelijk
december van ieder jaar.
-
4. Indien de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel wordt gewijzigd wordt de
bezoldiging, bedoeld in het eerste lid, dienovereenkomstig aangepast met ingang van
de datum waarop die wijziging ingaat.
B
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3. Kostenvergoedingen
-
1. De voorzitter heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfkostenovereenkomstig
de bepalingen van de voor de SVB geldende CAO.
-
2. De voorzitter ontvangt een representatievergoeding overeenkomstig het Besluit vergoeding
representatiekosten rijkspersoneel, ter hoogte van het bedrag van de maximale vergoeding
op grond van artikel 2 van dat Besluit.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2012.
TOELICHTING
De wijzigingen hebben betrekking op de bezoldiging en onkostenvergoeding van de voorzitter
van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (SVB). Met deze wijzigingen
wordt aangesloten bij de normering van topfunctionarissen, zoals die is opgenomen
in het voorstel van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke
sector (Kamerstukken 2010/2011, 32 600).
In dat wetsvoorstel wordt uitgegaan van een bezoldigingsmaximum, dat bestaat uit een
bedrag van de bezoldiging vermeerderd met een vast bedrag van belastbare en variabele
onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn,
waaronder bijdragen in de pensioenregeling worden verstaan.
In artikel 2, eerste lid, van de Rechtspositieregeling voorzitter Raad van bestuur
SVB is het bedrag van de bezoldiging vastgesteld beneden het bedrag dat op de datum
van inwerkingtreding van deze regeling 130% van het salaris van een minister is vermeerderd
met de voor een minister geldende vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. Dit is
het bedrag dat door de regering is voorgesteld in artikel 2.3 van genoemd wetsvoorstel
als bedrag van de maximumbezoldiging. Het bedrag, genoemd in artikel 2, eerste lid,
is op grond van het tweede lid ook inclusief de vakantie- en eindejaaruitkering. In
artikel 2, vierde lid, is geregeld dat het bedrag van de bezoldiging, genoemd in het
eerste lid, wordt aangepast aan de ontwikkeling van de bezoldiging van het burgerlijk
rijkspersoneel.
De facultatieve toeslag, die was opgenomen in het vijfde lid, is komen te vervallen.
(Artikel I, onderdeel A)
De kostenvergoeding in artikel 3 is aangepast. Deze bestaat uit een reis- en verblijfkosten
vergoeding conform de regeling die geldt voor de SVB en een representatiekostenvergoeding,
waarbij aangesloten wordt bij het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.
De in dat Besluit genoemde maximumvergoeding, waarnaar in artikel 3, tweede lid, wordt
verwezen bedraagt € 6400 bruto. Deze vergoeding wordt inmiddels in regelingen aangeduid
als een netto-bedrag, omdat de vergoeding onder de eindheffing (als bedoeld in artikel
31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964) valt. Het gaat om
een vergoeding voor de kosten van voorzieningen die voor eigen rekening komen van
de voorzitter en door hem mede worden aangewend ten behoeve van de vervulling van
zijn taak.
De tegemoetkoming in de ziektekosten, die geregeld was in artikel 3, vierde lid, kan
vervallen, omdat er met de invoering van de Zorgverzekeringswet geen sprake meer is
van een vergoeding op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst.
Inwerkingtreding
De wijziging van deze regeling treedt in werking op de dag met ingang waarvan een
nieuwe voorzitter van de SVB is benoemd. Daarmee wordt de nieuwe regeling op hem van
toepassing.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
H.G.J. Kamp.